• No results found

Universeel rationalisme

De nieuwe steden die op basis van het eerste Vijfjarenplan gebouwd zouden worden, waren ideologisch erg belangrijk. Daar kon men laten zien waar het socialisme werkelijk toe in staat was, zo was de gedachte. Bovendien leek het transformeren van bestaande steden

moeilijker dan het tabula rasa opbouwen van nieuwe steden. De Ernst-May-brigade, zoals Das neue Frankfurt zich na aankomst in de Sovjet-Unie hernoemd had, zou in dat land ongeveer twintig van dergelijke steden ontwerpen.121 Hoewel die soms duizenden kilometers uit elkaar lagen, hadden veel steden die de brigade ontwierp dezelfde eigenschappen omdat enkele eigenschappen consequent werden toegepast.

De basis voor de stedenbouwkundige ruimte in de steden die de brigade ontwierp, werd primair gelegd door het concept voor de wijk Goldstein over te nemen. Deze wijk was het laatste, niet uitgevoerde ontwerp dat Das neue Frankfurt in Frankfurt ontworpen had. Dat impliceerde de toepassing van noord-zuid georiënteerde strokenbouw voor een maximale daglichtopbrengst, die maximaal vier verdiepingen hoog was.122 Het brigadelid Walter

121 John Robert Mullin sprak zelfs over “200 large cities”, maar hij heeft waarschijnlijk een nul teveel geschreven. Zie Mullin 1977, 20. Als de 700.000 arbeiders en familie – het ging vooral om kinderen omdat vrouwen ook vaak werkten – verdeeld zouden worden over tweehonderd steden, zou er in elke stad gemiddeld 3.500 arbeiders met familie wonen. Het urbanisme, waarvan de stedenbouwkundige dimensie niet controversieel was geworden, ging uit van ongeveer 50.000 inwoners per stad. Een gemiddelde van 35.000 per stadsontwerp van de Ernst-May-brigade lijkt daarmee veel realistischer, althans qua intentie.

122

Pistorius 1987, 296. Zie Mohr en Müller 1984, 227-229; Risse 1984, 295-297 voor projectdocumentatie over Goldstein. Om verwarring te voorkomen is het goed te vermelden dat de wijk Goldstein uiteindelijk gebouwd is op basis van een nieuw ontwerp door een ander stedenbouwkundig ontwerpbureau.

Afb. 12: Het niet uitgevoerde ontwerp van de wijk Goldstein in Frankfurt gold in 1930 voor Ernst May en Walter Schwagenscheidt als uitgangspunt voor alle nieuwe steden die zij in de Sovjet-Unie ontwierpen.

39 Schwagenscheidt, bekend als dogmatisch voorvechter van deze benadering, meende zelfs dat

strokenbouw in de Sovjet-Unie nog relevanter was dan in het Westen. De bewoners waren vaak voormalige boeren die volgens hem door de strokenbouw in een opener relatie met het landschap stonden,

waardoor functionalistische architectuur als middel diende om moderne arbeiders met hun

traditionele achtergrond te verbinden.123 Op een stedenbouwkundige schaal onder de stad maakte hij gebruik van een concept dat eveneens consequent werd toegepast in veel stadsontwerpen. Centraal stond het voetgangersgebied met aan weerszijden noord-zuid georiënteerde en parallel aan elkaar ontworpen strokenbouw. Aan de oostelijke en westelijke uiteinden van het voetgangersgebied waren enkele gemeenschappelijke voorzieningen ontworpen.

Schwagenscheidt had meer aandacht voor de arbeider dan het Vijfjarenplan, dat vooral dicht bij Ford stond. De visie van Schwagenscheidt was te beschouwen als een herinterpretatie van een moderne stedenbouw die Stam al in 1925 beschreef: “The city of the Middle Ages was a closed city, surrounded by a wall. (…) The new city is open.”124 De

stedenbouwkundige principes van Stam en Schwagenscheidt waren gelijksoortig, maar de argumenten daarvoor waren dat typisch genoeg niet. Stam formuleerde de nieuwe stad als antithese van de klassieke stad, terwijl Schwagenscheidt nadrukkelijker appelleerde aan de stedenbouw als uitdrukking van het politiek-maatschappelijk kader.

