• No results found

Hoe bouw je een hunebed

In document Op onderzoek uit met Archie (pagina 52-58)

5. Neolithicum TRB

5.2. Hoe bouw je een hunebed

52

In deze tekening is te zien hoe Archie probeert te helpen met het bouwen van een hunebed. Op de achtergrond zijn huizen te zien. Archie tracht een grote steen in een gat te duwen, maar het is niet zo makkelijk als het lijkt.

5.2.1. Hunebedden

De hunebedden die in de tekening zijn nagemaakt zijn D19 en D20 van Drouwen, met D20 in de voorgrond. Deze laatste is namelijk in Archeon nagemaakt. Ik heb er voor gekozen om de

opstellingen van de stenen zoals deze er nu bij liggen na te maken, hoewel dit in het verleden niet hetzelfde is geweest. De oorspronkelijke opstelling is verloren. D19 is deels met een heuvel bedekt, om te laten zien hoe deze er echt uit zou hebben gezien. Door de stenen uit te laten steken heb ik getracht te laten zien dat hier ook een steenconstructie onder ligt.

Hunebedden zijn typische aspecten van de Trechterbekercultuur. Het zijn grafmonumenten,

samengesteld door het stapelen van zwerfkeien. Ze dienden niet alleen als graf of heiligdom, maar ze werden ook gezien als

landschapsmarkering waarmee een territorium geclaimd zou zijn.146 De

megalieten, monumenten van steen, hebben hun naam te danken aan het ouderwetse idee dat ze gemaakt zouden zijn door huinen, of reuzen. In de werkelijkheid zijn de stenen waarschijnlijk over boomstammen naar de locatie van het hunebed gerold met behulp van ossen als lastdieren.147 In de

tekening zijn wel rolstammen getekend, maar geen lastdieren. Deze komen namelijk al voor in Ossen aan het werk en zouden een groter deel van het hunebed verbergen dan de mannen dat nu doen. Na het naar locatie rollen van de stenen zijn ze aan de zijden, als draagstenen, in gaten gekanteld zodat deze rechtop bleven. Zetstenen en stopstenen ondersteunden de stenen en dichtten de gaten. De dekstenen werden dan toegevoegd als dak. Mogelijk waren de hunebedden eerst dichtgemaakt met aarde om dit makkelijker te maken, of is een deel van de dekheuvel gebruikt als rolbaan. Als laatste is er aarde over de stenen geworpen. Bij de ingang werden poortstenen geplaatst.148Een hunebed zou een eindje van een nederzetting

hebben gelegen, zoals Louwe Kooijmans aangeeft in zijn kritiek over de reconstructietekening van een Trechterbeker-erf door J.H. Isings.149 In deze tekening heb ik geprobeerd om dit aspect beter te

laten zien.

De site in Valthe met twee hunebedden, die de Valther Tweeling genoemd worden, verklaart de bouwwijze van hunebedden. Op tien meter afstand van hunebed D37 lag een kuil die gegraven en gevuld lijkt te zijn tijdens de bouw van de hunebedden. Er wordt gedacht dat deze kuil is ontstaan toen men een zwerfkei uit de bodem haalde die vanaf het oppervlak te zien was. Dit zo u betekenen 146 Alders et al. 2013,40.

147 Archeon 2000, 9. 148 Archeon 2000, 9.

53

dat deze hunebedden zijn gebouwd op locaties waar zich al enige zwerfkeien bevonden.150 De

aanname is dat hunebedden collectief werden gebouwd, met bouwmeesters die de strategie bepaalden. De groepen die hielpen met bouwen kwamen uit de omgeving. Deze mensen zijn vermoedelijk verwant geweest aan elkaar.151

Uit resten van aardewerk bij hunebedden uit Nederland kan worden geconcludeerd dat er honderden potten in de kamers werden gezet, zoals ook in Duitsland en Denemarken voorkomt. Bij het

hunebed D19 zijn zo ook

honderden vondsten gedaan.152 D19 is in de tekening bedekt met aarde. Uit

Denemarken zijn voorbeelden bekend waar potten voor de stenen stonden in plaats van erin, wat zou duiden op votieve objecten of een link met een

ceremonie. De potten, in hopen maar ook verspreid, lijken opzettelijk gebroken, of misschien gevallen. In Nederland is ook een locatie gevonden waar potten voor de stenen hebben gestaan, bijvoorbeeld bij het nu verdwenen hunebed G2 dat oorspronkelijk bij Haren lag, maar het lijkt erop dat er voornamelijk potten in de hunebedden stonden.153 In de tekening houdt Ypje een trechterbeker vast,

wat een verwijzing is naar grafgiften. Over haar wordt in paragraaf 5.2.5. meer uitgelegd.

