• No results found

Hoofdstuk 2, §2 Ontwaakt, verworpenen der aarde

In document Ontwaakt, de auteur is een socialist! (pagina 125-141)

4. Resultaten

4.2 Vragen aan de Geschiedenis 1996

4.2.2 Hoofdstuk 2, §2 Ontwaakt, verworpenen der aarde

Passieve zinsconstructies

Deze paragraaf kent twee passieve zinsconstructies waarin een van de betrokken partijen het onderwerp zijn:

“Veel arbeiders werden gedood door ontploffende stoomketels.” (p.47)

“De socialisten werden door de confessionelen en liberalen met argwaan bekeken.” (p.50)

Deze betrokken partijen, - de arbeiders en de socialisten-, lijken twee verschillende partijen door de verschillende aanduiding, maar uit onderstaande passage op pagina 49 blijkt duidelijk dat we grotendeels met dezelfde groep betrokkenen te maken hebben:

126

“Veel arbeiders sloten zich aan bij socialistische vakbonden en bij de socialistische politieke partij, de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij). De socialisten eisten een rechtvaardiger samenleving.”

Het gaat in wezen dus om eenzelfde partij die in beide passieve constructies onderwerp is, namelijk arbeiders. Verantwoordelijk waren de ‘ontploffende stoomketels’ (waar natuurlijk de fabrikanten weer verantwoordelijk voor waren) en ‘confessionelen en liberalen’ (naast de socialisten de andere politieke stromingen). De passieve zinsconstructies versterken hiermee de tegenstellingen die ook in de rest van de paragraaf worden weergegeven; de arbeiders en socialisten enerzijds en de fabrikanten, confessionelen en liberalen anderzijds.

Impliciete subjecten

Op verschillende plaatsen in de paragraaf worden subjecten impliciet gelaten. In die zinnen is in bijna alle gevallen het subject uit de onmiddellijke context af te leiden. De zin (op p.50)…

“Op nog een ander punt werd de positie van de arbeiders verbeterd: in 1919 werd de achturige werkdag ingevoerd.”

…volgt, weliswaar in een nieuwe alinea, op de volgende zin:

“De overheid legde het resterende bedrag bij en bepaalde ook de hoogte van de uitkering.”

De lezer weet nu dat de overheid de positie van de arbeiders verbeterde en een achturige werkdag invoerde, ook al is dit niet expliciet in de zin genoemd.

In één geval wordt ook uit de rest van de tekst niet duidelijk op wie de zin betrekking heeft (op p.48):

“Dit ‘kinderwetje’ hielp niet veel. Naleving ervan werd niet gecontroleerd, zodat fabrikanten de regels massaal ontdoken.”

Nergens wordt een partij of instantie genoemd die verantwoordelijk is voor de naleving van het kinderwetje.

Van de gevallen waarbij de impliciete verantwoordelijke partij uit de rest van de tekst valt af te leiden, gaat het in bijna alle gevallen om de regering of overheid. Zo lezen we op pagina 50:

127

“Met enige vertraging werd het Duitse systeem van werknemersverzekeringen in Nederland nagevolgd.”

“Er kwam nu een regeling voor werkloosheid.”

“Op nog een ander punt werd de positie van de arbeiders verbeterd (…)”

“(…) in 1919 werd de achturige werkdag ingevoerd.”

Ook de fabrikanten zijn in één van de impliciete-subject constructies verantwoordelijk (p.50): “Voor de rest werd er bijna niets meer geproduceerd.”

Het grootste deel van de impliciete subjecten wordt dus gevormd door de regering.

Slechts in één geval wordt een subject aan de kant van de arbeiders nìet geëxpliciteerd (p.48): “De slechte omstandigheden waaronder de meeste arbeiders moesten leven en werken, wekten bij steeds meer mensen verontwaardiging op. Vooral kinderarbeid werd als

onmenselijk beschouwd.”

Het gaat hier niet rechtstreeks over de arbeidersgroep, maar over de ‘steeds meer mensen’ die verontwaardigd waren over de slechte omstandigheden van de arbeiders.

Arbeiders of socialisten worden dus wanneer zij direct verantwoordelijk waren op geen enkele plaats impliciet gelaten, maar steeds geëxpliciteerd. De betrokkenheid van de overheid en fabrikanten wordt op verschillende plaatsen wèl impliciet gelaten. In de gevallen waar de rol van de overheid dus nìet wordt benadrukt, gaat het om de bijdrage van de overheid aan een positieve verandering voor de arbeiders. De positieve rol van de overheid komt hier door minder nadrukkelijk naar voren.

