• No results found

5 Statistische analyse en resultaten

5.1 Data analyse en beschrijvende statistiek

5.1.1 Hypothese 1 (relevantie)

De data uit de UK voor hypothese 1 zal uit Datastream worden gehaald. In tabel 1 is de data analyse uiteengezet.

Tabel 1: UK data analyse voor hypothese 1 (relevantie)

Toelichting: In de volgende paragraaf is toelicht hoe de bovenstaande tabel tot stand is gekomen.

Het totaal aantal waarnemingen over de periode 2005-2011 is als eerste gecorrigeerd op

bedrijven welke geen impairment van goodwill hebben. Dit is van belang omdat in dit onderzoek specifiek wordt gekeken naar de impairment van goodwill. Daarna wordt de data gecorrigeerd op andere missende gegevens in de variabelen van het model. Tot slot worden de bedrijven uit de financiële sector (SIC code 6000-6999) ook uitgesloten in dit onderzoek. Dit is conform voorgaand onderzoek zoals het onderzoek van Jarva (2009). De financiële sector wordt in dat onderzoek uitgesloten omdat de gemaakte “accruals” door deze type bedrijven lastig te zijn te interpreteren. De data uit de UK was in eerste instantie weergegeven in ponden (£). Dit omgerekend naar Amerikaanse dollars ($) met behulp van de koers op het einde van de maand

UK data hypothese 1 relevantie

Totaal aantal waarnemingen IFRS 2005-2011 10487 Min bedrijven zonder of negatieve impairment 9328 1159

Min missende gegevens 66

1093 Min financiele sector (SIC 6000-6999) 225

Min uitschieters 9

van het desbetreffende fiscale jaar. De data is in verhouding gebracht door gebruik te maken van het aantal uitstaande aandelen (op het einde van het fiscale boekjaar) als deflator. Zo worden alle variabelen per aandeel berekend. Doordat in dit onderzoek de marktwaarde wordt onderzocht, ligt het voor de hand om het aantal uitstaande aandelen als deflator te gebruiken. Tot slot is de data ook nog gecorrigeerd op uitschieters. Om uitschieters uit het onderzoek te halen zijn de onderste en bovenste 0,25% van de waarnemingen van de Boekwaarde excl. goodwill en de EBIT excl. goodwill impairment variabelen worden verwijderd uit het onderzoek. Hierdoor is in totaal 1% van de uiterste waarden verwijderd. Dit is gedaan nadat de data van de UK en VS zijn samengevoegd. In totaal zijn er 40 waarnemingen verwijderd met betrekking tot uitschieters. Dit zijn 9 waarnemingen uit de dataset van de UK en 31 waarnemingen uit de dataset van de VS.

Deze selectie is ook toegepast op de data uit de VS (US-GAAP).

Tabel 2: VS data analyse voor hypothese 1 (relevantie)

Toelichting: In de vorige paragraaf is toelicht hoe de bovenstaande tabel tot stand is gekomen.

Hieronder bijgevoegd de tabellen drie en vier met de beschrijvende statistiek van de data uit de UK en de VS apart geanalyseerd.

VS data hypothese 1 relevantie

Totaal aantal waarnemingen US GAAP 2005-2011 64626 Min bedrijven zonder of negatieve impairment 60281 4345

Min missende gegevens 328

4017 Min financiele sector (SIC 6000-6999) 594

Min uitschieters 31

Tabel 3

Beschrijvende statistiek UK (IFRS) data

Marktwaarde onderneming

Boekwaarde EV excl. goodwill

Goodwill EBIT exclusief goodwill impairment Goodwill impairment N 859 859 859 859 859 Gem. 4,838 1,076 1,510 0,287 0,682 Mediaan 1,362 0,200 0,413 0,057 0,041 Min 0,002 -32,027 0,000 -12,841 0,000 Max 214,198 155,234 194,244 38,023 226,301 1ste kwartiel 0,330 -0,060 0,050 -0,062 0,009 2de kwartiel 1,362 0,200 0,413 0,057 0,041 3de kwartiel 4,510 1,249 1,385 0,438 0,174

Toelichting: alle waarden zijn weergegeven per aandeel in Amerikaanse dollars ($). Voor de definities van de variabelen wordt verwezen naar Appendix A.

