• No results found

Jaap Jelle Feenstra – Public Affairs Haven Rotterdam 3-5-

Je vertelde net welke partijen je hebt benadert voor je onderzoek. Dit zijn allemaal of overheid NV’s of brancheorganisaties. Misschien geeft dit ook al antwoord op je vraag, of individuele bedrijven willen participeren in hele langdurige en meerjarige overheidstrajecten. Het Rotterdamse Haven gebied, wij doen, ik noem maar even wat getallen, jaarlijks gaat er bij on 450 miljoen ton goederen door. Er werken 180 duizend mensen op dag basis. Er zitten 1500-3000 bedrijven die als afzonderlijke bedrijven meetellen. Voor die afzonderlijke bedrijven is het vaak helemaal niet zo interessant. Die gaan er ook vanuit dat de koepelorganisaties dat regelen. Ze zijn lid van verschillende brancheorganisaties die hun belangen moeten behartigen. Het havenbedrijf als havenautoriteit, die heeft de contacten met de overheid die moet de randvoorwaarden regelen. Dus ik denk dat de partijen die je nu gesproken hebt de correcte partijen zijn, want die hebben ook een overheidsantenne naar beleid. Daar wordt ook geparticipeerd.

Wij hebben dus ook officieel gereageerd op de SVIR en nadien ook allerlei momenten en trajecten gebruikt om onze visie mee te geven en ons belang in de SVIR ook weer terug te vinden. Dat past ook wel bij ons om daarop te reageren.

Werd het Havenbedrijf ook voorafgaande van de ontwikkeling van de SVIR om input gevraagd?

Volgens mij hebben wij de conceptversie niet gezien, maar het is niet ongebruikelijk. Wij zijn een overheids nv. Het Rijk is ook aandeelhouder bij ons voor een derde. Het is ook niet ongebruikelijk dat er van te voren al gezegd wordt we gaan het zo en zo aanpakken. Bijvoorbeeld bij de omgevingswet zijn we heel nadrukkelijk betrokken en hebben we ook abonnementen ingebracht via de kamer. Dat is ook afgestemd met de wetgevingsjuristen bij I&M. Het gedachtengoed achter SVIR sprak ons aan. Probeer niet alles in Nederland op hetzelfde niveau te brengen, maar ga van de kenmerken van bepaalde regio’s uit. Wij zijn bijvoorbeeld een mainport waar bedrijvigheid zit die afhankelijk is van de daar aan land gezette goederen en exportfuncties, dus heel veel bedrijvigheid, raffinaderijen en transportfuncties zijn geconcentreerd in het gebied. Als het Rijk dan zegt we gaan een nota opstellen die ook leidt tot prioriteitstelling. We

gaan Nederland niet ruimtelijk indelen door de 400 gemeente allemaal 1 400ste van het

budget te geven, maar we gaan gericht de economische verdiencentra toerusten en verbinden met het achterland. Dan zijn wij daar enthousiast over.

Hoe staan jullie dan tegenover de SVIR?

Wij zijn heel blij met het nationale beleid en de nationale prioriteitsstelling, omdat dat ook bij onze positionering past. Rotterdam bedient op Nederlandse schaal een veel groter gebied dan alleen Nederland of alleen de regio. Veel goederenstromen gaan naar Duitsland of andere delen van Europa en vice versa. We hebben dus zeker op Europees niveau behoefte aan corridor ontwikkeling. Van de negen zitten wij op de derde plaats. Dat zegt wel iets. Dus wij zijn blij als er een nota verschijnt die zich richt op het beleid, middelen en procedures van de mainports en hun achterlandverbinding.

