• No results found

In deze paragraaf van het hoofdstuk waarin de onderzoeksresultaten worden weergegeven, zal worden gekeken naar de door de acht geïnterviewde redacteuren genoemde variabelen die van invloed zijn op de creativiteit en die te maken hebben met de interne variabelen van de

redacteuren.

5.4.1 Eigen opinie/eigen interesse

Uit de interviews blijkt dat redacteuren zich bewust zijn van de invloed van hun eigen opinie en eigen interesses op de onderwerpkeuzes die door hen worden gemaakt. Het overgrote deel laat zich veelal in eerste instantie leiden door wat zij zelf interessant vindt. Door het volgen van de eigen interesse laten de redacteuren ook sommige onderwerpen (bewust) liggen. Dat kan ook het gevolg zijn van eerdere ervaringen.

Door wat ik allemaal heb meegemaakt, met mijn man. Ben ik wel anders gaan kijken ook. Ik voel echt de patiënten kant, he, omdat ik zo dichtbij een patiënt heb gestaan. Dus vroeger was ik nog weleens onder de indruk van een hele welbespraakte slimme arts ofzo, voor de

interviews. Dat heb ik nu niet heel erg meer. Dan denk, oh ja. En dat komt puur door wat ik thuis heb meegemaakt. (…) Dat heb je, dat is onvermijdelijk. (…) Maarja, dat is ook een soort invloed he, dat heeft me juist beperkt daarin.

Het overgrote deel van de geïnterviewde redacteuren voor dit onderzoek is ervan overtuigd dat het belangrijk is om juist over zaken en onderwerpen te schrijven die henzelf interesseren. In de eerste plaats om het werk zelf leuk te maken voor zichzelf, wat volgens de redacteuren ook nodig is om creatief over die onderwerpen na te kunnen denken. Een redacteur koppelt die interesse aan een zeker nieuwsgierigheid. Een nieuwsgierigheid die iedere journalist haast wel moet hebben, omdat het anders onmogelijk is om het vak uit te voeren.

En ook vind ik het zelf leuk? Want als ik een verhaal niet leuk vind om over te schrijven, dan zie je dat er een beetje aan af denk ik. Als ik enthousiast ben over een verhaal en ik kan het op een leuke manier, want ik vind het opschrijven vaak leuker dan het halen. Als ik het zelf niet superleuk vind om te schrijven, dan merk je dat een beetje. (…) Maar goed, ik ben ook bezig met of ik het zelf leuk vind om te doen. Ik probeer toch altijd me werk zo leuk mogelijk te

maken voor mezelf.

Nr. 002, redacteur Sport

Uit de antwoorden van de geïnterviewde redacteuren blijkt ook hier dat de lezer wel in het achterhoofd van de redacteuren zit. Een redacteur wast de eigen interesse wit, door te stellen dat datgene wat hij of zij interessant vindt, voor de lezer ook wel interessant moet zijn. Een andere redacteur gebruikt de eigen interesse ook als middel om een onderwerp relevantie mee te geven in een poging om de eigen onderwerpskeuze te valideren. Dat kan worden gezien als een poging tot erkenning van de eigen creativiteit, waarbij het uiteindelijk opnieuw de lezer is die bepaalt of die poging is geslaagd.

Een deel van de redacteuren stelt dat de creativiteit iets is dat uit henzelf dient te komen. Een chef zou een veilige omgeving moeten creëren, maar daarbinnen is het aan de redacteur zelf om de creativiteit op te wekken. En tegelijkertijd zijn de meeste redacteuren zich ervan bewust dat zij zelf de ruimte om creatief bezig te kunnen zijn moeten creëren. Een redacteur geeft aan boos te worden, wanneer de mensen om haar heen met te veel opdrachten aan komen zetten. De redacteur geeft dan aan dat zij datgene wil doen wat zij interessant vindt, hetgeen wordt geaccepteerd.

