• No results found

Interview Jochem Koole

In document To share or not to share (pagina 80-87)

Jochem, jij bent social business strateeg. Kun je iets meer vertellen over social business?

Koole: “Op dit moment noem ik mijzelf social business strateeg. Ik geef bedrijven strategisch advies over het zakelijk inzetten van social media. Dit betekent: hoe kun je met sociale middelen een bijdragen leveren aan organisatiedoelstellingen? Die doelstellingen hebben altijd te maken met geld besparen of (meer) geld binnen halen. Dat is wat mij betreft ‘social business’. Die term wordt door verschillende mensen op verschillende manieren gebruikt. Hoe bouw je een relatie op met je doelgroep?

Koole: “Mensen maken snel de fout te denken dat online en offline twee verschillende werelden zijn. Dat is helemaal niet zo. Mensen blijven zaken doen met mensen. Wat vroeger alleen maar offline gebeurde, omdat dat alleen maar offline kón, dat gebeurt nu ook online. Tegenwoordig gebruiken we een hele mix aan communicatiemiddelen die er voor zorgt dat je een relatie opbouwt met je doelgroep en de relatie versterkt.

Is het belangrijk om verschillende kanalen te pakken?

Koole: “Ja, dat is belangrijk, omdat verschillende kanalen op verschillende manieren gebruikt worden. Social kanalen zijn bijvoorbeeld een heel laagdrempelige manier om waardevolle informatie te delen. In een relatie heb je iets waardevols nodig, vaak is dat informatie.”

“Veel bedrijven proberen informatie te beschermen en willen niet te veel vertellen naar buiten toe. Maar ik denk dat je, als jouw doelstelling is om nieuwe business te genereren bij bestaande of bij nieuwe klanten, juist jezelf (je kennis en je kunde) moet laten zien.” Hoe ga je dan een stapje verder, door niet alleen een relatie op te bouwen, maar ook participatie tot stand te brengen?

Koole: “Dat is moeilijker. Je moet echt een hele goede relatie hebben met iemand, voordat hij/zij iets voor jou doet. Als je je doelgroep wil laten meedoen, moet om te beginnen heel erg duidelijk zijn wat je van ze wilt. Geef een hele duidelijke en hele makkelijke omschrijving en faciliteer. Je moet daarbij outside-in denken. Wat is de uitdaging van jouw doelgroep?” “Ambassadeurs spelen een grote rol bij het laten participeren van je doelgroep. Ik geloof heel erg in het Pareto-principe, de 80-20-regel of 90-10. 10% van je doelgroep is fan van jouw bedrijf en binnen die 10% is nog eens 10% écht fan. Dus 1% van je totale doelgroep heeft echt hart voor het bedrijf. Die mensen moet je vinden en gebruiken om de rest mee te krijgen. Je moet die ambassadeurs het werk voor jou laten doen. Zij moeten de rest van de mensen enthousiast maken. Daarna vertel je ze hoe ze het zelf kunnen doen.”

Wat is een contentstrategie precies?

Koole: “Content is waardevolle informatie. Wat betekent een contentstrategie dan? Bij organisaties moet aan het eind van de maand gewoon geld binnen komen óf geld bespaard

worden. Dus je kan wel bedenken ‘Welke informatie gaan we verspreiden en hoe gaan we dat doen?’, maar je moet vooral bedenken ‘Waarom doen we dit?’. Je moet goed het organisatiedoel achterhalen.”

“Dus vraag aan je opdrachtgever wat hij precies wil. Als hij wil dat de doelgroep zich meer verbindt aan het project, vraag dan wat dat betekent. Wat is voor hem die verbondenheid? Zijn dat meer bezoekers op de website? Meer mensen die zich mengen in een discussie? Etc.”

“Zo gaat je contentrategie eruit ongeveer zien: Als je deze informatie gaat aanbieden, via deze middelen (kanalen) die de doelgroep gebruikt, dan zul je zien dat mensen zich meer gaan verbinden aan Crowd Expedition.”

