• No results found

4. Analyse

4.2 Idee en mening over stadsdeel Amsterdam Oost

“Bewoners die in de stukken worden aangehaald voelen dat er iets staat te gebeuren in Oost. En dat klopt. In het stadsdeel wordt door bewoners, ondernemers, bestuur en stadsdeelraad hard gewerkt aan de ontwikkeling van een bruisend Oost met voor ieder wat wils.”

Horecanota 2012

Dit is de opening van de Horecanota en deze visie is ook terug te vinden bij de ondernemers. Oost is aan het veranderen, dat voelen de ondernemers ook.

4.2.1 Verandering

Eerst ga ik de veranderingen in Oost behandelen en hoe deze omschreven worden door de ondernemers.

“Ik denk dat het een beetje, wat er nu gaande is, dat het vergelijkbaar is met West.[…] Waar ook veel nieuwe zaken komen en helemaal wordt opgelapt en een mooi park met veel evenementen, cafeetjes, restaurantjes. Mensen willen graag in West wonen. Die hele wijk bloeit op en dat is nu ook gaande met Oost. Dat heb ik ook gezien met Canvas op de

7e. Toen ik daar begon verklaarde iedereen me voor gek. Van ‘waar begin jij nou, dat is

geen interessant locatie.’ En je ziet nu hoe dat helemaal ontwikkeld is in de jaren. En het student hotel tegenover ons. De campus is bijna klaar. Die hele wijk bloeit op. Die huizen worden gerenoveerd. Er komt steeds een gezondere mix tussen sociale woningbouw en koopwoningen waardoor je ook een bijzondere blend krijgt van culturen. Een gezondere mix qua mensen die er wonen.”

36

De veranderingen worden toegewezen aan horeca, de renovatie van huizen, nieuwe bewoners en de komst van studenten. Deze worden allemaal als positief ervaren en er wordt gesproken van het opbloeien van het stadsdeel door deze factoren. Met andere woorden een positieve verandering voor de buurt en dus ook voor zijn zaak.

“Je ziet een beetje hetzelfde wat er vroeger met de Pijp is gebeurd. Daar wilde je vroeger ook niet dood gevonden worden, en daar staan nu naast de Jordaan de duurste woningen volgens mij. En dat zie je nu ook een beetje met Oost gebeuren. Je ziet allemaal leuke koffietentjes, lunchtentjes, barretjes maar ook mooie winkels en fijn publiek ook wel.”

De Ruyschkamer

Het is noemenswaardig dat ook hier weer een analogie gemaakt wordt met een ander stadsdeel van Amsterdam. Waar eerst West wordt aangehaald als een voorbeeld van stedelijke ontwikkeling, worden nu de Jordaan en de Pijp aangehaald als voorbeelden in een bepaalde ontwikkeling. Hier lijkt het alsof de Jordaan het verste in deze ontwikkeling is en daarna de Pijp die ontwikkeling ook heeft gemaakt en Oost dit traject nu ook aan het volgen is.

Dit zou men toe kunnen schrijven aan de groei van het centrummilieu wat ook in de Horecanota naar voren werd gehaald. De hoeveelheid horeca dat zich in het centrum bevindt loopt over naar de Pijp, West en ook Oost dat in deze gevallen nog net een beetje achterop liggen met de andere stadsdelen. Daarnaast wordt er gesproken van een ‘fijn publiek’ of een ‘gezondere mix’ die klaarblijkelijk stadsdeel Oost gaat bewonen.

‘Oost daar wilde je vroeg niet dood gevonden worden’ rolde ook uit de mond van Mik in Oost. Een interessante stelling aangezien er nu vooral lyrisch gesproken wordt over stadsdeel Oost. Een wijk die vroeger blijkbaar als onveilig werd gezien maar waar dat nu niet meer het geval is. Dit gevaarlijke aspect maakt Oost ook interessant voor veel ondernemers. Omdat het vroeger bekend stond als een gevaarlijke buurt geeft het wel iets extra’s aan de buurt nu. Het heeft een beetje het gevaarlijke gevoel nog, zonder echt gevaarlijk te zijn.