Pronomina

De gebruikte pronomina worden op alle plaatsen alleen maar gebruikt ter vervanging van een eerder genoemd subject. Dit is bijvoorbeeld zo op pagina 47:

“Voor vrouwen betekende dat een dubbele taak: behalve het fabriekswerk moesten zij ook alle huishoudelijke taken doen.”

128

“Intussen begonnen de arbeiders zich te organiseren. Ze werden zich van hun macht bewust.”

Alle pronomina verwijzen naar de arbeiders, hun vrouwen of diegenen die opkwamen voor hun rechten en er is geen pronomen dat verwijst naar andere partijen. Geen van de pronomina verwijst bijvoorbeeld naar de fabrikanten of de overheid. Toch lijkt er niet direct sprake te zijn van polarisatie. Hoewel alle pronomina maar op één partij betrekking hebben, lijken ze niet te zijn beïnvloed door een ideologische opvatting.

Semantiek Lexicale keuzes

Er zijn een aantal plaatsen waar bij vervanging van één woord door een ander woord een andere lezing van de zin tevoorschijn komt. De alternatieve lezing is in alle gevallen een neutralere variant van de gekozen woorden, zoals in het voorbeeld hieronder (p.47):

“Tegen het einde van de negentiende eeuw gingen steeds meer mensen eraan twijfelen of armoede wel iemands eigen schuld was.”

Tegen het einde van de negentiende eeuw gingen steeds meer mensen eraan twijfelen of armoede wel iemands eigen verantwoordelijkheid was.

Deze zin wordt ook behandeld in het gedeelte over implicaties en presupposities, aangezien de aanname hier is dat er ook mensen zijn die er niet aan twijfelen dat armoede iemands schuld is. Deze groep mensen, die dus volgens de tekst wèl denkt dat armoede iemands schuld is, wordt hier in een negatief licht gezet, zeker als we verderop lezen dat de groep armen uit arbeiders bestaat die een behoorlijk zwaar leven leiden. Wie zou durven beweren dat leven onder zulke erbarmelijke omstandigheden iemands eigen schuld was? Uit de rest van de tekst kunnen we afleiden dat het in ieder geval niet om socialisten gaat en dat fabrikanten,

confessionelen en liberalen tegenover de socialisten worden gepositioneerd.

Uit een aantal lexicale keuzes valt op te maken dat de auteur het in de tekst opneemt voor de arme arbeider. Voor ieder woord wordt meteen een alternatieve betekenis gegeven:

“Volgens hen moest de staat een rol gaan spelen bij het bestrijden van de armoede onder de bevolking.” (p.47)

129

Volgens hen moest de staat een rol gaan spelen bij het tegengaan van de armoede onder de bevolking.

“Op nog een ander punt werd de positie van de arbeiders verbeterd: in 1919 werd de achturige werkdag ingevoerd.” (p.50)

Op nog een ander punt werd de positie van de arbeiders verbeterd: in 1919 werd de achturige werkdag ingevoerd.

Uit de keuzes van de auteur is af te leiden dat hij armoede beschouwt als iets dat bestreden moet worden; het is een ongewenst verschijnsel waar men fel tegen moet optreden. Door de verkorting van de arbeiderswerkdag een ‘verbetering’ te noemen, laat hij bovendien zien dat hij de gebeurtenis vanuit het oogpunt van de arbeiders weergeeft. Ook in een andere zin op pagina 47 blijkt dat de auteur de omstandigheden vanuit het perspectief van de arbeiders benadert:

“Vrouwen- en kinderarbeid kwam steeds vaker voor om het gezinsinkomen op peil te

houden.” (p.47)

Vrouwen- en kinderarbeid kwam steeds vaker voor om het gezinsinkomen te vergroten.

In de eerste zin is het inkomen van vrouwen en kinderen nodig om een basisinkomen te verwerven en is het inkomen van de man alleen blijkbaar niet toereikend. In de alternatieve zin wordt niet geïmpliceerd dat het inkomen van de man alleen onvoldoende zou zijn om in alle behoeften te voorzien. Aan de feitelijke weergave is niets veranderd, alleen heeft ‘op peil houden’ een andere implicatie dan ‘vergroten’.

Dat de auteur de gebeurtenissen vanuit arbeidersperspectief bekijkt, komt ook naar voren in de beschrijving van de acties van een groep met tegengestelde belangen, de fabriekseigenaren (p.48):

“Naleving ervan werd niet gecontroleerd, zodat fabrikanten de regels massaal

ontdoken.”

