• No results found

Gevoelens van kinderen

MEER INFO?

4. eten kan je leren

Eten ... niets is zo vanzelfsprekend! Eten is een natuurlijke reflex om te overleven. Maar toch is er een hele evolutie in het eetpatroon van de pasgeborene tot de volwassene.

Eetweetjes

• Bij een baby zijn de opname en de vertering van

voedingsstoffen nog niet optimaal: het lichaam is nog niet in staat om alle voedingsmiddelen op te nemen.

• Het transport van de voedselbestanddelen gebeurt bij de pasgeborene zo snel dat de indikking van de voedselresten niet mogelijk is. Daarom is de ontlasting van jonge baby’s meestal dun.

4.1. De e(et)volutie

De techniek van de voedselinname verschilt naargelang de leeftijd. Afhappen van de lepel, drinken uit een beker, … voor elke eettechniek is er een optimaal moment om ze aan te leren. Daarbuiten wordt het zeer moeilijk om de voor deze periode specifieke gedragspatronen nog te verwerven.

Wanneer de manier van voedsel aanbieden niet overeenstemt met het ontwikkelingsniveau van het kind, kan dit aan de basis liggen van eetproblemen.

• Bij de geboorte: je baby zuigt reflexmatig.

Kort na de geboorte ligt het aantal maaltijden hoog. Met het ouder worden neemt het af. Bij jonge zuigelingen zal, meestal na enkele weken, een relatief gelijkmatig patroon ontstaan in de hoeveelheden voedsel die gegeten worden en in de maaltijdintervallen. Een dagindeling van 3 hoofdmaaltijden en 2 tussendoortjes stemt het best overeen met de behoeften van de peuter.

In de loop van het 2de levensjaar zal je peuter in principe op dezelfde wijze eten als een volwassene. Een voorliefde voor papvormige en vloeibare voeding is duidelijk. Bovendien wordt in deze leeftijdsfase de variatie aan smaken verder ontwikkeld en leert je kind verschillende voedingsmiddelen eten en smaken herkennen.

4.2. Eettips

Leren eten is voor je kind niet alleen een ontwikkelingsproces en een sociaal gebeuren, maar ook een onderdeel van zijn opvoeding.

Eettips voor de eerste hapjes van je baby

Gedurende zijn eerste levensjaar is je baby voor zijn voeding nog geheel van jou afhankelijk. De maaltijden zijn uitstekende momenten om als ouder een goede relatie op te bouwen met je baby. Je hebt fysiek contact met je kind, je praat ertegen, … Op die manier bied je je baby veiligheid en vertrouwen. Hier vind je enkele tips om je baby door zijn eerste hapjes te loodsen.

Eten met de lepel

• Vaste voeding, waarmee je start op 4 à 6 maanden, geef je met een lepeltje. Deze periode is voor je kind het geschikte moment om het afhappen van de lepel te leren. Geef je borstvoeding, wacht dan met vaste voeding tot de leeftijd van 6 maanden.

• Kies een rustig en ontspannen moment om met lepelvoeding te starten. Zorg voor een aangename sfeer. Praat tegen je baby op een rustige, bemoedigende manier en beloon hem regelmatig.

• Geef je baby voeding wanneer hij goed wakker is, niet wanneer hij uitgeput is (bijvoorbeeld na een huilbui).

• Ga voor je baby zitten, niet ernaast.

• Breng een lepeltje voeding horizontaal naar het mondje, zodat je baby de lepel goed ziet aankomen en de tijd krijgt om zijn mondje te openen. Wacht tot hij zijn mond opent voor de lepel.

Doet hij dit niet, raak dan eventjes met de lepel zijn lippen aan. niet bij beginnende eters, dan kan je het voedsel tussen wang en tandvlees stoppen.

• Met het hoofdje lichtjes voorovergebogen kan je baby makkelijker de lepel met zijn lippen leegmaken.

• Het is normaal dat een baby een beetje voeding morst.

• Onderbreek de voeding niet voortdurend om zijn mond af te vegen.

• Denk niet te vlug dat je kind iets niet lust. Soms moet je hetzelfde voedingsmiddel wel 10 tot 15 keer aanbieden voor je baby eraan gewend is.

• Laat je kindje zijn eigen tempo bepalen. Laat het wel niet beleven aan zijn maaltijd.