De resultaten uit de interviews versterken het beeld van de onafhankelijke, eigenwijze journalist die doet wat hij of zij zelf wilt. De redacteuren stellen dat creativiteit intrinsiek is, dat er ruimte voor gecreëerd moet worden (door hen zelf), maar dat zij bij de zoektocht naar onderwerpen in eerste instantie van hun eigen interesses en opinie uitgaan.

5.4.2 Expert

Uit de antwoorden van de geïnterviewde redacteuren op de vraag wat de invloed is van het hebben van expertise op een bepaald gebied op de mate van creativiteit, lopen de antwoorden van de ondervraagde redacteuren uiteen. Dit expert zijn is iets anders dan het hebben van een portefeuille, waarover in paragraaf 5.1.3 werd gesproken. Die portefeuille geeft een zekere beperking; de redacteur mag alleen onderwerpen bedenken die binnen de portefeuille vallen. Op die manier wordt de redacteur een expert. Het expert zijn in deze paragraaf gaat over de intrinsieke expertise op een bepaald vlak.

De chef zou in de alledaagse beslommeringen veel dingen over een onderwerp missen. Zaken die de redacteur, als expert, als ingevoerde, wel zouden moeten opvallen. Het zijn van een expert is volgens een redacteur noodzakelijk, wanneer een persoon goede ideeën wil kunnen bedenken. De expertise zou nodig zijn om de ontwikkelingen en stromingen te zien, of veranderingen in standpunten. Het hebben van veel kennis, zou een voorsprong opleveren op andere redacteuren, wat het makkelijker zou maken om onderwerpen net een beetje anders aan te pakken. En voor een redacteur biedt het hebben van veel kennis de mogelijkheid om anderen te laten zien wat de waarde is van het onderwerp. Het beter ingevoerd zijn, zou ervoor zorgen dat meer interessante dingen je opvallen.

Dus eigenlijk is het hoe meer, hoe langer je er in zit, hoe meer je gaat zien en je realiseert je eigenlijk ook hoeveel er toch nog te ontdekken valt, journalistiek gezien. Hoe langer je erin zit, of dat je denkt van ‘wow, dit is nog weleens te beschrijven’ of ‘waarom gaat dit zo?’. Nr. 003, redacteur Sport

Maar volgens de(zelfde) redacteuren zou die expertise er ook voor kunnen zorgen dat creatief omgaan met de onderwerpen steeds lastiger wordt. De frisse blik zou kunnen verdwijnen, en bij het zoveelste verhaal over een bepaald onderwerp, wordt het steeds moeilijker om

opnieuw met een originele invalshoek te komen. En tegelijkertijd zou het onderwerp, omdat de redacteur zo goed is ingevoerd, minder interessant kunnen worden. Bepaalde zaken zouden niet meer opvallen, wat tot gevolg kan hebben dat er minder snel een artikel over gemaakt zal worden. Terwijl dit onderwerp voor je collega’s of minder goed ingevoerde personen wel degelijk een interessant of nieuw verhaal is.

gezegd en dat is denk ik vooral voor mensen die er net komen werken best wel, dat werkt niet zo stimulerend als je zegt van: ‘Ja, ik wil misschien een keer op reportage in de Schilderswijk’ en dat iemand dan zegt: ‘Oh dat hebben we al zo vaak gedaan, maar leuk ga maar doen’. Nr. 006, redacteur Binnenland

Sternberg en Lunbart (1991) vonden dat opgedane kennis en scholing het creativiteitsproces bevorderde. De resultaten uit de interviews in dit onderzoek sluiten deels bij die bevindingen aan. Opgedane kennis of het zijn van een expert helpt volgens de geïnterviewde redacteuren bij het bedenken van creatieve onderwerpen. Maar de keerzijde van het goed ingevoerd zijn in een onderwerp, maakt dat het steeds lastiger wordt voor de redacteuren om originele

invalshoeken te vinden en zijn ze eerder geneigd om onderwerpen te laten schieten.

