• No results found

5.2.1 (Totstandkoming van de) Europese voorschriften

3 Elementen van de identiteit: identifiers

3.4 Administratieve of sociale karakteristieken ('wat je is toegekend')

3.5.4 Internationale regelgeving voor identiteits- identiteits-documenten identiteits-documenten

In deze paragraaf benoem ik specifieke wet- en regelgeving als vervolg op hoofdstuk 2 §5 om hier eisen te kunnen stellen aan identiteits-documenten.

Europese verordening inzake paspoorten en reisdocumenten De verordening 2252/2004153 geeft in de bijlage aan dat de ICAO standaard 9303 als minimum geldt voor de beveiliging van paspoorten en reisdocumenten. ICAO stelt standaarden op voor de machinaal leesbare zone en de elektronische chip van reisdocumenten. Kennis van deze standaarden kan helpen om identiteitsdocumenten te kunnen controleren. Het werk van ICAO bouwt voort op de 'Leagues of Nations Passport Conferences' van de jaren ‘20 in de 20e eeuw en de United Nations Organization daarvoor. Standaard 9303 deel 1 volume 1 geeft standaarden voor de machinaal leesbare zone (MRZ) van paspoorten en volume 2 geeft standaarden voor de elektronische chip van paspoorten [ICAO Doc 9303 MRP 2006]. Deel 3 volume 1 gaat op voor machinaal leesbare officiële reisdocumenten. Het doel van de standaard is om wereldwijd interoperabiliteit te verschaffen om bij handmatige of

geautomatiseerde inspectie gegevens uit te wisselen tussen (staten en) landen. Het gezicht is hierbij gekozen als primaire biometrische vorm van identificatie en de elektronische chip als primair opslagmedium. De standaard kan ook worden gebruikt voor 'laissez-passer'-documenten, zeemansboekjes en vluchtelingendocumenten.

ICAO 9303 deel 1 volume 1 Machinaal leesbare paspoorten

Aanbevolen werd om optische tekenherkenning (Optical Character Recognition B, OCR-B) te gebruiken vanwege de volwassenheid van de (print)markt, de lage prijs en de betrouwbaarheid. In 1984 ontstond de Technical Advisory Group on Machine Readable Travel Documents

153 Voluit: Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004

betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten. Met Europees wordt in dit proefschrift zowel de EG als de EU bedoeld.

(MRTD), bestaande uit overheidsfunctionarissen gespecialiseerd in de uitgifte en controle van paspoorten en andere reisdocumenten. In 1998 werd begonnen met de opzet van een biometrisch identificatiesysteem en de opslag van deze biometrische gegevens in de MRZ waarbij de ontwikkeling werd versneld door de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001. De fysieke eigenschappen en de echtheids-kenmerken van de documenten zorgen voor beveiliging tegen ongeoor-loofde wijziging, vervalsing en namaak. Daartoe wordt onder meer gebruik gemaakt van niet vrijelijk op de markt verkrijgbare materialen, specifieke ontwerptechnieken en productiemethoden die specifieke kennis vereisen. Naast de geautomatiseerde controle met de MRZ is een visuele controle van de houderpagina mogelijk door grensautoriteiten en luchthavenpersoneel. De eerste drie delen van de standaard zijn ook erkend in de ISO-7501-serie. De 9303-standaard verwijst op haar beurt naar andere ISO-standaarden inzake OCR-B, landcodes en dergelijke. Voor uniformering is de houderpagina verdeeld in zeven zones met verplichte gegevens, zoals een handtekening, gezichtsfoto en MRZ alsmede optionele zones. Hoofdstuk 8.3. van ICAO 9303 deel 1 gaat nader in op 'languages and characters' wat belangrijk is als

identificerende gegevens over personen eenduidig moeten worden uitgewisseld met eenzelfde schrijfwijze.

De notatie van de volledige naam van de houder van het paspoort krijgt veel aandacht als belangrijkste (zij het niet noodzakelijk uniek)

identificerende kenmerk van een persoon, indien mogelijk, te verdelen in een 'primary identifier' en een 'secondary identifier'. De primary identifier staat voor de belangrijkste componenten van de achternaam, geboortenaam en partnernaam of familienaam ('"surname, maiden name plus married name, family name") voor zover er ruimte is. De secondary identifier staat voor de overige naamgegevens, zoals de initialen, voluit voor zover er ruimte is.154

Optioneel in de visueel te controleren zone is een ander persoonlijk identificatienummer of de weergave van een vingerafdruk op een bepaalde pagina zoals weergegeven in figuur 3.3.

