• No results found

HOOFDSTUK IV. DE NEDERLANDSE ASIELPROCEDURE VOOR ALLEENSTAANDE

Afdeling 2. Verloop van de Nederlandse asielprocedure voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen

1. Het eerste gehoor op dag één

85. Op de eerste dag van de algemene asielprocedure krijgt de asielzoeker een eerste gehoor met een

medewerker van de IND.392 Aanvankelijk hoorde de IND enkel alleenstaande minderjarige asielzoekers vanaf

twaalf jaar. Vanaf 1 januari 2001 konden minderjarigen vanaf vier jaar ook gehoord worden.393 Na een

evaluatie door de Nederlandse regering in 2003 werd beslist om het horen van vier – en vijfjarigen te staken

387 Paragraaf C1/2.3 Vc; E.M.KAMPSTRA, Hoofdzaken vreemdelingenrecht, Deventer, Wolters Kluwer, 2017, 67. 388 Paragraaf C1/2.3 Vc.

389 Artikel 3.110, lid 1 Vb. Artikel 3.110, lid 3 Vb: de dagen gedurende het weekend en de dagen die zijn aangemerkt als algemeen erkende feestdagen tellen niet mee voor de berekening van de termijn van acht dagen.

390 Artikel 3.110, lid 2 Vb j° artikel 3.115 Vb j° paragraaf C1/2.3 Vc. Artikel 3.115 Vb stelt dat de Minister de termijnen uit artikel 3.110, lid 1 Vb kan verlengen (a) in geval van overschrijding van de termijnen, bedoeld in de artikelen 3.112, eerste en derde lid, 3.113, tweede en vierde lid en 3.114, eerste en zesde lid, tenzij de overschrijding aan Onze Minister kan worden toegerekend; (b) in geval van overschrijding van de termijnen, bedoeld in de artikelen 3.113, eerste en vijfde lid, of 3.114, tweede lid, en de vreemdeling een met redenen omkleed verzoek om verlenging heeft ingediend, tenzij de overschrijding aan de vreemdeling kan worden toegerekend; (c) indien naar het oordeel van Onze Minister nader onderzoek naar de identiteit of nationaliteit van de vreemdeling noodzakelijk is; (d) indien de vreemdeling zijn eerder tijdens het onderzoek afgelegde verklaringen essentieel wijzigt of aanvult; (e) indien naar het oordeel van Onze Minister nader onderzoek noodzakelijk is naar omstandigheden die verband houden met de gronden, bedoeld in de artikelen 3.6a, eerste lid, en 6.1e; (f) indien Onze Minister een medisch onderzoek heeft aangeboden als bedoeld in artikel 3.109e; of (g) indien de vreemdeling niet is verschenen bij een gehoor, dan wel is verdwenen of vertrokken zonder toestemming van Onze Minister.

391 De onderverdeling en de keuze van tussentitels is gebaseerd op de onderverdeling uit de masterscriptie van S.DUIVENVOORDE,

Het participatierecht van minderjarige vreemdelingen in de Nederlandse asielprocedure, scriptie Rechten Universiteit Leiden, 2017, p. 73.

392 Artikel 2.112, lid 1 Vb; E.M.KAMPSTRA, Hoofdzaken vreemdelingenrecht, Deventer, Wolters Kluwer, 2017, 68; G.G.LODDER,

Vreemdelingenrecht in vogelvlucht. Over toelating en verblijf van vreemdelingen in Nederland, Den Haag, Sdu, 2018, 151.

