• No results found

Aan de cliënten die contact hebben met een ervaringswerker heb ik gevraagd hoe dit contact ooit tot stand is gekomen. Allen gaven zij aan dat dit contact niet door hen zelf, maar ooit door hun sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) geïnitieerd is. Deze hulpverlener vroeg de cliënt dan of hij of zij interesse heeft in dit contact, of dat er een bezwaar was wanneer de ervaringswerker eens een keer bij hun afspraak (dus van de cliënt en de SPV) aanwezig zou zijn. De reacties op deze vraag lopen vervolgens erg uit een. Zo zijn er cliënten die eigenlijk niet ‘nog iemand’ erbij wilden maar het toch een kans gaven, cliënten die het niets uitmaakten en het wel wilden proberen, of cliënten die aange- ven dat het idee om met een ervaringswerker te praten ze juist erg aansprak.

Nee ik had het niet aangegeven. Nee ik kan me dat niet herinneren nee, ik kan me herinneren dat dat aangeboden werd. Of ik het prettig zou vinden… Volgens mij werd er gezegd, of ik het prettig zou vinden als ik met een ervaringsdeskundige zou praten. Zoiets.

(José, wel contact met een ervaringswerker)

13

42 Het merendeel van de cliënten geeft vervolgens aan niet te weten waarom ooit tot het initiëren van het contact met de ervaringswerker besloten is: zij kunnen enkel een suggestie doen, gebaseerd op wat zij denken dat de reden is. Deze reden kan volgens de cliënten bijvoorbeeld een probleem zijn dat door de cliënt zelf wordt ervaren: zo is er een mannelijke cliënt die behoefte had om, naast zijn vrouwelijke SPV, eens met een man in contact te zijn. Maar ook hebben de cliënten het idee dat de reden een probleem kan zijn dat door het behandelende team wordt ervaren: een cliënt geeft bij- voorbeeld aan dat het contact waarschijnlijk is geïnitieerd zodat er meer controle kan worden uitge- oefend op haar, omdat ze de neiging heeft weinig met haar hulpverleners in contact te zijn. Het is opvallend dat de cliënten dus vaak denken dat de ervaringswerkers worden ingezet om een ‘pro- bleem’ op te lossen.

De professionals bevestigen tijdens de focusgroepen dat het contact tussen de cliënt en de ervaringswerker vaak vanuit het team wordt geïnitieerd: de teams besluiten dat het contact met een ervaringswerker voor (de behandeling van) de cliënt van nut zou kunnen zijn, waarop dit contact aan de cliënt wordt voorgesteld. De redenen voor het nemen van deze beslissing lopen erg uiteen. Dit kan zijn wanneer een cliënt bijvoorbeeld wil stoppen met medicatie (en het team het daar niet mee eens is), wanneer een cliënt boos is op de behandelaren, als er duidelijke overeenkomsten tussen de cliënt en de ervaringswerker worden gezien (bijvoorbeeld alcohol of drugsgebruik), of om de cliënt perspectief of een maatje te bieden. Dat de ervaringswerkers bijna alleen via hulpverleners voorge- steld lijken te worden vinden de ervaringswerkers zelf niet zo gek: de cliënten komen uit een voortra- ject, en de intake gesprekken worden door de hulpverleners gedaan.

Je moet je realiseren dat wij de langdurige zorg zijn, dus er heeft altijd al een voortraject ingezeten. Dus op het moment dat ze bij ons komen worden ze ingetekend…. Vaak door een SPV-er14 of een psycholoog… En dat doen wij als ervaringswerker zelf niet. Dus je hebt bijna niet de kans om zelf eerst contact met een cliënt te maken.

(Focusgroep Ervaringswerkers) Wat een enkele hulpverlener en ervaringswerker aan kaart, is dat de ervaringswerkers nu af en toe ook bij de intakegesprekken aanwezig zijn. Op die manier is de ervaringswerker dus al vanaf het be- gin bij het contact met de cliënt betrokken en kan de ervaringswerker zichzelf voorstellen. Deze situ-

14

Wanneer er wordt gesproken over een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, wordt deze in spreektaal altijd de ‘SPV-er’ genoemd. Ik zal deze afkorting in de uitspraken hanteren, maar in de tekst de correcte afkorting (SPV) gebruiken.

43 atie lijkt echter nog uitzonderlijk te zijn: over het algemeen besluit het team tot de inzet van erva- ringswerkers, en deze inzet lijkt probleemgericht te zijn.

5.2 Behoefte

Na een paar gezamenlijke bijeenkomsten tussen de cliënt, de SPV en de ervaringswerker, wordt ge- keken of het contact tussen de ervaringswerker en de cliënt wel of niet wordt voortgezet. Wanneer de cliënt het contact als van meerwaarde beschouwt, wordt afgesproken zonder de aanwezigheid van de hulpverleners: in dit verdere contact tussen de cliënt en de ervaringswerker wordt vervolgens de rol van de ervaringswerker vormgegeven.

Het komt echter ook voor dat het contact niet wordt voortgezet. De cliënt ervaart dan geen klik met de ervaringswerker15 of heeft verder ‘geen behoefte’ meer aan dit contact. Eerder in dit hoofdstuk werd ook al opgemerkt dat er cliënten zijn die aangeven geen behoefte te hebben aan het contact met een ervaringswerker. Dit kan zijn omdat het contact met de ervaringswerker soms niet als van meerwaarde op de huidige geboden hulp wordt gezien. Er zijn cliënten die willen dat hulpver- leners hen praktisch helpen, bijvoorbeeld door het geven van medicatie of het regelen van de finan- ciën. Zij weten niet zo goed wat ze met de verhalen (dus de ervaringen) van de ervaringswerker aan moeten. Ze willen deze ‘nare verhalen van anderen’ niet horen, en verwachten ook niet dat ze er wat aan hebben, omdat ‘niemand hetzelfde meemaakt’ en ‘iedere ervaring anders’ is: het is dus voor de cliënten niet altijd duidelijk te zijn wat een ervaringswerker voor hen kan betekenen. Ook zijn er cli- enten die worden af geschrokken door het idee dat er ‘weer’ iemand is die zich met de cliënt ‘gaat bemoeien’, en waar de cliënt zijn of haar eigen verhaal ‘weer’ aan moet vertellen.

Daarnaast lijkt ook de ervaringswerker, ondanks de grote stappen die zijn genomen binnen zijn of haar eigen herstel, nog te lijden onder een zeker stigma, en daarom niet als een volwaardige professional te worden gezien. Cliënten vragen zich af wat zij van een andere (ex) cliënt, en dus een andere gek kunnen leren. Er wordt gedacht dat de ervaringswerker geen opleiding heeft gevolgd, en als dit al wel zo is, dan zeker niet vergelijkbaar met die van de hulpverleners. Er zijn cliënten die veel waarde (lijken te) hechten aan de professionaliteit van hulpverleners als de psychiater en de psycho- loog, omdat deze ‘van bovenaf’ de situatie (goed) kunnen bekijken, je jezelf als cliënt aan hun profes- sionaliteit kunt optrekken en omdat zij meer (bruikbare) kennis zouden bezitten.