Drinken uit een beker

• Leer je baby uit een beker drinken vanaf 6 à 8 maanden.

Kies een open beker en geen tuitbeker. Zo ontwikkelt hij de spieren van zijn lippen en zijn tong. Dat is goed voor zijn latere taalontwikkeling. Er bestaan ook bekers met een uitsparing, waardoor het kind het vloeistofniveau bij de mond beter kan zien.

• Geef kleine hoeveelheden.

• Morst of verslikt je kind zich vaak of duurt het langer dan enkele weken voordat het wat slokjes uit een beker kan nemen, vul dan de beker met halfvloeibare voeding (bijvoorbeeld soep of ingedikte flesvoeding). Naarmate je kind makkelijker slokjes neemt, kan de voeding weer verdund worden.

• Leer je kindje vanaf 6 maanden tussenin water drinken.

Zo voorkom je dat het later geen water lust en dat zoete dranken zijn eetlust remmen.

• Laat je baby geen zoete dranken uit een zuigfles drinken tussen de maaltijden en gedurende langere periodes van de dag. Dit veroorzaakt vroegtijdig tandbederf. Ook melk is een suikerhoudende drank en kan slecht zijn voor de tanden als je kind de fles voortdurend bij zich heeft.

Probeer te vermijden dat het zuigen aan de fles een gewoonte wordt.

Vast voedsel kauwen

• Vanaf 7 à 8 maanden gaan kinderen bijten en kauwen op allerlei voorwerpen. De lippen, de tong, de kaken en het verhemelte zijn dan zo ontwikkeld dat ze klaar zijn om grof gemalen voedsel en later ook brokjes te kauwen. Leer je kind brokjes eten voor de leeftijd van 12 maanden, anders leert het niet meer automatisch kauwen.

• De overgang van fijngemaakt voedsel naar brokjesvoeding moet geleidelijk gebeuren. Aanvankelijk kan je de

puree telkens wat minder vloeibaar maken, zodat

speekseltoevoeging nodig is. Dit veronderstelt dat de tong het voedsel in de mond heen en weer doet gaan, waardoor het kauwen gestimuleerd wordt. Schakel over van malen naar prakken.

• Wordt drogere pap goed gegeten, dan kan je zachte brokjes beginnen te geven. Bied elk brokje afzonderlijk aan en stop het tussen de wang en het tandvlees. Dit stimuleert het kauwen en zorgt ervoor dat je kind minder snel gaat kokhalzen op het brokje. Tussen 12 en 18 maanden verfijnt het kauwen verder en kan je overschakelen op stukjes voeding.

• Het is normaal dat je kind tijdens de eerste weken bij grover voedsel kokhalst, hoest en niest. Geef het niet te vlug op en probeer het regelmatig, bij voorkeur elke dag.

• Je kan in paniek raken als een kindje zich verslikt en dreigt te verstikken. In deze situatie helpt het niet om het kind te schudden. Je brengt integendeel meer schade toe. Je kan zelf ingrijpen als je voldoende vertrouwd bent met eerste hulp bij ongevallen voor kinderen. Is dat niet het geval? Bel dan onmiddellijk het noodnummer 112 of laat iemand bellen.

Eettips voor peuters

De maaltijden zijn de gezelligste momenten in het gezinsleven. Maar peuters vinden het jammer om voedsel alleen maar op te eten, terwijl ze er zoveel ander leuks mee kunnen doen. Zij vinden trouwens niet altijd alles even lekker wat er op hun bordje komt. Je kind zal gauw ervaren dat het zijn ouders ‘uit zijn hand kan laten eten’. Het voelt zich bijzonder machtig als het van zijn ouders alles gedaan krijgt om toch maar een hapje eten in te slikken. Als deze toestand blijft duren, gaan zowel ouders als kind gespannen aan tafel.

Dit is niet bevorderlijk voor de eetlust.

• De voedingsbehoefte vermindert na 1 jaar. Het kan geen kwaad wanneer je peuter soms een maaltijd wil overslaan.

Stop hem tussendoor niet van alles toe. Laat hem wachten tot de volgende maaltijd. Zo krijgt hij de kans om zich hongerig te voelen.

• Naarmate kinderen opgroeien, zal ook hun voedingsinname verschillen. Vergelijk je kind dus niet met een ander kind.

