• No results found

2 Naties en archeologie van heerserscultus

2.5 Israël & Herodes

Een meer recent voorbeeld van het teruggrijpen op een heerser uit de oudheid is te zien in Israël. Binnen dit onderzoek is Israël zeer interessant omdat de natievorming en de daarbij horende nationale identiteit nog niet voltooid is. De vorming van de staat Israël begon bij het groeiend antisemitisme in 19de eeuws Centraal Europa. In deze periode ontstond onder joden steeds meer behoefte aan een eigen staat. Onder invloed hiervan ontstond in deze periode het zionisme.116 Het verlangen naar een eigen staat resulteerde niet alleen in het gebruik van archeologie voor het creëren van een nationaal of joods narratief, maar zorgde tevens voor een herinterpretatie van het jodendom als een etnische eenheid die alle joden over de hele wereld het recht gaf om terug te gaan naar hun Beloofde Land.117

In de periode tot aan het Britse mandaat, welke van 1920 tot 1948 van kracht was, vonden er talloze opgravingen plaats door onder andere de Britten en Duitsers en de ‘nieuwe’ joodse bevolking.118 Het waren deze archeologen die als eerste onderzoek gingen doen naar de

114 Ibidem: 6-7

115 Baxa, P. ‘Piacentini's Window: The Modernism of the Fascist Master Plan of Rome.’ Contemporary

European History, 13 (2004): 1-20: 4

116 Shapira, A. Land and Power: The Zionist Resort to Force, 1881-1948. 1992: 3

117 Thompson, T. L. ‘Biblical Archaeology and Nation-Building.’ Holy Land Studies: A Multidisciplinary

Journal, Vol. 8, Issue 2 (2009): 133-142

118 Na de val van het Ottomaanse Rijk, waartoe Palestina en Israël (dat toen nog geen staat was) behoorden,

werden de Britten verantwoordelijk voor dit gebied. Tijdens het Britse Mandaat regeerden de Britten over het gebied wat nu Palestina, Israël en een groot deel van Jordanië beslaat. De Britse aanwezigheid zorgde voor een flinke toename van archeologische activiteit en in 1924 werd dan ook het Department of

Antiquities opgericht. Nog voordat de bewoners van dit gebied zelf archeologie bedreven, trokken er

vanaf de jaren 70 van de 19de eeuw al een groeiend aantal Europese archeologen naar met name Palestina

om plaatsen uit de Bijbel te lokaliseren. Bijbelse archeologie ontwikkelde zich tot een discipline an sich met de Amerikaan William F. Albright (1891-1971) als pionier vanaf begin 20ste eeuw. Er worden vanaf

dan in Amerika, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland instituten opgericht die zich als doel stellen de archeologie, geografie en natuurhistorie van Palestina te onderzoeken.

Israëlische en joodse aanwezigheid in Israël.119 Archeologisch bewijs werd vertaald naar een narratief voor de nieuwe inwoners van het Beloofde Land. Het is dan ook bijna vanzelfsprekend dat archeologisch onderzoek in deze dagen gericht was op het vinden van bewijs voor de vroege joodse bewoning van deze regio.120 Een ander belangrijk speerpunt was de archeologie die gericht was op één van de belangrijkste perioden uit de joodse geschiedenis: de Tweede Tempelperiode (538 v. Chr.-70 na Chr.). De aard van archeologie was primair nationalistisch, maar zou later door het ontstaan van het Israël-Palestina conflict ook imperialistisch van aard worden.

Een belangrijke heerser aan het einde van deze periode was Herodes, die in Rome was uitgeroepen tot koning van Judea en de opdracht had om zijn beloofde koninkrijk te heroveren. Om zijn rijk te beschermen, bouwde Herodes tijdens zijn bewind (37-4 v. Chr.) massieve forten en steden waarvan de vesting in Massada de bekendste is. Andere grote verwezenlijkingen van Herodes zijn de uitbreiding van de Tempelberg en de herbouw van de Tweede Tempel. Na de opstand van het joodse volk in 66 na Chr. werd de Tempel in het jaar 70 na Chr. verwoest door de Romeinen. Dit wordt uiteraard als een van de meest traumatische gebeurtenissen in de joodse geschiedenis gezien. Vandaag de dag herinneren alleen de Klaagmuur en de rituelen die Joden verplichten te rouwen om de vernietiging van de Tempel nog aan deze glorieuze periode voor joods Jeruzalem. Het was het ritueel van weeklacht dat de reden vormde voor christenen en moslims om de muur, de 'Klaagmuur' te noemen.

