• No results found

Implicaties voor de onderwijspraktijk en beleid

6. Discussie

6.3 Implicaties voor de onderwijspraktijk en beleid

Uit het huidige onderzoek blijkt wederom de noodzaak om te achterhalen wat de reden is dat een student uitvalt (van Onzenoort, 2010). De situatie van een student die een minder

gunstige leeridentiteit heeft maar wel de juiste studie volgt en toch uitvalt is aanzienlijk anders dan een student die een gunstigere leeridentiteit heeft maar aan de verkeerde opleiding studeert. De leeridentiteit kan in deze situatie bijvoorbeeld functioneren als hulpmiddel bij de beslissing om een student wel of niet verder te laten studeren. Zo kan een student

bijvoorbeeld doubleren als hij de opleiding absoluut wil vervolgen, aangeeft wat hij allemaal heeft geleerd van zijn leerervaringen in het afgelopen studiejaar, en hoe hij qua student gegroeid is. Ook het aanbieden van gerichte ondersteuning aan studenten met een minder gunstige leeridentiteit is het overwegen waard; het ontwikkelen van een reflectieve houding ten aanzien van hun eigen leerprocessen lijkt voor deze studenten belangrijk in het ervaren van positieve leerervaringen, en studiesucces. Gezien het belang dat in een kenniseconomie

wordt gehecht aan een ‘leven lang leren’ is een gunstige leeridentiteit niet alleen belangrijk voor het volgen van een opleiding maar voor de gehele loopbaan (Falsafi, 2010). Het is daarom een taak voor de onderwijssector om gunstige leeridentiteiten te bevorderen en zodoende een betere beroepsbevolking te creëren.

Een andere mogelijke manier om studiesucces te bevorderen is het houden van interviews met studenten waarin indirect over hun leeridentiteit wordt gesproken. Het reconstrueren van de leeridentiteit is namelijk een waardevol proces, wat de leeridentiteit als hulpmiddel in leersituaties kan verbeteren (Coll & Falsafi, 2010; Falsafi, 2010). Falsafi (2010) onderscheidt vier soorten activiteiten die de constructie van een leeridentiteit ondersteunen. Ten eerste zijn er activiteiten die expliciet gericht zijn op leren, ongeacht of het individu in de activiteit leren ervaart. Ten tweede zijn er activiteiten die resulteren in een leerervaring, ook al waren ze niet gericht op leren, dat wil zeggen dat het leren plaatsvond als een secundair effect van de activiteit. Ten derde zijn er activiteiten die verwant zijn aan de leeractiviteit, omdat ze plaatsvinden tijdens of dicht op de leeractiviteit zelf. Ten vierde zijn er discursieve

activiteiten die expliciet gericht zijn op de constructie van de leeridentiteit. Betrokkenen bij studie-uitval in het hoger onderwijs kunnen de reconstructie van de leeridentiteiten van de betrokken studentenpopulatie via deze vier soorten activiteiten onderdeel maken van het curriculum, bijvoorbeeld bij studieloopbaanbegeleiding. Een andere mogelijkheid is het aanbieden van specifieke ondersteuning in de vorm van een aparte module waarin de eigen leerprocessen van studenten bestudeerd worden en, wanneer gewenst, veranderd worden. De populaire massive open online course (MOOC) Learning How to Learn biedt daarvoor een mogelijke basis. Een opleiding zou een dergelijke module kunnen verplichten, eventueel voor bepaalde studenten, bijvoorbeeld studenten die twee tentamens in het eerste blok niet hebben gehaald. Een dergelijke integratie van aandacht voor leeridentiteiten in een curriculum kan mogelijk het leren bevorderen. Daarbij moet bedacht worden dat deze leeridentiteiten al voor toetreding in het hoger onderwijs gevormd worden; gunstige of minder gunstige

leeridentiteiten kunnen al vroeg in de onderwijsloopbaan van een individu worden gevormd. Daarom is er voor betrokkenen in de hele onderwijssector een grote rol weggelegd om gunstigere leeridentiteiten te ontwikkelen, en minder gunstige leeridentiteiten te voorkomen.