“Ik kwam er vroeger wel eens. Vroeger gingen we wel eens naar hip hop feestjes in Hotel Arena dus ik kende het wel als een beetje rauwer buurtje. […] Het is een buurt die

37 duidelijk al hele mooie kenmerken heeft maar toch wel een rauw randje. Daar houd ik wel van.”

Rum Baba “Dat maakt een buurt juist leuk, juist tof. Het is wel aftasten soms. In het begin wist ik het ook niet. Het heeft wel een rauw randje. Vorige week zijn er 4 illegale gokhuizen opgedoekt. […] Maar dat brengt wel wat extra’s, wel spannend en rauw. Ik stond laatst in oud west vanuit een koffietentje uit het raam te kijken en ik zag alleen maar mensen tussen de 25 en 45 met een goede baan en de juist schoenen en juiste tas en juiste fiets en juiste hond en daar is gewoon geen variatie. Heel stereotiep en dat is het gewoon voor 90%. Dat is wel heel saai. Hier is het gewoon gek al die mensen, al die verschillende soorten mensen dat is gewoon lachen.”

Bar JOOST

Oost heeft iets rauws. Misschien doordat je er vroeger niet dood gevonden wilde worden blijft dit een gedachte dat Oost spannend en rauw maakt. Oost is nog niet zo ver in ‘het proces’ waarin gesuggereerd wordt dat West en de Pijp inmiddels al een tijd zouden zitten. Dit maakt het nu zo aantrekkelijk voor ondernemers om naar Oost te komen. De gezonde mix van mensen zorgt ervoor dat er verschillen zijn en dat maakt het voor ondernemers een interessante buurt.

Daarnaast wordt in Oost wonen tegenwoordig ook met trots gezegd volgens de meeste ondernemers. Oost heeft een soort van status gekregen, misschien mede doordat het vroeger als een gevaarlijke buurt werd gezien. Wie er nu gaat wonen kan zich als een pionier voelen die durft in Oost te wonen.

“tegenwoordig kom je uit Amsterdam Oost en dan ben je gewoon een lekker normaal persoon, niet arrogant, niet naast zijn schoenen lopen. Niet extreem rijk, je bent gewoon een jongen of een meid uit Amsterdam Oost. En dat kan je met trots zeggen, zeker wel.[…] Veel mensen wilden 10 jaar geleden niet in Oost gaan wonen. Oost is gevaarlijk en dan nu 10 jaar later hebben ze een vrouw en kind en gaan ze naar Oost toe want nu opeens is het niet gevaarlijk.”

38

Er heeft een verandering plaats gevonden waarbij Oost minder gevaarlijk is geworden, maar doordat het vroeger wel als gevaarlijk werd bestempeld, het nog wel een rauw randje heeft. Het is een normale buurt met toch heel veel verschillende mensen. Je mag trots zijn om in Oost te wonen volgens deze ondernemer.

4.2.2 Collegialiteit

Ik heb ook ondervonden dat het ondernemersklimaat in Amsterdam Oost zeer gemoedelijk is. Ondernemers ondervinden over het algemeen nieuwe horeca als positief in de zin dat het meer mensen zal aantrekken. Het voorziet een straat, buurt of plein van een nieuwe impuls dat een positief effect op hun vestiging kan hebben. De samenwerking met andere ondernemers is ook vaak aanwezig om wat positiefs voor de buurt te doen. Men spreekt nauwelijks van concurrentie en zijn eerder blij dat er iets nieuws komt. Het zet Oost weer een stukje verder op de kaart waaruit zij ook profijt kunnen halen.

“Ja. Van de bloemenman tot de kaaswinkel en de koffiewinkel. Als zij wat extra promotie of bekendheid krijgen doordat we hier een markt hebben en ze hebben een standje. Ja, dat vinden we alleen maar leuk. Zo hoort het ook denk ik. […] Ik hoop op nog veel meer horeca in de buurt. Ik zal het alleen maar toejuichen in plaats van ze buiten de deur willen houden. Ik denk dat als je meer horeca hebt dat er meer mensen naartoe komen en het alleen maar leuker wordt. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. ik denk eerder dat het een versterkende werking heeft als er meer horeca op komt.”