5.4.3 Effectiviteit en originaliteit

Effectiviteit en originaliteit worden in de literatuur beschreven als twee belangrijke voorwaarden voor creativiteit. Zonder een expliciete vraag te stellen over deze variabelen keren de twee meer dan eens terug in de onderzoeksresultaten. Redacteuren zijn in hun zoektocht naar creatieve onderwerpen en invalshoeken voor die onderwerpen vrijwel continu bezig met de uitkomst van datgene wat zij voor ogen hebben om te maken. Wat is het effect van wat zij schrijven/produceren? Die doelen verschillen per redacteur, zo wijzen de

antwoorden uit. Voor een deel van de redacteuren is een stuk effectief als het goed gelezen wordt, als het door de lezers goed ontvangen wordt. Zij zijn in hun creativiteit op zoek naar een bepaald effect, een effect dat bepaalt of het creatieve idee van de redacteur is geslaagd. De redacteuren hebben een verhaal voor ogen. Vervolgens gaan zij nadenken over hoe dit verhaal gebracht moet gaan worden.

Je moet een doel hebben voor je ergens aan begint, en niet zomaar een verhaal willen maken over een bepaald onderwerp. Dat bevordert aan de ene kant je creativiteit, maar soms moet je

je ook kunnen laten verrassen.

Nr. 003, redacteur Sport

Een overgroot gedeelte van de ondervraagde redacteuren noemt urgentie als een belangrijke voorwaarde. Het onderwerp moet voor iets groters staan, voor een groter verband. En de redacteuren moeten de indruk hebben dat veel mensen in Nederland het verhaal nog niet kennen. De keerzijde daarvan is, zo legt een aantal van de redacteuren uit, is dat heel veel

mensen heel veel dingen niet interessant vinden. Maar ook dat zou de creativiteit bevorderen: creativiteit is nodig om het onderwerp wel belangrijk te maken.

Het moet ergens over gaan, het moet mensen raken, het moet belangrijk zijn. Nr. 004, redacteur Binnenland

In de zoektocht naar een bepaald effect wordt de redacteur gedwongen om creatief te zijn. Zo vertelt een van de ondervraagde redacteuren dat het doel van de redacteur is om geen

anonieme bronnen in de geschreven artikelen op te nemen. Maar soms is dat niet mogelijk, dan moet de redacteur in kwestie op zoek naar andere (creatieve) mogelijkheden om hetzelfde verhaal toch te vertellen. Creativiteit komt beter naar voren als de redacteuren zelf

onderwerpen mogen uitzoeken en daar originele verhalen uit mogen halen. De redacteuren zijn het nieuws liever voor en willen de lezer eerder iets uitleggen over een bepaald

onderwerpen en niet wachten tot het moment dat dat onderwerp in het nieuws is. De

ondervraagde redacteuren beslissen het liefst zelf wat zij doen. Ze zijn ervan overtuigd dat ze op dat moment de beste (lees: meest effectieve) artikelen kunnen maken. Het helpt daarbij als je zelf eerst aan de slag gaat met het onderwerp en je nog niemand vertelt dat je er mee bezig bent. Dan weet je als redacteur zelf al of het onderwerp geschikt is voor de krant.

Ik maak de beste verhalen als ik er de tijd voor krijg en als ik zelf mag beslissen waar het over gaat. En als ik gewoon zelf mag kiezen in welke vorm en wanneer. Het maakt je een

verschrikkelijke werknemer natuurlijk, maar dan… Ik weet best wel goed wat ik kan en wanneer ik mooie verhalen kan maken. Nr. 001, redacteur Economie

Een kleine ingreep in een stuk kan heel effectief zijn. Redacteuren kijken ook bij elkaar wat het effect is van de vormgeving of invalshoek van een artikel. Zo geeft een

economieredacteur een voorbeeld van een artikel van een sportredacteur over het letterlijk uitschrijven van een gesprek tussen twee sportmensen. Een creatief idee volgens de

economieredacteur, een kleine ingreep met een groot effect: het biedt een ander inzicht in de sportwereld.

