• No results found

Ideologische inhoudsanalyse van jeugdprogramma’s

Ideologische code: individualsime

3.2 Ideologische inhoudsanalyse van jeugdprogramma’s

In hoofdstuk 2 zijn verschillende punten genoemd waar in de analyse van de jeugdprogramma’s van Human op gelet zal worden. Benjamin Wright en Michael Roberts hebben in 2013 op een enigszins vergelijkbare manier onderzocht op welke manier de ideologie van het neoliberale kapitalisme in een aantal jeugdprogramma’s zoals Bob de Bouwer is terug te vinden. Om dit te onderzoeken, gebruikten zij Althussers idee van ideologie en de theorie van Stuart Hall over encoding en decoding. Zij geven in hun onderzoek telkens met voorbeelden uit de programma’s aan op welke manier bepaalde culturele waarden, zoals discipline, in kinderprogramma’s worden gepresenteerd (Wright en Roberts 567). De opzet van dit onderzoek komt overeen met wat in dit onderzoek onderzocht zal gaan worden. Op basis van het onderzoek dat Wright en Roberts hebben uitgevoerd, kan dus worden gezegd dat veel punten van de aanpak die in het vorige hoofdstuk zijn vastgesteld gewoon toepasbaar zijn op jeugdtelevisie zonder dat er erg grote aanpassingen nodig zijn. Voor een groot gedeelte kan voor een analyse van kindertelevisie inderdaad op de reeds vastgestelde manier worden gekeken naar op welke manier de verschillende codes van Fiske de humanistische waarden zichtbaar maken. In navolging van Wright en Roberts en ook Sonja de Leeuw zal dit worden geïllustreerd met voorbeelden uit de programma’s.

Na het bespreken van de reeds bestaande en relevante literatuur over jeugdtelevisie, kunnen deze punten echter nog wel wat worden toegespitst op de analyse van programma’s die speciaal voor kinderen worden gemaakt. Zo werd in het vorige hoofdstuk duidelijk dat de programma’s zullen worden

geanalyseerd op specifieke sociale, representationele en ideologische codes. In programma’s voor kinderen zullen deze codes op een speciale manier worden gepresenteerd. Uit de literatuur over kindertelevisie is namelijk gebleken dat

33 televisie altijd moet passen bij de leefwereld van kinderen. Nu kan gesteld worden dat hiermee specifiek wordt bedoeld dat de sociale codes, en daarmee de representationele en ideologische codes bij de leefwereld van kinderen moeten passen. Uit de publicatie van Valkenburg is bijvoorbeeld gehaald dat kinderen in de doelgroep van de programma’s van Human graag situaties observeren die potentieel interessant zijn voor hun eigen leven en dat ze interesse hebben in karakter die op psychologisch vlak gelijkenissen met hen vertonen. De codes in jeugdprogramma’s zullen zich dus voornamelijk op deze dingen richten. De verwachting is dat dit onder andere zichtbaar zal zijn in de sociale codes van verschijning en spraak. Zo zullen de kinderen in de

programma’s qua leeftijd en verschijning overeenkomen met de kinderen die kijken en zullen ze spreken over dingen die kinderen van 9 tot 12 jaar in het dagelijks leven meemaken.

Ook vanuit het child-centered discours, waarin de nadruk ligt op activiteit en spel, kan worden verwacht dat met name de sociale codes, dus spraak en gedrag, op een speelse en actieve manier in de programma’s worden verwerkt. Vanuit dit discours van het actieve kind is namelijk reeds gesteld dat spel

belangrijk is voor kinderen en dat kinderen leren door activiteit. In het kader van spel en activiteit zullen elementen uit de programma’s er aantrekkelijk, leuk of grappig uitzien zodat ze bij de leefwereld van het kind passen. Ook in de code van spraak zal dit zichtbaar zijn. Vanzelfsprekend zal er begrijpelijk worden gesproken, maar ook kan de manier waarop gesproken wordt aantrekkelijk zijn voor kinderen door bijvoorbeeld grapjes. Door de sociale codes zo te presenteren dat ze te begrijpen en aantrekkelijk zijn voor kinderen, zullen vervolgens ook de representationele codes en ideologische codes (die veel abstracter zijn)

begrijpelijk zijn voor kinderen. Dat hier wordt aangesloten bij de leefwereld van kinderen is niet per definitie typerend voor een programma van de

humanistische omroep. Ook kinderprogramma’s van andere omroepen maken hiervan gebruik, Sesamstraat is misschien wel het meest bekende voorbeeld. De verwachting is echter dat Human deze aansluiting bij de leefwereld zal gebruiken voor Bildung en om de abstracte humanistische waarden inzichtelijk te maken voor kinderen.

Vanuit de literatuur is aan de ene kant te verwachten dat vanwege het feit dat het programma’s voor kinderen zijn, bepaalde codes worden afgezwakt, zoals seks of geweld. Fisch stelt bijvoorbeeld dat een van de kenmerken van effectieve educatieve televisie voor kinderen is, dat de onderwerpen geschikt zijn voor kinderen en dat de onderwerpen relevant zijn voor hun leven (13). Van bepaalde thema’s zoals seks en geweld kan zodoende worden afgevraagd in

34

hoeverre deze echt relevant zijn voor kinderen. In bijvoorbeeld Het

Jeugdjournaal wordt vanuit dit idee wel bericht over oorlogen, maar het geweld wordt niet expliciet in beeld gebracht. Aan de andere kant zijn er in dit hoofdstuk ook verschillende theorieën genoemd die stellen dat kinderen juist wel deze dingen gepresenteerd krijgen, om ze voor te bereiden op het verdere leven, zoals onder andere Valkenburg beschrijft. Uitgaande van het Bildungsideaal en de humanistische waarden, is de verwachting dat bepaalde thema’s en codes zoals seks, geweld en de dood juist niet uit de weg zullen worden gegaan in de programma’s van Human. Dit past namelijk goed bij de pedagogische motivatie die Buckingham beschrijft en die in het begin van dit hoofdstuk is besproken. Vanuit de ideologie van Bildung worden de teksten dus gekenmerkt door de pedagogische motivatie om gedrag te vormen en niet door de beschermende motivatie die bepaalde thema’s negeert.