De behoefte aan de optionele zichtbare vingerafdruk kan onder meer voortkomen uit nog niet zo ver gevorderde alfabetisering waarbij de vingerafdruk ter identificatie wordt gebruikt in plaats van of in

combinatie met de handtekening. 155 Landen met paspoorten met een zichtbare vingerafdruk zijn bijvoorbeeld Argentinië (oud model), Chili

154 Deze identifiers kunnen worden gezien als de administratieve of sociale

karakteristieken, zoals aangegeven in §3.4.

(oud model), Pakistan en Paraguay. Er zijn ook landen die, in tegen-stelling tot in Europa, een onbeschermde vingerafdruk in datagroep drie van de chip hebben, zoals Nigeria en Venezuela.156 De MRZ wordt gebruikt om gegevens machinaal te kunnen lezen en kent beperkingen ten opzichte van de rest van de visueel te controleren zone ten behoeve van de uitwisselbaarheid, zoals letters alleen toegestaan volgens het Latijnse alfabet. De naam van de houder is in de MRZ slechts 39 tekens.

Fig. 3.3 Voorbeeld houderpagina met visuele vingerafdruk [ICAO DOC 9301 MRP 2006, deel 1, p. 80]

ICAO 9303 deel 1 volume 2 Elektronisch leesbare paspoorten Deel 1 volume 2 van de 9303-standaard betreft de gegevens in de elektronische chip van het paspoort (‘e-paspoort’) [ICAO Doc 9303 MRP 2006]. Het onderzoek begon in 1998 met een systematische studie naar vormen van biometrie om de identiteitsfunctie van MRTD te versterken. De contactloze geïntegreerde chip werd als opslagmedium gekozen. Public Key Infrastructure (PKI) werd toegepast om de gebruiker de zekerheid te geven dat de informatie door een bevoegde autoriteit op de chip was geplaatst. De gezichtsscan is conform de ISO/IEC 14443

standaard. De chip omvat zowel de biometrie, als de informatie van de

156 Persoonlijke mededeling J.J.M. De Moel, Expertisecentrum Identiteitsfraude

MRZ. Een e-paspoort heeft ter optische herkenning een symbool op de voorzijde.

Hoofdstuk 11.4. van de 9303-standaard noemt redenen waarom de gezichtsscan voldoet aan alle vereisten, zoals sociaal geaccepteerd, wordt al voor paspoorten genomen, aanraken of interactie met een machine is niet nodig, relatief goedkoop, visuele controle ook mogelijk en goed te vergelijken met foto's in veel beschikbare overheidsregisters. De irisscan wordt optioneel opgeslagen als template.

ICAO deel 3 volume 1 Machinaal leesbare officiële reisdocumenten Nationale identiteitskaarten in Europa dienen te voldoen aan de ICAO-richtlijnen. Resolutie 15356/06 van de Europese Unie157 steltminimum beveiligingsstandaarden op voor (het uitgifteproces van) nationale identiteitskaarten in het bijzonder inzake de biografische gegevens van de voorzijde van de kaart, het materiaal waarvan de kaart wordt gemaakt, de gebruikte druktechnieken, een uniek documentnummer aan voor- en achterzijde, bescherming tegen kopiëren alsmede

integratie van de handtekening en de foto in het materiaal van de kaart. Tabel 3.11 geeft de betekenis voor de identiteitsvaststelling weer van de genoemde verordening 2252/2004.

Verordening Betekenis voor de identiteitsvaststelling

ICAO 9303 deel 1 volume 1 machinaal leesbare paspoorten

De eisen die bijvoorbeeld aan de foto worden gesteld, zijn in detail beschreven in hoofdstuk 7 van de

standaard. In een bijlage ICAO Doc 9303 PG 2003 staat de manier waarop een foto moet worden genomen (kwaliteit, stijl en belichting, bril en hoofddeksel, uitdrukking en uitsnede).

Hoofdstuk 8.3. van ICAO 9303 deel 1 gaat nader in op 'languages and characters' wat belangrijk is als identificerende gegevens over personen eenduidig moeten worden uitgewisseld met eenzelfde schrijfwijze. Letters dienen gebaseerd te zijn op het Latijnse alfabet oftewel A-Z en cijfers op Arabische nummers oftewel 0-9. Als de nationale taal voor de verplichte gegevens-elementen op een ander alfabet of nummering gebeurt, is een omzetting (transliteration) noodzakelijk.

