• No results found

Bijlagen 1.1 Structuur codering

1.4 Interview Vervoerregio

SP1: Goedemiddag. Vind u het oké als ik dit gesprek opneem?

SP2: Sure.

SP1: Oke. Ja. Over de vervoerregio met metropool in regio Amsterdam met name zijn

jullie dan toch erg mee bij betrokken?

SP2: Ja, de vervoerregio is zo'n beetje de leidende kracht van de metropool regio). Zelfs

de vervoerregio metropoolregio, beslaat niet de hele metropoolregio. Het verschil is dat metropoolregio samenwerkingsverband, wat informeel is zeg maar. Dus met name op de inhoud. Maar niet met beslissingskracht en financiële middelen. Je moet het maar zo zien, je hebt normale overheid verhouding Rijk, provincie, gemeente.

En dan heb je een soort geldstroom, dat heet de BDU, de Brede Doel Uitkering. In principe loopt die via die kant, alleen op het gebied van verkeer en vervoer krijgt de vervoerregio ook een directe stroom vanuit het Rijk. Om in infrastructuurprojecten in onze regio in te zetten. Maar ook om bijvoorbeeld de GVB en een Connexxion te financieren. Het openbaar vervoer rijdt niet voor niets natuurlijk, en ze halen wel een beetje geld op uit de tickets, maar dat is niet voldoende om het te laten werken. Dus daar moet geld bij. Resultaten Subsidie. En die komt bij ons vandaan. Dat is een beetje ons bestaan zeg maar.

SP1: Oké. Yes. En dan, was eigenlijk mijn eerste vraag. Binnen Amsterdam, was de

deelfiets zeg maar een heel groot probleem, eigenlijk. Zeg maar, afgelopen zomer. Zo wordt het eigenlijk gebracht, veel in de media.

SP2: Ja, even informeel tussen jou en mij. Dit is de media, en de media heeft altijd iets

nodig. Ik denk dat we kunnen spreken van een heel rustig jaar als de deelfiets het grootste probleem van Amsterdam in de zomer is geweest.

SP1: Ja.

SP2: Het was inderdaad hetgeen waar het om ging. En het heeft ook wel, lokaal best wat

overlast veroorzaakt. En het is ook wel heel handig om als overheid daar de leiding in te pakken. Ook om een beetje, voor sturing te zorgen. Van waar wil je dat die fiets staat, waar wil je dat die niet staat. Beetje garanderen van kwaliteit, beetje garanderen van gebruiksgemak. En dat soort zaken. En de enige manier om dat goed af te dwingen in een bestaande markt, in een soort wilde markt, is het eerst verbieden. En daarna te gaan bedenken wat je dan wel gaat doen. Dus het is geen verbod omdat we het niet willen. Het is een verbod omdat we wel iets willen, maar we moeten even goed via een bestuurlijke lijn, weet je wel. Je bedenkt als ambtenaar de bestuurder moet het oké vinden. Dat soort dingen. Ja, dus dan zit er niks anders op om dat eerst te verbieden. Dus dat is wat er gebeurd is.

SP1: Oké. Ja. En dan met name in de openbare ruimte, als de. Ik heb de nota gelezen.

Als de deelfiets terug zou komen zijn er allemaal plannen over hoe die eventueel in de openbare ruimte terug zou kunnen komen. Dus bijvoorbeeld fietsparkeervakken speciaal voor deelfietsen, en of aparte plekken in de fietsenrekken. Want sommige deelfietsen hebben geeneens een eigen plek volgens de free floating-concept. Die zou je dan in principe overal neer mogen zetten. Welk van de, eigenlijk soort systemen of oplossingen pleiten jullie voor?

SP2: Je hebt natuurlijk een mening van de gemeente Amsterdam. Je hebt natuurlijk een

mening van de losse gemeente, en je hebt een mening van de vervoerregio. Het ligt in elkaar verlengde, maar het is niet noodzakelijk overal hetzelfde. Dus ik zal beginnen met die van ons, van de vervoerregio.

