• No results found

Hoe kiest u de goede kolom?

In document Handboek Loonheffingen 2017 (pagina 95-98)

De witte en de groene tabellen zijn ingedeeld in kolommen. Welke kolom u moet gebruiken, is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en of u de loonheffingskorting moet toepassen.

Werknemer bereikt de AOW-leeftijd

De kolom voor werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt, geldt al vanaf de 1e dag van de maand waarin uw werknemer die leeftijd bereikt (zie ook paragraaf 16.21).

Let op!

Als de werknemer in december 2016 65 jaar en 6 maanden is, gebruik dan in 2017 ook de bedragen uit de kolom 'AOW-leeftijd en ouder'.

Loonheffingskorting toepassen

De loonbelasting/premie volksverzekeringen kent 7 heffingskortingen (zie ook hoofdstuk 23) die samen de zogenoemde loonheffingskorting vormen. U mag de loonheffingskorting alleen toepassen als de werknemer of de uitkeringsgerechtigde u schriftelijk heeft verzocht deze korting toe te passen (zie paragraaf 2.3.1). Voor de jonggehandicaptenkorting geldt een uitzondering (zie paragraaf 23.1.5).

Een aantal heffingskortingen is verwerkt in de loonbelastingtabellen en een aantal berekent u zelf en trekt u af van het bedrag dat u volgens de tabel moet inhouden. De heffingskortingen zijn:

- algemene heffingskorting

Deze korting is verwerkt in de witte en groene tabellen.

- ouderenkorting

Deze korting is verwerkt in de witte en groene tabellen.

- arbeidskorting

Deze korting is verwerkt in de witte tabellen.

- werkbonus

Deze korting is verwerkt in de witte tabellen.

- alleenstaande-ouderenkorting

Deze korting is verwerkt in een tabel speciaal voor de inhouding op AOW-uitkeringen door de Sociale Verzekeringsbank.

- jonggehandicaptenkorting

Deze korting berekent u zelf en trekt u af van het tabelbedrag.

- levensloopverlofkorting

Deze korting berekent u zelf en trekt u af van het tabelbedrag.

Voor verrekening van de 1e 4 heffingskortingen bepaalt u dus alleen welke kleur tabel, welke tijdvaktabel en welke kolom 'met loonheffingskorting' u moet gebruiken. Dat doet u aan de hand van de gegevens die u al hebt: de leeftijd van de werknemer en het soort loon (uit tegenwoordige of uit vroegere dienstbetrekking).

De alleenstaande-ouderenkorting past alleen de Sociale Verzekeringsbank toe bij AOW-uitkeringen voor alleenstaanden en voor alleenstaande ouders.

De jonggehandicaptenkorting en de levensloopverlofkorting zijn niet in de tabellen verwerkt. U moet deze kortingen zelf per loontijdvak berekenen en aftrekken van het bedrag dat u volgens de tabel moet inhouden.

Daarvoor geldt:

- De jonggehandicaptenkorting is in 2017 € 722 per jaar (zie paragraaf 23.1.5). Gebruikt u de maandtabel, de vierwekentabel, de weektabel, de dagtabel of de kwartaaltabel, dan is de korting 1/12, 1/13,

1/52, 1/260, respectievelijk 1/4 deel. Heeft uw werknemer of uitkeringsgerechtigde een loontijdvak waarvoor geen tabel bestaat? Dan gebruikt u voor het berekenen van de jonggehandicaptenkorting de herleidingsregels die u ook gebruikt voor het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen (zie paragraaf 7.3.5 onder 'Uw werknemer heeft een loontijdvak waarvoor geen tabel bestaat').

- De levensloopverlofkorting is in 2017 € 210 per gespaard kalenderjaar (zie paragraaf 23.1.6). Dit bedrag mag u in 1 keer verrekenen met het bedrag dat u volgens de tijdvaktabel of de tabel bijzondere beloningen moet inhouden.

7.3.2 Witte tabellen

De witte tabellen voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen gebruikt u voor:

- loon uit tegenwoordige dienstbetrekking

- loon op grond van arbeidsongeschiktheid die u maximaal 24 maanden aan de werknemer betaalt Als dit loon alleen bestaat uit WAO/WIA-, Wet Wajong- of Waz-uitkeringen of soortgelijke buitenlandse arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, moet u de groene tabel gebruiken.

- ZW- en WAZO-uitkeringen die UWV rechtstreeks aan de werknemer betaalt

- loon op grond van inactiviteit die u maximaal 24 maanden aan de werknemer betaalt, omdat de werknemer het afgesproken werk niet kan uitvoeren

Inactiviteit van de werknemer kan bijvoorbeeld ontstaan door weersomstandigheden, onvoldoende orders, gebrek aan productiegrondstoffen, bedrijfsstoringen, brand of ziekte of overlijden van de werkgever.