Een moeilijk thema dat echt bij het humanisme past is zelfbeschikking. In het vorige hoofdstuk is het duidelijk geworden dat dit volgens de

beginselverklaring van het Humanistisch Verbond het eerste uitgangspunt van het humanisme is. Het Humanistisch Verbond ziet zelfbeschikking specifiek in het licht van het streven naar een goed levenseinde. In de humanistische waarden die zijn opgesteld door Newcom wordt zelfbeschikking echter breder gezien, namelijk als het recht en vermogen om op basis van eigen overwegingen over je eigen leven te beslissen. In deze zin omhelst zelfbeschikking dus meer dan alleen het idee van een waardig levenseinde en daarmee samenhangend het goedkeuren van euthanasie. Het is interessant om te onderzoeken of dit

moeilijke onderwerp ook vorm krijg in de kinderprogramma’s van Human. Het is, mede doordat Fisch zegt dat kinderprogramma’s alleen gaan over dat wat

kinderen aangaat, aannemelijk dat de jeugdprogramma’s van Human niet gaan over het streven naar een goed levenseinde en euthanasie. Wel is het goed mogelijk dat zelfbeschikking in de bredere zin van de baas zijn over je eigen leven in de programma’s naar voren komt.

Een andere belangrijke toevoeging aan de reeds gegeven punten voor de analyse, die in het vorige hoofdstuk nog niet is genoemd, is de manier waarop de opdracht van Bildung in de programma’s vorm zal krijgen. De aanwezigheid van Bildung is een teken dat de ideologische code van individualisme aanwezig is. Eerder in dit hoofdstuk is namelijk aangestipt dat Humboldt Bildung zag als iets dat van belang is voor de ontwikkeling van de talenten van een individu. Uit dit hoofdstuk is ook duidelijk geworden dat de opdracht van Bildung, die

kenmerkend is voor de identiteit van Human, goed past bij televisie voor

35 programma’s zullen zitten waardoor het Bildungsideaal vorm krijgt. In de

analyse zal in dit kader vanuit de kenmerken speciaal worden gelet op de manier waarop kinderen worden aangespoord om actief mee te denken met datgene wat wordt getoond in de programma’s. Ook zal dit, net zoals de verschillende codes, naar verwachting gebeuren op een manier die past bij de leefwereld van

kinderen. Het gaat dan dus om Bildung rondom thema’s die kinderen in de leeftijd van 9 tot 12 jaar interessant vinden, want ze observeren graag situaties die potentieel interessant zijn voor hun eigen leven. Te denken valt aan

onderwerpen als verliefdheid, lastige ouders en jezelf zijn.

Door uiteindelijk het Bildungsideaal te combineren met de humanistische kernwaarden uit hoofdstuk 1 en de verschillende codes van televisie uit

hoofdstuk 2, kan dus worden verwacht dat in de twee jeugdprogramma’s van Human met name zal worden geprobeerd om juist deze humanistische

kernwaarden over te brengen vanuit verschillende codes en zo de jeugd te vormen naar deze humanistische waarden. Op deze manier is vooral het sociale element van educatieve en informatieve televisie, dat in de vorige paragraaf uiteen is gezet, aanwezig. Dit past bij de theorieën van het child-centered discours en het discours van het kind als actieve burger.

Wat tot slot interessant is om te onderzoeken, is een van de conclusies die Hodge en Tripp trekken over kindertelevisie: “Children’s television typically carries dominant ideological forms, but also a range of oppositional meanings” (215). Zij stellen dat wanneer alleen de dominante ideologie aanwezig is, dit zal leiden tot saaie en voorspelbare televisie. Dat er een gemixte inhoud aanwezig is in kindertelevisie, is daarom een belangrijk inhoudelijk kenmerk van dit genre. Wellicht zal in de analyse duidelijk worden dat bepaalde programma’s of

onderdelen van de programma’s minder duidelijk de dominante ideologie in zich hebben omdat de ideologische codes daar minder aanwezig zullen zijn. Voordat dit duidelijk kan worden, zal in het volgende hoofdstuk eerst door middel van een analyse van een aantal afleveringen worden onderzocht op welke manier de humanistische kernwaarden in de verschillende codes aanwezig zijn.

37 4. ANALYSE PROGRAMMA’S

Zowel De Vloer Op Jr. als Dus Ik Ben Jr. zijn jeugdprogramma’s van Human die zijn afgeleid van een variant voor volwassenen. Beide programma’s hadden een seizoen in 2012 en in 2013, een nieuw seizoen is momenteel in de maak. Voor de analyse van deze twee programma’s is gekozen om per programma van elk seizoen twee afleveringen te kiezen. Op deze manier worden van elk programma vier afleveringen geanalyseerd. Om niet teveel bewust juist die afleveringen te kiezen waarin de identiteit van Human snel duidelijk wordt, is ervoor gekozen om telkens de eerste en de laatste aflevering van het seizoen te nemen.

Allereerst zal van elke aflevering een korte beschrijving worden gegeven, waarna vervolgens duidelijk zal worden gemaakt op welke manier de identiteit van Human zichtbaar wordt in de programma’s.