• No results found

4.3 DE THEORIE TEGENOVER DE PRAKTIJK

4.3.4 INTEGRATIE

Wanneer gekeken wordt naar de dagelijkse levens van statushouders, lijken ze op sommige vlakken al vrij goed geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Ondanks dat ze bijna allemaal naar de Javastraat gaan om boodschappen te doen en neigen contacten te leggen binnen hun eigen sociale groepen, passen ze zich al gedeeltelijk aan aan de Nederlandse cultuur. Ze gaan allemaal naar Nederlandse supermarkten, gaan uit met vrienden in het centrum en hebben al Nederlandse contacten gelegd. Een van de statushouders zei zelfs dat hij zijn etenstijd aan heeft gepast aan Nederlandse tijden. Zelf vinden ze nog niet allemaal dat de integratie goed gaat, zij linken integratie vooral aan het vinden van een baan en nog meer te weten komen over de Nederlandse cultuur. Toch blijkt uit de resultaten dat de integratie al goed op gang is gekomen. Integratie is een tweezijdig concept en de maatschappelijke condities beïnvloeden ook de integratie van statushouder (Huijnk et al., 2017). Deze condities lijken vrij goed te zijn op Zeeburgereiland. Er bestaat een duidelijk beleid voor de landing van statushouders, er zijn meerdere bewoners bereid om de statushouders te helpen en er worden activiteiten georganiseerd om de verschillende bewoners samen te brengen. Dit draagt allemaal bij aan de integratie van de statushouders.

4.3.5 Beleidsdoelen in de praktijk

Om de praktische invulling van de beleidsdoelen te toetsen, zijn de gebiedsmakelaar en de kwartiermaker van de gemeente geïnterviewd. Samenleven staat erg hoog in het beleidsplan van Zeeburgereiland, ook wordt de nadruk gelegd op een zachte landing voor de statushouders. Ellen Weers merkt dat op Zeeburgereiland nog geen sociale structuren bestaan en daarnaast zijn er nog niet genoeg voorzieningen. Deze voorzieningen en structuren zijn juist het vangnet voor de nieuwkomers. Alles is zo nieuw en er is nog geen tijd geweest om hier structureel iets aan te veranderen. Wanneer dit naast de resultaten gelegd wordt, is het

duidelijk te merken dat deze onderlinge sociale structuren inderdaad nog niet bestaan. De sociale structuur binnen de sociale groepen bestaan al wel, maar dit is ook nog in een opstartende fase. De gemeente heeft initiatieven bijgedragen door deze te financieren, zoals de huur van de buurtkamer en het opzetten van het project common ground. De initiatieven moeten echt van uit de bewoners komen, de gemeente stimuleert de mensen niet. Wel wordt er in gesprek gegaan over sommige projecten zoals de moestuinen, hier wordt dan ook gedacht aan de statushouders. Jeroen van Kemenade is de kwartiermaker en staat dichter bij de bewoners. Hij gaat vaak in gesprek met bewoners over verschillende initiatieven. Hij vindt dat het goed gaat met Zeeburgereiland. Hij stelt dat de bewoners meer geïnteresseerd zijn in praktische zaken dan in elkaar, mensen organiseren zich makkelijker op thema. Om toch meer samen te komen, helpen de meet-ups, de website en de Facebookgroepen wel. De interesse moet nog groeien. De vraag naar voorzieningen wordt echter steeds groter. De statushouders zijn volgens Jeroen heel druk met het formele gedeelte van de Amsterdamse aanpak. Daarnaast dingen ondernemen, is bijna niet te doen. Ook merken ze dat de statushouders liever naar Amsterdam Oost gaan. Daar tref je niet de buren. Daarom zijn ze common ground gestart. Wanneer dit naast de bevindingen wordt gelegd van dit onderzoek, vallen meerdere dingen op. De vraag naar voorzieningen blijft inderdaad groot, ook onder de statushouders. De statushouders zijn druk met de taal leren en andere organisatorische dingen, maar ze willen graag nog dingen doen. De vraag naar extra activiteiten is er en geen van de respondenten neemt deel aan het project common ground. Wel wordt veel gebruik gemaakt van de buurtkamer en het taalcafé, beide gesteund door de gemeente, maar komen hier nog te weinig andere bewoners op af.