- loon voor oproepkrachten zonder werkgarantie als zij opgeroepen worden voor minder dan 3 uur per oproep en u geen afspraken met de werknemer hebt gemaakt over het aantal uren dat hij minimaal werkt

- socialeverzekeringsuitkeringen (ZW, WAO/WIA en WAZ) die u namens UWV doorbetaalt aan de

werknemer samen met het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en/of een eventuele aanvulling van u (zie paragraaf 7.6.2)

Hierop zijn 2 uitzonderingen:

- De werknemer krijgt eerst een WW-uitkering en daarna een ZW-uitkering. Voor beide uitkeringen gebruikt u de groene tabel.

- De werknemer krijgt een ZW-uitkering op grond van een vrijwillige verzekering. Voor de ZW-uitkering gebruikt u de groene tabel.

- loon dat UWV doorbetaalt, als gevolg van uw betalingsonmacht (artikel 61 WW)

- levensloopverlofopnamen, als de werknemer op 31 december 2016 nog geen 61 jaar is (en dus is geboren in 1956 of later)

Als de werknemer op 31 december 2016 61 jaar of ouder is (en dus geboren is in 1955 of daarvoor), moet u de groene tabel gebruiken.

- uitkeringen bij overlijden, ter compensatie van aanspraken op grond van een levensloopregeling - uitkeringen voor de financiering van loopbaanonderbreking (Wet arbeid en zorg) en uw eventuele

aanvullingen hierop

Arbeidskorting

In de witte tabellen staat in de kolom 'verrekende arbeidskorting' met welk bedrag aan arbeidskorting rekening is gehouden bij het bepalen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Dit bedrag moet u apart in uw loonadministratie vastleggen, omdat u dit in de aangifte loonheffingen en op de jaaropgaaf van uw werknemer moet vermelden. Voor uw werknemer is dit bedrag van belang voor zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

Werkbonus

In de witte tabellen staat in de kolom 'verrekende werkbonus' met welk bedrag aan werkbonus rekening is gehouden bij het bepalen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen. U hoeft met dit bedrag verder niets te doen in uw loonadministratie, de aangifte of op de jaaropgaaf van uw werknemer.

7.3.3 Groene tabellen

De groene tabellen voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen gebruikt u voor:

- loon uit vroegere dienstbetrekking en daarmee gelijkgestelde uitkeringen, bijvoorbeeld uitkeringen op grond van de AOW, Anw, IOAW, IOAZ, WAO/WIA, Waz, Wet Wajong, WW en soortgelijke buitenlandse arbeidsongeschiktheidsverzekeringen

- uitkeringen en WW-uitkeringen als de werknemer eerst een WW-uitkering krijgt en daarna een ZW-uitkering

- ZW-uitkeringen op grond van een vrijwillige verzekering

- pensioenen, daarmee gelijk te stellen uitkeringen uit pensioenfondsen en afkoopsommen en schadeloosstellingen die daarvoor in de plaats komen

- loon op grond van arbeidsongeschiktheid vanaf het 3e jaar na het begin van de arbeidsongeschiktheid - studie-uitkeringen aan een kind van een werknemer die is overleden tijdens zijn dienstbetrekking bij u - lijfrente-uitkeringen waarvoor u loonbelasting/premie volksverzekeringen moet betalen

- levensloopverlofopnamen, als de werknemer op 31 december 2016 61 jaar of ouder is (en dus is geboren in 1955 of daarvoor)

Als de werknemer op 31 december 2016 nog geen 61 jaar is (en dus is geboren in 1956 of later), moet u de witte tabel gebruiken.

- een afkoopsom bij ontslag, ter compensatie van de aanspraken op grond van een levensloopregeling - het levenslooptegoed als de levensloopregeling niet meer aan de voorwaarden voldoet

- uitkeringen op grond van de Toeslagenwet die niet samenlopen met uitkeringen op grond van de ZW - uitkeringen van de Stichting 1940-1945, de Stichting Friesland 1940-1945 en de Stichting Sneek

1940-1945

- uitkeringen op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945

- onverplichte uitkeringen, bijvoorbeeld uitkeringen die een studerend kind van een van uw werknemers van u krijgt

7.3.4 Loontijdvak en tijdvaktabellen

Het tijdvak waarover een werknemer loon geniet, heet loontijdvak, bijvoorbeeld een dag, een week, een maand, 4 weken of een kwartaal. Voor deze verschillende loontijdvakken bestaan tabellen. Er zijn witte en groene tabellen voor dagloon, weekloon, 4-wekenloon, maandloon en kwartaalloon. En er bestaan voor elke witte tijdvaktabel varianten met en zonder vakantiebonnen.

In document Handboek Loonheffingen 2017 (pagina 95-98)