Wij hebben ook intensief contact bij de provincie. Voor ons is van belang dat de provincie beleid uitvoert dat aansluit op dat van de nationale overheid. Daarbij benoemen wij ook mogelijke conflictpunten. Denk bijvoorbeeld aan conflicten tussen woningbouw en de ontwikkeling van de haven. Dus we proberen ook begrip te kweken bij de provincie. Wij willen het de bewoners niet aandoen dat zij de dupe worden van de groei van de haven, want wij zijn erg maatschappelijk gezind, maar we willen het vooral onze bedrijven niet aandoen dat bepaalde bedrijven niet meer kunnen groeien omdat ze aan de ‘verkeerde’ kant van de haven zijn gevestigd. Die lopen dan tegen de eisen aan. Als het bedrijf ergens anders in het gebied had gezeten had het anders kunnen ontwikkelen. Wij investeren heel veel in ons imago op draagvlak in de regio. License to be used wordt bepaald door wetgeving. Daarbinnen moet je blijven, als je eroverheen gaat krijg je een inspecteur op de stoep. Maar je license to grow wordt bepaald door het draagvlak in de omgeving. Wij willen groeien, en wij willen ambitieus groeien Wij denken dat we riching Oost Europa toe ook nog een enorme groei kunnen realiseren en dat kan alleen als de bewoners en milieufederaties, etc. Begrijpen waarvoor we het doen en inzien dat we het verantwoord doen.

Heel interessant, kijk even naar de beantwoording van de Kamervragen van gister (ma 2 mei) waar minister Schulz antwoord op heeft gegeven. Over verdieping van de waterweg. Uit de antwoorden blijkt dat de commissie MER erg positief is over hoe we het aanpakken. Eigenlijk is met iedereen al overleg geweest, eigenlijk zijn alle denkbeeldige maatregelen al in beeld geweest .Wat niet effectief is, is ten zijde geschoven en het netto effect is zo minimaal dat er voor het ruimtelijke effect weinig bezwaar is. Zo moet je het doen, want als wij denken we schieten gewoon op met die Haven laat de landbouw maar zitten, of we hebben geen belang aan zoetwater tot Gouwenduin, dan hebben we een probleem Dat proberen we te voorkomen en dat nemen we mee in onze aanpak.

Ziet u verschil in de manier van participatie in de afgelopen jaren (NR, SVIR, NOVI)? We zijn voorstander van Elverding, doe het zo vroeg mogelijk en breng zo vroeg mogelijk alternatieven in beeld, maar wees ook helder in de besluiten die je neemt. We hebben dat zelf geleerd bij de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte. Toen is er niet voor gekozen om het intern gedetailleerd uit te tekenen en dan tegen de samenleving zeggen willen jullie inspreken? Wij hebben gezegd we willen de haven uitbreiden. Laten we alle varianten bekijken. Er is zelfs onderzocht of het niet in Vlissingen kan of in West-Brabant. Alle varianten verkennen en als je daar voldoende zicht op hebt ga dan afvinken. De conclusie was, doe het hier. Wij nemen een stuk van de Noordzee, maar dat gaan we tienvoudig compenseren. Er zijn milieuemissies. Wij hebben de worst-case genomen en dat in de duinen gecompenseerd voor de aanleg. Doe het vooraf. Wees er duidelijk over. Dan is het mogelijk om een project met draagkracht en snelheid te ontwikkelen. Dat hebben we bij de Maasvlakte gemerkt door binnen budget en binnen timing klaar te zijn. Dat kunnen niet alle grote projecten zeggen. Weest transparant over je doelen, open over je middelen die je wit inzetten, bouw aan een gezamenlijke kennisagenda, verras partijen niet, wees ook assertief, heel assertief. We hebben heus wel begrip voor belangengroepen. Dat is allemaal legitiem, maar net

  96  

zo legitiem dat wij rekening moeten houden, moeten anderen ook rekening houden met belangen van ons. Kan geen eenrichtingsverkeer zijn. We zijn duidelijk over wat we willen, maar we houden de andere belangen volledig in beeld.

Hoe zijn de banden met het Rijk?