Toch was de aanname van Goldstein als basis een ongelukkig gekozen strategie, want dat ontwerp gold als afsluiting van een periode waarin Das neue Frankfurt volgens de

123

Schwagenscheidt 1971, 76.

124

Stam, geciteerd in: Ingberman 1994, 137.

Afb. 13: Haaks op en noordelijk en zuidelijk van het voetgangersgebied ontwierp Walter Schwagenscheidt in 1931 strokenbouw in het

algemeen concept. Gemeenschappelijke voorzieningen werden oostelijk en westelijk gesitueerd. Het noorden is hier rechtsboven.

40 architectuurhistorici Christoph Mohr en Michael Müller zelf conservatief was geworden

doordat het zijn zelfkritische vermogen verloren had. Het leverde een starre, bijna utopische stedenbouwkundige benadering op die geen creativiteit toeliet om – zoals in eerdere

projecten – aan de locatie gebonden problemen op te kunnen lossen. Deze benadering had Ernst May al in Frankfurt steeds verder geabstraheerd. Begonnen als locatiespecifieke benadering leidde de eerder genoemde stedenbouwkundige collectivisatiedrang tot een steeds verdere rationalisering, die uiteindelijk voor alle bewoners vooral evenveel zonlicht moest opleveren.125 Onder leiding van Schwagenscheidt werd berekend waar de

strokenbouw gesitueerd moest worden voor de maximale zonlichtopbrengst.126 De overbevolkte Mietskaserne uit de negentiende eeuw, een gruwel voor sociaal toegewijde stedenbouwkundigen als May, werd door Das neue Frankfurt stapsgewijs aangepast tot strokenbouw.127 Deze ontwikkeling is toegeschreven aan een toenemend rationalisme in de moderne beweging.128

Dat het ontwerp ogenschijnlijk simpel naar de steppen in de Sovjet-Unie gekopieerd kon worden, leek de conclusie van Mohr en Müller onbedoeld te bevestigen. De Ernst-May-brigade leek dat al te beseffen voor dat Mohr en Müller die conclusie überhaupt konden trekken. Goldstein mag als basis voor de stedenbouwkundige ontwerpen van de brigade in de Sovjet-Unie gelden, de invloed van de eerder ontworpen wijken Westhausen en Hellerhof in Frankfurt zou steeds belangrijker worden. De strokenbouw was in veel ontwerpen in de Sovjet-Unie alleen bij benadering noord-zuid georiënteerd, een verandering ten opzichte van Goldstein die steeds belangrijker zou worden. Daarmee leek de brigade terug te grijpen op

125 Mohr en Müller 1984, 43, 87-93. 126 Mullin 1977, 18. 127

Buekschmitt 1963, 38; Lorenz 1986, 79-80; Mohr en Müller 1984, 15, 93.

128

Lorenz 1986, 79; Panerai et al. 2004, 107-110.

Afb. 14: Een overzicht van hoe het stedenbouwkundig rationalisatieproces in Das neue Frankfurt stapsgewijs tot stand kwam. De derde stap volgde op de wijk Hellerhof in Frankfurt van Mart Stam.

41 de in 1929 opgeleverde wijk

Westhausen in Frankfurt,

waarvan de oriëntatie ook alleen bij benadering noord-zuid was.129 Er wordt beweerd dat de

zonlichtopbrengst in Westhausen desondanks optimaal was, maar dan kon dat niet het geval zijn in het ontwerp voor Goldstein.130 Zolang de oriëntatie maar ongeveer noord-zuid was, leek het rationalisme binnen de wijken belangrijker in

de ontwerpen van Ernst May, voor en na die van Goldstein.

