• No results found

Archie blijft eten

In document Op onderzoek uit met Archie (pagina 34-38)

34

De derde en laatste illustratie van het Mesolithicum laat de “tafel” zien waarbij Archie aanschuift, met eten dat in de herfst gegeten werd. Sommige dingen van dit feestmaal heeft hij waarschijnlijk nog nooit gegeten, maar bij de steentijdmensen loopt het water al in de mond.

3.3.1.

Reeënhuid

In Nederland is er uit het Mesolithicum geen meubilair bekend. Wel is er bewijs van houtbewerking

teruggevonden, zoals in het geval van de kano van Pesse. Dit is dan ook de reden waarom de kommen op de afbeelding van hout zijn gemaakt. Toch heb ik geen tafel of bak gebruikt om het eten op te plaatsen. Ik wilde graag zo veel mogelijk laten zien wat de mensen destijds aten. Daarom ligt het eten op de huid van een ree, waarvan het vlees wellicht op een veel eerder moment gegeten is.

Dieren die veel voorkwamen in het Mesolithicum waren edelherten, oerossen, reeën, elanden, bruine beren en zwijnen.82 Deze werden dan ook gegeten.

Gezien de vondst tussen Donkerbroek en Makkinga (gemeente Oostellingwerf), waarbij botten van een oeros met snijsporen en een verbrande

vuurstenen kling gevonden zijn, is het waarschijnlijk dat een prooi ter plekke werd geslacht en in dit

geval is zelfs een vuur gemaakt om vlees te bereiden.83

Behalve op zoogdieren werd er ook op vogels gejaagd. Soorten vogels die gegeten werden waren eenden, ganzen en kleine zangvogels. Hun eieren werden ook gegeten.84 Pelsdieren als bevers en

otters werden evenzeer bejaagd, maar vermoedelijk gebeurde dat meer in de winter, wanneer hun huiden voor warmte konden zorgen.85

3.3.2. Fruit

Er werden verschillende soorten fruit gegeten, maar ik heb er voor gekozen om er maar twee te kiezen om zo de afbeelding niet te eentonig te maken en rustig te houden. De twee soorten fruit heb ik naast elkaar gelegd om variatie in de compositie te houden. Zo heb ik de appels, die met felle kleuren opvallen, in dezelfde lijn gelegd als de kommen. Deze hebben namelijk allemaal een ronde vorm en zijn sterk in contrast met de willekeurige vormen van de rest van het eten.

Niet alleen dierlijke producten werden gegeten. Er werd, zoals bij de vorige illustratie al genoemd werd, ook eten verzameld. Wilde fruitsoorten als vlierbessen, appels, bramen, kersen en

peren werden gegeten.86 Appels en bramen konden in de herfst verzameld worden.

82 Brouwer 2011, 61, 68; Beuker 2010, 163. 83 Beuker 2010, 163-164.

84 Beuker 2010, 163-164; Niekus/van Koeveringe 2018, 97; Fisher et al. 2007, 171; Brouwer 2011, 68. 85 Brouwer 2011, 68; Beuker 2010, 163-164.

35

3.3.3.

Noten

In de tekening zijn drie soorten noten opgenomen, welke aan dezelfde kant zijn gelegd. Dit zijn eikels en hazelnoten en

waternoten. De eikels en waternoten heb ik in een kom geplaatst om toch een duidelijke scheiding tussen de noten te maken. De eikels vervangen de ganzeneieren die in een eerdere versie van de tekening in de kom hebben gelegen. Deze eieren heb ik

weggehaald aangezien ze niet tijdens het najaar zouden zijn verzameld. De oude versie is in het portfolio toegevoegd. Er is bewijs gevonden dat

noten ook werden gegeten. Zo zijn verkoolde hazelnootdoppen aangetroffen in haardkuilen, wat er op duidt dat de noten eerst verhit werden voordat ze gegeten werden.87 Behalve hazelnoten werden ook walnoten en vermoedelijk eikels gegeten. Deze laatste moest men eerst weken of roken om de giftige stoffen eruit te halen.88

Waternoot, op de tekening te herkennen als de hoornachtige voorwerpen die een kom vullen, werden verhit voordat ze gegeten werden. Resten ervan zijn onder andere gevonden bij de opgraving Hardinxveld Polderweg.89

3.3.4. Zwammen en planten

Om het idee dat het overgrote deel van het Mesolithische menu uit verzameld eten bestond te

versterken, heb ik meer verzameld eten aan de tekening toegevoegd dan noten en vruchten. De twee elementen met een groene kleur, de zuring en de lisdoddescheut, heb ik van elkaar gescheiden in de tekening om het eten als één geheel te laten lijken in plaats van alle categorieën bij elkaar te leggen.

Op de afbeelding zijn zwammen te zien, aangezien deze, en ook paddenstoelen, gegeten werden door de mesolithische mens.90 In het voorjaar werden melganzevoet, zuring en

bijvoet gegeten, hoewel jonge zuring ook in de herfst gegeten kon worden.91 De zuring, herkenbaar als de kleine blaadjes,

vormt hier op de afbeelding een bed voor de vis. Zaden en wortels werden ook genuttigd. Een goed voorbeeld zijn niet alleen de wortels van de lisdodde, maar ook de jonge scheuten, die onderdeel kunnen zijn geweest van een maaltijd. De pluis kan gebruikt zijn om vuren mee te maken, aangezien het pluis aan de binnenkant droog blijft.92

87 Niekus/Jelsma/Luinge 2012, 49

88 Niekus/van Koeveringe 2018, 97; Archeon 2000, 2.

89 Beuker 2010, 163-164; Niekus/van Koeveringe 2018, 97; Fisher et al. 2007, 171; Peeters et al. 2014, 310. 90 Beuker 2010, 163-164; Niekus/van Koeveringe 2018, 97; Fisher et al. 2007, 171.

91 Archeon 2000, 2.

92 Lemmers 2017, Lisdodde. Geraadpleegd op 22-4-2020; Niekus/van Koeveringe 2018, 97; Beuker 2010, 163-164;

36

3.3.5. Vis

Omdat Archie in het boek Obbe helpt met vissen, heb ik een vis op de voorgrond gelegd, die een groot deel van de ruimte op de reeënhuid in beslag neemt. Ik heb voor een snoek gekozen omdat de soort goed herkenbaar is. Niet alleen zoogdieren vulden de maag van een mesolithisch mens, maar vissen deden dat ook. Zoals eerder vermeld,

werd er op vissen gejaagd met speren, vishaken, harpoenen, netten en fuiken. Er zijn vooral resten van grotere vissensoorten teruggevonden bij opgravingen, zoals snoek, zalm en paling. Het feit dat er voornamelijk resten van deze soorten teruggevonden zijn, kan te maken hebben met de

conservering van grote botten. Kleine botten zullen sneller vergaan.93 Snoek is een vissensoort die

veel beschikbaar is in het begin van de herfst, wat overeenkomt met de afbeelding Vissen met Obbe.94

93 Brouwer 2011, 68. Beuker 2010, 163-164. 94 Dimitrijević/Zivaljević/Stefanović 2016, 121.

37

In document Op onderzoek uit met Archie (pagina 34-38)