Opvallend is dat Herodes in het westerse narratief vooral geportretteerd wordt als een wrede moordenaar en dat met name zijn negatieve kant wordt benadrukt door het verhaal van Titus. In het joodse narratief is deze negatieve benadering minder en wordt de nadruk gelegd op zijn grote prestaties. Daarnaast werd in de tijd waarin Herodes leefde zijn Jood-zijn ter discussie gesteld terwijl dit nu niet meer van belang lijkt te zijn binnen het Israëlische narratief.

Deze positieve benadering van Herodes komt tevens naar voren in de Massada-mythe over the last stand van de joden in Massada. Dit is een belangrijk onderdeel van het joodse narratief. Het gedicht Massada door Yitzhak Lamdan (1899-1954) met de beroemde woorden ‘Massada shall

119 Abu El-Haj, N. Facts on the Ground: Archaeological Practice and Territorial Self-Fashioning in Israeli Society.

2001: 3

never fall again’ was de inspiratiebron voor dit verhaal van heldendom.121 Sinds de jaren 1930 heeft de Massada-mythe een grote invloed gehad op miljoenen Israëli’s met als doel het creëren van een gevoel van heroïsme en het leggen van de verbinding met de joodse heldhaftige krijgers van ruim 2000 jaar terug. Het gaf de nieuwe bewoners van Israël iets om zichzelf mee te identificeren na de verschrikkingen van de holocaust en het imago van de ‘zwakke jood’. Zionistische jeugdgroepen en later ook militaire groepen gingen op ‘bedevaart’ naar Massada om zo onderwezen te worden over hun heldhaftige voorouders en hun thuisland (yedi’at ha-Aretz).122 Omdat de seculiere zionistische beweging dit verhaal als onderdeel van hun narratief maakte, werd het door de Israëlische samenleving verspreid en in het collectieve geheugen geplaatst.123 Daarnaast kan dit verhaal van heldenmoed ook worden gezien in het licht van de bevestiging van de joodse aanspraak op de legitimiteit van het land.124

Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 onderging de archeologische praktijk een verschuiving. In de periode vóór 1967 was sprake van een nationalistische archeologie dat zich richtte op het creëren van collectieve herinneringen om te zorgen voor saamhorigheid onder de leden van de natie. Met het ontstaan van het Israël-Palestina conflict werd de archeologie ook imperialistisch van aard omdat Israël zich tot een dominerende metropool ontwikkelde die over delen van de Palestijnse gebieden regeert, delen van de Palestijnse gebieden fysiek toe-eigent en daarnaast – zoals Said imperialisme definieert – ook de Palestijnse narratieven blokkeert. Dit gebeurt door het alleenrecht op archeologie op te eisen en het Palestijnse bodemarchief te vernietigen.

121 Het gedicht is gebaseerd op de historische werken van Flavius Josephus, een joodse priester, geleerde en

‘historicus’. Deze werken beschrijven onder meer het leven en de prestaties van Herodes. Naast deze werken vormen het Nieuwe Testament, de Dode Zee-rollen de belangrijkste bronnen voor onze kennis over de joodse geschiedenis vanaf het midden van de 2de eeuw v.Chr. tot de 1e eeuw na Chr. Josephus’

belangrijkste werken zijn History of the Jewish War, The Antiquities of the Jews en Against Apion. Josephus gebruikte voor zijn geschriften zowel historische bronnen als bronnen uit zijn eigen tijd waarbij hij werd beïnvloed door zowel Romeinse als joodse invloeden. Het is echter van belang om dit type oude geschriften kritisch te benaderen en doelen, vooroordelen, kwaliteit van zijn bronnen en missende informatie te erkennen.

122 Abu El-Haj, N. ‘Reflections on Archaeology and Israeli Settler-Nationhood.’ Radical History Review, Issue

86 (spring 2003): 149-163: 149

123 Azaryaha, M. en A. Kellerman. ‘Symbolic Places of National History and Revival: A Study in Zionist

Mythical Geography.’ New Series, Vol. 24, No. 1 (1999): 109-123

124 Na een uitgebreide studie van Nachman Ben-Yehuda is het duidelijk dat het mythische verhaal van

heldendom in Massada een geconstrueerde mythe was. Zie: Ben-Yehuda, N. The Masada Myth: Collective

Tot de komst van Yigail Yadin (1917-1984) in de jaren 1960 in Massada en de komst van Ehud Netzer (1934-2010) in Herodium waren er geen intensieve archeologische opgravingen op deze sites.125 Waar archeologie eerder belangrijk was voor met name seculiere joden, werd na het verkrijgen van toegang tot de Westelijke Jordaanoever archeologie ook interessant bevonden door religieuze nationalistische groepen.126 Deze interesse richtte zich voornamelijk op de archeologie van het Bijbelse thuisland Judea en Summaria.127 Een voorbeeld daarvan zijn de opgravingen onder de Tempelberg, waarbij zowel seculiere en religieuze Israëli zich met archeologie bezig hielden.128 Archeologie richtte zich op de Bijbelse en Tweede Tempelperiode en werd ingezet om verbindingen te leggen tussen de nieuwe joodse staat en de oude joodse aanwezigheid in de regio en de bijbehorende staat. Hoewel Bijbelse en Israëlische archeologie in het begin met elkaar verweven waren, was het altijd al duidelijk dat Israëlische archeologie erop gericht was om de banden tussen de nieuwe bewoners en het land te bevestigen en de continue aanwezigheid van joden in het Beloofde Land te bewijzen en te rechtvaardigen.129