Een deel van de redacteuren spreekt zich ook uit voor het beschermen van de originaliteit. Dat wil zeggen: er zijn ook minder originele stukken nodig, niet alles hoeft een creatief

Anders wordt ieder verhaal een special production, en dat is ook beetje, je moet wel kiezen voor nu doe ik een bijzonder verhaal of een regulier artikel. Nr. 003, redacteur Sport

Soms maakt de creatieve originaliteit ook plaats voor de effectiviteit. Een van de redacteuren betoogt dat ‘het belonender zijn om voor de quick win te gaan, voor het kortere, simpelere verhaal,’ omdat je daar zeker van weet dat het in de krant verschijnt. Dat zijn de stukken die goed gelezen worden, maar waarvan de redacteur zich afvraagt of hij of zij er journalistiek voldoende aan toe kan voegen. Het overgrote deel van de redacteuren zegt meer plezier uit het werk te halen ‘als ze voor een acht of een negen gaan’. Maar aan de andere kant levert dat druk op, om altijd voor die negen te gaan. Dat is het gevolg van een originele redactie willen zijn. Dat levert ook een bepaalde druk op, want soms is die creativiteit er misschien even niet en dan moet je toch een creatief verhaal kunnen brengen, omdat je weet dat daarom gevraagd wordt. De juiste voorbereiding is daarbij van groot belang, blijkt uit de antwoorden van de redacteuren.

En volgens mij is het tegenwoordig, zeker als je onderscheidend wilt zijn, belangrijk van tevoren veel belangrijker te weten wat ga ik nou precies halen. Te weten met welke vraag, met welk idee ga ik nou naar een interview of op reportage. Dat is eigenlijk een beetje centraal in mijn, sowieso in mijn aanpak. (…) dan moet je van tevoren heel goed nadenken van wat ga ik daar halen en wie wil ik daar spreken. (…) Ook iemand die helemaal niet geïnteresseerd is in het onderwerp zou je eigenlijk ook nog liefst willen binnen hengelen als lezer en dat ie even blijft hangen. Nr. 008, redacteur Economie

Maar het is belangrijk om daarbij niet de originaliteit van een stuk in te binden, zeggen andere redacteuren. Een stuk zou nooit zo worden zoals de redacteur het van tevoren misschien helemaal heeft uitgedacht. Tot slot kan de originaliteit van een stuk ook zitten in een creatieve manier van opschrijven.

Effectiviteit en originaliteit worden in de literatuur beschreven als twee belangrijke voorwaarden voor creativiteit. Dit beeld zien we terug in de resultaten omtrent deze

variabelen. Alle redacteuren koppelen een bepaalde mate van effectiviteit aan de creativiteit. Ze zijn in hun zoektocht naar creatieve invalshoeken en onderwerpen al bezig met het verhaal dat ze gaan maken en wat dat verhaal voor effect moet hebben, of wat dat verhaal moet opleveren. Maar datgene wat het artikel effectief maakt, is voor de redacteuren wel

verschillend. Sommige redacteuren spreken daarbij van een reward, waarbij de lezer bepaalt of het idee effectief is. Andere redacteuren kijk naar urgentie; vinden zij het onderwerp belangrijk genoeg?

Wat betreft de originaliteit zijn de meningen van de bevraagde redacteuren verdeeld. Om onderscheidende journalistiek te maken, zou het volgens een gedeelte van de redacteuren goed zijn om je zo goed mogelijk voor te bereiden op stukken. Anderzijds zou dat de originaliteit van een stuk teveel kunnen beperken, zegt een aantal redacteuren.

5.4.4 Conclusie

De redacteuren stellen dat creativiteit deels intrinsiek is, dat er ruimte voor gecreëerd moet worden (door hen zelf), maar dat zij bij de zoektocht naar onderwerpen in eerste instantie van hun eigen interesses en opinie uitgaan. Het zijn van een expert helpt bij het bedenken van creatieve onderwerpen, maar goed ingevoerd zijn in een onderwerp betekent ook dat het steeds lastiger wordt om originele invalshoeken te vinden. Effectiviteit en originaliteit zijn ook voor de NRC-redacteuren twee belangrijke variabelen van creativiteit. Iedere redacteur heeft zijn of haar kijk op wat een stuk effectief maakt, of origineel. Zij laten zich daarbij soms leiden door de lezer en soms door de urgentie van het onderwerp. In andere situaties laten de redacteuren zich leiden door wat er al geschreven is over het onderwerp of door wat men – de lezer – al van het onderwerp af weet.