Even kijken wat we over de SVIR hebben liggen. Wij hebben onze inbreng geleverd, maar wat ga je dan doen? Je moet niet alleen zelf zorgen dat de boodschap begrepen is en op de agenda van het departement komt, maar er komen bijvoorbeeld Kamerleden van verschillende partijen langs. Er zijn debatten geweest waar wij via een lobby ook inbreng hebben geleverd. Secretaris generaals komen op bezoek, mevrouw Mansveld. Dan hebben we het over de SVIR. En ga zo maar door. Zo praat je iedereen dus ook de hele tijd bij. Je bent niet alleen afhankelijk van het inspraakmoment. Je benut ook al je departementale, ambtelijke bestuurlijke, politieke contacten om het gedachtengoed achter SVIR, waar wij belang bij hebben, bij anderen over te brengen. Nederland zit in een crisis. De Nederlandse economie is het afgelopen jaar 1-1,5% gegroeid. Wij hebben een groei van 4,9% gehaald afgelopen jaar. Dus we zijn ook een beetje vervelend, ongedurig, niet snel tevreden, want wij lopen tegen de grenzen aan. Als het Rijk zijn budget met 1% ziet groeien, en die moet heel veel publieke functies betalen. Dan zijn wij zo vervelend om te zeggen heb vooral aandacht voor ons, want als wij bijna 5% groeien, hebben wij straks een filevorming. Dan loopt het bij ons weer vast. Dat is voor nieuwe investeerders een overweging om hier te gaan zitten of bij Hamburg of Antwerpen, etc. Het moet bij ons dus gewoon op orde zijn. Daarom zitten zij zo te drukken op al die werkbezoeken. Wij zijn ongedurig. Een beetje vervelend. In hoeverre wordt er door het Rijk naar jullie geluisterd?

De Tweede Maasvlakte ligt er. Daar zitten de eerste bedrijven nu ook op. Dus als je vraag wordt er naar je geluisterd, dan ja, de Maasvlakte ligt er. De Betuweroute heeft het Rijk gefinancierd en wij benutten die. Er rijden nu 200 treinen per week. Als Duitsland klaar is met het derde spoor. Daar werkt Duitsland nu ook aan. Het kost 2,1 miljard, maar dan heb je ook wat. Dan kunnen we het spoorvervoer bijna verdubbelen. We wilde heel graag de blankenburg verbinding. Dat besluit is nu definitief en wordt aangelegd. Niet dat wij daar heel veel gebruik van maken. Er is maar 3% haven gerelateerd verkeer in de Blankenburg, maar als het overige verkeer er doorheen kan, dan hebben wij meer ruimte op de A15. Die is voor ons van belang. Die projecten komen er wel. Dat is deels afhankelijk van besluitvorming door het Rijk en ook afhankelijk, hand in eigen boezem, begin altijd bij jezelf, dat wij de besluiten goed en verantwoord en integraal maken. Neem alle samenhangende belangen al mee.

Wij vragen van het Rijk geen onzin projecten. Veel projecten zijn van economisch belang waardoor het Rijk er ook belang bij heeft. We kunnen ook aantonen, als we dit en dit gaan ontwikkelen, die dienen ook het verdere ontwikkelen van het havencomplex. We willen graag het spoor verleggen bij de Theemsweg, zodat het achterliggende havengebied via schepen makkelijker te bereiken is. Daar gaan wij ook 100 miljoen aan meebetalen. Er is geen haven in het buitenland die meebetaald aan Rijksprojecten. Wij vinden het ook geen schoonheidsprijs verdienen, maar het Rijk heeft te weinig geld en anders duurt het te lang, dus dan betalen we maar mee. Het

moet er wel komen. We hebben er belang bij en we zijn ongedurig. Wij betalen dus mee wat in verhouding tot buurhavens echt een beetje raar is. In tegendeel. In Duitsland wordt het jaarlijks verlies van de havens door de stadsstaten bijgepast. Wij betalen alles zelf plus er gaart geld naar de overheden als aandeelhouders. De Vlaamse havens krijgen 300 miljoen per jaar aan staatssteun. Wij nul en betalen zelf mee aan beleidsprojecten en we moeten concurreren met havens die enkele tientallen kilometers van ons af liggen. Wij vinden dat niet altijd fair.

