• No results found

Interview Adri Excel, afdelingshoofd Wijkbeheer Heerhugowaard

In document De groene stad (pagina 113-118)

Samenvatting conclusie

Bijlage 5 Interview Adri Excel, afdelingshoofd Wijkbeheer Heerhugowaard

7 november 2014

1. Wat is een groenontwerpproces en hoe werkt dit proces in de gemeente Heerhugowaard?

- De afdeling SRO is als eerste in lijn als het gaat om ontwerp. Als we een

nieuw gebied uitleggen, hebben zij een aantal principes die ze van toepassing verklaren. Als het gaat om de herinrichting, is Wijkbeheer leidend. Dan hebben we het over opnieuw inrichten van bestaand gebied.

- Bij nieuwbouw is de afdeling SRO leidend, die de lijn uitlegt naar het

ingenieursbureau.

Daar zitten de groenontwerpers. Die ontwerpen met inachtneming van de kaders zoals o.a. vastgelegd in de structuurvisie en daarbinnen de groenstructuurvisie. De ontwerpen die gemaakt worden, worden ter advisering voorgelegd aan de afdeling Wijkbeheer

(groenbeleidsmedewerker en groenbeheerder) en ook aan de afdeling Stadsbedrijf om ook het beheer te kunnen borgen. In dit proces grijpen wij ook wel in en worden dingen aangepast. In dat proces zijn wij niet in staat om te zeggen, dat daar waar een vlak 100% beslaat en maar 20% groen is, te vinden dat dat 40% groen moet zijn.

- De afwegingen worden allereerst vanuit economisch belang gemaakt.

De keuze hangt af van hoeveel woningen krijg ik vrij vanuit 100%

bouwkavel. En welke algemene openbare ruimtes zijn ten dienste van de woningbouw.

- In bestaande wijken ligt het initiatief bij Wijkbeheer. Dan denk ik aan de

herinrichting en het participatieproces. Wat wij begeleiden richting bewonersgroepen, die we ook verantwoordelijk maken voor het bestaande groen. In hoeverre is het bestaande groen aan verandering toe? In hoeverre kunnen we het bestaande groen, daar waar nodig, inruilen voor grijs (parkeren), wat we zo min mogelijk willen. Uiteindelijk

komt daar ook weer een ontwerp uit, waarbij we weer verbinding hebben met de uitvoeringsorganisatie Stadsbedrijf.

In het collegeprogramma staat zo weinig mogelijk groen inruilen voor grijs. Bij herinrichting komen we in een wijk die zo’n 30-35 jaar geleden is aangelegd. Sinds die tijd is de behoefte aan parkeren vele malen toegenomen, dit gaat bijna altijd ten koste van groen. Er is een appel gedaan door de coalitie om daar een halt aan toe te roepen. Op korte termijn gaan we een parkeernota maken die daar antwoord op gaat geven. Hierin gaan we niet naar een standaard norm, maar

differentiëren per wijk.

- Ook de bezuinigingen spelen een rol in de aantasting van het

groenareaal. Door de bezuinigingen worden groenvakken omgevormd naar gras. Daardoor is er veel minder kleur in het groen.

- Bij inbreiplannen gaat het veelal om hoogbouw. Dit maakt misschien wel

dat er meer inwoners zijn op hetzelfde groenareaal. De andere kant is dat, wanneer we laagbouw zouden hebben teruggeplaatst, er misschien wel meer groen zou zijn verdwenen.

- Bij nieuwbouw in de laatste wijken, zoals het Vomar gebied in Stad van

de Zon, zie ik weinig groen in de wijk. Bij de scholen ligt nog een groengebied, maar verder is er in de wijk weinig groen.

- Voor de herinrichtingen loopt het groenontwerpproces goed. Daarover

krijgen we alleen maar complimenten vanuit de burgers. Als het herinrichtingstraject is afgerond, meten we de bevindingen en ook het daadwerkelijk meedoen in de bewonersgroepen. Dan krijgen we rond een 8 als beoordeling.