5. Conclusie

In dit kwalitatieve onderzoek is gezocht naar een antwoord op de vraag: Hoe ziet het dagelijks leven en de interactie van statushouders en andere bewoners van Zeeburgereiland er uit en hoe verhoudt zich dat tot de aspiraties van het lokale beleid voor statushouders? Uit de resultaten is een overzicht gekomen van de dagelijkse levens van statushouders en andere bewoners van Zeeburgereiland. Waarna een vergelijking is gemaakt en vervolgens zijn de resultaten afgezet naast de theorie.

Belangrijke onderdelen van het dagelijks leven van statushouders zijn de taalcursus, activiteiten rondom de taal leren, integreren in de Nederlandse samenleving en het zoeken van een geschikte baan of opleiding. Alle statushouders volgen of hebben een taalcursus gevolgd en ondernemen activiteiten om de taal te oefenen. Onder andere in de buurtkamer ontmoeten ze andere buren en worden ze geholpen met organisatorische zaken. Hier leren ze ook Nederlandse mensen kennen, waardoor ze meer over de Nederlandse cultuur te weten komen. Toch is er een grote vraag naar meer Nederlands contact en kennis van de Nederlandse cultuur. Naast de taalcursus en andere activiteiten rondom de integratie, zijn de statuszoekers allemaal op zoek naar een baan. Zij worden hierbij ondersteund door de gemeente in de vorm van een klantmanager, maar hier zijn verschillende meningen over. Helaas is het lastig om een baan te vinden en vooral het niet spreken van de taal zit hier in de weg. Ook is de wens uitgesproken om meer hulp te krijgen van de gemeente bij het zoeken van een baan. Door het niet kunnen vinden van een baan of opleiding en het gebrek aan structuur, reageren de meeste statushouders negatief op de inactiviteit.

Andere dagelijkse bezigheden zijn het doen van boodschappen, sporten, uitgaan met vrienden en het gebruik van de openbare ruimte op het eiland. Boodschappen worden vooral in de Javastraat gedaan en in de grotere supermarkten in de buurt. De prijzen en de soort producten spelen een grote rol in de keuze voor de supermarkt. Alle statushouders sporten, en vrijwel allemaal gaan ze naar de sportschool. De statushouders gaan veel met vrienden om, dit zijn meestal mensen uit hetzelfde land of dezelfde cultuur. Wanneer ze familie in de buurt hebben wonen, bezoeken zij ze graag. Daarnaast houden de meeste statushouders van wandelen over het eiland. Er is een grote vraag naar lokale voorzieningen, geen van de statushouders heeft een auto waar mee zij zich verplaatsen. Ze vinden het ook belangrijk om voorzieningen en activiteiten in de buurt te hebben.

De statushouders zijn bijna allemaal sociaal gericht en willen graag Nederlandse mensen ontmoeten. Tot nu toe lijken ze meer op zoek te gaan naar gelijkgestemden, de meeste kennen alle andere statushouders in hun gebouw. Toch ontmoeten sommige statushouders ook veel andere buren, door naar de buurtkamer en het taalcafé te gaan en activiteiten te ondernemen met de IMBY groep. Er blijft een grote vraag naar meer Nederlands contact, maar ze weten zelf niet goed hoe. Alle statushouders zeggen gedag op straat en zeggen dat de buren vaak ook gedag terug zeggen. Dit geeft ze een gevoel van thuis voelen. Ook zijn de statushouders allemaal lid van de Facebook groepen van het eiland. Hier vinden ze informatie over wat er gebeurt op het eiland en er worden contacten gelegd. Daarnaast zijn verschillende statushouders ook lid van WhatsApp groepen, wat selecte groepen zijn zoals de IMBY groep. Belangrijke onderdelen van het dagelijks leven van de andere bewoners zijn hun werk en studie die zij doen. Hun leven lijkt hier rondom te zijn opgebouwd. Boodschappen worden vaak onderweg naar huis gedaan met de auto. Daarnaast hebben deze bewoners al een sociaal leven opgebouwd en doen activiteiten die ze leuk vinden, zoals naar de film gaan en concerten bezoeken.

Op het eiland ondernemen deze bewoners veel, ze lijken erg goed op de hoogte van wat er allemaal speelt en welke activiteiten ze kunnen ondernemen. De activiteiten die sommige bewoners zelf organiseren zijn bedoeld om de bewoners dichter bij elkaar te brengen. Ze gaan echter niet naar een ontmoetingsplek als de buurtkamer en slechts één respondent gaat naar het taalcafé. Wel gaan de meeste bewoners elke keer naar de meet-up. De openbare ruimte van het eiland wordt al goed gebruikt door de andere bewoners. Er wordt vooral veel langs het water gewandeld. Daarnaast worden picknicktafels neergezet in de Kea Boumanstraat en wordt er gesport op straat.