De wijk Hellerhof die Stam in 1928 ontwierp was een tussenstap in het

rationalisatieproces van Das neue Frankfurt. Net als Schwagenscheidt onderzocht hij in deze wijk welke verdiepingshoogte

toelaatbaar was om de parallel geplaatste strokenbouw niet de zonlichttoetreding te ontnemen. Hoewel het rationalisme in het ontwerp door de

gebouwcompositie aan een zijde beperkt bleef tot open hoeken, waardoor zichtlijnen vanaf de straten aan de kopse kant van de strokenbouw nog niet mogelijk waren, herkende May in dit ontwerp de kwaliteit en potentie van een steeds verder ontplooid rationalisme.131 Stam en

129

Zie Mohr en Müller 1984, 253-255; Risse 1984, 278-281 voor projectdocumentatie over Westhausen.

130

Chant 1993, 151; Mullin 1977, 17. De ideale zonlichtopbrengst verschilt per plek op de aarde, maar de verschillen tussen twee willekeurige plaatsen in Frankfurt zijn te verwaarlozen omdat hun onderlinge afstand nihil is ten opzichte van de aarde. Het zonlicht is dus een constante, waardoor de ontwerpen voor Goldstein en Westhausen niet beide een maximale zonlichtopbrengst hebben kunnen krijgen.

131

Risse 1984, 18.

Afb. 15: De oriëntatie van de wijk Westhausen in Frankfurt, in 1929 opgeleverd na een ontwerp van Das neue Frankfurt, was alleen bij benadering noord-zuid. Dat nam niet weg dat het ontwerp aan een streng rationalisme werd onderworpen.

Afb. 16: Het ontwerp dat Mart Stam in 1928 voor de wijk Hellerhof in Frankfurt maakte, geldt als een tussenstap in het rationalisatieproces van Das neue Frankfurt.

42 Schwagenscheidt waren de uitzonderingen die de koers van Das neue Frankfurt en de Ernst-May-brigade wezenlijk beïnvloed hebben, want May stond ook wel bekend als een “aesthetic dictator”.132

Achteraf bleek het naïef, maar het was een feit dat de sovjetontwerpers en -autoriteiten dat universalisme nadrukkelijk weerspiegelden. Zo schreef Ginzboerg dat de gelijkmakende kracht van moderne technologie en economie veel zwaarder zou wegen dan lokale of nationale kenmerken van het bouwen, een stelling die met de feiten

overeenkwam.133 Hoewel er in het Oeralgebied en in Siberië vanwege het klimaat meer belang werd gehecht aan dichte wanden, gesloten plattegronden en bouwblokken, ging het hier wel duidelijk over constructivisme.134 Moderne architectuur in de Sovjet-Unie was internationaal van vorm en socialistisch van inhoud. Dat dat feitelijk neerkwam op een stijl die strikt genomen door landsgrenzen beperkt werd, kwam slechts doordat de socialistische revolutie zich nog niet verder over de wereld verspreid had.

Er bestonden nuanceverschillen tussen Goldstein, Westhausen en Hellerhof, maar het waren de overeenkomsten die overheersten. Het als universeel beschouwde

rationalisme, gesteund door het grensoverschrijdend karakter van de architectuur en stedenbouw in de Sovjet-Unie, was de legitimering om eigenschappen van wijken in

Frankfurt in wisselende mate ook toe te passen in steden in de Sovjet-Unie. Het ontwerp van de Ernst-May-brigade voor

Nizjni Tagil is het beste voorbeeld van hoe de ontwerpeigenschappen te herleiden zijn tot die drie wijken. Het ontwerp stond onder leiding van Aleksandr Mostakov, sovjetlid van de Ernst-May-brigade. Het was niet vreemd dat de hand van May duidelijk zichtbaar was in het rationalisme en

schematisme dat Mostakov propageerde: 132 Oberlander 1999, 64. 133 Ginzboerg 1982, 86 134 Kazus 1993, 65.

Afb. 17: In het ontwerp voor Nizjni Tagil, dat Ernst May met Aleksander Mostakov ontwierp in 1931-1932, verdraaide hij de oostelijke wijken alleen in hun geheel.