Naleving ervan werd niet gecontroleerd, zodat veel fabrikanten zich niet aan de regels hielden.

130

De woordkeuze ‘massaal ontdoken’ impliceert dat er bijna geen fabrikanten waren die zich wèl aan de regels hielden en die wèl rekening hielden met de rechten van de arbeiders,- een negatieve voorstelling van de betrokkenheid van fabriekseigenaren. Een alternatieve

woordkeuze mist die implicatie en heeft een neutralere lezing. Er vanuit gaande dat de auteur zijn woorden bewust heeft gekozen, ondersteunt de negatieve weergave van betrokkenheid van fabrikanten het idee dat de sympathie van de auteur uitgaat naar de gewone arbeider.

Tenslotte valt bij het analyseren van de woordkeuze van de auteur op dat niet ieder woord noodzakelijk is voor een feitelijke representatie van de gebeurtenissen. In de onderstaande zinnen zorgt weglating van een woord of clause voor een andere lezing:

“Het was een keihard bestaan: de lonen waren erg laag, de werktijden erg lang (meer dan tien uur per dag was heel gewoon) en het werk zelf was vuil, eentonig en

gevaarlijk.” (p.47)

Het was een moeilijk bestaan: de lonen waren erg laag, de werktijden erg lang (meer dan tien uur per dag was heel gewoon) en het werk zelf was vuil, eentonig en

gevaarlijk.

De lonen waren erg laag, de werktijden erg lang (meer dan tien uur per dag was heel gewoon) en het werk zelf was vuil, eentonig en gevaarlijk.

“De slechte omstandigheden waaronder de meeste arbeiders moesten leven en werken, wekten bij steeds meer mensen verontwaardiging op.” (p.48)

De omstandigheden waaronder de meeste arbeiders moesten leven en werken, wekten bij steeds meer mensen verontwaardiging op.

De toevoeging van ‘keihard bestaan’ en ‘slechte’ omstandigheden legt extra nadruk op de aard van die omstandigheden en dit kan zijn gedaan om de positie van de arbeiders te onderstrepen. De lexicale keuzes uit deze paragraaf laten allemaal zien dat de auteur de gebeurtenissen vanuit de ‘gewone’ arbeider heeft geschreven en zich heeft verplaatst in de noden van de arbeiders uit dit hoofdstuk. Dit kan gebaseerd zijn op een persoonlijke overtuiging die mogelijk politiek gekleurd is en daarmee ook ideologisch gekleurd.

131 Semantische rollen

In deze paragraaf worden de verschillende betrokken partijen op een rij gezet en wordt gekeken naar de semantische rollen die door iedere partij worden vervuld. De volgende tien partijen komen in de tekst in vijf rollen voor:

1. Arbeiders (20x): agens→8x, patiens→5x, experiencer→4x, doel→2x, instrument→1x p.47: steeds meer mensen→agens, arbeiders→patiens, vrouwen→experiencer

p.48: Johanna Hoogveld→agens, arbeiders→experiencer

p.49: arbeiders→experiencer, arbeiders→experiencer, arbeiders→agens,

hen→instrument, veel arbeiders→agens, arbeiders→patiens, de arbeiders→agens

p.50: arbeiders→agens, arbeiders→patiens, arbeiders→patiens, degenen die niet meer konden werken→doel, arbeiders→patiens, zij→agens, iedereen die lid was van een vakbond→doel, werknemers→agens

2. Regering (4x): agens→3x, experiencer→1x p.49: de staat→agens

p.50: dat (Nederland)→agens, de regering→experiencer, de overheid→agens

3. Liberalen (4x): agens→3x, experiencer→1x

p.48: een deel van de liberalen→agens, het liberale parlementslid Van Houten→agens

p.50: liberalen→agens, hen (liberalen)→experiencer

4. Confessionelen (4x): agens→3x, experiencer→1x

p.50: deze (confessionele organisatie)→agens, confessionelen→agens, confessionelen→agens, hen (confessionelen)→experiencer

