• No results found

Introductie

Informeel kennismaken

Mag ik het interview opnemen?

Voordat we beginnen is het belangrijk dat je deze informatiebrief goed doorleest. interview is onderdeel van een onderzoeksproject naar studie-uitval

in het interview worden open vragen gesteld vragen gaan veelal over leerervaringen

wanneer er een vraag niet duidelijk is, vraag dan gerust om opheldering de opname van het interview wordt alleen door de onderzoeker gebruikt de anonimiteit van de deelnemer wordt gedurende het hele onderzoeksproces

gewaarborgd: vanaf het eerste contact, dit interview tot en met de geschreven eindproducten

het interview duurt naar schatting drie kwartier Vragen

(Het interview begint met informeel geklets over de ALO, omdat de interviewer en deelnemer allebei de ALO hebben gedaan en dit zorgt voor rapport.)

1. Als je terugkijkt naar de tijd op de basisschool

o Hoe was je als leerling? Kleuter, leerling po, vo, na vo o Hoe was je vergeleken met anderen?

o Hoe vonden anderen je als leerling? En op de middelbare school? En daarna?

2. Als je nadenkt over alle ervaringen die je hebt gehad die met leren te maken hebben, dan heb je waarschijnlijk een groot aantal verschillende ervaringen op verschillende plekken en in verschillende contexten, zowel formeel als informeel.

o Welke leerervaringen herinner jij je buitengewoon goed?

(Voor elke ervaring van de deelnemer: uitlokken/genereren van beschrijvingen gericht op elementen van de LI.)

o Wat is de reden dat je deze leerervaring zo goed herinnert?

o Wat gebeurde er? Met wie was je? (andere actoren, relaties, etc.) Wat was je aan het doen? Hoe deed je het? Wat moest je doen? Wat deden anderen? Wat moesten zij doen? Wat was de taak? Waar ging het over? (inhoud) Wat gebeurde er uiteindelijk? (resultaten) o Hoe voelde je je? Destijds, had je het idee dat je het goed/slecht deed? In welk opzicht

was het een goede/slechte ervaring van leren?

o Wat voor indruk maakte het op je? Wat waren je bevindingen na die ervaring? Hoe denk je dat de ervaring je heeft beïnvloed in de manier waarop je nieuwe leersituaties en leeractiviteiten benadert?

(Om de deelnemer te helpen met het herinneren van invloedrijke leerervaringen, denk aan de tijdsdimensie (jeugd, schooltijd, hoger onderwijs) en de contexten (voornamelijk familie, school, relaties met peers, activiteiten in hun vrije tijd – cultureel, sportief, professioneel, etc.)

o Op welke manier is deze ervaring anders dan of hetzelfde als andere eerder genoemde ervaringen?

3. Wanneer je nu in een nieuwe leersituatie komt

o Wat valt je als eerste op? Wat probeer je als eerste te weten te komen?

o Denk je dat er iets is wat je helpt te anticiperen op de leerresultaten die je gaat behalen? o Wat zijn de eigenschappen van de situatie waarin jij je comfortabel en zeker van je zelf

voelt? Waarom denk je dat deze eigenschappen in deze situatie jou opvallen?

o Wat zijn de eigenschappen van de situatie waarin jij je oncomfortabel en niet zeker van je zelf voelt? Waarom denk je dat deze eigenschappen in deze situatie jou opvallen?

4. We weten dat motivatie belangrijk is voor leren

o Wat zorgt ervoor dat jij je gemotiveerd voelt om te leren?

o Wat voor leeractiviteiten, -situaties of contexten zijn vooral motiverend voor jou? Kan je voorbeelden geven van zulke situaties? Wat zijn de kenmerken van deze situaties die op elkaar lijken?

o Wat voor leeractiviteiten, -situaties of contexten zijn helemaal niet motiverend voor jou? Kan je voorbeelden geven van zulke situaties? Wat zijn de kenmerken van deze situaties die op elkaar lijken?

o Wanneer je in een nieuwe leeractiviteit of –situatie komt, die je niet motiverend vindt, wat gebeurd er dan met je? Wat doe je dan? Hoe reageer je dan? Lukt het je om een manier te vinden om het gebrek aan motivatie te overwinnen of belemmeren de omstandigheden het leren?

5. Nu je al deze leerervaringen hebt gehad gedurende jouw leven in verschillende contexten en situaties, zoals op school, op de ALO, met familie, in je vrije tijd, met sporten, op je werk, met je vrienden, etc.

o Hoe zou jij jezelf als lerende omschrijven? o Wat voor kenmerken definiëren je als lerende?

o Wat voor soort activiteiten of situaties zijn in meer of mindere mate geschikt voor jouw kenmerken als lerende?

o Als je kort zo moeten omschrijven wat jouw sterke punten zijn als lerende, wat zijn die dan?

o Als je kort zo moeten omschrijven wat jouw zwakke punten zijn als lerende, wat zijn die dan?

o In het algemeen gezien, hoe zie je je capaciteiten om te leren en je capaciteiten om te plannen en je eigen leerproces te sturen?

6. We weten dat de verwachtingen en meningen van anderen over onze capaciteiten om te leren ons kunnen beïnvloeden in de manier waarop we staan tegenover leeractiviteiten en – situaties en ook onze kijk op onszelf als lerenden en zelfs onze leerresultaten. In jouw geval o Denk je dat deze factor belangrijk is geweest?

o Zijn er, in de leerervaringen gedurende jouw leven, personen geweest wiens

verwachtingen en meningen over jouw leren of hoe je was als lerende die veelbetekenend en belangrijk voor je waren? Wie? In welke situaties? Hoe hebben deze verwachtingen of ervaringen invloed op jou gehad?

o In het algemeen gezien, hoe denk je dat anderen jou zien als lerende? Hoe denk je dat zij jouw capaciteiten om te leren zien? Komt de kijk van anderen over jou als lerende overeen met hoe jij jezelf ziet?

o In het algemeen gezien, zijn de verwachtingen van anderen over jou en hun meningen over jou als een lerende belangrijk voor jou? Hoe belangrijk? Weinig, veel, niet? Afsluiting

Zijn er nog dingen die we niet hebben besproken waarvan je denkt dat ze relevant zijn? Als jullie na dit interview denken “oh dit moet Timo weten” neem dan gerust contact op. Ik ben blij met alle informatie.