6. Conclusie

Creativiteit is een breed te interpreteren begrip. Dat blijft het ook na het uitvoeren van dit onderzoek en het analyseren van de resultaten. Voor iedere redacteur of journalist is creativiteit iets anders. De een noemt zichzelf creatief als hij of zij met een idee komt voor een langer verhaal, voor een ander zit creativiteit in het toevoegen van beeld aan een artikel. Creativiteit is daarom een moeilijk te vatten begrip; antwoorden op vragen omtrent creativiteit zijn niet een op een met elkaar te vergelijken. Maar uit de resultaten van dit onderzoek kan wel worden opgemaakt dat de betekenis van creativiteit binnen een zekere bandbreedte wel overeenkomt tussen de ondervraagde redacteuren. Dat zal onder meer in deze conclusie worden verduidelijkt. Het zijn de antwoorden op de vragen uit de semigestructureerde interviews die ertoe leiden dat een antwoord kan worden geformuleerd op de hoofdvraag:

Hoeveel ruimte is er voor creativiteit bij de keuze van onderwerpen en invalshoeken op vier deelredacties van NRC?

De ruimte voor creativiteit is afhankelijk van een veelvoud aan factoren. In dit onderzoek zijn uit de interviews met acht NRC-redacteuren twaalf variabelen gefilterd die van invloed zijn op de perceptie van de ruimte voor creativiteit op de NRC-redactie. Die twaalf variabelen zijn onderverdeeld in vier subthema’s. Uit voorgaande literatuur omtrent creativiteit blijkt dat meer factoren van invloed zijn op het creatieve vermogen, maar niet allen zijn meegenomen in dit onderzoek. Eerdere literatuur komt ook niet altijd overeen met de resultaten van de interviews in dit onderzoek. De twaalf variabelen worden hieronder kort benoemd en vervolgens wordt vergeleken met wat eerdere literatuur, zoals behandeld in het theoretisch kader, over deze variabelen zegt.

1. Werkwijze en organisatie

Een deadline voor een artikel wordt door de ondervraagde NRC-redacteuren niet als een beperking van de creativiteit gezien, het dwingt de redacteuren eerder tot scherpte. Dit komt overeen met de verschillende studies die deadlines een prikkel noemen voor auteurs en journalisten. Maar deadlines kunnen het los nadenken over onderwerpen wel in de weg staan. Dat komt overeen met onderzoek van Coleman en Colbert die vonden dat deadlines

demotiveren en creativiteit verminderen. Het (beperkte) budget van deelredacties wordt over het algemeen gezien als een beperking van de creativiteit, dit komt overeen met eerdere

studies naar creativiteit. Desondanks zijn er ook redacteuren die onbeperkte financiële

mogelijkheden niet zien als een aanmoediging van hun creatieve vermogen. Dat er een zekere druk is om met creatieve ideeën te komen of om uiteindelijk creatieve artikelen en verhalen te produceren, kan worden bevestigd aan de hand van de antwoorden van de redacteuren. Voor een deel van de redacteuren is die druk een prettige bijkomstigheid; het houdt hen scherp. Maar voor een ander deel werkt die druk juist beklemmend. Opvallend is dat een gepaste afbakening van de ruimte en tijd volgens de redacteuren de creativiteit stimuleert, in

tegenstelling tot de eerder verschenen literatuur. Toch is de vaste structuur van een werkweek niet bevorderend voor de creativiteit, de bureaudiensten op vaste tijden al helemaal niet. Ook dit komt overeen met eerder verschenen literatuur. Het formaat van het katern of de krant is niet of nauwelijks van invloed op hun creativiteit.

2. Intermenselijke contacten

Vertrouwen van de redactiechef – of andere redacteuren en vakgenoten – kan duidelijk worden gezien als een motivatie voor de creativiteit van de NRC-redacteuren. Afwezigheid van een dergelijk vertrouwen geldt als een beperking van het creatieve vermogen van de