• No results found

2. Theoretisch kader

2.3. Brongebruik en bronverificatie

4.3.3. Het verificatieproces

Omdat uit de inhoudsanalyse maar beperkt is op te maken hoe het verificatieproces plaatsvindt, komen in deze paragraaf de gehouden interviews uitgebreider aan bod. De interviews zijn, gecategoriseerd per thema, terug te lezen in bijlages 3 en 4. Uit de interviews blijkt hoe redacteuren omgaan met bronnen op sociale media, en wat de afwegingen op de redactie zijn alvorens informatie van dergelijke kanalen in een liveblog te publiceren.

Hoe wordt er omgegaan met dergelijke tweets in termen van verificatie? Hoe weet je of informatie klopt en of de twitteraar de persoon is om wie je denkt dat het gaat? Wanneer daarover geen zekerheid bestaat, zetten de meeste media dit erbij. Zoals in afbeelding 21 te zien is wordt er door NOS en NU.nl aan een ongeverifieerde video de zinsnede toegevoegd dat de beelden onbevestigd zijn.

Wanneer het sociale mediabronnen van officiële instanties, bedrijven of journalisten betreft, kijken de redacteuren altijd of een account ‘verified’ is. Dit is bij Twitter te zien aan een wit vinkje in een lichtblauw wolkje direct naast de naam van het twitteraccount.

Daarnaast blijkt uit het interview met NU.nl dat journalisten op Twitter vaak andere journalisten van buitenlandse media die in een bepaald land correspondent zijn volgen. Op basis van eerdere tweets weten journalisten dan of iemand die zij volgen daadwerkelijk degene is wie zij denken dat het is. In beide interviews komt naar voren dat redacteuren tijdens het maken van liveblogs ervan uitgaan dat nieuwsberichten van persbureaus zoals Reuters, AP en AFP juist zijn. Beide respondenten zeggen informatie uit berichten met deze afzender zonder verdere check over te nemen.

69

officiële instanties moet voldoen wil het gebruikt worden. Ten eerste moet de

tweet/video/foto op meerdere, onafhankelijke sociale mediakanalen voorbij zijn gekomen, inclusief op het kanaal van een gevestigd kwaliteitsmedium. Wanneer een tweet/video/foto maar door één persoon of instantie wordt verspreid en niet door anderen wordt overgenomen, zijn NOS en NU.nl terughoudend met het overnemen. Daarnaast moet er, in het geval van een video of foto, worden gekeken naar de omgevingskenmerken. Komen die overeen met de plek waar een gebeurtenis plaats heeft gevonden? Daarnaast moet altijd gekeken worden of de originele bron te vinden is en wordt gecheckt wie de informatie heeft gepost.

De redacteuren omschrijven dit als “gebruik van gezond verstand” en “journalistiek fingerspitzengefühl”. Mocht de informatie niet verifieerbaar zijn, dan zeggen de respondenten van NU.nl, moet er altijd bij staan dat de informatie niet of deels geverifieerd is (zie

afbeelding 21). De redacteur van NU.nl geeft een voorbeeld:

“Bij MH17 was er een ooggetuige die vertelde dat er een lichaam door het dak was gevallen. Dat was zo’n sprekend voorbeeld. Zij had gesproken met een journalist van een

internationaal hoogstaand dagblad. Dat achtte ik betrouwbaar en hebben we meegenomen in het liveblog.”

-Daan Heijink, redacteur NU.nl

In beide interviews komt naar voren dat het controleren van bronnen bij de casus MH17 lastiger was dan bij de casus Parijs. In de interviews werd verteld dat de geografische nabijheid van een land daar de reden voor is. Het is volgens de redacteuren makkelijker de authenticiteit van een bron in te schatten die in een land zit dat op Nederland lijkt qua

samenleving en journalistieke waarden en waarbij redacteuren op de redactie de taal machtig zijn.