5. Fabrikanten (3x): agens→3x p.48: fabrikanten→agens

132

p.50: wapenfabrieken→agens

6. Socialisten (3x): agens→2x, patiens→1x p.49: socialisten→agens, socialisten→agens

p. 50: socialisten→patiens

7. Bismarck (2x): agens→2x

p.50: Duitse regeringsleider Bismarck→agens, hij (Bismarck)→agens

8. Katholieke en protestante arbeiders (1x): agens→1x p.50: katholieke en protestantse arbeiders→agens

9. Instellingen voor armenzorg (1x): experiencer→1x p.50: de oude instellingen voor armenzorg→experiencer

10. Bazen (1x): agens→1x p.50: bazen→agens

De groep arbeiders vormt niet alleen de grootste groep, maar kent ook de grootste

verscheidenheid aan semantische rollen. In acht van de twintig gevallen is deze groep agens en in negen gevallen patiens of experiencer. Ook zijn de arbeiders een aantal keer doel en instrument. Vergeleken met twee andere betrokken partijen, de regering en de liberalen, valt het op dat bijna de helft van de semantische rollen patiens of experiencer is. Als voorbeeld de volgende zinnen op pagina 47 en 49:

“Veel arbeiders werden gedood door ontploffende stoomketels of raakten met handen en armen bekneld tussen de ratelende machines.”

“Het probleem van de armoede onder de arbeiders was daarmee nog lang niet opgelost (…)”

De arbeiders bevinden zich dus volgens de tekst, in vergelijking met andere groepen, vrij vaak in een rol waarbij zij een handeling of een emotionele toestand ondergaan.

133

De regering en liberalen vervulden maar in een kwart van de semantische rollen een rol waarbij ze een emotionele toestand ondergingen (voor zover een regering of overheid in de realiteit kan ‘ervaren’). Dit gebeurt op pagina 50 in de zin:

“De regering was bang dat de werkloze arbeiders, net als bijvoorbeeld in Rusland, in opstand zouden komen.”

De enige andere rol die zij vervulden was die van agens; in driekwart van de gevallen waren zij dus de handelende ‘persoon’ of veroorzaker van de gebeurtenis. Ook de confessionelen vervulden in driekwart van de gevallen de rol van handelende ‘persoon’ of veroorzaker van de gebeurtenis, terwijl dit bij de socialisten tweederde was. Fabrikanten zijn in alle gevallen als agens neergezet.

Op basis van de semantische rollen die de betrokken partijen in de tekst krijgen toebedeeld, kan geconcludeerd worden dat de groep arbeiders in bijna de helft van de gebeurtenissen waar zij bij betrokken is nìet zelf handelt of zelf de gebeurtenis veroorzaakt. Vergeleken met andere veel voorkomende partijen is dit gehalte aan patiens en experiencer rollen hoog; regering, liberalen, confessionelen en socialisten zien we vooral in de rol van agens. Aangezien semantische rollen de keuzes van de schrijver reflecteren, mag uit deze rolverdeling worden geconcludeerd dat de schrijver de arbeiders grotendeels niet verantwoordelijk houdt voor de beschreven gebeurtenissen, maar die verantwoordelijkheid bij de regering, liberalen en confessionelen neerlegt.

Coherentie

In onderstaande passage wordt verteld dat de socialisten hoger loon, minder lange werktijden en werkloosheidsvoorzieningen eisten. Deze gewenste samenleving wordt door de schrijver ‘rechtvaardiger’ genoemd. Op pagina 49:

“De socialisten eisten een rechtvaardiger samenleving. Dus voor de arbeiders hoger loon, minder lange werktijden en voorzieningen voor als je niet meer kon werken.”

De veranderingen die de socialisten eisten worden door de schrijver als rechtvaardige eisen beschouwd. De positieve connotatie van de term ‘rechtvaardig’ wordt door het verband wat gecreëerd wordt door ‘dus’ over gedragen op de eisen die de socialisten stelden; een hoger loon voor arbeiders, betere werktijden en werkloosheidsvoorzieningen zouden de

134

ook een keuze van de schrijver waaruit afgeleid kan worden welke positie hij inneemt. Er wordt niet zomaar verteld welke eisen de socialisten stelden, er spreekt ook een (positief) waardeoordeel uit. Het duidelijkst wordt dit wanneer in deze zin de constructie gelijk blijft, maar met een andere groep en andere eisen:

De nationaal-socialisten eisten een rechtvaardiger samenleving. Dus minder joden in hoge posities, uitbreiding van het Duitse Rijk en alleenheerschappij van Adolf Hitler.

Meteen wordt duidelijk welk effect de toevoeging van het woord ‘rechtvaardiger’ heeft op het verband tussen de regels. Al worden de eisen van een groep verwoord en niet die van de auteur zelf, de keuze voor de term ‘rechtvaardig’ is een persoonlijke kijk op de

gebeurtenissen. Wil de term niet de visie van de auteur reflecteren, dan zou de auteur expliciet afstand moeten scheppen:

De nationaal-socialisten eisten wat zij een rechtvaardiger samenleving noemden. Dus minder joden in hoge posities, uitbreiding van het Duitse Rijk en alleenheerschappij van Hitler.