SP1: Ja.

SP2: Dus niet van de gemeente. De vervoerregio zitten wij op een back to (? 03:39)

systeem, of back to one plus zeg maar. Back to one plus is eigenlijk dat je.. De fiets over het algemeen komt vanzelf vanzelf terug bij dezelfde locatie, omdat het voor de hand ligt. Maar het hoeft niet per se. Het kan ook naar andere plekjes toe. En dat is met name gericht op de last (? 03:52) oplossing voor het openbaar vervoer. Met name de grote regio, de buslijnen, de metro. Paar tramlocaties. Echt om de keten ov en fiets meer gelijkwaardig te laten zijn aan het autogebruik. Dat je gewoon meer flexibiliteit hebt, dat je minder beperkt bent door waar het ov rijdt en waar het niet rijdt. Dat je gewoon makkelijk op de plek van bestemming nog even de fiets kan pakken.

SP2: Dus dat pleit dan voor een statement vakken. Tegelijkertijd zijn er ook plekken waar een stedelijk systeem meer voor de hand ligt. Namelijk in de gemeente Amsterdam waar je niet per se zowel gebruik maakt van het ov als van de fiets. Dat het ook los van elkaar kan. Daar zien wij als vervoerregio wat minder belang in. In de zin dat het eerder een concurrent voor het ov is als een aanvulling op.

SP1: Ja.

SP2: Omdat het ov al vrij mazig is in de stad. Tegelijkertijd is het natuurlijk wel meer flexibiliteit. Maar dat zien we vooral als een gemeentelijke aangelegenheid. Daar draaien we wel in mee, ik zit ook in die overleggen natuurlijk. En op basis van wat Amsterdam heeft opgehaald met de concept nota, dat was namelijk ter inspraak, wordt er nu nagedacht over een aantal scenario's, waaruit de bestuurder, nieuwe bestuurder straks, nieuwe wethouder. Kan kiezen van welk gaan we doen. Gaan we nu al van die verbleken dat je niets doet. Nou zo werkt het over het algemeen, er moet altijd een 0-optie zijn. En er zijn een aantal gereguleerde varianten, dat je gewoon heel strikt gaat zitten op deze plekken wel en de rest niet. En er zal ook een totaal open variant in zijn. Namelijk volledig freefloating in de hele stad. Die scenario's worden door iemand uitgewerkt. En het is even aan de bestuurder om daar een laatste mening op te geven. Tenminste, de mening van de stad Amsterdam. Wij zijn alleen maar ambtenaren, wij werken het op dit moment alleen maar uit. Maar mocht je daar meer van willen weten, dan kan ik je ook in contact

brengen met de (? 05:49) deelfiets Amsterdam.

SP1: Oh ja, dat lijkt me heel fijn. En handig.

SP2: Die spreek ik aankomende maandag weer, ik zal even je naam noemen.

SP1: Ja, oké, dat is heel fijn. En verder had ik eigenlijk ook nog een andere vraag. Van,

in hoeverre hebben nou echt Amsterdammers, zeg maar, uiteindelijk baat bij een deelfiets? Want de meeste Amsterdammers hebben al een eigen fiets. En bij het centraal station, als ik 's ochtends naar het station ga kan ik mijn fiets bijna niet kwijt. Dus, in hoeverre zou het lokale belangen eigenlijk steunen om zo'n deelfiets te hebben?

SP2: Nou, het is goed dat je het centraal station al noemt. Daar is het namelijk zo dat een

hele hoop fietsen daar grote delen van de dag, of dagen aaneen staan. Heel veel ruimte innemen. En natuurlijk leggen we heel groot parkeervoorzieningen daaronder aan. Ook met bewater stallingen en zo, dat zal allemaal aankomende jaren open gaan. Tegelijk met de Noord-Zuidlijn gaan er weer wat dingen open. Dan zit het voorlopig weer even goed bij centraal station. Ook wel bij Zuid speelt dit probleem. Het is alleen een beetje vechten tegen de bierkaai, er komen steeds meer fietsen bij want er wordt steeds meer gefietst. Hartstikke leuk allemaal. Alleen op een gegeven moment ga je je afvragen, gaan we dan blijven doorbouwen of gaan we die fietsen beter inzetten. Willen we mensen stimuleren om met minder fietsen, meer te fietsen? Daar kan die deelfiets dus wel een oplossing voor vormen.