De getallen in tabel drie zijn weergegeven per aandeel in Amerikaanse dollars ($). Kijkend naar de marktwaarde van de onderneming (prijs per aandeel op het einde van het fiscale jaar), is te zien dat de minimum waarde 0,002 is en het maximum 214,198. Tevens is er te zien dat er in marktwaarde een paar hoge waarden zitten. Dit omdat de gemiddelde marktwaarde op 4,838 ligt en het derde kwartiel (de laagste 75% van de waarnemingen) ligt op 4,510. De gemiddelde marktwaarde ligt dus in de bovenste 25% van alle waarnemingen. Dezelfde ontwikkeling is te zien bij de goodwill en goodwill impairment variabelen. Echter lijken deze waarden niet zo extreem te zijn dat deze verder nog moeten worden gecorrigeerd op uitschieters. Uit de tabel is verder nog af te lezen dat de gemiddelde boekwaarde van het eigen vermogen lager ligt dan de marktwaarde van de onderneming. De markt schat dus de waarde van de onderneming hoger in dan de waarde van het eigen vermogen van de onderneming. Dit is ook logisch aangezien de markt ook kijkt naar de toekomstige waarde van de onderneming. De variabele die in dit onderzoek vooral van belang is de impairment van goodwill. Over de periode 2005-2011 loopt een impairment uiteen van minder dan 0,000 tot 226,301 per aandeel. Gemiddeld heeft een impairment een waarde van 0,682 per aandeel. Echter de laagste 75% van de waarnemingen hebben een waarde tot 0,174 per aandeel. Hierin zitten dus ook een paar grotere waarnemingen.

Dezelfde analyse is uitgevoerd voor de data uit de VS (US-GAAP).

Tabel 4

Beschrijvende statistiek VS (US-GAAP) data

Marktwaarde onderneming

Boekwaarde EV excl. goodwill

Goodwill EBIT exclusief goodwill impairment Goodwill impairment N 3392 3392 3392 3392 3392 Gem. 14,144 4,980 3,692 2,728 1,380 Mediaan 6,470 2,828 0,761 1,497 0,311 Min 0,000 -123,950 0,000 -15,234 0,000 Max 439,600 197,620 186,405 42,129 34,392 1ste kwartiel 1,700 0,097 0,011 0,080 0,056 2de kwartiel 6,470 2,828 0,761 1,497 0,311 3de kwartiel 18,963 7,653 3,912 3,930 1,349

Toelichting: alle waarden zijn weergegeven per aandeel in Amerikaanse dollars ($). Voor de definities van de variabelen wordt verwezen naar Appendix A.

Wanneer er wordt gekeken naar de verdeling van de waarnemingen en deze wordt vergeleken met de data uit de UK, is de verdeling niet helemaal evenredig. Van alle gemiddelden ligt alleen het gemiddelde van de impairment van goodwill in het derde kwartiel (de overige gemiddelden liggen in het tweede kwartiel). In de dataset van de UK lagen ook de gemiddelden van de marktwaarde en de goodwill variabelen in het derde kwartiel. Dit impliceert dat er minder (extreem) hoge waarden zitten in de dataset van de VS in vergelijking met die van de UK. Wanneer de data uit de UK en VS met elkaar worden vergeleken dan is het beeld algemeen dat de waarden voor de VS hoger zijn per aandeel. Dit kan verklaard worden door het feit dat de economie in de VS de grootste is ter wereld, terwijl de UK gezien het BNP de zesde economie wereldwijd is (top 10 lijstjes, 2013). Ook het aantal waarnemingen in het onderzoek is daardoor in de VS hoger dan in de UK over dezelfde periode (2005-2011). Tot slot wordt er nog gekeken naar de goodwill impairment variabele. Over de periode 2005-2011 loopt een impairment uiteen van minder dan 0,000 tot 34,392 per aandeel. Gemiddeld heeft een impairment een waarde van 1,380 per aandeel. Echter de laagste 75% van de waarnemingen hebben een waarde tot 1,349 per aandeel.

Als indicatie voor de economische significantie van de goodwill impairments is er tevens nog gekeken naar de ratio van de impairment op de prijs per aandeel van de onderneming. Dit is gedaan voor zowel de data uit de UK en de VS los van elkaar en per jaar. De resultaten zijn weergegeven in tabel vijf.

Tabel 5

Goodwill impairment in % van de prijs per aandeel UK

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totaal

Aantal bedrijven 49 100 117 204 163 103 123 859

Goodwill impairment in %

4,86% 9,01% 55,59% 76,40% 48,86% 35,21% 58,43% 48,90%

Goodwill impairment in % van de prijs per aandeel VS

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totaal

Aantal bedrijven 377 344 377 980 582 313 419 3.392

Goodwill impairment in %

49,07% 41,43% 230,52% 368,88% 97,79% 22,63% 31,62% 164,63%

Toelichting: Aantal bedrijven betreft de ondernemingen welke een impairment van goodwill hebben gerapporteerd in het betreffen fiscale jaar. De gegeven ratio’s zijn berekend door: (impairment boekjaar / prijs per aandeel einde boekjaar) * 100%.

Het eerste wat opvalt in deze twee bovenstaande tabellen zijn de extreme waarde in 2007, 2008 en 2009. Deze kunnen verklaart worden door het feit dat er van verschillende bedrijven een hoge impairment was in het desbetreffende jaar en de marktprijs van de onderneming laag was.