Er is rekening gehouden met een onbekende geboorte-datum dan wel dat de dag en/of maand van de geboorte onbekend zijn wat dan wordt weergeven als

157 Voluit: Europese Unie, Draft Resolution of the Representatives of the

Governments of the Member States meeting within the Council on common minimum security standards for Member States’ national identity cards, Brussel, nr. 15356/06, 15 November 2006.

Verordening Betekenis voor de identiteitsvaststelling XXbXXXbXX. ICAO 9303 deel 1 volume 2 elektronisch leesbare paspoorten

Als vereisten voor "the right biometric" werden gedefinieerd: compatibiliteit met het uitgifte- en

controleproces, redundantie, publiek besef en acceptatie van de opname van de biometrie en de toepassing, opslagvereisten en performance.

De optionele vingerafdruk moet ten minste als plaatje worden opgeslagen, daarnaast kunnen minutiae en/of patronen worden opgeslagen, maar deze laatste twee vormen zijn niet interoperabel.

Tab. 3.11 EG-verordening en de identiteitsvaststelling

Verordeningen veiligheidskenmerken en biometrische gegevens De verordening nr. 444/2009158 verplicht de lidstaten om vinger-afdrukken in de chip van paspoorten en reisdocumenten op te slaan. Verordening 2252/2004 heeft normen vastgesteld voor de veiligheids-kenmerken van en biometrische gegevens in door lidstaten afgegeven paspoorten en andere reisdocumenten. Doel daarvan was om een betrouwbaarder verband te kunnen leggen tussen de houder en het paspoort of reisdocument dat daardoor beter beschermd is tegen frauduleus gebruik (Overweging 1 van 444/2009). In termen van dit proefschrift gaat het dan om ‘eigenheid’ van het identiteitsdocument. Verordening 2252/2004 beschouwt het opzetten of bijhouden van gegevensbanken voor de opslag van biometrische gegevens als een nationale aangelegenheid van elke lidstaat (overweging 3 van 444/2009). Artikel 4 van 2252/2004 geeft (na aanpassing door verordening 444/2009) aan dat de biometrische kenmerken in

paspoorten en reisdocumenten alleen mogen worden gebruikt voor het verifiëren van de authenticiteit van de documenten en het verifiëren van de identiteit van de houder wanneer het overleggen van een paspoort of reisdocument wettelijk vereist is. In artikel 2 wordt verwezen naar de aanbevelingen van de ICAO betreffende aanvullende technische specificaties voor paspoorten en reisdocumenten. Kennis van deze verordeningen kan helpen om identiteitsdocumenten te kunnen controleren.

Kamerstukken II, 2010/11 25764 nr. 45 geeft inzake de genoemde

158 Voluit:Verordening (EG) Nr. 444/2009 vanhet Europees Parlement en de

Raad van 28 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad (betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en

biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten).

verordening voor 24 EU-lidstaten inzicht in de wijze waarop gegevens uit de paspoortadministratie van de lidstaat aan derden (niet zijnde

uitgevende instanties) worden verstrekt.159 Zo heeft in Spanje de politie toegang tot de vingerafdrukken, foto en handtekening indien een

voornaam en een achternaam bekend is voor juridische onderzoeken en identificaties. In Finland mogen de politie en de gendarmerie vinger-afdrukken gebruiken indien de persoon onbekend is aan de grens. In Frankrijk mogen de politie en gendarmerie vingerafdrukken opvragen voor de verificatie van de identiteit van personen. Verder hebben de agenten die binnen de politie, gendarmerie en het Ministerie van Defensie belast zijn met terrorismebestrijding, zonder rechterlijke toestemming toegang tot de gegevens die in de administratie zijn opgenomen met uitzondering van de digitale weergave van de vingerafdrukken. Ten slotte mag in Litouwen de politie gegevens opvragen voor de opsporing, echter zonder directe toegang. In de andere ondervraagde lidstaten worden geen gegevens aan derden verstrekt.

De betekenis van de EG-verordening 444/2009 voor de identiteits-vaststelling is als volgt. De biometrische kenmerken in paspoorten en reisdocumenten mogen alleen worden gebruikt voor het verifiëren van de authenticiteit van de documenten en het verifiëren van de identiteit van de houder, wanneer het overleggen van een paspoort of

reisdocument wettelijk vereist is <wr06>.