- Bij nieuwbouw zit geen burgerparticipatie, dit wordt puur van achter het

bureau bedacht.

- Bij participatie is weten de basale vorm. Dit meten we via wijkpanels,

staan open voor meedoen, zoals de projecten Middenmoes en Buttermoes, volkstuinen voor en door vrijwilligers.

- We denken na om Right to challenge toe te passen, we spreken hiermee

uit dat bewoners de kans krijgen om iets van ons over te nemen met hetzelfde einddoel, zo mogelijk tegen lagere kosten. Waarbij het gewin aan die bewonersgroepen is. We staan dus open voor

burgerparticipatie. In 2015 gaan we bezig met het opstellen van een overzicht met do’s en dont’s v.w.b. overname van taken door burgers in het openbaar gebied. Successen willen we kopiëren en van mislukkingen dienen wij te leren.

Met elkaar levert dat misschien wel een andere, minder saaie buitenruimte op. Het gewin zou bij de partij moeten komen die het initiatief neemt. Dan kun je meer voor elkaar krijgen voor dezelfde kosten.

- Kunnen wij het proces nog verbeteren?

Het belangrijkste is dat je alle spelers, die aan tafel kunnen zitten, ook aan de tafel hebt.

- Er zit een harde knip in de nieuwbouwplannen en de herinrichtingen.

Nieuwbouw wordt gedaan door de afdeling SRO, herinrichtingen door Wijkbeheer. Die knip geeft geen problemen, het is alleen anders. Bij de

laatste nieuwbouwwijken hebben we minder m2 groen dan in de oudere

wijken. Gedwongen door de financiële noodzaak wordt in de oudere wijken, die een rijker ontwerp hadden, het groen ook soberder ingericht (gras i.p.v. heesters en rozen).

Het zijn de financiële beperkingen die leidend zijn voor het

groenontwerp. Dit geldt zowel voor nieuwbouw als voor herinrichtingen.

- Mensen zijn tevreden over de herinrichtingen. Wij kunnen blijkbaar

goed de kaders neerleggen. Binnen de kaders kunnen wij goed luisteren naar de wensen van de burgers die vanuit die bewonersgroepen

terugkomen met een herinrichtingsvoorstel. Er is wel behoefte om meer kleur in het groen te krijgen. Dit krijg je in het algemeen wel terug vanuit de werkgroepen.

- Je wilt wel meedoen aan activiteiten van enthousiaste inwoners, maar je

moet er wel rekening mee houden dat deze activiteiten ook weer kunnen stoppen, doordat mensen terugtreden. Voorbeeld:

zonnebloemen zaaien langs de Amstel. Het waarborgen van de activiteiten is dan ook belangrijk.

2. Wat wordt verstaan onder maatschappelijke waarde van openbaar groen?

- Je kunt dit in het kader van de volksgezondheid plaatsen en ook als

economische waarde.

- De economische kant

De CROW heeft zich over de economische waarde van groen uitgesproken, gemeentes bezuinig niet te veel, want een groene ingerichte buitenruimte kan betekenis hebben voor het toenemen van waarde van de woning t.a.v. de ozb en dus een positief effect hebben op de gemeentefinanciën. Een verpauperde omgeving kan het

tegengestelde betekenen. Waar je denkt te besparen door minder onderhoud te plegen, kun je uiteindelijk tonnen mislopen door een extreme daling van de waarde van het onroerend goed.

- De gezondheidskant

Kijk naar een plant in een kantoorruimte, dat brengt een positieve energie teweeg, datzelfde geldt voor de buitenruimte. Als we kunnen verblijven in die buitenruimte, kan ons dat goed doen in de zin van directe gezondheid en indirecte gezondheid. We ontmoeten mensen, we praten met mensen, we hebben contacten, we hebben controles. Als die ruimte uitnodigend is, komt dit in de breedste zin van het woord de gezondheid ten goede.