SP1: Ja.

SP2: Dus het langzaamaan vervangen van dat eigen fietsgebruik, met name naar het

station en dergelijke, dat soort ritjes. En het stimuleren van de wat minder fietsende minderheden in de stad. Dus bijvoorbeeld in Nieuw West, in Noord, in Zuid Oosten. Dat soort onderdelen spelen allemaal mee. Tenminste, dat zijn de beleidsdoelstellingen.

SP1: Ja. Dus het is eigenlijk ook een soort van manier van vervoer inclusiviteit te creëren

SP2: Ja, precies. Het idee is dat veel mensen in de bus zitten, of in het ov, omdat een enkel ritje makkelijker betaalbaar is, dan een fiets. Een fiets is een grote uitgave in één keer. Dus veel mensen zijn een beetje, ja, dingen voor zich uit aan het stellen. En als je dus een fiets koop, toegankelijk maakt, dan creëer je wat meer inclusiviteit. Dat is inderdaad een gedachte daarbij. Dat geldt niet voor de hele stad natuurlijk. Het is een lokaal probleem, maar het kan er voor werken.

SP1: Ja. En ik had ook nog een vraag, want ik had van jullie een lijst document en een

presentatie toegestuurd gelezen. En interoperabiliteit, zeg maar. Dat is het idee met een soort, om een soort platform te creëren zoals ik het begrijp, waarop men alle soorten deelfietsen in een keer kan benutten?

SP2: Ja, maar het is niet per se een fysiek platform.

SP1: Oke.

SP2: Makkelijke manier om het even uit te leggen. Dit komt je vast bekend voor.

SP1: Ja.

SP2: Deze kaart is van de Rabobank. En deze kaarten is eigenlijk onafhankelijk, maar je

hebt zo ook van GVB en dat soort dingen. Alleen met deze kan je dus bij alle vervoerders inchecken. Alle ov-vervoerders. Met de Rabopas kun je bij alle banken pinnen. Bij alle betaalautomaten. Dat komt omdat de achtergrond in de technologie hetzelfde is. Die bedrijven hebben een backoffice voor elkaar opengesteld, met een bepaalde taal. Een interface zeg maar. Nou, dat wordt ook wel eens een scime genoemd, er zijn heel veel termen voor. Maar ik heb je dat document gestuurd van

(? 09:25) concerning en daar staat het allemaal in. Het idee is vooral dat, als het

eenmaal geregeld is, dan zijn er minder deelfietsen nodig om meer mensen te bedienen. Want als je eenmaal een abonnementje of een registratie hebt bij één partij en je kan bij de ander terecht, dan is de gebruiker drempel lager. Dus de kans dat het gehele concept een succes wordt, zonder dat een stad overstroomd wordt met allemaal soorten fietsen. Of een omgeving, of bijvoorbeeld je zou een situatie kunnen bedenken dat.. Over het algemeen fiets je in Amsterdam. Maar je bent een keer in Haarlem, het zou zomaar kunnen. En je ziet daar een fiets, maar je kan hem niet zomaar bedienen omdat je dan weer klant moet worden en je moet weer je gegevens achterlaten en je moet weer een borg inleggen. Dat zijn allemaal drempels die ervoor kunnen zorgen dat je dan niet fietst. En het dan sowieso bij een eenmalig probeersel blijft. Om dat soort dingen tegen te gaan en om een beetje een gezonde marktconcurrentie te hebben, zonder dat we dat in de fysieke ruimte merken. Zien wij de iterabiliteit als van levensbelang.

