• No results found

1.j Thema Effectiviteit en kosteneffectiviteit

In document Pakketadvies 2007 (pagina 115-119)

Instroom. Het CVZ adviseert bekkenfysiotherapie voor urine-incontinentie voor de eerste drie maanden als te verzekeren prestatie in de Zvw op te nemen als onderdeel van paramedische zorg. 1.j.1. Bekkenfysiotherapie

In mei 2006 heeft het CVZ de brief ‘Voorstel opname bekkenfysiotherapie bij urine-incontinentie in de Zorgverzekeringswet’ vastgesteld.

Urine-incontinentie is iedere vorm van ongewild urineverlies. Naar schatting heeft 5% van de volwassenen problemen met continentie. Incontinentie komt vaker voor bij vrouwen. Incontinentie leidt vrijwel altijd tot afname van de kwaliteit van leven door onder andere schaamte, depressie en beperkingen in de mobiliteit, fysiek functioneren en participatie.

In 2003 heeft het CVZ in het rapport ‘Urine-incontinentie bij volwassenen’ vastgesteld dat het zorgproces bij urine-incontinentie ondoelmatig is. Ook in het Signaleringsrapport hulpmiddelen werd deze ondoelmatigheid gesignaleerd. Om het zorgproces te optimaliseren heeft het CVZ in 2004 de Deskundigencommissie Incontinentie (DINC) ingesteld. Omdat urine-incontinentie bij uitstek een zorgvraag is waarbij verschillende disciplines betrokken zijn, is de commissie samengesteld uit vertegenwoordigers van diverse geledingen. Eén van de aanbevelingen uit de rapportage van deze commissie was opname van bekkenfysiotherapie in de basisverzekering. Het CVZ heeft de verzekerde prestaties voor incontinentie nader bekeken en constateert dat de behandeling van incontinentie met medicijnen, operaties en incontinentie-absorptiematerialen (verder: IA-materialen) onder de te verzekeren prestaties vallen. Bekkenfysiotherapie wordt in de praktijk, in de literatuur en in het Farmacotherapeutisch Kompas beschouwd als de eerst

aangewezen behandelmethode, maar maakt geen onderdeel uit van de te verzekeren prestaties. 1.j.2. Toetsing aan principes

A. Noodzaak

Het CVZ is van oordeel dat de behandeling van urine-incontinentie noodzakelijke zorg is en een claim op de solidariteit van de zorgverzekering rechtvaardigt, omdat het een meer dan minimale ziektelast veroorzaakt. Daarnaast vindt het CVZ bekkenfysiotherapie voor urine-incontinentie noodzakelijk te verzekeren zorg omdat de kosten voor een individuele gebruiker substantieel zijn (minimaal 9 behandeling van € 40 = € 360,-).

B. Effectiviteit

Al in eerdere rapporten heeft het CVZ geconcludeerd dat oefentherapie leidt tot een aanzienlijke verbetering (1998) en dat bekkenfysiotherapie een effectieve en eerstaangewezen behandeling is (2003). Recent is een Cochrane review (2006) gepubliceerd over het effect van

bekkenbodemspieroefeningen op urine-incontinentie bij vrouwen. De therapie helpt bij alle

vormen van urine-incontinentie. Het effect is waarschijnlijk het grootst bij ‘jonge’ vrouwen (±40-60 jaar) met stressincontinentie die deelnemen aan bekkenbodemspieroefeningen onder begeleiding van een therapeut voor tenminste drie maanden.

C. Kosteneffectiviteit

Geen van de geïncludeerde onderzoeken uit de Cochrane review heeft een kostenanalyse of een kosteneffectiviteitsonderzoek uitgevoerd. Daarom heeft het CVZ op basis van een aantal aannames een schatting gemaakt van de kostenconsequenties. Naar verwachting komen ongeveer 230.000 gebruikers in aanmerking voor bekkenfysiotherapie. De kosten van bekkenfysiotherapie zijn na 5 jaar € 82,8 miljoen (uitgaande van negen behandelingen). De totale besparingen van IA-materialen na 5 jaar zijn € 102,5 miljoen. De gemiddelde besparing per jaar komt hiermee neer op bijna € 4 miljoen.