- Spanning individueel belang en algemeen belang

Kijk naar je uitgangspunten, die kunnen bij het gedrag van die burger wel eens 180% anders zijn. Wij moeten weten te communiceren waarom we dingen doen. Soms worden dingen ons opgelegd, bijvoorbeeld het stoppen met onkruidbestrijdingsmiddelen. Een organisatie moet kennis van zaken hebben. (De gemeente Heerhugowaard heeft voldoende kennis van zaken in eigen huis.) En daarover meer communiceren. Dit doen we te weinig. We hebben vele middelen hiervoor. We leggen onvoldoende uit wat we buiten aan het doen zijn.

3. Wat wordt verstaan onder asset management en wat zijn de belangrijkste kenmerken daarvan?

- Asset management is onderhoud van kapitaalgoederen. Deze term viert

hoogtij in Overheids-Nederland, alsof we het daarvoor niet kenden. Standaard in de raadsbegroting is Staat C, Onderhoud kapitaalgoederen. Dit is hierin ook geborgd. Dit zijn vooral de harde materies: wegen, openbare verlichting, beschoeiingen, kunstwerken, bijzondere

kunstwerken. Adri linkt asset management vooral aan de voorzieningen, dus de onderdelen waar we voor sparen. Het betreft groot kapitaal, 15 miljoen wat ergens rond zweeft om die assets in stand te houden.

- Ik heb het hier over de assets die te verbinden zijn aan de voorzieningen,

de gelegaliseerde spaarpotten. De politiek heeft de vraag neergelegd: “Waar is het jaarlijks sparen op gebaseerd”, dit gaat namelijk om heel veel geld. Zo mogelijk is er iets te verdienen door minder te gaan sparen. Zo is men op zoek naar geld, terecht gekomen op de term asset

management.

- Asset management en groen:

Asset management kan niet in het groen worden toegepast, omdat volgens de BBV (Besluit Begroting en verantwoording) geen fonds voor het groen mag worden toegepast en dus geen asset management kan worden toegepast.

- Zelf heeft Adri in het verleden geprobeerd de (financiële) waarde van

groen te beschrijven, de waarde boven tafel te krijgen.

- Groen is binnen de BBV (Besluit Begroting en verantwoording)

regelgeving uitgesloten van voorzieningen. Je mag niet gaan sparen naar de toekomst toe om groen te vervangen. Groen leg je aan en dat is klaar, punt. En ten laste van je exploitatie ga je het onderhouden. Er is dus nergens een verbinding met bijvoorbeeld: deze boom bestaat 20 jaar mee en na 20 jaar moet deze worden vervangen. Dit hebben we in een keer ten laste van de exploitatie te nemen in het jaar dat het zich voor doet. Dit zit in de regelgeving van BBV. Dit is opgelegde regelgeving vanaf het Rijk. Adri heeft zo geen verklaring waarom voorzieningen wel voor de civiele producten (Wegen, kunstwerken, beschoeiing, openbare verlichting, riolering, gebouwen, buitensportterreinen) producten en

niet voor groen toegepast worden. Als wij weten te duiden op basis van onderzoek dat een plant in een kantoorruimte een wezenlijke bijdrage levert aan het welzijn van de medewerker, dan kun je je ook voorstellen dat beplanting in de buitenruimte een bijdrage vervult.

- Asset management is een containerbegrip, daarbinnen zitten een aantal

stappen. Vanuit de gedachte van Plan, Do, Act, Check zijn er zes stappen. 1. Beleid en Strategie 2. Beheren en Programmeren 3. Plannen en Voorbereiden 4. Bouwen en Onderhouden 5. Inspecteren en Analyseren 6. Evalueren en Verbeteren

- De eerste stap is dat je je data hebt. Dus hoeveel groen in welke

variëteit heb je en wat wil je daarmee. Wat we vanuit asset

management willen, is het kapitaalgoed in stand houden. Aan de data ga je daarom een levensverwachting en vervolgens een

vervangingsmoment koppelen. Dit is in de basis asset management. Hoe ga ik om met datgene wat ik heb? Dan heb ik de afschrijvingstermijn en weet ik wanneer ik wordt geconfronteerd met vervanging. En heb ik de keus om te gaan sparen om die vervanging te bekostigen. Dit gebeurt dus niet voor groen. Ik heb dit in het verleden wel geprobeerd, dat vroeg om een aanzienlijk spaarbedrag per jaar. Men schrok echter van de hoeveelheid aan kosten, nog los dus van het feit dat het volgens de richtlijnen van de BBV niet is toegestaan.

