• No results found

iedere leeftijd Speelt op zijn manier

Spel en Speelgoed

3. iedere leeftijd Speelt op zijn manier

3.1. Van 0 tot 12 maanden

Spelen is bewegen: armen, benen, handen, …

Spelen is omgaan met voorwerpen. Na een periode van zwart-wit is rood de eerste kleur die je baby kan

onderscheiden. Vanaf zeer jonge leeftijd is het aan te bevelen een paar felgekleurde voorwerpen in het zicht te plaatsen.

Een te drukke omgeving en te veel zaken om naar te kijken zijn minder aantrekkelijk voor je kind.

Om afplatting van het hoofdje te voorkomen, kan je je baby het best geregeld van houding wisselen als hij wakker is. Je kan je baby af en toe op zijn zij, op zijn buik, op de speelmat of in de box leggen. Daardoor oefent hij vaardigheden die belangrijk zijn voor zijn ontwikkeling. Je kan het best met korte periodes beginnen, want je baby vindt het niet altijd prettig. Stimuleer je baby in het spel door mee op de speelmat te gaan zitten en samen te spelen. Trek bijvoorbeeld je baby’s aandacht met kleurrijk speelgoed als hij op zijn buikje ligt en maak fietsbewegingen met je baby’s beentjes als hij op zijn rugje ligt.

Je baby luistert graag naar gevarieerde geluiden, zoals hoge en heldere tonen en een gesprek.

Kleurrijk speelgoed dat de aandacht trekt door beweging of muziek, stimuleert de zintuigen. Zo kan je bijvoorbeeld een mobiel met geluid en felle kleuren aan het wiegje of de box hangen. Verander het regelmatig van plaats, zodat de baby gestimuleerd wordt om zijn hoofd naar verschillende richtingen te draaien.

Je baby reikt, grijpt en slaat naar voorwerpen die hij ziet.

In het begin zijn dit ongecoördineerde bewegingen. Later zijn ze gerichter. Baby’s houden van eindeloze herhaling.

Door voortdurend hetzelfde te doen, leren ze een voorwerp kennen. Door middel van kleine variaties proberen ze nieuwe dingen uit.

Door samen met volwassenen te spelen, wordt het spel van baby’s geleidelijk aan interactiever en meer gericht op de wereld rondom hen, bijvoorbeeld kiekeboe-spelletjes, geluiden maken met de rammelaar.

Maak al snel een onderscheid tussen de slaapplaats en de plaatsen waar het kind ligt als het wakker is. Kies voor een rustigere slaapomgeving. Het is niet nodig het kind te doen inslapen met muziek of mobieltjes of veel speelgoed.

3.2. Van 12 tot 18 maanden

Je kind begint creatief te spelen en wil je graag nabootsen.

Je kindje leert lopen en gaat die nieuwe vaardigheid verder oefenen in allerlei bewegingen: met een wandelwagentje rijden, een grote doos of een kar voor zich uit duwen, iets achter zich aan trekken, ...

Zijn handen zijn beter op elkaar afgestemd en je kind kan al blokken op of naast elkaar plaatsen.

Je kindje kijkt graag in kijk- en voelboekjes. In je plaatselijke bibliotheek kan je leuke boekjes ontlenen.

3.3. Van 18 maanden tot 3 jaar

Je peuter doet graag alsof en houdt van fantasiespelletjes.

Hij gaat nu vooral dingen imiteren en situaties uitbeelden die zich in de omgeving voordoen, bijvoorbeeld de pop eten geven met een lepel, autorijden, koken.

Hij begint met handen en vingers fijne bewegingen uit te voeren, zoals dikke kralen aan een touw rijgen. Je kind leert zich nog veel beter voortbewegen: rennen, springen, tuimelen, met een bal spelen, op een driewieler rijden, ...

Je peuter begint te tekenen met krassen en hij begint te krabbelen. Papier, dikke oliekrijtjes of kleurpotloden zijn leuk speelgoed.

Water, zand, speeldeeg, klei en verf zijn vormeloze materialen die door de fantasie van je kind gekneed worden.

In de peutertijd is elk kind meestal nog met zijn eigen spel bezig. Van samenspel is weinig sprake. Maar je peuter krijgt wel belangstelling voor de bezigheden van andere kinderen.

Ze komen met elkaar in contact, bootsen elkaar na, lopen in groep, ...

Boekjes en verhaaltjes blijven interessant. Je kindje houdt ervan dat het verhaaltje altijd op dezelfde manier wordt verteld. Op die manier is de wereld voorspelbaar voor je kindje, wat een veilig gevoel geeft.

3.4. De kleuter

Als je kindje naar de kleuterklas gaat, wordt het fantasiespel ruimer en imiteert het ook situaties uit de klas.

Kinderen houden meestal van verkleedpartijtjes. Soms spelen ze om de wereld van volwassenen te oefenen met voorwerpen die volwassenen dagelijks gebruiken. Daarom spelen ze op bepaalde momenten liever met keukengerei, zoals potten en lepels, of met rommel, zoals touwtjes en papiertjes, dan met echt speelgoed.

Via doktersspelletjes kan je kind zijn interesse voor het lichaam kenbaar maken. Doktersspelletjes met

leeftijdsgenootjes zijn volledig normaal. Ga wel af en toe eens kijken of alles veilig verloopt.

Je kindje gaat hoe langer hoe meer samenspelen met andere kinderen: verstoppertje, tikkertje, gezelschapsspelletjes, … al is dat nog altijd niet evident. Kleuters spelen soms al volgens regels en maken onderlinge afspraken bij het spel.

Kleuters tekenen ook graag. Ze zeggen achteraf wat ze getekend hebben. Aan het eind van de kleuterperiode wordt het spel meer gericht: je kleuter bepaalt vooraf wat hij zal maken, schilderen en tekenen.

Meer info

Surf naar onze website, Ontwikkeling, Spelen, Digitale kinderwereld.