Hoe verhoudt dat zich met jullie relatie naar het Rijk toe?

Daar spreken we de ministers, ook financien en ez, op aan. We hebben een Europese markt en we zouden allemaal dezelfde concurrentieomstandigheden moeten evaren en dat is nu feitelijk aantoonbaar niet het geval.

Hoe zitten jullie met het Rijk aan tafel ten opzichte van de andere havens in Nederland?

We hebben de brancheorganisatie van de vijf grootste havens. Ik ben daar algemeen secretaris van. We zijn tot 5 gekomen, omdat die 5 in de landelijke nota’s worden genoemd. Maar ook het Rijk noemt in haar plannen 5 zeehavens, waarvan een een mainport is, namelijk Rotterdam. Zitten we aan tafel? Ja, Rotterdam vooral, omdat wij vanuit ons apparaat, onze formatie, makkelijker tijd vrij kunnen maken om achter allemaal beleidstrajecten aan te gaan. Vaak gebeurt dat wel in afstemming met tenminste Amsterdam en als het kan ook met de andere woz havens, maar die zijn ook gewoon qua apparaat, qua toerusting veel kleiner. Je kunt niet verlangen dat Groningen, Zeeland en Moerdijk dagelijks op het departement zitten en beleidstrajecten doorpraten. Dat kunnen wij vanuit onze formatie wel. Maar binnen die woz zijn we onderling gelijkwaardig. Daar zitten we ook met z’n vijven in en daar bespreken we landelijke relevante lijnen met elkaar af en de rest doet iedereen in zijn eigen regio.

Zijn jullie al benaderd over de NOVI?

Ja, we hebben bij I&M een lijst ingeleverd met ruimtelijke projecten waarvan wij de komende tijd denken dat die relevant zijn. We hebben onlangs van de projectleider van I&M een presentatie gehad over de NOVI met de vijf havens. Hij heeft de voor ons relevante thema’s gepresenteerd. Verder hebben wij er niet veel van gehoord. Er zijn wel collega’s bij regionale bijeenkomsten geweest.

Je hebt ook het overleg orgaan I&M voor consultatie en we rekenen er eigenlijk op dat die op een gegeven moment ook een bijenkomst zal beleggen en daar zullen wij ook zeker naartoe gaan.

Hoe groot is het belang dat jullie inspraak hebben?

Dat belang is wel evident, maar meer dan wat ik nu net noem heb ik niet in beeld over de NOVI.

  98  

Hoe kijken jullie naar het eindresultaat van de SVIR? Zien jullie je inbreng terug?

Ik vind eigenlijk de MIRT corridor studies het resultaat van, ik zal niet zeggen alleen van ons er zullen ook andere pleidooien voor gehouden hebben, maar dat vind ik wel een lijn van onze inbreng. Er is een duidelijke transporttak naar het oosten en naar het zuiden. Dat zijn nu twee corridorstudies geworden. Departementaal zal daar ook vast voor gepleit zijn en anderen ook, maar wij zeker ook. Wij zien het ook zeker als een resultaat van onze inzet.

Zouden jullie het contact met het Rijk nog anders willen zien?

Via onze eigen contacten proberen we zoveel mogelijk ons doel te bereiken. Brancheorganisaties zetten ook weer de discussie voort. Natuurlijk is het denkbaar dat je nog hele andere allianties bouwt, maar je kan je ook afvragen wat dat dan nog toevoegt. Zo zou het ook de gedachten kunnen zijn had je dat niet moeten afstemmen met Schiphol? Maar zij doen 400.000 ton en wij doen 400 miljoen ton. Wij zijn zo gefocused op goederen vervoer en Schiphol op personen. Wij stellen zulke andere eisen. Het is dus wel denkbaar en niks op tegen om met Schiphol te overleggen, maar ik denk dat de meerwaarde ten opzichte van het andere beperkt is.

Edgar van Leest – Manager strategy and Publis Affairs