Meerdere mensen werden over een tijdspanne van een aantal jaren in een hunebed gelegd, maar niet elke overledene werd zo begraven. Er wordt aangenomen dat de lichamen die wel in de hunebedden terecht kwamen in Nederland eerst in de open lucht hebben gelegen, wat excarnatie genoemd wordt. Vervolgens zouden de botten ongesorteerd in de hunebedden zijn gelegd, zoals ook in Mecklenburg, Duitsland. Het kan zelfs zo zijn dat alleen delen van het lichaam in het

monument zijn gelegd, zoals bij Aldersro in Zeeland, waarbij vooral handen en voeten ontbraken. De eerste is niet bewezen, aangezien er niet veel menselijke resten zijn aangetroffen in hunebedden in Nederland.

5.2.2. Huizen

Op de achtergrond van de tekening is een huis te zien. Ik wilde namelijk een huis verwerken om toch duidelijk te maken hoe deze er uit zou hebben gezien, zonder dat het overheersend zou zijn in de illustratie. Als voorbeeld is het trechterbekerhuis van Archeon gebruikt, welke is gebaseerd op een huisplattegrond in Duitsland.

In Nederland zijn geen huisplattegronden gevonden van de Trechterbekercultuur, maar wel in Duitsland. Het gaat hier om tweeschepige, voornamelijk kleine, huizen van dertien bij vijf.154 De boerderij van Archeon is gebaseerd

op een huisplattegrond die aangetroffen is bij Flögeln, in Noord-Duitsland (huis 2). In een hoek van het huis stond een stuk graniet dat het dak omhooghield in plaats van een balk. Deze steen is nu onderdeel van de reconstructie in Archeon.155 In een achterkamertje bevond zich een

150 Fens/Arnoldussen/Raemaekers 2016, 366. 151 van Gijn/Bakker 2005, 291.

152 Bakker 2010, 17.

153 Wentink 2006, 33-36; Van Ginkel/Verhart 2009, 64. 154 de Gijn/Bakker 2005, 287.

54

putje, of misschien een graf, met twee potten en een barnstenen kraal erin. Het middelste deel van het huis was in gebruik als woonkamer.156

Bij vergelijking van Duitse vindplaatsen, bij Flögeln, Penningbüttel en Heek, is gebleken dat huizen van verschillende locaties sterk op elkaar leken. De gebouwen van de vindplaatsen hadden namelijk hetzelfde formaat en lagen op een afstand van enkele tientallen meters van hun buren af, maar zonder omheiningen. Bij Lembruch zijn zelfs de houten vloeren van huizen bewaard gebleven. Hier zijn wel omheiningen van erven teruggevonden.157

5.2.3. Omgeving

De omgeving van de locatie heb ik zeer gestileerd weergegeven. De hunebedden en de nederzetting liggen allebei op open plekken welke worden verbonden door een weg met karrensporen.

Aanvankelijk zouden er ook zwijnen op de grote open plek staan, maar dit leek tijdens het tekenen te druk.

Uit een pollenonderzoek van de hunebedden in Drenthe is geconcludeerd dat deze graven op kleine open plekken stonden in een gemixt eikenbos. Wellicht waren die open plekken, of velden, ook gebruikt als graasweide voor vee of als teeltveld voor planten.158 Bij de hierboven besproken vindplaats Flögeln

lagen de akkers direct naast de nederzetting. De directe omgeving van de nederzetting

bestond vermoedelijk uit gemixt bos met eik en linde. Ook groeiden er grassen, weegbree en heide, wat zou duiden op het kappen van bomen om plaats te maken voor bebouwbare grond.159 Er zijn in de rechterkant van de

illustratie boomstronken weergegeven om het kappen van bomen te benadrukken.

5.2.4. Kleding

De gebruikte kleuren van de kleding komen overeen met de kleuren in De constructie van een huis van de Bandkeramiek cultuur. Dit heb ik gedaan om samenhang tussen beide culturen van hetzelfde archeologische tijdvak aan te geven. De sieraden zijn gebaseerd op voorwerpen uit hunebedden. Eén herkenbare ketting, die het personage Cees draagt, is nagetekend van de ketting van

Oosterdalfsen.160 Aangezien over kleding niet veel bekend is, heb ik meer linnen in de tekening

156 Archeon 2020, Trechterbekerboerderij. Geraadpleegd op 13-3-2020. 157 van Gijn/Bakker 2005, 287.

158 Wentink 2006, 31. 159 van Gijn/Bakker 2005, 322. 160 Beld 2017, 9.

55

verwerkt dan bij de Bandkeramiek om zo te laten zien hoe men zich ontwikkelde. Dit is ook de reden waarom meer mensen hier sieraden dragen.