43 “The experience of planning a number of cities shows that it was the performing of an engineering-and-economic, rather than architectural task. In our work on [Nizjni, FV] Tagil, we tried to disprove the thesis that (the) architect would be able to ‘comb’ any scheme later. (The) architect begins from a scheme.”135

Het schema van de architect, in dit geval als stedenbouwkundige, liet toe dat de ontwerpen van Goldstein en Westhausen in Nizjni Tagil naast elkaar gekopieerd werden. Net als in Westhausen werd de dominante strokenbouw in de oostelijke wijken alleen ongeveer noord-zuid georiënteerd, terwijl die in het westen van de stad wel consequent in die richting werden gepositioneerd. Beide stadsdelen waren ook verwant aan Hellerhof, want haaks op de dominante richting van de strokenbouw waren kleine bouwlichamen voorzien. Dat deed enig afbreuk aan het volmaakt rationalisme dat May met Das neue Frankfurt had benaderd. Anders dan tussen wijken kwam dat erop neer dat er in wijken vrijwel alleen hoeken van negentig graden voorkwamen, om zo uitdrukking te geven aan de ordelijkheid van de nieuwe stad. Het consequent toepassen van deze stedenbouwkundige ingreep versterkte op zijn beurt de seriematigheid en daarmee een andere eigenschap van het rationalisme.

Andere principes die de Ernst-May-brigade naar de Sovjet-Unie had meegenomen, vonden – naast Goldstein – weerklank in het hele oeuvre van Das neue Frankfurt. Een concept dat May aan zijn tijd in Engeland had overgehouden – hij had daar twee jaar

gewerkt bij Raymond Unwin, een icoon van de internationale tuinstadbeweging –, was om de steden onder te verdelen in steeds weer kleinere groepen mensen, zodat het aantal mensen dat op de gemeenschappelijke functies was aangewezen ook steeds kleiner werd. In de hoogste, stedelijke schaal bevonden zich de overheid, het cultuur- en sportcentrum, het ziekenhuis en hoger onderwijs. Op de schaal van wijk daaronder, waar consequent ongeveer tienduizend mensen gehuisvest werden, werden in het wijkcentrum winkels, de school, de wasserij en het postkantoor verzameld. In Frankfurt bestonden communehuizen niet, maar in de Sovjet-Unie werden hierin eethuizen en kinderdagverblijven opgenomen. Ook in straten bestond een hiërarchie. In dezelfde volgorde ging het hier om regionale ontsluitingswegen, wegen voor doorgaand verkeer en straten voor bestemmingsverkeer.136 De eerder

genoemde verdeling tussen woningtypen, opgelegd door de sovjetautoriteiten, werd eveneens consequent toegepast door de Ernst-May-brigade.

Magnitogorsk en Stalingrad – het kortstondig utopisme van Ernst May

In Magnitogorsk zou de op een na grootste fabriek ter wereld gebouwd worden om er ijzererts te delven. Ze werd ontworpen door Amerikaanse ingenieurs van de allergrootste

135

Mostakov, geciteerd in: Boedantseva 2007, 115.

136

44 fabriek, gebouwd in Gary in de Amerikaanse staat Indiana. Samen met de nabijgelegen mijn zou het complex de staalfabrieken van de stad vormen. Dit zou helpen om van de Sovjet-Unie een van de meest geïndustrialiseerde landen ter wereld te maken.137 Voor de steden zouden vooral stedenbouwkundigen ingezet worden die in Duitsland werkzaam waren geweest, want “was die Amerikaner für die Fabrikaufbau (sind), sind die Deutschen für den Wohnungsbau”.138

Magnitogorsk, dat haar naam ontleende aan de nabijgelegen Magneetberg, werd de eerste opdracht van de Ernst-May-brigade. May stond tevens aan de leiding van de