55 aangezien dit niet zinvol bleek.394 In de huidige regeling krijgen bijgevolg enkel alleenstaande minderjarige

asielzoekers van zes tot achttien jaar een eerste gehoor. Het feit dat enkel alleenstaande minderjarige asielzoekers van zes tot achttien jaar een eerste gehoor krijgen, kan in strijd geacht worden met artikel 12, lid 1 VRK en de visie van het Comité voor de Rechten van het Kind, dewelke stelt dat elk kind, ongeacht zijn leeftijd, het recht heeft zijn mening te uiten en gehoord te worden.395

86. Voor het horen van alleenstaande minderjarige vreemdelingen van zes jaar tot twaalf jaar gebruikt de

IND het ‘Protocol horen alleenstaande minderjarige asielzoekers tot 12 jaar’.396 Dit protocol is door de IND

opgesteld naar aanleiding van een onderzoek van de Katholieke Universiteit Nijmegen (Radboud Universiteit) van 2000 met betrekking tot het horen van minderjarige vreemdelingen in de asielprocedure.397

Het valt te betreuren dat het protocol enkel van toepassing is op alleenstaande minderjarige vreemdelingen jonger dan twaalf jaar.398 Ondanks deze beperking wordt het protocol door de UNHCR wel gezien als een

‘good practice’.399

87. Het eerste gehoor met de alleenstaande minderjarige asielzoeker geschiedt overeenkomstig een

vragenlijst.400 De vragenlijst bevat geen vragen omtrent de beweegredenen van de asielaanvraag.401 De

medewerker van de IND stelt tijdens het eerste gehoor wel vragen omtrent de personalia van de vreemdeling, zijn geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en etnische afkomst, de datum van vertrek uit het land van herkomst, de datum van aankomst in Nederland, eventueel verblijf in derde landen en het bezit van een paspoort en identiteitsdocumenten.402 De IND vraagt alleenstaande minderjarige asielzoekers jonger dan

twaalf jaar tijdens het eerste gehoor uitsluitend naar de personalia, de nationaliteit, etnische afkomst, spreektalen, laatste adres in het land van herkomst, godsdienst, gezinssamenstelling en de schoolopleiding.403

Het is denkbaar dat de alleenstaande minderjarige asielzoeker spontaan tijdens het eerste gehoor zijn problemen of redenen van vertrek uit de doeken doet. De gehoorambtenaar dient daarvan aantekening te

394 KAMERSTUKKEN II 2003/04, 19637, nr. 824, onder B6; Addendum bij het rapport Opgroeien in de lage landen over de implementatie van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind in Nederland, 13; G.CARDOL, De alleenstaande minderjarige vreemdeling, Den Haag, SDU Uitgevers, 2006, 69; N. DOORNBOS, Op verhaal komen. Institutionele communicatie in de asielprocedure, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2006, 77.

395 Artikel 12, lid 1 VRK; COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 12. The Right of the child to be heard, CRC/C/GC/12, 2009, par. 20-21. SUZY DUIVENVOORDE is daarentegen de mening toegedaan dat met de lage leeftijdsgrens wel voldaan is aan artikel 12 VRK en artikel 24, lid 1 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, zie S.DUIVENVOORDE, Het participatierecht van minderjarige vreemdelingen in de Nederlandse asielprocedure, scriptie Rechten Universiteit Leiden, 2017, 41.

396 G.CARDOL, De alleenstaande minderjarige vreemdeling, Den Haag, SDU Uitgevers, 2006, 39. 397 G.C

ARDOL, De alleenstaande minderjarige vreemdeling, Den Haag, SDU Uitgevers, 2006, 72.

398 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 44-45.

399 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 43.

400 Artikel 3.112, lid 2 Vb. 401 Artikel 3.112, lid 2 Vb. 402 Artikel 3.44 Vv. 403 Paragraaf C1/2.11 Vc.

56 maken, maar dient tevens de minderjarige erop te wijzen dat zijn asielmotieven pas in het nader gehoor aan de orde komen.404 Een afschrift van de ingevulde vragenlijst wordt op de eerste dag aan de vreemdeling ter

kennis gebracht.405 Op grond van de gegevens verkregen in het eerste gehoor beoordeelt de IND in hoeverre