Barnsteen, git en kwartskralen zijn teruggevonden in hunebedden als grafgiften, net als fossiele ammonieten hangers.161 Ook koperen kralen en

buisjes zijn hier teruggevonden, maar zijn

waarschijnlijk niet in Nederland gemaakt. Dit wijst op contacten tussen mensen over grote afstanden. De koperen voorwerpen werden waarschijnlijk als decoratie van sieraden of kleding gedragen.162 Er is

geen duidelijk verschil zichtbaar in kleding tussen de Bandkeramische cultuur en de Trechterbeker cultuur. Hiernaast zijn een paar voorbeelden uit de tekening weergegeven, omdat de rest van de kleding vergelijkbaar is vormgegeven.

5.2.5. De Kustbewoners

In de tekening zijn verschillende reconstructies verwerkt. De linker man die naar Archie gedraaid is, is de man van de kustbewoner reconstructies, waarvan er vier gemaakt zijn. De resten van deze kustbewoners komen uit een grafveld in Ypenburg. Het rennende kind is daar ook één van, evenals de rechter vrouw, wie met het kind in het graf gevonden is. De laatste reconstructie van de

kustbewoners is Ypje, die met een pot in haar hand staat. De reconstructies van personen die

gebruikt zullen worden in de afbeelding zijn die van de kustbewoners en de steentijdman Cees. Deze laatste wordt hierna apart besproken. De

personen behoren tot de Enkelgrafcultuur die volgde op de

Trechterbekercultuur. Ondanks de grote verschillen tussen beide culturen, zijn de reconstructies toch gebruikt. Op deze manier zijn er toch

reconstructies uit het Neolithicum opgenomen in het boek. De kustbewoners zijn in Ypenburg gevonden,

een Haagse woonwijk. Het grafveld waar ze zijn begraven dateert uit 3700 voor Christus. In het grafveld zijn kralen van barnsteen en git gevonden, evenals een benen ring. De meeste van deze voorwerpen tonen slijtage, wat betekent dat ze niet alleen gedragen werden door overledenen. Vermoedelijk gaat het voornamelijk om kralen van snoeren met meerdere kralen eraan. Deze zouden dan bij het

overlijden individueel zijn meegegeven.163 Een vrouw van 25 tot 34 jaar

oud, nu Ypje genoemd (graf S2-38) werd gevonden met twee gepolijste gitten kralen op haar linkerschouder, welke op de tekening een soort cape bij elkaar houden. Van Ypje is een reconstructie gemaakt, net als van een kind ( graf S2-43?), in wiens graf het benen ringetje gevonden is, evenals een barnstenen kraal. Deze zijn echter waarschijnlijk niet

161 van den Beld/van der Velde 2017, 8; Wentink 2006, 33. 162 Louwe Kooijmans/Stuart 1974, 23.

56

gedragen tijdens het leven van het kind.164 Twee andere kustbewoners waar reconstructies van

gemaakt zijn, zijn een man van rond de 55 jaar en een vrouw van tussen de 35 en 44 jaar. De vrouw en het kind zijn samen begraven.165

5.2.6.

Cees

Cees is een bekende reconstructie van een neolithische man. Zijn uiterlijk is goed herkenbaar, dus dit bleek een goed personage om in de tekening op te nemen. De kleding is zelf bedacht en zoals eerder genoemd is de ketting gebaseerd op de barnstenen ketting van Oosterdalfsen.

Een andere reconstructie uit deze periode is Cees, wiens resten in Mienakker gevonden zijn. Hij is begraven in een gebouw wat wellicht een dodenhuis is geweest.166 De resten van de 26-35

jaar oude Cees zijn 4500 jaar oud. Hij was circa 1,75 meter lang. Zijn onderbenen missen, dus deze lengte is niet zeker. Zijn dijbeen toont bijtsporen van honden of wolven. Wellicht is dat ook de reden waarom zijn benen missen.167

164 van Gijn 2008, 285

165 Skullpting 2015, The first coastal dwellers. Geraadpleegd op 5-5-2020. 166 van Londen 2016, 156.

57

In document Op onderzoek uit met Archie (pagina 52-58)