• No results found

Onderwerp: Museale veranderingen in een post-postmoderne tijd

Naam geïnterviewde: Steven ten Thije

Functie/organisatie: Onderzoeksconservator bij het Van Abbemuseum

Naam interviewer: Janine Honingh

Ma-student Cultureel Erfgoed, traject Museumstudies aan de UvA

Datum: 6 januari 2015, 14u.

INTRODUCTIE OP HET ONDERWERP

Ik zou je graag wat vragen willen voorleggen over het tentoonstellingsbeleid van het Van Abbemuseum. In mijn scriptie voor mijn master Cultureel Erfgoed, Traject Museumstudies aan de UvA onderzoek ik in hoeverre cultuurkritische reacties op het failliet van het postmodernisme weerklank vinden in de museumpraktijk. Het gaat mij hierbij niet zozeer om een 'letterlijke' reactie op het postmodernisme, maar om de vraag in hoeverre en op welke manier musea anticiperen op de ontwikkelingen in de maatschappij. Een tijd van crises op veel gebieden (economisch, ecologisch en geopolitiek) als ook de algehele mondialisering en daarmee gepaard de commercialisering en digitalisering hebben ons leven drastisch veranderd. Er wordt gesproken van een kantelende tijdgeest. Gekeken naar de verschillende visies op het failliet van het postmodernisme en naar de ontwikkelingen in het museale veld, om wat voor museum vraagt de 21e eeuw?

Hoofdstuk 1 in mijn scriptie omvat een discoursanalyse van verschillende visies op het failliet van het postmodernisme en de komst van nieuwe theorieën als het performatisme, het digimodernisme, het

altermodernisme en het metamodernisme. Hoofdstuk 2 omvat een samenvatting van museale ontwikkelingen in de westerse samenleving in de afgelopen twee decennia. Uit deze twee hoofdstukken zal ik een aantal overeenkomstige kernelementen proberen te filteren om vervolgens in hoofdstuk 3 enkele nieuwe

tentoonstellingsvormen van vier verschillende Nederlandse musea aan deze `nieuwe waardes` te toetsen (als casestudies).

Wat ik interessant vind aan het Van Abbemuseum is dat het als instituut een kritische houding heeft ten opzichte van zichzelf en (direct) anticipeert op de maatschappij. Het museum probeert nieuwe

tentoonstellingsvormen uit en maakt vaak van de bezoeker een co-creator. Naast het Van Abbemuseum onderzoek ik het Nationaal Historisch Museum, het Rijksmuseum en het Amsterdam Museum.

Ik heb de vragen onderverdeeld in verschillende kopjes die in mijn scriptie naar voren komen. Het interview gaat niet heel specifiek in op bepaalde tentoonstellingsstrategieën van het Van Abbemuseum (maar laat dit vooral een uitnodiging zijn) omdat de twee andere personen die ik zal interviewen wel bekend met/actief in het museale veld zijn, maar niet aan een bepaald museum zijn gebonden.

1.GLOBALE MUSEUMKWESTIES

a. Is het museum in de traditionele (statische) vorm nog levensvatbaar in het licht van de veranderingen van de maatschappij?

b. Waarnaar transformeren musea? / Hoe ziet het museum van de 21e eeuw eruit? c. Op welke maatschappelijke veranderingen zouden musea wel/niet in moeten gaan?

(d. Er van uitgaande dat een transparante(re) museumopzet in onze huidige tijd wenselijk is: ervaar jij blokkades hierin?)

98

2. VAN AANBODGERICHT NAAR VRAAGGESTUURD

Volgens hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans verdwijnen oude waarden en ontstaan nieuwe waarden in tijden van transitie en is onze huidige tijd een transitietijd. Rotmans spreekt o.a. over de wenselijke verandering van een aanbodgerichte organisaties naar vraaggestuurde organisaties.

a. Zijn de musea in staat om de omslag te maken van een aanbodgericht tentoonstellingsbeleid naar een vraaggestuurde opzet en is dit wenselijk?

b. Is dit waarneembaar bij het Van Abbemuseum en/of kun je een voorbeeld geven van een museum waarbij dit waarneembaar is?

(c. Op welke wijze is dit zichtbaar gemaakt?) 3. STRATEGIE VAN HET VAN ABBEMUSEUM

Het Van Abbemuseum profileert zich als publieksmuseum waarbij begrippen als ‘openheid,

kennisuitwisseling, agency, co-creation en experiment’ naar voren komen. Tevens bevraagt het museum zijn eigen positie.

a. Is deze profilering een managementstrategie of een houdbaar concept met het oog op de toekomst? b. Welk criterium gebruikt het Van Abbemuseum voor de selectie van lezingen, het

tentoonstellingsprogramma etc.?

c. Wat is er uit de verschillende tentoonstellingen die het Van Abbemuseum de afgelopen jaren heeft georganiseerd naar voren gekomen?

d. In hoeverre spelen resultaten uit klanttevredenheidsonderzoeken en sponsors hier een rol in? 4. EEN NIEUWE TIJD

De afgelopen decennia zijn er diverse publicaties verschenen met betrekking tot het failliet van het

postmodernisme. Begrippen als ‘post-irony’ en ‘the new sincerity’ zie je steeds vaker verschijnen. Een van die theorieën is het metamodernisme.

a. Zie je hier iets van terug in de kunstpraktijk? M.a.w.: is er sprake van een nieuw engagement in de kunsten?

b. Welk type tentoonstellingsmodel sluit volgens jou aan bij de ideeën van het metamodernisme / onze huidige tijd? (om wat voor museum vraagt de samenleving vandaag de dag?)

c. Hoe gaat het Van Abbemuseum hiermee om? 5. DIGITALISERING

De digitalisering en de opkomst van de nieuwe media heeft invloed op musea. Veel musea richten zich meer en meer op de digitale mogelijkheden, denk bijvoorbeeld aan de het gebruik van applicaties, het creëren van een virtual reality en de digitale collectieontsluiting van bijvoorbeeld Collectie Nederland.

a. Biedt deze technologie mogelijkheden of houdt deze ontwikkeling juist een passieve participatie in stand? 6. RAAD VOOR CULTUUR

In ‘Ontgrenzen en Verbinden: Naar een nieuw museaal bestel’ stelt de Raad voor Cultuur het volgende:

‘Musea scheppen, dor het betekenisvol tonen van materiele objecten, een symbolische band met voorgaande generaties, met voorouders. Daarnaast zorgen musea – met kunst en cultuur uit heden en verleden – ervoor dat de nationale, regionale of lokale wereld waarin burgers leven niet anoniem en inwisselbaar is.’

a. Kun je hier op reageren? 7. JOUW IDEALE MUSEUM

Hoe ziet jouw ideale museum (van de toekomst) er uit? Welke elementen mogen hier niet ontbreken en welke elementen die nu als gangbaar worden beschouwd voor een museum zouden gemist kunnen worden? En waarom?

99

9. ADVIES