• No results found

Interne structuur van de nieuw ontwikkelde vragenlijst: soorten omgevingsdruk

HOOFDSTUK 4: EIGEN ONDERZOEK RESULTATEN

4.1 Interne structuur van de nieuw ontwikkelde vragenlijst: soorten omgevingsdruk

Er werd een Exploratieve Factoranalyse (PAF) met een varimaxrotatie doorgevoerd op de 34 items van de nieuw ontwikkelde metingen voor omgevingsdruk.

Uit de analyse van de moederdata, weerhielden we zes factoren met een eigenwaarde groter dan 1. Samen verklaarden ze 75.3% van de variantie voor de items. Theoretisch konden we een 6-factorenmodel verwachten en ook de screenplot bracht ons tot dit besluit. In principe was een model met zeven factoren ook mogelijk, gezien de zevende factor precies een eigenwaarde van 1.00 bedroeg. Echter, de theoretische zinvolheid ontbrak, en de extra variantie die hierdoor verklaard werd, was slechts gering, met name 3%.

Het patroon van ladingen binnen het zes-factorenmodel vindt men terug in Tabel 1. Alle items hadden factorladingen hoger dan .50 op hun eigen factor en er was geen enkele crosslading hoger dan .40. De weerhouden componenten van 1 tot 6 maten respectievelijk de druk vanwege de media (α = .97), van de partner (α = .91), van andere ouders (α = .92), van de eigen ouders (α = .92), van de school (α = .93) en

31

van een competitieve maatschappij (α = .80). Allen omvatten zes items, behalve de laatste component die vier items telde. De betrouwbaarheid van de nieuwe vragenlijst was, voor wat - de moederdata betreft, zeer goed. Conform de verwachtingen zagen we de verschillende bronnen van omgevingsdruk mooi onderkend en verkregen we een perfecte factorstructuur.

Wanneer we alle items - vanuit de moederdata - laadden op één factor,

‘globale omgevingsdruk’, dan verklaarde deze ene factor 42.56% van de variantie. Deze resultaten zijn af te lezen in Tabel 1. Als we de vaderdata erbij namen, konden we daar identiek hetzelfde doen. Alle items voor de vader-data laadden we op één factor,

‘globale omgevingsdruk’. Deze ene factor op zich verklaarde reeds 43.17% van de totale variantie van alle items. Hierin vonden we, naast het zes-factorenmodel, evidentie voor één globale omgevingsdruk-factor. De ladingen voor de vader-data zijn te vinden in onderstaande Tabel 2.

Resultaten

32 Tabel 1.

Factorladingen van de Exploratieve Factoranalyse met een Orthogonale Rotatie (varimax) op de items van omgevingsdruk.- data moeder

1-factor 6-factor

Item 1 1 2 3 4 5 6 De media laat uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind succesvol

is.

.65 .90

De media laat merken dat het de verantwoordelijkheid van ouders is dat hun kind niet faalt.

.60 .89

De media geeft me de boodschap dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind niet slecht presteert.

.63 .87

de media verwacht dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .68 .85 De media geeft mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van

mijn kind.

.66 .82

De media verwacht dat ouders hun kinderen behoeden voor mislukkingen. .64 .82 Mijn partner laat uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind

succesvol is.

.60 .86

Mijn partner laat merken dat het mijn verantwoordelijkheid is dat mijn kind niet faalt. .58 .86 Mijn partner zegt me dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind niet slecht

presteert.

.68 .72

Mijn partner geeft me het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van mijn kind.

.65 .67

Mijn partner verwacht dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .61 .64

Mijn partner verwacht dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .58 .61 Andere ouders laten merken dat het mijn verantwoordelijkheid is dat mijn kind niet

Andere ouders verwachten dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .70 .71

Andere ouders geven mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van mijn kind.

.69 .67

Andere ouders verwachten dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .65 .59

Mijn ouders laten merken dat het mijn verantwoordelijkheid is dat mijn kind niet faalt. .72 .84 Mijn ouders laten uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind

succesvol is.

.60 .83

Mijn ouders geven mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van mijn kind.

.73 .76

Mijn ouders zeggen me dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind niet slecht presteert.

.70 .71

Mijn ouders verwachten dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .71 .60

Mijn ouders verwachten dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .60 .58

De school laat uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind succesvol is.

.69 .81

De school zegt me dat een goede ouder ervoor zorgt zijn/haar kind niet slecht presteert.

.69 .76

De school laat merken dat het mijn verantwoordelijkheid is dat mijn kind niet faalt. .76 .73

De school geeft mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van mijn kind.