- Het zou wel goed zijn een voorziening van groen te hebben. Wat je nu

doet is in enig jaar de kosten van herinrichting nemen ten laste van je exploitatie. Dit beperkt je ook, want je doet onder druk van te weinig financiële ruimte in de exploitatie altijd minder dan je zou willen. Op het moment dat ik de waarde van het groen weet te duiden en de

vervanging van dat groen ook regel, heb ik minder last van die

beperking. Want als de vervanging komt, heb ik het bedrag ook liggen, omdat ik heb gespaard. Dan kunnen er nog best veranderde inzichten zijn die tot een min of een plus leiden. Maar dat zien we dan wel. Het grootste deel van het geld is dan in ieder geval voorzien en nu is er niets voorzien.

- Nu hebben we in de begroting zo’n € 60.000,- voor groot onderhoud. Ook zeggen we tegen de uitvoeringsorganisatie: weet dat als we over 2 à 3 jaar tot herinrichting komen, dat je voorzichtig met je geld om gaat in de toekomstige onderhoudswijken. Zodat we iets apart kunnen zetten om, naast die € 50.000,-, ook dat extra geld te kunnen gebruiken, om bij de herinrichting een extra impuls te kunnen geven aan het groen. Als we tenminste aan de herinrichting toekomen. Dit is niet de juiste manier. Als we op die manier met onze wegen en gebouwen om zouden gaan, zou dat catastrofaal zijn voor die goederen.

- We onderschatten de positie van groen t.o.v. de waarde van al die

andere kapitaalsgoederen wel. Als we het hebben over groen en ook over het product spelen, zijn daar geen voorzieningen voor. En als je kijkt naar die waarde, dan hebben we daar ook geen beeld bij. Als we de oppervlakte van het groen koppelen aan geld, dan heb je een enorme pot aan geïnvesteerd kapitaal buiten liggen. Daar mag je op zijn minst iets van vinden qua instandhouding.

- Wat is de waarde van groen? Moet je het kwantificeren in

hoeveelheden, in een geldbedrag of in een cijfer t.o.v. waarvan? Een m2

bosplantsoen heeft een andere waarde dan een m2 heesters.

- Voor de herinrichting van wijken storten we wel vanuit de exploitatie elk

jaar een klein bedrag (€ 60.000,- per jaar) in de spaarpot Herinrichting Wijken, maar dat staat niet in verhouding tot wat we nodig hebben. Als we het systeem van asset management van wegen plaatsen op groen dan zouden we wel een storting van een paar ton in de voorzieningen moeten hebben. En dus ook een paar ton jaarlijks onttrekken aan die voorziening om het groen te kunnen omvormen.

4. Hoe kan asset management worden gebruikt voor het optimaliseren van een afwegingskader van het groenproces in de gemeente Heerhugowaard?

- Toelichting matrix

Doel van de matrix is de waarde van groen in beeld te krijgen. Kan die matrix in dat groenontwerpproces gebruikt worden? Als je met dat

groen bezig bent op de belangrijke momenten in dat proces, zou je je die vragen moeten stellen. Mogelijk met die inwoners. Vanuit de literatuur zijn er al heel veel waarden bekend, deze heb ik al onder de

verschillende vragen gezet. Deze vragen kun je met inwoners of met vakmensen behandelen en dan kijken welke dingen je belangrijk vindt. Zodat je met elkaar die waarde van groen in beeld brengt. Dit moet je dwingen om zo breed mogelijk te denken en geen zaken te vergeten. Je hebt het er met elkaar over gehad. Je neemt bewust beslissingen over de inrichting van het groen, om zo tot een inrichting te komen waarin het groen aan veel verschillende waarden voldoet.