Naast de kosten en baten uitgedrukt in geld, spelen de volgende zaken een rol: een verbetering van kwaliteit van leven door afname schaamte, depressie en beperkingen in mobiliteit en fysiek functioneren en een toename in maatschappelijke participatie.

27016512 Pagina 58

Er zijn op dit moment ruim 160 bekkenfysiotherapeuten in Nederland werkzaam. Dit aantal zal de komende jaren stijgen tot 500 à 600. Naar verwachting is dit aantal voldoende om de gewenste zorg te kunnen leveren. Daarbij speelt een rol dat niet alle patiënten binnen een jaar een beroep zullen doen op een bekkenfysiotherapeut.

De Zvw laat ook de mogelijkheid open dat andere beroepsbeoefenaren deze zorg kunnen leveren. Het CVZ is van mening dat de zorg geleverd zou moeten worden door een geregistreerde

bekkenfysiotherapeut, maar de zorgverzekeraar bepaalt in zijn polis wie de zorg levert.

Bekkenfysiotherapie voor urine-incontinentie is verzekerbaar. Het is mogelijk om de te verzekeren prestatie zodanig af te bakenen dat alleen bekkenfysiotherapie voor urine-incontinentie als te verzekeren prestatie in de Zvw wordt opgenomen als onderdeel van paramedische zorg. Als bekkenfysiotherapie tot de te verzekeren prestaties behoort, vragen ook de

informatievoorziening en het zorgproces aandacht. Er zal meer informatie beschikbaar moeten komen voor de patiënt, zorgverlener en zorgverzekeraar over bekkenfysiotherapie. Ook deze randvoorwaarden acht het CVZ goed uitvoerbaar.

1.j.3. Budgettair effect en onderbouwing

De kosten van bekkenfysiotherapie zijn na 5 jaar € 82,8 miljoen (uitgaande van negen behandelingen). De totale besparingen van IA-materialen na 5 jaar zijn € 102,5 miljoen. De gemiddelde besparing per jaar komt hiermee neer op bijna € 4 miljoen.

Bekkenfysiotherapie heeft geen invloed op de risicoverevening van zorgverzekeraars. 1.j.4. Concept standpunt CVZ

Op basis van bovenstaande beoordeling adviseert het CVZ bekkenfysiotherapie voor urine- incontinentie voor de eerste drie maanden als te verzekeren prestatie in de Zorgverzekeringswet op te nemen als onderdeel van de paramedische zorg.

1.j.5. Reacties stakeholders

Een aanbeveling van de Deskundigencommissie Incontinentie (DINC) was het opnemen van bekkenfysiotherapie in de Zorgverzekering.

1.j.6. Overige opmerkingen

Tot 2004 maakte bekkenfysiotherapie onderdeel uit van de te verzekeren prestaties. Vanaf 2004 is fysiotherapie beperkt tot mensen met een chronische ziekte en wordt fysiotherapie pas na negen behandelingen vergoed. Dit is een maatregel geweest in het kader van kostenbeheersing in de zorgsector.

1.j.7. Bestuurlijke consultatie

Betrokken stakeholders hebben op dit deelonderwerp gereageerd.

De reacties hebben niet geleid tot aanpassing, omdat het een reeds vastgesteld rapport betreft. 1.j.8. Advies

Het CVZ adviseert bekkenfysiotherapie voor urine-incontinentie voor de eerste drie maanden als te verzekeren prestatie in de Zorgverzekeringswet op te nemen als onderdeel van de paramedische zorg.

Mevrouw drs. A.J. Link Maart 2007

Bijlage: Literatuuroverzicht

1. CVZ. ‘Vervolgonderzoek breedte geneesmiddelenpakket’ publicatienummer 2002/92

2. CVZ. ‘Urine-incontinentie bij volwassenen’ publicatienummer 2003/147

3. Hay-smith EJC and Dumoulin: Pelvic floor muscle training versus no treatment, or inactive

control treatments, for urinary incontinence in women. Cochrane review 2006

4. Wallace SA, Roe B, Williams K and Palmer M: Bladder training for urinary incontinence in

adults. Cochrane review 2006.

In document Pakketadvies 2007 (pagina 115-119)