SP1: Oké. Verder had ik nog een vraag, zeg maar, over de gebruiker. En de gebruiker

gebruikt zo'n deelfiets. In hoeverre wordt de gebruiker verantwoordelijk gemaakt voor de.. Hoe zij met die fiets omgaan, of hoe zij zich gedragen?

SP2: Oké.

SP1: Want we zien hier in Amsterdam best wel vaak gewoon, althans ik, mensen die

rondfietsen en die niet precies weten hoe het werkt of hoe het hoort. Toeristen met name. Hoe zien jullie dat? Hoe gaat uiteindelijk een gebruiker een soort van verantwoordelijkheid voelen voor..

SP2: Ja, interessante vraag. Sowieso is bij alle deelproducten is het gevoel van

eigenaarschap lager. Het is niet van jou. Dusse.. Tegelijkertijd, het is ook redelijk anoniem. Want je komt niet terug bij een persoon die het controleert. Zoals nu bij de

bij. Dat is wel een punt van aandacht. Maar dat zien we ook met name als iets voor de marktpartijen zelf om te regulieren. Binnen Amsterdam wordt het wel zo dat als de partijen die straks een vergunning krijgen, hier niet goed mee omgaan, dat het gevolgen kan hebben voor hun vergunning. Als ze dus niet in staat zijn om hun klanten netjes te laten gedragen om te voorkomen zeg maar dat ze. Bijvoorbeeld de zadels eraf gaan, of nou ja. Dat het onderhouden wordt of dat soort dingen. Of dat die dingen fout worden geparkeerd. We proberen zoveel mogelijk aan dat ondernemerschap over te laten. Met dit soort dingen als overheid om te bedenken. Het risico is namelijk dat je heel erg beperkend gaat werken en dat je tot inefficiënte oplossingen komt. Maar het is dus een belangrijk punt. Ik denk ook wel dat deze vraag meer iets is voor het team Amsterdam trouwens. Ik zit daar wel bij. Maar dit soort details, misschien.

SP1: Ja dat lijkt me heel interessant om ook nog een keer met hun in gesprek te gaan.

SP2: Zal ik voor je doen.

SP1: Yes. En ik had nog een vraag. Oh ja: de onderlinge competitie tussen de aanbieders.

Want er zijn meerdere marktpartijen die eigenlijk streven om een vergunning te verkrijgen.

SP2: Ja dat weten we officieel niet per se welke dat gaan worden. Maar er zijn in

Nederland een stuk of 25 partijen min of meer actief. Ja.

SP1: En dan vroeg ik mij eigenlijk af, zijn die partijen eigenlijk wel bereid om samen te

werken om hun back-office, wat u net al stelde, open te stellen voor elkaar omdat de competitie best wel draait om data. En. Hoe kunnen die partijen goed samenwerken, of kunnen die samenwerken?

SP2: Nou ze hebben in januari een intentieverklaring getekend, 10 van de partijen. En dat

zijn ook de partijen waarmee wij willen werken. Dus onze criterium is eigenlijk van ja, als je dat ding niet ondertekend, dan kom je niet in aanmerking. Dus. Ja, ze moeten wel. Tegelijkertijd zijn er ook wel partijen die daar echt wel meerwaarde in zien. In mijn gesprekken met de partijen komt dat steeds naar voren, dat ze dat best wel willen. Dat ze ook de meerwaarde zien omdat ze het ook zien als een kans om makkelijker klanten aan zich te binden, omdat juist die eerste drempel van het registreren en je ziet een fiets staan, maar ja. Je weet niet zomaar hoe je erbij kan. Dat is voor hun natuurlijk ook best een punt van aandacht. En natuurlijk je kan met alle soorten marketing je best doen, alleen in de openbare ruimte blijft het toch wel een punt zeg maar. Met bedrijfsoplossingen gaat het makkelijker. Maar ze willen dat wel. Tegelijkertijd hebben ze nu wel aangegeven dat het inderdaad toch wel best wel haaks staat op hun eigen commerciële belangen. Dat ze moeite hebben om er met elkaar uit te komen. Ze hebben eigenlijk de vraag teruggelegd bij de overheid, van wij willen wel, maar geef ons regels. Maak voor ons dat skime. Eigenlijk is dat een heel gewenste uitkomst voor ons.

