De sectoren huishoudens, DO&bouw en landbouw had-
02 een aandeel van en 3% in de
n landbouw
HDO en bouw Landbouw Huishoudens H den in 20 respectievelijk 5, 4Nederlandse NOx-emissie. Bij
de sector huishoudens wordt de emissie vooral veroorzaakt door CV-ketels, en bij de sectoren
DO&bouw en landbouw vooral H
door verwarmingsketels, lucht- verhitters en WKK-gasmotoren.
Figuur 9.1.6 - Aandeel van de sectoren huishoudens, HDO, bouw
udens, HDO&bouw en landbouw, en arlijkse groei in % van de meest relevante processen
45% -1,1 -0,9 0,0 0,0
Bra -0,9
aandeel in
en landbouw in de totale emissies van NOx in 2002
Volume-ontwikkelingen
In Tabel 9.1.4 wordt de ontwikkeling van het brandstofgebruik van de huishoudens, HDO&bouw en landbouw en het aandeel in de totale emissie van deze sectoren gepresenteerd.
abel 9.1.4 - Bijdrage aan totale emissie van de sectoren huisho T ja 2000-2010 2010-2020 2000-2010 2010-20 Brandstofgebruik huishoudens totale NOx- emissie 2000 SE GE 20 Brandstofgebruik HDO&bouw 35% -1,0 -1,1 -0,5 -0,3 ndstofgebruik landbouw 20% -0,9 -2,1 0,3 Bel Gem HD
inst uizen en kachels - is geen NOx-wetgeving van toepassing. eidsontwikkelingen
eten naar het brandstofgebruik valt bijna de helft van de installaties onder BEES-B. Het gaat daarbij vooral om gasmotoren en ketels, welke staan opgesteld in de landbouw en
O&bouw. Een kleine 40% valt onder het typekeuringseis CV-ketels. Op bijna 10% van de allaties - met name gasforn
LUCHTVERONTREINIGING
Resultaten
De raming voor 2010 voor de sector huishoudens bedraagt 11 (SE) tot 12 kiloton (GE). Voor ‘Erop of eronder’ werd voor 2010 een emissie van 13 kiloton geraamd. Het verschil wordt voor veroorzaakt door een gemiddeld iets lagere emissiefactor voor CV-ketels dan die welke in d
al e ming voor ‘Erop of eronder’ is gebruikt: aan de ene kant blijkt het percentage schone HR-
a- vanging van oude installaties door nieuwe, schonere exemplaren.
ra
ketels hoger te zijn dan eerder werd aangenomen, maar daar staat tegenover dat voor de emis- siefactor van oude ketels nu een hogere waarde is aangenomen.
In de periode 2010 tot 2020 neemt de emissie nog iets af tot 9 (SE) à 10 kiloton (GE). Deze d ling wordt enerzijds veroorzaakt door een dalend energiegebruik, anderzijds door een voort- schrijdende ver 0 5 10 15 20 25 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 Historisch SE GE Uitvoeringsnotitie 2003 Figuur 9.1.7 - Ontwikkeling van de NOx-emissie in de sector huishoudens
De emissie van de sector
t 7 kiloton (GE). Dit is 3 à 4 kiloton lager dan de raming voor ‘Erop of eronder’.
it verschil wordt grotendeels verklaard door nieuwe inzichten
bruik
Daardoor komt de NOx-uitstoot
van deze installaties met 20 - 30 g/GJ ruim beneden de huidige of verwachte emissie-eis te lig- gen. In 2020 is de emissie ver- der gedaald tot 3 (SE) à 4 kilo- n (GE). Ook in dit geval wordt de daling veroorzaakt door een ebruik
[kton]
HDO&bouw bedraagt in 2010 respectievelijk 8 (SE) en 9 kilo- ton (GE). De raming voor ‘Erop of eronder’ was eveneens 9 kiloton. In de periode 2010 tot 2020 neemt de emissie - om dezelfde redenen als bij de sec- tor huishoudens - verder af tot 5 (SE) à 6 kiloton (GE).
