• No results found

Hoger beroep bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak

HOOFDSTUK IV. DE NEDERLANDSE ASIELPROCEDURE VOOR ALLEENSTAANDE

Afdeling 2. Verloop van de Nederlandse asielprocedure voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen

III. Beslistermijn

3. Hoger beroep bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak

111. Bij ongegrondverklaring van het beroep door de vreemdelingenrechter bestaat de mogelijkheid om in

hoger beroep te gaan bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak.549 De termijn voor het instellen

van hoger beroep bedraagt vier weken.550 Het beroepsschrift bevat een of meer grieven tegen de uitspraak

van de rechtbank.551 De herstelmogelijkheid van artikel 6:6 Awb is niet van toepassing.552 Bijgevolg dient het

hoger beroepsschrift alle argumenten van de appellant te bevatten; latere aanvulling is niet mogelijk. Bevat het beroepschrift geen grieven, dan zal de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.553

Het hoger beroep bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak heeft geen schorsende werking. Indien de vreemdeling in Nederland wil blijven tijdens de behandeling van zijn beroep, zal hij een verzoek om voorlopige voorziening moeten vragen aan de voorzitter van de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak. De vreemdeling dient in dat geval een spoedeisend belang aan te tonen.554 De Raad van

State doet uiterlijk 32 weken na ontvangst van het beroepschrift uitspraak.555 De Raad van State voert een ex

tunc-toetsing door. Dit heeft tot gevolg dat nieuwe feiten en omstandigheden niet worden meegenomen in de

beoordeling.556

546 Artikel 83b, lid 1 Vw.

547 Artikel 83b, lid 3 Vw; G.G.LODDER, Vreemdelingenrecht in vogelvlucht. Over toelating en verblijf van vreemdelingen in

Nederland, Den Haag, Sdu, 2018, 155.

548 G.G.LODDER, Vreemdelingenrecht in vogelvlucht. Over toelating en verblijf van vreemdelingen in Nederland, Den Haag, Sdu, 2018, 155.

549 G.CARDOL, De alleenstaande minderjarige vreemdeling, Den Haag, SDU Uitgevers, 2006, 57; E.M.KAMPSTRA, Hoofdzaken

vreemdelingenrecht, Deventer, Wolters Kluwer, 2017, 111; G.G.LODDER, Vreemdelingenrecht in vogelvlucht. Over toelating en verblijf van vreemdelingen in Nederland, Den Haag, Sdu, 2018, 156.

550 Artikel 69, lid 1 Vw. 551 Artikel 85, lid 1 Vw. 552 Artikel 85, lid 3 Vw.

553 Artikel 85, lid 3 Vw; I.M.BOEKEMA,M.HERWEIJER enA.T.MARSEILLE, “Toegang tot het hoger beroep in het bestuursrecht. Grenzen en mogelijkheden voor het sturen van het beroep op de appelrechter”, Bestuurswetenschappen 2012, (34) 43.

554 E.M.KAMPSTRA, Hoofdzaken vreemdelingenrecht, Deventer, Wolters Kluwer, 2017, 112. 555 Artikel 89, lid 2 Vw.

72

HOOFDSTUK V. HET RECHT OM GEHOORD TE WORDEN VAN

ALLEENSTAANDE

MINDERJARIGE

VREEMDELINGEN

IN

DE

NEDERLANDSE RECHTSPRAAK

112. Zoals gesteld in Hoofdstuk II van dit onderzoek moet krachtens internationale en Europese wet- en

regelgeving het gehoor van een alleenstaande minderjarige vreemdeling in de asielprocedure aan een aantal vereisten voldoen. Deze vereisten worden weergegeven in General Comment No. 6 en General Comment

No. 12 van het VN Comité voor de Rechten van het Kind, de guidelines van de UNHCR en de

Procedurerichtlijn. Zo moet een alleenstaande minderjarige vreemdeling op een kindvriendelijke manier gehoord worden557 in een kindvriendelijke omgeving558 door een gekwalificeerd gehoorambtenaar559. Daarnaast moet de alleenstaande minderjarige asielzoeker gehoord worden in een taal waarvan redelijkerwijs kan aangenomen worden dat hij die begrijpt560 en kan hij steeds beroep doen op de diensten van een tolk561. Deze vereisten zijn tevens terug te vinden in de Nederlandse wet- en regelgeving. Krachtens de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000, de Vreemdelingencirculaire 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen wordt een alleenstaande minderjarige asielzoeker in de Nederlandse asielprocedure gehoord op een kindvriendelijke manier in een taal waarvan aangenomen kan worden dat hij die begrijpt.562 Daarnaast kan hij ook steeds beroep doen op een tolk.563 Wat niet is voorzien in de Nederlandse wet- en regelgeving, maar wel blijkt uit de praktijk, is dat de gehoren van alleenstaande minderjarige asielzoekers dienen afgenomen te worden door een speciaal daartoe opgeleide gehoormedewerker.564

557 COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 12. The Right of the child to be heard, CRC/C/GC/12, 2009, par. 131; COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 6. Treatment of unaccompanied and separated children outside their country of origin, CRC/GC/2005/6, 2005, par. 31B en 71; UNHCR,“Guidelines on Policies and Procedures in dealing with

Unaccompanied Children Seeking Asylum”, 1997, par. 5.8; UNHCR, “Guidelines on Determining the Best Interests of the Child”, 2008, 60; artikel 15, lid 3, sub e) Procedurerichtlijn.

558 COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 12. The Right of the child to be heard, CRC/C/GC/12, 2009, par. 23 en 34; UNHCR, “Guidelines on Determining the Best Interests of the Child”, 2008, 60; UNHCR, “Guidelines on International Protection: Child Asylum Claims under Articles 1(A)2 and 1(F) of the 1951 Convention and/or 1967 Protocol relating to the Status of Refugees”, 2009, par. 72.

559 COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 6. Treatment of unaccompanied and separated children outside

their country of origin, CRC/GC/2005/6, 2005, par. 31B en 71; UNHCR, “Guidelines on Policies and Procedures in dealing with Unaccompanied Children Seeking Asylum”, 1997, par. 5.12, 5.8 en 8.4; UNHCR, “Guidelines on International Protection: Child Asylum Claims under Articles 1(A)2 and 1(F) of the 1951 Convention and/or 1967 Protocol relating to the Status of Refugees”, 2009, par. 72; artikel 15, lid 3, sub a) Procedurerichtlijn; artikel 25, lid 3, sub a) Procedurerichtlijn.

560 COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General comment No. 6. Treatment of unaccompanied and separated children outside

their country of origin, CRC/GC/2005/6, 2005, par. 31B en 71.

561 Artikel 12, lid 1, sub b) Procedurerichtlijn; artikel 15, lid 3, sub c) Procedurerichtlijn. 562 Artikel 3.45a Vv; artikel 38 Vw j° paragraaf C1/2.11 Vc.

563 Artikel 3.109a, lid 1 Vb.

564 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 43. Zie ook ‘Protocol horen alleenstaande minderjarige asielzoekers tot 12 jaar’.

73

113. Ondanks deze wettelijke waarborgen blijkt dat in de praktijk het gehoor van een alleenstaande

minderjarige vreemdeling ook aan gebreken is onderworpen. Zo krijgen enkel alleenstaande minderjarige