.69 .70

De school verwacht dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .73 .64

De school verwacht dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .65 .61

Er is veel competitie in het leven van mijn kind. .57 .66

Mijn kind wordt vaak geëvalueerd. .40 .65

De omgeving van mijn kind focust erg op het vermijden van slecht presteren. .42 .58

De omgeving van mijn kind staat negatief ten opzichte van falen. .58 .54

33

Wanneer we de data-analyse van de vader bekeken, konden we ook hier zes factoren weerhouden. Samen verklaarden ze 74.5% van de variantie. Theoretisch konden we een 6-factorenmodel verwachten en ook de screenplot brengt ons tot dit besluit. De redenering die we hierboven reeds bij de moederdata maakten, gold hier evenzeer: een zevende factor had een eigenwaarde van 1.02 (verklaarde variantie met zeven factoren bedraagt 77.5%). Omwille van dezelfde redenen als hierboven, opteerden we toch voor een 6-factorenmodel.

Het patroon van bekomen ladingen binnen het zes-factorenmodel voor de vaderdata vindt men terug in Tabel 2. Op uitzondering van twee items laadden alle items eerst op hun eigen factor. De twee desbetreffende items bevroegen druk vanwege de partner en laadden op de factor ‘druk vanwege de eigen ouders’.

Bovendien merkten we ook een crosslading; één van de items die peilden naar druk afkomstig vanuit de school had een crosslading hoger dan .40 op de factor ‘druk vanwege de eigen ouders’. Deze uitzondering buiten beschouwing gelaten, waren crossladingen boven .40 afwezig.

De weerhouden componenten van 1 tot 6 maten respectievelijk de druk vanwege de media (α = .96), van de partner’ (α = .90), van andere ouders (α = .92), van de eigen ouders (α = .92), van de school (α = .93) en vanwege een competitieve maatschappij (α = .79). De betrouwbaarheid van de nieuwe vragenlijst was ook voor de vaderdata zeer goed te noemen. De verschillende bronnen van omgevingsdruk kwamen hier ook - op enkele details na – mooi naar voren. Globaal konden we concluderen dat de interne validiteit van deze nieuw ontwikkelde schaal goed was.

Resultaten

34 Tabel 2.

Factorladingen van de Exploratieve Factoranalyse met een Orthogonale Rotatie (varimax) op de items van omgevingsdruk - data vader.

Item 1-factor 6-factor

1 1 2 3 4 5 6

De media laat merken dat het de verantwoordelijkheid van ouders is dat hun kind niet faalt.

De media verwacht dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .64 .86 De media verwacht dat ouders hun kinderen behoeden voor mislukkingen. .68 .83 De media geeft mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren

van mijn kind.

.63 .78

Mijn ouders verwachten dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .70 .78

Mijn ouders laten uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind succesvol is.

Mijn ouders verwachten dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .76 .62 Mijn ouders zeggen me dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind niet

slecht presteert.

.64 .57

Mijn partner verwacht dat ik mijn kind behoed van mislukkingen. .71 .54

De school verwacht dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .66 .50 .42

Mijn partner verwacht dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .63 .46 Andere ouders laten merken dat het mijn verantwoordelijkheid is dat mijn kind niet

faalt.

.58 .84

Andere ouders zeggen me dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind niet slecht presteert.

.62 .84

Andere ouders laten uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind succesvol is.

.64 .77

Andere ouders geven mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van mijn kind.

.66 .68

Andere ouders verwachten dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .69 .65

Andere ouders verwachten dat ik mijn kind behoed voor mislukkingen. .74 .60

De school laat uitschijnen dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind succesvol is.

.78 .78

De school laat merken dat het mijn verantwoordelijkheid is dat mijn kind niet faalt. .70 .75 De school zegt me dat een goede ouder ervoor zorgt dat zijn/haar kind niet slecht

presteert.

.75 .74

De school verwacht dat ik mijn kind opvoed tot een succesvol iemand. .75 .70

De school geeft mij het gevoel dat ik verantwoordelijk ben voor het goed presteren van mijn kind.

Mijn kind wordt vaak geëvalueerd. .45 .76

Er is veel competitie in het leven van mijn kind. .37 .71

De omgeving van mijn kind staat negatief ten opzichte van falen. .30 .64

De omgeving van mijn kind focust erg op het vermijden van slecht presteren. .41 .53

35

4.2 Associaties tussen de achtergrondvariabelen en de studievariabelen en tussen