Uit de relatie op pagina 49 wordt dan ook duidelijk dat de schrijver een samenleving met ‘voor de arbeiders hoger loon, minder lange werktijden en voorzieningen voor als je niet meer kon werken’ net als de socialisten een rechtvaardige eis vond.

Implicaties en pressupposities

Door de inhoud van implicaties en presupposities te expliciteren, kan een indruk worden gegeven van de opvattingen die de auteur als bekend verondersteld ziet. Niet iedere implicatie of presuppositie is terug te leiden op een persoonlijke visie op de gebeurtenissen. In deze paragraaf is dat bijvoorbeeld een implicatie op pagina 47:

“Hoe en waardoor begon de nachtwakerstaat omstreeks de eeuwwisseling te wankelen?”

Deze zin impliceert dat de nachtwakerstaat (een term die in een voorgaande paragraaf aan de leerling is uitgelegd en die zoveel betekent als dat de overheid slechts verantwoordelijk is voor de rust en het bezit van de burgers, maar verder nergens voor) voorheen niet wankelde en eigenlijk prima functioneerde. Een implicatie als deze is niet ideologisch, omdat zij niet over een specifieke groep gaat en er dus ook geen belangen mee gemoeid zijn.

135

De volgende implicatie op pagina 47 is een ander geval. Hier benadrukt de schrijver de zware positie van de vrouw:

“Voor vrouwen betekende dat een dubbele taak: behalve het fabriekswerk moesten zij ook alle huishoudelijke taken doen.”

Deze zin impliceert dat de vrouw er niet vrijwillig voor koos om het werk buitenshuis te combineren met haar taken binnen het gezin, maar dat zij hier door de omstandigheden toe werd gedwongen. Door de feiten op deze manier te presenteren, ontstaat bij de lezer het idee dat de vrouw min of meer slachtoffer was van de omstandigheden en is hij geneigd mee te voelen met het lot van de arbeidersvrouw.

Ook uit een implicatie op pagina 48 valt iets af te leiden over de visie van de auteur. We lezen:

“Naleving ervan werd niet gecontroleerd, zodat fabrikanten de regels massaal ontdoken.”

Hier wordt geïmpliceerd dat de regels niet werden nageleefd, omdat er onvoldoende op naleving werd gecontroleerd. De fabrikanten zouden de regels alleen naleven wanneer er streng op werd toegezien. Nergens blijkt dat de fabriekseigenaren ook maar enige noodzaak voelden om iets te veranderen aan kinder- en vrouwenarbeid. De keuze voor de term ‘massaal ontdoken’ impliceert bovendien dat een groot deel (‘massaal’) van de fabrikanten zich bewust niet aan de regels hield (‘ontduiken’). Waar de lezer eerder sympathie voelde met het lot van de vrouw, zal hij hier eerder antipathie voelen voor het optreden van de fabriekseigenaren.

Op een andere plaats in de tekst, komen we opnieuw verborgen informatie tegen die in een voorgaande paragraaf al is gegeven. Uit deze implicatie op pagina 49 is op te maken dat de positie van de arbeider die werkloos of arbeidsongeschikt werd, bepaald niet rooskleurig was:

“Het probleem van de armoede onder de arbeiders was daarmee natuurlijk nog lang niet opgelost, laat staan dat van de arbeiders die niet meer konden werken.”

In de vorige paragraaf wordt verteld dat arbeiders die werkloos raakten geen enkel beroep op de overheid konden doen. De lezer weet dus al dat het probleem van arbeiders die werkloos raakten nog groter was dan dat van arbeiders die wel konden blijven werken. Door de gekozen formulering benadrukt de auteur deze benarde positie nog eens. Net als bij het

136

benadrukken van het zware leven van de werkende arbeidersvrouw, kan ook het benadrukken van de slechte omstandigheden van de werkloze arbeider opgevat worden als een bewuste keuze van de auteur. De onderstaande zin (p.49) laat nog meer zien van de opvattingen van de auteur:

“De socialisten eisten een rechtvaardiger samenleving.”

De groepen waar de lezer in de loop van de tekst sympathie voor heeft gekregen doordat hun omstandigheden werden benadrukt, ervaren problemen die de socialisten willen aanpakken. Bij de analyse van coherentie is al opgemerkt dat dit opgevat kan worden als een uiting van socialistische sympathieën van de auteur. De implicaties in deze paragraaf waaruit

In document Ontwaakt, de auteur is een socialist! (pagina 125-141)