SP1: Ja.

SP2: Want zo wil de overheid toch een beetje werken zeg maar. Dat je pas dingen doet

als de markt het niet kan. En niet andersom. Dat was een beetje de oude manier zeg maar, maar goed. We zijn gewoon voor heel veel ondernemers vrijheid tenzij het gevolg heeft voor de openbare ruimte, zou ik het zo zeggen. Bij dit verhaal. Dus die vraag is teruggekomen bij het ministerie van het I en W. En daar zijn we nu druk mee bezig. En ik denk daar ook over mee.

SP1: Ja. En ook, wat me ook opviel eigenlijk toen ik aan het kijken was naar alle partijen,

voorwaarde dat zij een contactpersoon hebben hier in Nederland? Of een plek zeg maar, niet dat het een soort van anoniem bedrijf is dat gewoon fietsen neerzet.

SP2: Nee precies, dat is inderdaad wat er gebeurd is afgelopen zomer. En bij de

Amsterdamse nota staat het vrij, in de achtergrond zie je een heel grote lijst met allemaal voorwaarden en mogelijkheden. Een soort van drietraps verhaal. Er zijn dingen die ze absoluut moeten doen en dingen waar ze extra punten mee kunnen scoren. En de laatste categorie is een soort van gebruikerstest zeg maar, van hoe is de fiets daadwerkelijk. Als de punten gelijk zijn, dat dan maakt dat verschil. In ergens van die drie categorieën staat dus ook van de partij moet bereikbaar zijn voor de klant, met Nederlandstalig personeel. En moet in staat zijn om de fietsen binnen een x aantal uren op te knappen. Of de, verhelpen. Ik heb de exacte nummers niet in mijn hoofd zitten, maar dat is wel van belang. En wij als regionale overheid kunnen daar ook een stapje verder in gaan als de gemeente natuurlijk. Want je moet zeg maar zo zien, de gemeente heeft als taak om te regulieren, er is gewoon zoveel interesse vanuit de markt dat je vergunningen gaat afgeven. Waarschijnlijk schaarse vergunningen. Dus een x-aantal partijen mogen dat doen. En dan niet meer, dan is de markt dus op, zeg maar. In de regio en dan met name bij het openbaar vervoer, vinden wij het belangrijk dat de fietsen er komen. Voor de markt is het toch een stukje minder. Dan zit je al snel in een model waarin je dat stimuleert en dat je slim samenwerkt met ov-partijen en dat soort dingen. En dan is het gewoon een kwestie van de juiste partij selecteren die hier het meeste oog voor heeft. En natuurlijk mag je het niet zo discrimineren op Nederlandse of Europese partijen, maar het heeft natuurlijk wel een heel groot voordeel als je dezelfde taal spreekt.

SP1: Ja. En oh ja, nog een. In verhouding tot de ov-fiets, die hebben we ook al natuurlijk.

Die bestaat al. En die is eigenlijk al, wordt al ingezet voor die last mile oplossing.

SP2: Ja. Op een beperkte manier.

SP1: Ja. Dus zien jullie de deelfiets als aanvulling, of ter vervanging?

SP2: Concurrerend.

SP1: Concurrerend, oké. Dat staat ook een beetje haaks eigenlijk, toch? Op de..

SP2: Is dat zo?

SP1: Ja. Want nu is eigenlijk de ov-fiets dominant in Amsterdam, bij het centraal station.

Of je kan natuurlijk een fiets huren.

SP2: Ja, ja, klopt. Maar weet je van wie de ov-fietsen zijn?