Tsekombank, een sovjetinstituut dat de financiering van nieuwe steden begeleidde en gerechtigd was om een ontwerp te laten maken, maar dat laatste gold ook voor Gripogor, waar de sovjetarchitect Sergej Tsjernysjov de leiding had. Verschillende andere

sovjetstedenbouwkundigen hadden ook al plannen gemaakt voor de stad. Zowel

urbanistische en de-urbanistische ontwerpen als een enkele utopie – die van Miljoetin – die elementen van die twee concepten combineerde, waren al op de opgave losgelaten. Het ging hier zowel om uitgenodigde architecten als om architecten die hun uiteindelijk veel bekender geworden ontwerpen ongevraagd indienden.139 Daarom was de te bouwen stad een uitstekend voorbeeld van een reeks stedenbouwkundige ontwerpen die door de autoriteiten veel te utopisch geacht werden.

Het was dit moment dat de drang tot experimenteren abrupt werd onderbroken door het eerder genoemde verbod van de Communistische Partij, waardoor alle ontwerpen irrelevant werden. De enige uitzondering was het eerste ontwerp van Tsjernysjov, omdat dit van de voorgelegde ontwerpen het meest overeenkwam met het leninistisch wonen.140 Toch

137

Malenki 1932, 9-18. Statistieken werden in de Sovjet-Unie vaak onderworpen aan censuur, dus of de vele cijfers die Malenki noemt kloppen, is niet na te gaan. Ze zijn echter als feiten in de geschiedenisboeken opgenomen, waardoor ze bijgedragen hebben aan de romantische verhalen over deze fabriek.

138

Borngräber 1977, 115. Deze conclusie is niet geheel juist. Al deze stedenbouwkundigen waren weliswaar in Duitsland werkzaam tot zij naar de Sovjet-Unie vertrokken, maar juist enkelen van de invloedrijkste ontwerpers hadden andere nationaliteiten. Zo waren Hannes Meyer en Hans Schmidt Zwitsers en waren Mart Stam en Johan Niegeman Nederlanders.

139

Deze ontwerpen werden in opdracht of voor een prijsvraag ontworpen. Zie Post, Altrock en Braun 2003, 46-56 voor een beschrijving van de ontwerpen en de kritieken die zij kregen van de jury en de pers. Veel bekender geworden zijn het de-urbanistische ontwerp van Moisej Ginzboerg en Michail Barsjtsj en de twee ontwerpen die zowel urbanistische als de-urbanistische kenmerken hadden van Nikolaj Miljoetin en Ivan Leonidov. Zie Miljoetin 1974, 70-73 voor de stedenbouwkundige context van het ontwerp van Miljoetin, maar ook pp. 50-120 voor de bredere context – onder meer vergelijkingen met andere bekende ontwerpen – van het ontwerp. Informatief en rijkelijk geïllustreerd is de projectdocumentatie van Frits Palmboom over de ontwerpen van Ginzboerg, Barsjtsj en Leonidov. Zie Palmboom 1979, 71-73 voor het ontwerp van Ginzboerg en Barsjtsj. Zie Palmboom 1979, 75-78 voor het ontwerp van Leonidov.

140

45

Afb. 18: Het ontwerp van sovjetstedenbouwkundige Sergej Tsjernysjov uit 1930 voor Magnitogorsk was het enige ontwerp voor die stad dat door de resolutie van de Partij uit 1930 niet controversieel werd.

moest het grondig herzien worden. Tsjernysjov zelf meende dat hij te weinig rekening met het landschap gehouden had. De door Tsjernysjov gewenste herziening kon niet voorkomen

dat men op basis van dat plan op 5 juli 1930 toch al begon te bouwen.141 Pas toen kwamen de bouwers er achter dat de schadelijke fabriekslucht precies over de toekomstige stad zou waaien. Omdat Tsjernysjov de stad tegen de fabriekspoorten aan had ontworpen, werd omwille van de wind de locatie van de stad twee kilometer zuidoostelijker geprojecteerd.142 Het belang van het proletariaat zal voor hem belangrijk geweest zijn, maar de in mei 1930 door de Communistische Partij afgekondigde norm om steden op twee kilometer afstand te stichten was dat beslist ook.143 In de architectuurgeschiedenis werd dit niet als een belemmering ervaren, want volgens de sovjetarchitectuurhistoricus Aleksej Malenki werd de stad beschermd door een heuvelrug en de – door Malenki fictief aangepaste – hoofdwindrichting.144

Hij had geen aandacht voor de planlocatie die aan alle zijden anders afgebakend was, waardoor het voor Tsjernysjov en May moeilijker werd om een samenhangend ontwerp te maken.