Er is veel contact tussen de andere bewoners en ze spreken de buren vaak aan, in het gebouw of tijdens het wandelen. Ze zeggen gedag tegen elkaar en maken vaak een praatje. Veel van dit contact gebeurt in hun eigen gebouw of straat en ze zoeken het niet op in andere delen van de wijk. Het contact lijkt te worden gezocht bij gelijkgestemden en sommige van de bewoners wonen ook in een gebouw met veel gelijkgestemden. Zo hebben de andere bewoners weinig contact met de statushouders. Ze weten allemaal wel dat er statushouders wonen, maar ze zoeken het contact niet op. Slecht één van de respondenten gaf aan contact te zoeken en hulp te bieden. Wel zeggen de meesten gedag tegen de statushouders op straat en onderweg.

Verschillende overeenkomsten komen nu naar voren. De grootste overeenkomsten zijn het omgaan met vrienden en uitgaan, familie bezoeken, wandelen over het eiland en de sociale instelling op straat en in de gebouwen op het eiland. Ook wordt door beide groepen gezocht naar gelijkgestemden . De grootste verschillen zitten in de activiteiten die de statushouders en de andere bewoners ondernemen en de basis van het dagelijks leven. De andere bewoners werken allemaal en bouwen hun levens hier om heen. De meeste statushouders zijn nog op zoek naar een baan en vullen hun dagelijks leven in met activiteiten om niet te veel thuis te zitten. Ook moeten zij de taal leren en een nieuw sociaal netwerk opbouwen. Dit verschil in dagelijkse invulling zorgt er voor dat de twee groepen elkaar nauwelijks tegen komen in het normale dagelijkse leven.

Deze verschillen lijken te komen door het verschil in cultuur en dagelijkse structuur. Het leven van de statushouders lijkt meer gefocust op en rondom het eiland, ze hebben geen auto en verplaatsen zich vooral met het openbaar vervoer of de fiets. Ze zoeken de dichtstbijzijnde voorzieningen op en zien graag lokale voorzieningen verschijnen omdat ze hier meer afhankelijk van zijn dan de andere bewoners. De levens van de andere bewoners zijn ook gefocust op het eiland, maar meer gericht op een manier die zij zelf kiezen. Zij hebben meer ruimte om leuke dingen te doen, aangezien ze de basis van hun sociale netwerk al op orde is. Zij hoeven hun activiteiten niet af te stellen op het ontmoeten van nog meer mensen, dit verloopt op een natuurlijkere manier.

Door de bevindingen van dit onderzoek zijn verschillende theorieën bevestigd en weerlegd in deze context. Het ruimtegebruik van de statushouders en andere bewoners verschilt op functioneel en sociaal vlak. Voor de andere bewoners geldt dat zij inderdaad een groot daily urban system hebben, maar de statushouders zijn aangewezen op lokale voorzieningen en willen dit ook graag. Wel lijken de statushouders te kunnen profiteren van de pioniersfase, waardoor een meer open sfeer in plaats van een anonieme sfeer op het eiland heerst. Daarnaast is gebleken dat de levensstijlen vooral door het verschil in dagelijkse structuur verschillen. Hierdoor is het lastig te mixen en ontstaan er geen levendige interacties. Er is ook weinig contact tussen deze twee groepen, al is de publieke familiariteit wel groot op het eiland. Er wordt veel gegroet naar elkaar en de bewoners weten veel van elkaar af. Dit doet

vermoeden dat dit in de toekomst kan leiden tot meer sociale contacten, ook tussen de twee groepen. Ook lijken de statushouders op andere vlakken dan het sociale al goed geïntegreerd. Zij nemen deel aan verschillende aspecten van de Nederlandse cultuur. Het beleid speelt hier goed op in, wat de integratie alleen maar kan versterken. Als laatste zijn de bevindingen naast de beleidsdoelen gelegd. Hier in is te merken dat het mooie ambities zijn, maar dat er op dit moment geen goede sociale basis is om deze beleidsdoelen geheel te kunnen nastreven.