6.4 Conclusie

Het kader van Falsafi (2010) blijkt een waardevol hulpmiddel voor het reconstrueren van de leeridentiteit. Op basis van het huidige onderzoek lijkt het concept leeridentiteit bovendien een geïntegreerd perspectief op studiesucces en –uitval in het hoger onderwijs te bieden. Ten

eerste is de leeridentiteit te analyseren; verschillende bouwstenen vormen samen de basis voor de reconstructie van leeridentiteiten. Ten tweede biedt de leeridentiteit een ingang tot processen die studiesucces belemmeren of bevorderen; sommige (gunstige) leeridentiteiten werken studiesucces in de hand, terwijl andere leeridentiteiten studiesucces in de weg staan. Als laatste is de leeridentiteit veranderbaar; leeridentiteiten kunnen daarom gestuurd worden door de leeromgeving. Zo kunnen negatieve leerervaringen omgezet worden naar positieve leerervaringen. Zodoende biedt de leeridentiteit beleidsmakers, docenten en studenten een hulpmiddel dat een persoonlijke aanpak om tot studiesucces te komen mogelijk maakt.

Literatuur

Aljohani, O. (2016). A review of the contemporary international literature on student retention in higher education. International Journal of Education and Literacy Studies,

4(1), 40-52. doi:10.7575/aiac.ijels.v.4n.1p.40

Annema, A., & Ooijevaar, J. W. (2011). De invloed van eindexamenresultaat op succes in het hoger onderwijs. Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, 29(2), 65-81.

Barabasch, A., & Merrill, B. (2014). Cross-cultural approaches to biographical interviews: Looking at career transitions and lifelong learning. Research in Comparative and

International Education, 9(3), 287-300. doi:10.2304/rcie.2014.9.3.287

van Berkel, H., Jansen, E., & Bax, A. (2012). Studiesucces bevorderen: Het kan en is niet

moeilijk: Bewezen rendementsverbeteringen in het hoger onderwijs. Den Haag: Boom

Lemma uitgevers.

Bernstein, B., & Solomon, J. (1999). 'Pedagogy, identity and the construction of a theory of symbolic control': Basil Bernstein questioned by Joseph Solomon. British Journal of

Sociology of Education, 20(2), 265-279. doi:10.1080/01425699995443

van den Bogaard, M. (2015). Towards an action-oriented model for first year engineering

student success: A mixed methods approach. (Doctoraal proefschrift).

doi:10.4233/uuid:7e3ea63e-3f28-4f9d-a340-95acc8828763

van den Broek, A., Wartenbergh, F., Braam, C., Brink, M., & Poels, H. (2013). Monitor

beleidsmaatregelen: De relatie tussen beleidsmaatregelen, studiekeuze en studiegedrag.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Brophy, J. (2009). Connecting with the big picture. Educational Psychologist, 44(2), 147- 157. doi:10.1080/00461520902832400

Chamorro-Premuzic, T., & Furnham, A. (2014). Personality and intellectual competence. New York: Psychology Press.

Coll, C., & Falsafi, L. (2010). Learner identity: an educational and analytical tool. [La identidad de aprendiz. Una herramienta educativa y analítica] Revista De Educación,

353, 211-233.

Creese, A., Bhatt, A., Bhojani, N., & Martin, P. (2006). Multicultural, heritage and learner identities in complementary schools. Language and Education, 20(1), 23-43.

de Vries, A., van der Berg, R. H., Born, M. P., & de Vries, R. E. (2011). Consciëntieusheid en integriteit als voorspellers van studieprestaties en contraproductief studiegedrag.

Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, 29(1), 20-30.

Domein Bewegen, Sport en Voeding. (2014). Opgehaald van

http://www.hva.nl/onderwijs/opleidingen/content/dbsv/academie-voor-lichamelijke- opvoeding/na-je-studie/beroepsmogelijkheden/beroepsmogelijkheden.html

Eccles, J. S., & Roeser, R. W. (2011). Schools as developmental contexts during adolescence.

Journal of Research on Adolescence, 21(1), 225-241. doi:10.1111/j.1532-

7795.2010.00725.x

Elffers, L. (2016). Kansrijke schoolloopbanen in en op weg naar het hbo: Een

ketenbenadering. Amsterdam: HvA Publicaties.

Erikson, E. H. (1968). Identity: Youth and crisis. WW Norton.