Journalisten van NU.nl gebruiken geen online tools om de authenticiteit van online bronnen te checken. Zij zoeken niet op of een bepaalde foto/video niet al eerder op internet verscheen, maar overleggen met collega’s of concentreren zich op de eerdergenoemde omgevingskenmerken. De NOS doet dat wel, via Google Image Search. Bij de NOS wordt gebruik gemaakt van de eigen verslaggevers die zij in een bepaald land hebben. Bepaald online (beeld) materiaal wordt aan hen voorgelegd met de vraag of zij dit betrouwbaar

achten. Daarnaast heeft de NOS een samenwerkingsverband met andere Europese omroepen:

“Beeldredacteuren van de NOS zitten in een appgroep met beeldredacteuren van andere Europese omroepen. Tijdens een ramp sparren zij binnen die groep over materiaal afkomstig

70

van sociale media en bespreken of het betrouwbaar is, en of een foto niet van een vliegramp van vijf jaar geleden is.”

- Gerard de Kloet, eindredacteur NOS Online

Hoe verhouden de uitkomsten uit deze paragraaf zich tot de theorie? Flanagin en Metzger (2000) vonden, zoals beschreven in het theoretisch kader, dat journalisten online informatie van nieuwsorganisaties als betrouwbaarder beoordelen dan andere bronnen. Dat blijkt, bezien vanuit de inhoudsanalyse, inderdaad waar te zijn. De meeste online bronnen komen van journalisten of mediabedrijven zoals persbureaus. Daarnaast wordt blijkens de interviews informatie van door het medium betrouwbaar geachte actoren direct in een liveblog geplaatst, zonder dat het gecheckt wordt of er een tweede onafhankelijke bron over heeft gerapporteerd.

Hoewel bronnen van individuen als minst betrouwbaar worden gezien, worden deze in liveblogs wel gebruikt. Zoals O’Mahony (2014) beschreef, wordt informatie van internet in een liveblog sneller gepubliceerd wanneer de authenticiteit niet of deels gecheckt is dan in een regulier artikel. Uit dit onderzoek blijkt inderdaad dat redacteuren in dat geval erbij zetten dat informatie niet geverifieerd is. Deze handelswijze blijkt hoofdzakelijk zijn oorzaak te hebben in de verschillende doelen van een liveblog en een artikel (zie paragaaf 4.1).

Tot slot rapporteren redacteuren tijdsdruk. Door sociale media moet er snel worden besloten welke informatie wel en niet gepubliceerd wordt, en is er tijdens een ramp weinig tijd daarover na te denken. Redacteuren rapporteren dat er een drang is snel te publiceren, zeker wanneer andere media bepaalde informatie al hebben gepubliceerd. Toch lukt het wel om in onderling overleg eerst informatie te checken voordat er gepubliceerd wordt:

“Het is wel zo dat er tijdsdruk is. Dat is wel een spanningsveld. Je wilt dat het klopt én de eerste zijn.”

-Joris Peters, redacteur NU.nl

Ook de NOS zegt de tijd te nemen informatie te checken voordat het gepubliceerd wordt, ook wanneer er net een ramp gaande is:

“Snelheid is heel belangrijk, maar niet ten koste van alles. Je moet toch het gevoel hebben dat het klopt.”

- Gerard de Kloet, eindredacteur NOS online

Samengevat is gebleken dat bij de drie onderzochte Nederlandse media sociale mediabronnen van mediabureaus, persbureaus en journalisten als meest betrouwbaar worden gezien. De

71

afzender van sociale mediabronnen in de liveblogs komen overwegend van hen vandaan. Toch worden ook sociale mediabronnen van burgers gebruikt, zij het in kleine aantallen. Uit de verschillen in verificatiemethoden van bronnen blijkt dat politici, overheidsinstanties, journalisten en mediabedrijven als betrouwbaar worden gezien. Een nieuwsbericht van één vertrouwd medium is bij de onderzochte liveblogs voldoende om een bericht te plaatsen. Bij nieuwswaardige informatie van burgers is men terughoudender: de informatie moet het liefst eerst zijn overgenomen door meerdere onafhankelijke bronnen, waarvan in ieder geval een kwaliteitsmedium. Daarbij wordt actief gekeken wie de persoon is die informatie heeft gepost. Dat gebeurt door iemands twitterbiografie te lezen en zijn

72