• No results found

INTERVIEW OFFICIER VAN JUSTITIE PETRA VAN DER VLIET

In document Cyberpesten (pagina 53-55)

1) Hoeveel zaken (ongeveer) heeft u in het afgelopen jaar behandeld omtrent (cyber)pesten?

In de afgelopen tijd heb ik niet veel zaken over cyberpesten behandeld. Ik kan geen aantallen noemen omdat het er echt weinig zijn.

2) Wat gebeurt er wanneer er een zaak over cyberpesten aangeboden wordt aan ZSM?

Dan kijken we eerst of het onder een strafbaar feit valt, zo ja welk strafbaar feit en kijken we naar die criteria. Daarnaast kijken we of de persoon een first offender is, of hij bekend heeft en of hij instemt met een HALT afdoening. Meestal gaan we dan daarvoor. Als hij al bekend is bij justitie of hij voldoet niet aan de voorwaarden voor een HALT afdoening komt er een TRIP-zitting. Dan gaan we voor een OM-afdoening en wordt het vaak een taakstraf: leer of werkstraf.

3) Wordt er gekeken naar bepaalde criteria (betreffende cyberpesten) wanneer u een straf oplegt?

Nee, we kijken naar het strafbare feit waaraan we cyberpesten koppelen. Aan de hand van dat strafbare feit gaan we kijken hoe verder. En of dat nou belediging of bedreiging is recht in het

gezicht of via het internet maakt dan geen verschil in de straf. Het strafbare feit wordt daar namelijk niet anders van. Wel houd ik er rekening mee dat deze beledigende teksten/foto’s nooit meer van het internet af gehaald kunnen worden, hier wil ik wel dat de dader zich van bewust wordt. Dit is natuurlijk anders dan een gewone bedreiging of belediging.

4) Welke straf wordt er vaak geëist in zaken waarin cyberpesten voorkomt?

Dit is mede afhankelijk van de Raad van de kinderbescherming, als die in beeld is in dit geval. Dan horen we het advies van de Raad ook aan voordat we kiezen voor een straf. De straf is casus

gebonden, dat hangt ervan af, licht straffen waar het kan en zwaar waar het moet.

5) Wordt er rekening gehouden met het slachtoffer bij het bepalen van de straf?

Er wordt altijd rekening gehouden met het slachtoffer, er wordt gekeken wat zijn rol was. In theorie gaat het om het strafbare feit, aan de hand daarvan bepaal je de straf. Eigenlijk mag je dus niet kijken naar het gevolg hiervan. Maar de praktijk leert dat ik altijd wel kijk naar hoe het slachtoffer eraan toe is en wat zijn rol in het verhaal was voordat ik de straf bepaal.

6) Jongeren worden steeds jonger die te maken krijgen met cyberpesten, wordt er rekening gehouden met de leeftijd tijdens het bepalen van de straf?

Natuurlijk. Hoe jonger het kind is des te meer ik het zoek in de pedagogische kant. Dan wordt er

bijvoorbeeld aandacht besteed aan de opvoedingskant of gekeken of er iets vanuit school kan worden gedaan of een zorgmelding voor Bureau Jeugdzorg wordt opgemaakt. Daarnaast kunnen jongeren tot 23 jaar tegenwoordig ook nog onder het jeugdrecht worden berecht. Dit heeft te maken met verschillende voorwaarden waaronder het ontwikkelingsniveau van de jongere (zie richtlijnen OM). Ik kijk dus zeker naar de leeftijd, maar ook naar het niveau van de persoon wanneer ik een straf bepaal.

7) Gebeurt het wel eens dat u dezelfde jongere weer terug ziet in een zaak van cyberpesten?

Dit is nog niet voorgekomen, mede omdat ik erg weinig zaken over cyberpesten behandel de laatste tijd.

8) Wanneer/waarom wordt er besloten te kiezen voor een sepot bij zaken over cyberpesten?

Dit is afhankelijk van de omstandigheden van de zaak. Wanneer er geen strafbaar feit in te vinden is bijvoorbeeld of wanneer het in het voortraject al is opgelost. Als beide partijen het bijvoorbeeld hebben uitgepraat van te voren.

9) Zijn het aantal zaken die binnenkomen bij ZSM over cyberpesten gestegen in de afgelopen jaren? a. Zo ja, vanaf welk jaar ongeveer

Ik weet dat niet zeker, maar ik denk het niet. Ik heb het taakpakket jeugd nog maar 1,5 jaar onder mij maar ik heb nooit eerder vernomen dat er veel zaken over cyberpesten werden aangemeld.

54

10) Van welke wetgeving wordt er in het algemeen gebruik gemaakt, tijdens het behandelen van een zaak over cyberpesten?

Wetboek van Strafrecht

11) Soms kan er, via slachtofferhulp, een financiële tegemoetkoming (schadevergoeding) worden geëist door het slachtoffer. Soms wordt dit dan toegekend, wanneer wel en wanneer niet?

Dit heet een vordering benadeelde partij. Hier kan je materieel of immateriële schadevergoeding eisen. Dit wordt bepaald door een puntensysteem waaraan je kunt zien welk bedrag je aan

schadevergoeding kan eisen. Bij een OM afdoening is er vaak materiele schade die wordt geëist. Immaterieel wordt haast nooit geëist, de rechter is hier in het algemeen ook erg terughoudend in.

12) Gezien het grote aantal aangiftes/meldingen van cyberpesten in Meppel, wat is uw idee over de aanpak van cyberpesten om dit enigszins te verminderen?

Ik denk dat je dit in het voortraject moet aanpakken in combinatie met preventie. In het voortraject kan je dit aanpakken doormiddel van bemiddeling tussen de partijen onder leiding van de

jeugdagent. Ook het inlichten van de ouders speelt hierin een belangrijke rol. Het is namelijk van belang dat de ouders op de hoogte zijn van het cyberpesten, vaak hebben ze dit niet in de gaten omdat de jongere dit niet verteld. Ook via scholen kun je veel bereiken met voorlichting en zo het aantal meldingen of aangiftes voorkomen.

13) Zou (cyber)pesten strafbaar gesteld moeten worden in de wet? Waarom wel/niet?

Nee, cyberpesten hoort bij het opgroeien. Ik zie liever dat cyberpesten via de voorkant wordt aangepakt in plaats van via het strafrecht.

14) Wat vindt u dat er nu goed gaat ten aanzien van de aanpak van cyberpesten door de politie en Justitie? En wat kan er beter?

Als justitie kan ik dat niet zeggen omdat ik denk dat het al veel in het voortraject wordt opgelost omdat ik weinig zaken over cyberpesten tegenkom.

Via de politie zou er veel op school kunnen worden gedaan aan preventie bijvoorbeeld. Daarnaast een zorgmelding opmaken wanneer de jongere erg jong is en er zorgen zijn in het gezin. Ook de ouders erbij betrekken, deze moeten misschien ook meer controle uitvoeren op het internet gebruik van de jongere. Hierdoor zullen ze eerder signalen zien en kunnen ze eerder ingrijpen.

55

Bijlage 8

In document Cyberpesten (pagina 53-55)