Een andere cruciale kwestie die verband houdt met het teruggrijpen naar Herodes is de uitbreiding van de Tempelberg en de wederopbouw van de Tweede Tempel door Herodes. Het claimen van de geschiedenis van Herodes en de integratie ervan in de hedendaagse Israëlische narratief, leidt tot een eigendomsclaim op de Tempelberg en tot een rechtvaardiging van de aanwezigheid van joden in the Land of Israel.130 Daarnaast manifesteert de gelegde connectie tussen Herodes toen en Israël nu zich in de geografie van het koninkrijk van Herodes (zie figuur 5), dat uit grote delen van het huidige Israël en uit delen van de bezette Palestijnse gebieden bestaat.

125 Ben-Yehuda, N. 1995: 51-52

126 De eerste Zionisten waren seculiere joden. Pas vanaf de jaren 1930 ontwikkelde een meer religieuze

Zionistische beweging. Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 kreeg de beweging grote invloed op het Israëlische politieke klimaat.

127 Hallote, R.S. en A.H. Joffe. ‘The Politics of Israeli Archaeology: Between ‘Nationalism’ and ‘Science’ in

the Age of the Second Republic.’ Israel Studies, Vol. 7, No. 3 (Fall 2002): 84-116

128 Daarnaast onthoudt ook de Waqf (ook wel Muslim Religious Trust, welke de al-Haram al-Sharif en delen

van de Oude Stad in Jeruzalem onder haar gezag heeft) zich niet van archeologische activiteiten. De wederzijdse onenigheid over de archeologische praktijken leidde na het bezoek van premier Ariel Sharon aan de Tempelberg in 2000 tot een groot conflict.

129 Trigger, B.G. A History of Archaeological Thought. 1989: 273

130 Zie voor een historisch overzicht van het gebruik van de term Land of Israel: Academia, Davies, P. The

FIGUUR 5: HERODES’ RIJK 131

Uiteraard is deze directe koppeling tussen heden en verleden misplaatst. Ten eerste kunnen we alleen een schatting geven van het grondgebied van Herodes. Wat we nu beschouwen als Herodes’ rijk kan heel goed anders zijn dan de omvang van het koninkrijk 2000 jaar geleden. Gebaseerd op slechts één historische bron van Josephus kan deze schatting van Herodes’ rijk niet worden beschouwd als betrouwbaar. Ook kan archeologisch bewijs geen uitsluitsel geven, omdat dit slechts een benadering geeft van de door Herodes’ overheerste gebieden. Daarbij worden de grenzen van het Israëlisch grondgebied vandaag ook betwist. De annexatie na de Zesdaagse

131 Bible History, The Kingdom of Herod the Great. 3 juni 2015 <http://www.bible-

Oorlog van grote delen van de Palestijnse bezette gebieden wordt tot op heden nog steeds niet door de internationale gemeenschap erkend.

Het is in deze context dat de erfenis van Herodes toen en Israël vandaag de dag met elkaar verweven is en dat Herodes wordt gepresenteerd als zeer belangrijk in de joodse en Israëlische geschiedenis. In een land waar de meeste joodse bewoners immigranten zijn, fungeert de archeologie als een nationaal-culturele praktijk, gericht op het creëren van een samenhangende nationale Israëlische identiteit. Tegelijkertijd is er sprake van imperialisme door de selectieve manier van opgraven waarbij zowel de Palestijnse identiteit als het bodemarchief verloren gaat.132 Zoals Nadia Abu El-Haj terecht opmerkt, moet verder worden gekeken dan de archeologie als een nationaal-culturele praktijk. Het gaat hierbij om aandacht voor het effect van de archeologische praktijk, waarbij door middel van archeologie Palestina in een joods nationaal thuis wordt veranderd.133

132 Een sprekend voorbeeld hierbij is de City of David, ten zuiden gelegen van de Tempelberg in de

Palestijnse Wadi Hilweh wijk in Oost Jeruzalem. Een ander voorbeeld is het Burnt House gelegen in het joodse kwartier. De organisatie Emek Shaveh zet zich in om deze problematiek onder de aandacht te brengen en zowel het Israëlische als Palestijnse narratief te vertellen. Voor meer informatie zie: Emek Shaveh <http://alt-arch.org/en/silwan/>.