- Met elkaar staan voor goede ontwerpen. Voorkomen dat je waardeloze

stukjes groen hebt, die na inrichting zo mogelijk worden geclaimd door inwoners en leiden tot een koopvraag. Wat vervolgens weer kan leiden tot het verharden hiervan. Je moet aan de voorkant je heel bewust zijn, dat je een wijk creëert waarin zulke ‘waardeloze’ stukjes niet

gerealiseerd kunnen worden en dat je openstaat voor de veranderingen die het klimaat met zich meebrengt.

- De gemeente verkoopt een stuk grond aan een projectontwikkelaar.

Deze verlaagt het bouwvlak omdat hij daarmee meer m2 creëert. Door

het verlagen van hiervan, komt hij met de fundatie in het grondwater terecht. Het gevolg zal zijn dat de kelder vol water komt te staan. Na een half jaar zullen we als gemeente vragen gaan krijgen over de

grondwaterstand en het verzoek om drainage aan te leggen. Hier moet je als gemeente juist van te voren al over na denken. Zodat je voorkomt dat je na de inrichting problemen aan de oppervlakte krijgt, die je met goed nadenken had kunnen voorkomen. Dit wil jij dus ook met de matrix bereiken voor de waarden van groen.

- De zeer uitgebreide matrix + toelichtende tekst heb ik gelezen.

Elementen (vooral belevingswaarde) zijn zeer goed toepasbaar in de binnenkort op te stellen kaderstellende nota over het Fysiek domein. Ook het groenbeleidsplan kan verrijkt worden met jouw matrix.

5. Open vraag

- Het is een utopie te veronderstellen dat je compleet bent in je

onderzoek. Met iedereen die je spreekt, komt er elke keer weer nieuwe informatie bij.

- De arbeidsbehoefte bereken je vanuit databeheer (de hoeveelheden die

we hebben); hieraan koppelen we handelingen; aan handelingen koppelen we de arbeidsinzet; hieruit volgt dan de arbeidsbehoefte. Vroeger stemde je de personele bezetting af op de winterbehoefte. Nu heb je niet meer voldoende eigen personeel voor het winterwerk. We zouden in elke wijk 2 mensen van WNK kunnen financieren vanuit het product straatreiniging, die zorgen voor de schoonheid van die wijk. Dit zou veel betekenen voor de openbare ruimte en dus voor mensen. We zouden hiermee een enorme klap maken.

- Als er een hindernis is in de openbare ruimte, bijvoorbeeld er staat

langdurig een aanhanger op een parkeerplaats, dan zijn we niet in staat de randen van dat vak te borstelen en dan laten we dat maar voor hoe het is. Door zandophoping zie je daar onkruid verschijnen en is er niemand die zich daar druk om maakt. Op parkeervakken waar wagens lang staan, moeten we of deze vakken handmatig schoonmaken of de kar weghalen. Vul dat in met goedkope arbeidskrachten, die je daardoor ook nog passend werk biedt.

De scheiding tussen groen en grijs staat de kwaliteit in de openbare ruimte in de weg. Je zou de voorman van de wijkploeg verantwoordelijk moeten maken voor het totaal. De voorman bepaalt bij voorkeur de inzet van de veegmachine. Ga niet uit van grijs en groen, maar ga uit van het gebied. Maak daar bijvoorbeeld de UC (voorman) met een wijkteam verantwoordelijk voor. De eigen medewerkers van de uitvoering zijn de eerste ogen in het gebied.

- Ik heb jouw document, waarin de beginselen van People-planet-profit

werden uitgelegd gebruikt. Dit paste precies op een opdracht om voor het fysiek domein een kader stellende nota te maken. Ik heb daarom jouw informatie aan Egbert gegeven om hiervoor te gebruiken.

In document De groene stad (pagina 113-118)