6. Aanbevelingen

Uit de conclusie is gebleken dat de levensstijlen van de verschillende sociale groepen verschillen. Daarnaast is er weinig contact tussen de groepen, maar wel veel binnen de groepen. Ook persoonlijke overtuigingen en sociale verlangen komen overeen. Door de juiste begeleiding te bieden en de twee groepen elkaar te laten ontmoeten, kan dit verschil worden overbrugd. Het contact tussen de twee groepen zal moeten worden gestimuleerd, niet alleen in de vorm van financieren van verbindende activiteiten. Hier is immers van gebleken dat niet iedereen hier op af komt. Er kunnen verbinders binnen de sociale groepen worden aangewezen, een soort kwartiermakers. Dit moeten actieve mensen zijn, die zelf al een goed sociaal netwerk hebben opgebouwd. Zij kunnen binnen hun eigen Binnen dit onderzoek zijn meerdere actieve statushouders geïnterviewd, die deze rol goed op zich zouden kunnen nemen.

Daarnaast zal nog meer geïnvesteerd moeten worden in het aantrekken van een groter publiek voor de buurtkamer. De buurtkamer heeft de potentie om een spin in het web van Zeeburgereiland te worden. De statushouders en de bewoners van de Akropolistoren gaan al, maar de werkende mensen hebben weinig tijd en zin hier in. Een aanbeveling kan zijn om ook in de avond activiteiten te organiseren en meer kleinschalige activiteiten in de weekenden. Er moet ook rekening worden gehouden met de dagelijkse structuren van de andere bewoners, zodat zij de tijd en ruimte hebben om op de activiteiten af te komen. De soort activiteiten kan worden aangepast, dit kan mogelijk gemaakt worden door een kleinschalig onderzoek te doen onder de bewoners van de Sportheldenbuurt.

7. Discussie

Dit onderzoek is specifiek gericht op Zeeburgereiland en de sociale groepen die daar wonen. Doordat dit een unieke situatie is, is dit onderzoek niet te generaliseren voor alle stedelijke wijken. De aanpak en methode zijn wel toe te passen op verschillende sociale groepen in de stad. Deze vorm van onderzoek kan een globaal beeld scheppen van hoe mensen leven, waar de knelpunten liggen en wat zij nodig hebben.

Door dat dit een verkenning was van het dagelijks leven, is niet op alles diep in gegaan. Uit dit onderzoek komen verschillende knelpunten waarop in de toekomst dieper op ingegaan kan worden. Dit kan gedaan worden door meer gericht onderzoek op deze specifieke onderwerpen. Een van de belangrijkste onderwerpen waar dieper op ingegaan kan worden, is het sociaal kapitaal tussen de twee groepen, de bridging. Hier moet meer duidelijkheid over worden verkregen, zodat het beleid hier op kan worden aangepast. Daarnaast kan ook meer onderzoek gedaan worden naar het makkelijker mogelijk maken van het doen van een opleiding of het vinden van een baan voor hoger opgeleiden. Voor een master is een hoog niveau Engels nodig, dit niveau hebben de meeste statushouders niet. Er zou voor banen voor hoger opgeleiden kunnen worden gekeken naar samenwerkingen met bedrijven die deze banen bieden.

8. Literatuur

Boterman, W.R. & Musterd, S. (2016) Cocooning Urban Life: Exposure to Diversity in Neighbourhoods, Workplaces and Transport. Amsterdam: University of Amsterdam

Blokland, T. & Nast, J. (2014) From Public Familiarity to Comfort Zone: The Relevance of Absent Ties for Belonging in Berlin’s Mixed Neighbourhoods. International Journal of Urban and Regional Research 38.4: 1142-1159

Blokland, T. & Savage, M. (2008) Networked Urbanism: Social Capital in the City. Hampshire: Ashgate

Gemeente Amsterdam (z.j.) Gebiedsplan 2018: stadsdeel Oost, IJburg en Zeeburgereiland. Amsterdam: Gemeente Amsterdam

Gemeente Amsterdam (z.j.) Amsterdamse aanpak statushouders [https://www.amsterdam.nl/zorg-

ondersteuning/ondersteuning/vluchtelingen/amsterdamse-aanpak/] (geraadpleegd op 21-02- 2018,07-06-2018, 12-06-2018)

Gemeente Amsterdam (z.j.) Over de Sportheldenbuurt

[https://www.amsterdam.nl/projecten/zeeburgereiland/deelprojecten/sportheldenbuurt/sporthe ldenbuurt/] (geraadpleegd op 17-06-2018)

Gemeente Amsterdam City data (2018) Buurt RI Oost terrein

[https://data.amsterdam.nl/#?dte=gebieden%2Fbuurt%2F03630023753990%2F&dsf=openbar e_ruimte::Zeeburgerdijk&mpb=topografie&mpz=11&mpv=52.3728816:4.968042]

(geraadpleegd op 14-3-2018)

Huijnk, W. Dagevos, J. & Miltenburg, E. (2017) Een staalkaart van statushouders. MEM 92(4):359-394