De emissie van de sector land- bouw bedraagt in 2010 6 (SE) to
0 2 [kton]
D 16
over het toenemende ge
van WKK’s voor CO2-bemesting
in de glastuinbouw. Voor deze epassing wordt het uitlaatgas to
met behulp van uitlaatgasreini- ging (vooral SCR) gereinigd.
to
daling van het energieg
en voortdurende vervanging van oude installaties door nieuwe exemplaren. 4 6 12 14 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 8 10 Historisch SE GE Uitvoeringsnotitie 2003
Figuur 9.1.8 - Ontwikkeling van de NOx-emissie in de sectoren HDO en bouw
an de huishoudens is naar
ngeveer fifty-fifty dat dit wordt
rio, en 7 iloton in het GE-scenario. Het
Doelbereik 2010
De NEC sectorplafonds 2010 van de huishoudens,
HDO/bouw en de landbouw be- dragen respectievelijk 12, 7 en 5 kiloton. De emissie in 2010 6 8 10 12 14 v 0 2 4
verwachting 11 kiloton in het SE-scenario, en 12 kiloton in het GE-scenario. De kans is o
gehaald.
De emissie in 2010 van de HDO/bouw is naar verwachting 8 kiloton in SE, en 9 kiloton in GE. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit plafond wordt gehaald. De emissie in 2010 van de landbouw is naar verwachting 6 kiloton in het SE-scena
k
is onwaarschijnlijk dat het doel wordt gehaald.
1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 Historisch SE GE Uitvoeringsnotitie 2003 [kton]
Figuur 9.1.9 - Ontwikkeling van de NOx-emissie in de sector landbouw
e berekende marge in de totale emissie van 26 (SE) - 28 kiloton (GE) bedraagt voor SE circa veroorzaakt door de monitorings- en ramingsonzekerheid in het ctoren van de opgestelde installaties (met name gasmotoren
(SO
2)
randing van steenkool(producten) of olie(producten). Het ) van de Nederlandse emissie ontstaat bij de industrie, de raffi- vooral kolencentrales). De sector verkeer had in 2002 een aan-
ige sectoren emitteren relatief weinig SO2, omdat zij voorname-
s 66 (SE) respectievelijk 67 kiloton (GE), 2 tot 3 kiloton hoger jaar t.b.v. de Uitvoeringsnotitie ‘Erop of eronder’ heeft uitgevoerd. te reden is dat nu een hogere volumegroei van de raffinaderijen is ingeschat.
Onzekere factoren
D
15%. Deze wordt voornamelijk brandstofgebruik en de emissiefa en CV-ketels).
9.2 Zwaveldioxiden
Nederland totaal
SO2 komt voornamelijk vrij bij verb
grootste deel (bijna 90% in 2002 naderijen en de energiesector ( deel van ongeveer 7%. De over lijk aardgas stoken.
Resultaten
De geraamde emissie voor 2010 i dan de raming die RIVM vorig De belangrijks
LUCHTVERONTREINIGING 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 Historisch SE GE Uitvoeringsnotitie 2003 [kton] Doelbereik 2010
Het NEC-doel voor 2010 be- draagt 50 kiloton. Het
wordt in het SE-scenario met 16 kiloton overschreden, in het GE- scenario met 17 kiloton. Het is zeer onwaarschijnlijk dat het doel wordt gehaald, tenzij het beleid dat momenteel wordt voorbereid met de industrie, raffinaderijen en elektriciteits- sector kan
doel
worden verzilverd.
Figuur 9.2.1 - Ontwikkeling van de SO2-emissie in Nederland
Onzekere factoren
De onzekerheid voor 2010 is ge
toe groter is komt mede doordat het - ni lopende SO
raamd op - 25% en + 11%. Dat de onzekerheid naar beneden et in de ramingen ingeboekte - resultaat van momenteel et de raffinaderijen en de elektriciteitssector de grootste on- rheid ten opzichte van de SE-raming alleen maar naar bene- ositief is, dan is de emissie lager dan de geraamde emissie, is sie op het niveau zoals nu is geraamd. Wel is in de ramingen t er een aanzienlijke reductie zal plaatsvinden omdat Shell raffinaderij heeft angekondigd te zullen overschakelen van olie- naar gasstook. Er is een kleine kans ingeboekt dat deze overschakeling niet zal plaatsvinden. In de volgende paragraaf wordt dit verder toege-
l. afvalverwijde- ng), raffinaderijen en de ener- giesector hadden in 2002 een
2
emissie in Nederland. Circa ssie van
etaal de at daarbij onder andere om produ-
oet, aromaten, staal
2-onderhandelingen m
zekere factor is, en deze onzeke den toe werkt. AIs de uitkomst p deze negatief, dan blijft de emis verondersteld da
a licht.