Roest

Het wordt als normaal gezien om de andere horeca in de buurt te helpen. Men zou kunnen spreken van een hoge mate van collegialiteit, die men toch niet zo snel zou verwachten in de harde wereld van de horeca. Dit komt misschien mede ook doordat er nog geen overmaat aan horeca is in stadsdeel Oost. Er is nog niet dermate veel horeca dat er al van veel concurrentie gesproken kan worden. ‘Hoe meer horeca, hoe beter.’ Zegt de eigenaar van de Ruyschkamer. De horeca gigant de Drie Wijzen uit het Oosten sluit hierbij aan: ‘Positief dat er iets nieuws komt. Het hoeft niet alleen maar van ons te zijn. Het is wel goed om wat afwisseling te hebben.’ Zegt hij haast cynisch. Het zorgt voor weer wat nieuws, waar weer meer mensen op af komen wat uiteindelijk ook profijtelijk kan zijn voor hun.

39

Daarbij blijft het niet alleen bij vriendelijk met elkaar omgaan, maar er worden ook serieuze initiatieven in samenwerking met elkaar opgesteld. Ondernemingen proberen elkaar aan te vullen en ze stellen zelf dingen op om zo de buurt en andere ondernemers meer bij elkaar te betrekken.

“Er was laatst een pand dichtgetimmerd omdat die opgedoekt was en daar waren we achter gekomen. Maar dat was heel lelijk voor de straat. Dus hebben we met die ondernemers, drie uur mee bezig geweest, allemaal plantjes aan gehangen. Bakken neergehangen, echt heel mooi. Eerst was het een lelijke dichtgetimmerde muur met graffiti maar nu ziet het er heel leuk uit. Heel klein dingetje maar toch wel leuk. Daar merk je dat je met die ondernemers wat leuks kan doen.”

Bar JOOST

“We hebben met de pizzeria hier naast afgesproken dat ze hier hun kaart verkopen. Dus je kan lekker op de bank met je voeten omhoog een pizzaatje op de bank eten.”

De Ruyschkamer

Van wat ik heb ondervonden hangt er een hele gemoedelijke sfeer onder de ondernemers en ervaren ze elkaars aanwezigheid als positief voor zowel zichzelf, de buurt als de bewoners. Ze willen iets voor de buurt doen en begrijpen dat ze elkaar hier voor nodig hebben. Samen werken ze aan een leukere buurt en zorgen ze er voor dat je met trots kan zeggen dat je uit Oost komt. De variatie in de buurt zorgt voor een gezonde mix en maakt Oost spannend en rauw. Mik in Oost, de liefhebber van Amsterdam Oost, vatte dit mooi samen:

“Nee ik vind Oost vooral heel leuk omdat het ondernemersklimaat heel leuk is. Heel veel ondernemers hebben echt zin om bijzondere dingen te doen. […] Ze zien de meerwaarde van samenwerken en samen dingen organiseren. Hoe leuker je samen Oost maakt, hoe beter dat is voor de buurt. We hebben nu zeker ook een vergelijking met West. Maar daar is alles veel verspreider. Daar heerst het ons gevoel veel minder, hier in Oost is dat veel sterker. Ook onder bewoners. Eerst zeggen mensen van ‘oh ja ik ga naar Oost, ik weet het nog niet zo.’ Maar zodra ze hier eenmaal een tijdje wonen, wil er haast niemand meer weg. En iedereen is super trots om in Oost te wonen. Zo van ‘Ja, ik woon

40 in Oost.’ Dat is echt een soort van dingetje. En als mensen hier werken maar niet wonen, dan zeggen ze van ‘Ja, maar ik werk wel in de buurt’, zo van ‘Ik hoor er ook wel een beetje bij.’ Dat vind ik wel heel grappig, dat dat zo sterk heerst. En ook als nieuwe ondernemers hier komen, is er weinig gevoel van concurrentie, mensen denken eerder van ‘Leuk, nog meer leuke dingetjes in de buurt. Dat gaat ook beter zijn voor mijn zaak, dus welkom in de buurt, tof!’ Dus niet zo zeer van die gaat dat daar doen en dan wordt het weer druk en weer dingetjes. Ze zoeken elkaar heel erg op en dat vind ik heel erg tof. Een gemoedelijke sfeer zeg maar.”

Mik in Oost