Liempt, I. (2017) Taalcafe [https://zeeburgereiland.nl/activiteit/27731/taalcafe] Geraadpleegd op 08-06-2018

Lupi, T. (2008) Buiten wonen in de stad : De 'maakbaarheid' van IJburg

Nieuwlanders (2018) Nieuwlander: een mooie toekomst. Amsterdam: Nieuwlanders Pharos (2017). Factsheet Syrische Vluchtelingen. Utrecht: Pharos

Putnam, R.D. (2001) Social Capital: Measurement and Consequences. Isuma: Canadian Journal of Policy Research 2001(2) 41-51

Statushouders in beeld (z.j.) Taal en inburgeren [http://statushoudersinbeeld.nl/themas/taal- en-inburgeren/] (geraadpleegd op 11-06-2018)

Van Diepen, A.M.L. & Musterd, S. (2009) Lifestyles and the city: connecting daily life to urbanity. Amsterdam: University of Amsterdam

Van Kempen, R & Bolt, G. (2009) Social cohesion, social mix, and urban policies in the Netherlands. Utrecht: Utrecht University

Weijters, G. & Scheepers, P. (2003) Verschillen in sociale integratie tussen etnische groepen: beschrijving en verklaring. Mens en Maatschappij 78:144-156

Zeeburgereiland.nl (2017) Help een vluchteling landen in jouw buurt

[https://zeeburgereiland.nl/activiteit/25866/help-een-vluchteling-landen-in-jouw-buurt] (geraadpleegd op 08-06-2018)

9. Bijlagen

Bijlage 1. Kenmerken van de respondenten Tabel 2. Kenmerken van de statushouders

geslacht leeftijd Burgerlijke status

herkomst Hoe lang op ZBE

Werk/opleiding

SH1 Man ? Alleenstaand Syrië 1,5 jaar Stage /opleiding architect

SH2 Man ? Alleenstaand 1,5 jaar Geen werk/ opleiding docent Engels

SH3 Man ? Alleenstaand Nigeria Geen werk/ opleiding

SH4 Vrouw 40? Verloofd Syrië Vrijwilligerswerk buurtkamer en kerk

SH5 Vrouw 26 Samenwonend Syrië 8

maanden Vrijwilligerswerk buurtkamer SH6 Man 28 + 21 Getrouwd (vrouw is zwanger) Syrië 8 maanden Productie ingenieur opgeleid

SH7 Man 24 samenwonend Syrië 8

maanden

Ober in een steakrestaurant

Tabel 3. Kenmerken van de andere bewoners geslacht Leeftijd Burgerlijke

status

Herkomst Werk/opleiding Woonvorm Woonduur op ZBE

R1 vrouw >50 getrouwd Nederland, Amsterdam Programmering kerk in centrum Koophuis in CPO 2 jaar

R2 man 58 Relatie Schiedam, hiervoor Purmerend

Ingenieur Vrije sector seniorenwoning

9 maanden

R3 man 22 alleenstaand Almere Natuurkunde student Zelfstandige studentenstudio 1,5 jaar R4 Vrouw >50 Relatie, samenwonend Binnenstad Amsterdam PABO gedaan, nu Koophuis, zelfbouwkavels 1,5 jaar

R5 Vrouw Getrouwd Zeeheldenbuurt Amsterdam

Automatisering bij gemeente

Bijlage 2. Itemlijsten interviews Itemlijst statushouders en bewoners Wonen

• (Woon)geschiedenis

• Huidig -- hoe lang hier? En hoe hier gekomen?

• Buren -- doorvragen op directe buren (wat doen ze?)

• Huis -- tevreden?

Dagelijks leven

• Werk + opleiding

• Gezin

• Wat doen ze?

• Waar? • Hoe? -- Vervoer • Ontmoetingen • Contacten onderweg Activiteiten • Boodschappen • Recreatie • ZBE specifiek • Sociaal • In de publieke ruimte • Voorzieningen ZBE Contacten • Hoe? • Wanneer? • Waar? Extra’s: • Digitaal FB ZBE • Toekomstplannen -- op ZBE Itemlijst informanten

Waar hiervoor gewerkt? Hoe loopt het op ZBE nu?

Is er iets veranderd? Is er een verschil tussen vorige werk en hier?

Gebiedsplan:

• opzet

• Doelen

• Zachte landing SH Praktijk:

- Hoe gaat het in de praktijk er aan toe?

- Hoe zou je willen dat het er aan toe gaat in de praktijk? Initiatieven en hulp van de gemeente