• Zorg dat je kind voldoende drinkt. Kies bij voorkeur voor water. Melk is geen dorstlesser, maar een voedingsmiddel.

• Zeg je kind tijdig dat het eten bijna klaar is, zodat het zijn spel kan afronden.

• Je kind eet liever niet alleen. Het is veel leuker om met de rest van het gezin samen aan tafel te zitten in een rustige, aangename sfeer.

• Schep kleine hoeveelheden op zijn bordje. Kinderen met weinig eetlust verliezen helemaal de moed bij een vol bord.

Een groter bord met een kleine hoeveelheid oogt vaak ook aantrekkelijker dan een vol klein bord.

• Je kind wil op een bepaalde leeftijd alles zelf doen.

Ook eten. Geef het een lepeltje waarmee het zijn gang kan gaan. Het is normaal dat je kindje morst bij deze experimenten. Je kindje leert enkel door te oefenen en fouten te maken hoe het alleen moet eten. Een knoeiboel hoort hier nu eenmaal bij. Hou een handdoek of slabbetje bij de hand. Stimuleer vanaf 18 maanden je kind om zelf te eten als het dat niet zelf opeist.

• Beperk de duur van de maaltijd tot ongeveer 20 minuten.

• Blijf geduldig en vriendelijk en geef zo weinig mogelijk commentaar op hoe en wat je kind eet.

• Het is niet nodig je kind te belonen voor een leeg bord. Een kind hoeft zijn bord niet leeg te eten. Het bepaalt best zelf hoeveel eten het nodig heeft. De ouder bepaalt wat en hoe (bijvoorbeeld het dekken van de tafel).

• Geef als ouder zelf het goede voorbeeld. Kinderen hebben behoefte aan een model en zullen dat imiteren.

• Leer je peuter met zijn vingers eten. Geef voedsel dat makkelijk met de vingers vastgenomen kan worden, zoals stukjes brood, kaas of fruit. Peuters knabbelen vaak aan vingervoedsel, en ondertussen kan je hen te eten geven.

5 gouden regels voor een geslaagde maaltijd 1. Dwing je kind nooit om te eten. Dwang heeft het

omgekeerde effect. Laat je kind plezier beleven aan het leren eten en drinken.

2. Dring niet aan wat hoeveelheden betreft. Stop wanneer je kind aangeeft dat het genoeg heeft.

Laat niet merken dat je ongerust bent wanneer het niet eet.

3. Varieer de smaken en laat je kind proeven. De smaak van een kind is in ontwikkeling. Als je kind iets niet lust, probeer later gewoon eens opnieuw en bied alles aan wat je zelf ook eet. Ga er niet te snel van uit dat het iets niet lust.

Reageer niet ontgoocheld als het niet altijd lukt.

Deskundige hulp inschakelen

Soms heeft een kind echt een eetprobleem, bijvoorbeeld (bijna) alle aangeboden voeding weigeren, erg traag eten, zeer selectief eten, hoestbuien tijdens de maaltijden, ...

De oorzaken van eetstoornissen kunnen van diverse aard zijn. Soms zijn er medische aanwijzingen, zoals negatieve eetervaringen bij sondevoeding, zuig- of slikproblemen, aangeboren afwijkingen, ...

In andere gevallen zijn er opvoedkundige oorzaken:

• een verkeerde interpretatie van het eetgedrag van het kind

• het geven van tegenstrijdige boodschappen, ...

Vaak gaat het om een combinatie van verschillende factoren.

Wanneer raadpleeg je je behandelend arts of regioverpleegkundige?

• De maaltijd duurt langer dan 30 tot 45 minuten.

• Je kind is erg prikkelbaar tijdens de voeding.

• Je kind verslikt zich vaak of heeft het erg benauwd tijdens de voeding.

• Je kind biedt weerstand tegen het drinken uit de fles of het eten van de lepel.

• Je kind vertoont een sterk afwijkende groeicurve en/of een snel gewichtsverlies. Dit is zeker onrustwekkend wanneer het gepaard gaat met overvloedig vochtverlies door braken, diarree, koorts, weigering van eten en drinken, …

Als je vragen hebt, kan je die altijd voorleggen aan je arts of verpleegkundige. Het is belangrijk om snel informatie te vragen en je zorgen te bespreken.