Hoe kan ik mijn contentstrategie verder vormgeven? “Je kunt dat aanpakken aan de hand van het MCMT-model.”

Koole legt het MCMT-model uit.

“Mediakanalen zijn middelen en veel strategieën beginnen hier. Maar dat is niet goed. Ik denk dat het belangrijk is om te beginnen bij de mensen (M). Je hebt mensen binnen je organisatie (werknemers) en mensen buiten je organisatie (doelgroep).

De doelgroep is verdeeld in vier verschillende typen: -­‐ Werknemers

-­‐ Potentiële werknemers -­‐ Klanten

-­‐ Potentiële klanten

De relatie tussen de werknemers en de doelgroep wil je versterken. Om dat te doen heb je waardevolle informatie nodig: content (C).

Hoe zorg je ervoor dat die content jouw doelgroep bereikt? Welke kanalen zet je in? (M) De mogelijkheden zijn eindeloos, maar jouw tijd niet. Dus tijd is een beperking. (T).” “Om te bepalen welke informatie waardevol is voor jou doelgroep, stel je 5 w-vragen:

-­‐ Wie zijn het? (demografische gegevens)

-­‐ Wat houdt hen bezig? (wat is hun grootste probleem?) -­‐ Waar bevinden ze zich online?

-­‐ Waarom bevinden ze zich online? -­‐ Wanneer bevinden ze zich online?

Nu heb je je doelgroep beter in kaart en kun je bepalen welke content interessant is voor ze. Je weet je tijd, je weet je doelgroep, je weet je content en je weet je middelen. Dit is je strategie.”

“Natuurlijk ga je inzoomen op de C (content). Er zijn namelijk drie soorten content: 1. Content die je doelgroep iets nieuws leert. (Wat is hun grootste probleem? Daar

moet je over gaan vertellen.)

2. Relatie/Vertrouwen opbouwen (Like, share, reply op posts van je doelgroep). 3. Content met call-to-action/conversie. (Kom mee doen met ons project, koop ons

product).

Het is belangrijk om deze drie soorten content met elkaar af te wisselen.”

Je hebt het over ‘het probleem van de doelgroep’. Waar moet ik dan aan denken? Koole: “Ik kan me voorstellen dat ondernemers wakker liggen van de vragen als ‘Hoe zorg ik dat ik volgend jaar voldoende werknemers heb?’ Of ‘Hoe kan ik mijn projecten financieren zonder dat ik naar de bank hoef?’ Je kunt het probleem van je doelgroep achterhalen door het aan ze te vragen. Maar het heeft altijd te maken met geld.”

Heb je nog een ultieme tip?

Koole: “Begin gewoon. Kijk hoe ver je komt aan de hand van het model. Als je nog ergens tegenaan loopt, bel of mail me gerust.”

Bijlage III: Vragenlijst

Algemene gegevens

1. In welke branche bent u werkzaam?

• Detailhandel, groothandel en ambachten • Horeca, recreatie en catering

• Zorg

• Kinderopvang

• Kunst, cultuur en media • Bouwnijverheid

• Vervoer • Industrie

• Zakelijke en persoonlijke dienstverlening • Agrosector

2. Hoe groot is uw organisatie (aantal medewerkers)? • Ik ben zelfstandige

• 2-10 werknemers • 10-50 werknemers • 50-250 werknemers • meer dan 250 werknemers 3. Wat is uw functie binnen het bedrijf? Mediagebruik

4. Welke kanalen gebruikt u om meer informatie in te winnen over (economische) ontwikkelingen binnen uw branche? (Meerdere antwoorden mogelijk)

LinkedIn Pulse Groups Facebook Via vrienden Via advertenties Via groepen Twitter Kennisplatformen Blogs Google Geen

5. Via welke contenttypen wint u het liefst informatie in over (economische) ontwikkelingen binnen uw branche? (Meerdere antwoorden mogelijk)

Video’s Infographics Nieuwsbrieven Artikelen

Blogs Whitepapers (E-)boeken

Anders, nl:...