Falsafi, L. (2010). Learner identity: A sociocultural approach to how people recognize and

construct themselves as learners. (Doctoraal proefschrift). Universidad de Barcelona,

Spanje.

Flum, H., & Kaplan, A. (2006). Exploratory orientation as an educational goal. Educational

Psychologist, 41(2), 99-110.

Flum, H., & Kaplan, A. (2012). Identity formation in educational settings: A contextualized view of theory and research in practice. Contemporary Educational Psychology, 37(3), 240-245.

Gurin, P., Dey, E. L., Hurtado, S., & Gurin, G. (2002). Diversity and higher education: Theory and impact on educational outcomes. Harvard Educational Review, 72(3), 330- 367.

Harrell-Levy, M. K., & Kerpelman, J. L. (2010). Identity process and transformative

pedagogy: Teachers as agents of identity formation. Identity: An International Journal of

Theory and Research, 10(2), 76-91. doi:10.1080/15283481003711684

Hogeschool van Amsterdam. (2014). Kritische reflectie: Academie voor Lichamelijke

Opvoeding. Ongepubliceerd rapport.

Hoofdlijnenakkoord OCW - VSNU. (2011). Opgehaald van http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-

publicaties/convenanten/2011/12/12/hoofdlijnenakkoord-ocw-vsnu/hoofdlijnenakkoord- ocw-vsnu.pdf

Jansen, E. P. W. A., & Terlouw, C. (2009). Transities in en naar hoger onderwijs: Introductie.

Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, 27(2), 70-78.

Kuh, G. D., Kinzie, J., Buckley, J. A., Bridges, B. K., & Hayek, J. C. (2006). What matters to

student success: A review of the literature. NPEC Publication.

Lichtwarck-Aschoff, A., van Geert, P., Bosma, H., & Kunnen, S. (2008). Time and identity: A framework for research and theory formation. Developmental Review, 28(3), 370-400. doi:10.1016/j.dr.2008.04.001

Miles, M. B., & Huberman, A. M. (1994). Qualitative data analysis: An expanded

sourcebook Sage.

van Onzenoort, C. H. (2010). Als uitval opvalt: Studie-uitval in het hoger beroepsonderwijs (Doctoraal proefschrift).

Piaget, J. (1971). The theory of stages in cognitive development. In D. R. Green, M. P. Ford & G. P. Flamer (Eds.), Measurement and piaget (pp. 1-111). New York: McGrawHill. Piaget, J. (1985). The equilibration of cognitive structures: The central problem of

intellectual development. Chicago: University of Chicago Press.

Polder, K. J., & Baten, J. W. (2010). Gepercipieerde verklaringen voor lage en hoge

rendementen in het hoger onderwijs. Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, 28(3), 153-163. Post, G. (2010). 'Sturen op studiesucces'. Ongepubliceerd rapport.

Ruble, D. N., Eisenberg, R., & Higgins, E. T. (1994). Developmental changes in achievement evaluation: Motivational implications of self‐other differences. Child Development,

65(4), 1095-1110. doi:10.1111/j.1467-8624.1994.tb00805.x

Sfard, A., & Prusak, A. (2005). Telling identities: In search of an analytic tool for

investigating learning as a culturally shaped activity. Educational Researcher, 34(4), 14- 22.

Studiekeuze123. (2014). Opgehaald van

http://www.studiekeuze123.nl/images/bijsluiters/28dn_35025.pdf

Terlouw, C. (2009). Léren door te stromen en aan te sluiten. op zoek naar een geschikte balans van wrijving en (be)geleiding.

Tinto, V. (1975). Dropout from higher education: A theoretical synthesis of recent research.

Review of Educational Research, , 89-125.

Tinto, V. (1982). Limits of theory and practice in student attrition. The Journal of Higher

Education, , 687-700.

Tinto, V. (1987). Leaving college: Rethinking the causes and cures of student attrition. ERIC.

Tinto, V. (1997). Classrooms as communities: Exploring the educational character of student persistence. Journal of Higher Education, 68(6), 599-623.

Vereniging Hogescholen. (2015). Feiten en cijfers. afgestudeerden en uitvallers in het

hoger beroepsonderwijs. Den Haag: Vereniging Hogescholen.

Wortham, S. E. F. (2006). Learning identity: The joint emergence of social identification and