Ook daarna kwamen er aanvullende voorwaarden van de staatsplancommissie, die het beoogde inwoneraantal naar 120.000 verhoogde, en van de fabrieksdirecteur, die met succes eiste dat de fabriek in de richting van de stad mocht uitbreiden.145 Ernst May raakte bij het ontwerp betrokken toen hem gevraagd werd het ontwerp van Tsjernysjov te

bekritiseren, maar in plaats daarvan kwam hij met een eigen plan.146 Dat bestond uit zijn bewerking van het plan van Miljoetin voor de lineaire stad, die hij voor Magnitogorsk had

141 Kotkin 1997, 110. 142 Kotkin 1997, 111. 143

Post, Altrock en Braun 2003, 57.

144

Malenki 1932, 65.

145

Kotkin 1997, 110, 113; Post, Altrock en Braun 2003, 58.

146

46 ontworpen.147 Net als de andere buitenlanders was May uitgenodigd om met een frisse blik naar de discussie tussen urbanisme en urbanisme te kijken, om prompt het

de-urbanistische plan van Miljoetin als basis over te nemen. Zo fris bleek zijn blik dus

aanvankelijk niet te zijn, waardoor de autoriteiten onaangenaam verrast geweest zullen zijn. Behalve dat May bij aankomst in Magnitogorsk tot zijn verbazing merkte dat er al gebouwd werd, kwam May er net als Tsjernysjov achter dat het landschap zich niet leende voor deze utopische benadering.148 Omdat May als westerse stedenbouwkundige niet alleen geacht werd politiek-maatschappelijk verantwoord, maar ook concreet te ontwerpen, was dit ontwerp in ieder geval opzienbarend – zelfs zonder kennis van het landschap.

Dat betekende echter niet dat May de lineaire stad voor andere ontwerpen per definitie afwees. Net als Miljoetin maakte hij voor zijn ontwerp van Stalingrad weer gebruik van het concept.149 Samen met het eerste ontwerp voor Magnitogorsk was dit de

belangrijkste uitzondering op de stelling dat de stedenbouwkundige ontwerpen zich in het spanningsveld tussen invloeden van Goldstein, Hellerhof en Westhausen bevonden. Opvallend was dat het centrale stadsdeel een hogere dichtheid had en dat hij van een concurrerend ontwerp van Vladimir Semjonov zei dat het economisch en sociaal een slecht idee was om de stad in vijf gelijkwaardige steden op te delen. Die deling zou plaatsvinden op basis van de industriële functie en zou vermengd worden met woongebieden.150 Hoewel May deze combinatie voor satellietwijken in Breslau zelf had voorgesteld, zei hij dat de

industrieplanning niet het domein van de stedenbouwkundige was.151 Deze constateringen duiden erop dat hij de kapitalistische stad die hij eerder in Frankfurt stedenbouwkundig wilde beteugelen, later wellicht onbewust toch had meegenomen naar de Sovjet-Unie. Het

nivelleren van de dichtheid was in de Sovjet-Unie een belangrijk middel in het bestrijden van de opeenhoping van mensen zoals in kapitalistische steden. Bovendien had Miljoetin

aangetoond dat de planning van industriegebieden onlosmakelijk met de sovjetstedenbouw verbonden was. De stelling van May dat dit overgelaten moest worden aan ingenieurs met specifieke expertise was verdedigbaar in het Westen, maar niet in de Sovjet-Unie. De sovjetstedenbouw gaf uitdrukking aan het politiek-maatschappelijk kader, maar deed dat wel