de alleenstaande minderjarige asielzoeker geloofwaardig is.406

88. Op grond van artikel 3.45a Vv moet de gehoormedewerker van de IND de gehoren van alleenstaande

minderjarige asielzoekers op een kindvriendelijke manier afnemen.407 De Nederlandse wetgeving

verduidelijkt niet wat dit precies inhoudt. Daarnaast dient deze gehoormedewerker getraind te zijn in het afnemen van gehoren van alleenstaande minderjarige asielzoekers.408 Dit staat niet uitdrukkelijk ingeschreven

in de Nederlandse wet- en regelgeving, maar blijkt uit de praktijk.409 Voor het horen van alleenstaande

minderjarige vreemdelingen tussen twaalf en achttien jaar dienen de gehoorambtenaren de training

Interviewing children te hebben gevolgd.410 Deze opleiding is ontwikkeld door de European Asylum Support

Office.411 Daarnaast heeft de IND een training ontwikkeld voor het horen van alleenstaande minderjarige

vreemdelingen tussen zes jaar en twaalf jaar.412 Bovendien wordt de alleenstaande minderjarige asielzoeker

gehoord in een taal waarvan redelijkerwijs kan aangenomen worden dat hij die begrijpt.413 Deze regeling is

in overeenstemming met de visie van het Comité voor de Rechten van het Kind, de UNHCRen de bepalingen in de Procedurerichtlijn, dewelke stellen dat het gehoor van een alleenstaande minderjarige vreemdeling moet afgenomen worden op een kindvriendelijke manier. Dit heeft tot gevolg dat het persoonlijk onderhoud op een leeftijdsadequate en gendergevoelige wijze moet afgenomen worden, rekening houdend met de ontwikkeling, leeftijd en speciale noden van het kind, in een taal die het kind begrijpt door een speciaal daartoe opgeleide ambtenaar.414 De alleenstaande minderjarige asielzoeker kan tevens gebruik maken van

404 N.DOORNBOS, Op verhaal komen. Institutionele communicatie in de asielprocedure, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2006, 72. 405 Artikel 3.112, lid 3 Vb.

406 G. CARDOL, De alleenstaande minderjarige vreemdeling, Den Haag, SDU Uitgevers, 2006, 39. Zie verder over de geloofwaardigheidsbeoordeling van de IND, infra 64-66, nr. 100-101.

407 Artikel 3.45a Vv. Zie ook UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 42.

408 Zie bijvoorbeeld ‘Protocol horen alleenstaande minderjarige asielzoekers tot 12 jaar’.

409 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 43.

410 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 43.

411 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 43.

412 UNHCR, “In de eerste plaats een kind. Bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland”, Den Haag, april 2019, 43.

413 Artikel 38 Vw j° paragraaf C1/2.11 Vc.

414 COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 12. The Right of the child to be heard, CRC/C/GC/12, 2009, par. 131; COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment No. 6. Treatment of unaccompanied and separated children outside their country of origin, CRC/GC/C/2005/6, 2005, par. 31B en 71; UNHCR, “Guidelines on Policies and Procedures in dealing with

Unaccompanied Children Seeking Asylum”, 1997, par. 5.8, 5.12 en 8.4; UNHCR, “Guidelines on International Protection: Child

Asylum Claims under Articles 1(A)2 and 1(F) of the 1951 Convention and/or 1967 Protocol relating to the Status of Refugees”, 2009, par. 72; UNHCR,“Guidelines on Determining the Best Interests of the Child”, 2008, 60; artikel 15, lid 3, sub a) en e)

57 een tolk.415 De tolken die voor het horen van alleenstaande minderjarige vreemdelingen worden ingezet,

dienen ervaring te hebben met kinderen en kindvriendelijk te zijn. Deze categorie van tolken dienen tevens een aparte opleiding te krijgen.416 De IND kan besluiten de alleenstaande minderjarige vreemdeling jonger

dan twaalf jaar niet te horen, indien de minderjarige psychische problemen heeft.417