6. Op welk moment wint u het liefst informatie in over (economische) ontwikkelingen binnen uw branche (meerdere antwoorden mogelijk)?

a. ’s Ochtends (doordeweeks) b. ’s Middags (doordeweeks) c. ’s Avonds (doordeweeks) d. ’s Ochtends (in het weekend) e. ’s Middags (in het weekend) f. ’s Avonds (in het weekend)

7. Doet u dat het liefst voor, na of tijdens kantoortijd? - Voor kantoortijd

- Na kantoortijd - Tijdens kantoortijd

8. Welke problemen ondervindt u bij de bestaande kanalen? Collaborative Economy: (zonder uitleg)

9. Heeft u eerder gehoord van de term collaborative economy? (Ja/nee) 10. Waar heeft u eerder gehoord van de term collaborative economy?

Opties: internet, beurs/congres, via vrienden, via collega’s, TV, anders namelijk: 11. Beschrijf uw perceptie van de collaborative economy in 4 steekwoorden:

12. Bent u bekend met initiatieven zoals Airbnb, Uber, Kickstarter en Peerby? Per optie: selecteer ja/nee

Collaborative Economy: (met uitleg)

Letterlijk vertaald betekent collaborative economy “samenwerkingseconomie”. Er komt echter meer bij kijken dan alleen samenwerken. De collaborative economy is een economie gebaseerd op netwerken van bij elkaar gebrachte individuen, die de manier waarop wij produceren, consumeren, financieren en leren verandert.

Een voorbeeld hiervan is gedeeld eigenaarschap (van bijvoorbeeld een auto, huis, boormachine) tussen consumenten, zonder tussenkomst van grote organisaties. Toegang hebben tot spullen is binnen de collaborative economy belangrijker dan het in bezit hebben. Een voorbeeld op het gebied van financiering is crowdfunding, waarbij een project

13. Had u al eerder van dit concept gehoord? (ja/nee)

14. Beschrijf uw perceptie van de collaborative economy na deze uitleg in 4 steekwoorden: 15. Ziet u initiatieven binnen uw eigen branche die onder de noemer ‘collaborative economy’ kunnen vallen? Zo ja, welke?

16. Hebt u behoefte aan informatie over deze economische veranderingen? 17. Naar welk thema gaat uw interesse uit?

- Mobiliteit - Financiering - Educatie - Participatie - Arbeidsmarkt - Energie - Voedsel/vrije tijd - Gezondheidszorg

18. Welke kanalen gebruikt u of zou u gebruiken om meer info in te winnen over de collaborative economy? LinkedIn Pulse Groups Facebook Via vrienden Via advertenties Via groepen Twitter Kennisportals Blogs Whatsapp Google Anders, nl:... Geen Crowd Expedition

Crowd Expedition is een onderzoeks- en ‘practice what you preach’-project waarbij Martijn Arets in twee jaar tijd op zoek gaat naar de toegevoegde waarde en het potentieel van de collaborative economy. Wat is nu echt nieuw? Wat moet er gebeuren om er op lange termijn

een duurzaam model van te maken? Hoe gaan we de drempel tot toetreding verlagen? En tot slot: Hoe gaat de oude en de nieuwe economie elkaar versterken i.p.v. beconcurreren? Met Crowd Expedition gaat Arets samen met een kernteam, 25 partners en 80 internationale experts op zoek naar het antwoord op deze vraag. Hierbij is het doel om zo veel mogelijk mensen bewust te maken van en kennis laten maken met de mogelijkheden die de collaborative economy biedt en hen te helpen deze op een duurzame manier in te zetten. 19. Volgt u Crowd Expedition?

Zo ja, wat is uw motivatie om dit project te volgen? Zo nee:

20. Zou u het interessant vinden op de hoogte te blijven van ontwikkelingen rondom de collaborative economy via Crowd Expedition?

Ja; laat hier uw e-mailadres achter: Nee

In document To share or not to share (pagina 80-87)