Daardoor is de impairment een groot percentage van de prijs per aandeel. Los van de absolute waarde van de getallen, is er wel een gelijk opgaande trend te zien tussen de UK en de VS. Tussen 2005 en 2008 loopt het aantal impairments (en het aandeel daarvan in procenten van de prijs per aandeel) jaarlijks op (alleen 2006 in de VS wijkt hiervan af). In de jaren 2009 en 2010 loopt het aantal impairments en de ratio’s terug. Echter loopt dit in 2011 in beiden gevallen weer op in vergelijking met het jaar 2010. Een mogelijke verklaring voor de stijging in 2007 en 2008 is dat in die jaren de economische crisis begon. In 2007 begon de crisis op de woningmarkt in de VS en kwamen veel hypotheekbanken in de problemen. In 2008 begon de economische crisis vorm te krijgen door de val van Lehman Brothers (NOS.nl, 2013). Goodwill vertegenwoordigt

de mogelijkheden voor toekomstige groei en toekomstige winsten. Deze zullen door de economische crisis mogelijk afnemen, waarmee ook de goodwill moet worden getest op een impairment. De daling in de jaren daarna kan mogelijk verklaard worden doordat de impairment al in de jaren daarvoor is opgenomen. Echter is er in 2011 opnieuw sprake van een stijging (mogelijk nieuwe factoren aan het ligt gekomen).

Voor een eerste indicatie van de samenhang tussen de variabelen is er een correlatieonderzoek uitgevoerd voor de variabelen (exclusief de dummy variabelen). Hierbij is gebruik gemaakt van de Pearson correlatietest. Deze methode wordt het meest gebruikt bij lineaire regressieanalyses (Artusi et al., 2002). Bijgevoegd de correlatiematrix in tabel zes:

Tabel 6: correlatieanalyse hypothese 1 (relevantie) (N=4251)

Variabelen 𝑀𝑉𝑖𝑡 𝐵𝑉(𝑒𝑥𝑐𝑙𝑔𝑤)𝑖𝑡 𝐺𝑊𝑖𝑡 𝐸(𝑒𝑥𝑐𝑙𝑔𝑖)𝑖𝑡 𝐺𝐼𝑖𝑡 𝑀𝑉𝑖𝑡 0,573*** 0,538*** 0,497*** 0,107*** (0,000) (0,000) (0,000) (0,000) 𝐵𝑉(𝑒𝑥𝑐𝑙𝑔𝑤)𝑖𝑡 0,573*** 0,072*** 0,245*** 0,018 (0,000) (0,000) (0,000) (0,253) 𝐺𝑊𝑖𝑡 0,538*** 0,072*** 0,454*** 0,377*** (0,000) (0,000) (0,000) (0,000) 𝐸(𝑒𝑥𝑐𝑙𝑔𝑖)𝑖𝑡 0,497*** 0,245*** 0,454*** 0,481*** (0,000) (0,000) (0,000) (0,000) 𝐺𝐼𝑖𝑡 0,107*** 0,018 0,377*** 0,481*** (0,000) (0,253) (0,000) (0,000)

Toelichting: Voor de definities van de variabelen wordt verwezen naar Appendix A.

* significant 10%, ** significant 5%, *** significant 1% op een tweezijdige betrouwbaarheidsniveau.

In tabel zes is ten eerste op te merken dat bijna alle variabelen significant zijn gecorreleerd op een 1% betrouwbaarheidsniveau. Alleen de correlatie tussen goodwill impairment en de

boekwaarde per aandeel is niet significant. In deze tabel zijn tevens een paar logische correlaties gevonden. De boekwaarde van het eigen vermogen van een onderneming, de goodwill en de winst voor rente en belastingen zijn allemaal positief gecorreleerd met de marktwaarde van de onderneming (alleen kijkend naar de relaties onderling en niet in het geheel). Dit is ook de verwachting omdat wanneer de boekwaarde van het eigen vermogen, de goodwill en de EBIT hoger zijn, het bedrijf meer “middelen” bezit en dus meer waard moet zijn. Dit zou dan tot uiting moeten komen in een hogere marktwaarde van de onderneming (met de aanname dat de

markt efficiënt werkt). Voor de impairment van goodwill is ook een positieve correlatie

gevonden met de marktwaarde per aandeel. Dit is geen logische correlatie want wanneer er meer impairment van goodwill is, zal dat meer kosten opleveren, waardoor de winst lager uitvalt. Dit zal dan tot uiting komen in een lagere marktwaarde voor de onderneming. Verder is de correlatie tussen goodwill impairment en goodwill positief (hoe meer goodwill hoe maar kans ook op een eventuele impairment) en is de correlatie tussen goodwill impairment en EBIT positief. Dit is opvallend gezien het feit een hogere impairment voor minder winst zou moeten zorgen. Deze relaties worden nog verder onderzocht bij de regressieanalyse.