• No results found

Het verhaal verteld

In document De Wereld Draait Overal (pagina 44-47)

3: Resultaten & Discussie

3.2 Het verhaal verteld

Het indelen van de content van DWDD in categorieën zegt al wel iets over hoe DWDD met transmediaal uitzenden omgaat, maar nog niet alles. Om meer op het transmediale aspect in te gaan, zal gebruik gemaakt worden van de theorie van Elizabeth Evans (Evans 20). Evans gaat in haar analyse van de Britse serie Doctor Who uit van een fictieverhaal, terwijl deze analyse uitgaat van een infotainmentprogramma dat draait om feitelijke zaken. Dezelfde aanpak werkt echter voor een groot deel voor beide soorten programma’s, zij het met wat aanpassingen.

Evans begint in haar analyse bij de verhaallijn, en de manier waarop deze over verschillende platformen verdeeld is. Zij stelt dat het verhaal, dat zo groot is geworden dat het niet meer binnen één platform past, een kernpunt is bij het definiëren van transmedia storytelling. De verhaalwereld strekt zich dus uit over meerdere platforms, om op die manier het verhaal te vertellen. Op eenzelfde manier strekt De Wereld Draait Door zich uit om haar verhaal te vertellen, ook al bestaat het verhaal van DWDD elke dag uit meerdere verhalen.

Versplintering

Eén van de kenmerken van een ideale vorm van transmedia storytelling is de ‘versplintering’ van informatie. Aangezien de verhaalwereld zo groot is geworden dat hij niet meer binnen één medium past, wordt het verhaal dus over meerdere bronnen verspreid. De informatie wordt in brokjes aan de kijker aangereikt. Aan de hand van het schema (zie bijlage) is al snel te zien dat ook in het geval van DWDD niet alles op één plek verschijnt. Ondanks dat DWDD een televisieprogramma is, wordt niet al haar content uitgezonden op televisie. Sommige onderdelen van het ‘DWDD-universum’ verschijnen alleen op de website, of alleen op Facebook. Voor weer andere onderdelen was een tentoonstelling in een museum ingericht, waar mensen dus naartoe moesten om dit deel van het narratief volledig mee te kunnen maken.

Het televisieprogramma staat bij DWDD nog steeds centraal. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de berichten op de sociale mediakanalen. Zowel op Twitter als op Facebook wordt iedere werkdag, waarop de uitzendingen zijn, vooruitgeblikt naar de aanstaande uitzending. Hierbij wordt alvast vermeld wat de onderwerpen en gasten van die dag zullen zijn. Na de uitzending wordt vervolgens teruggeblikt middels het plaatsen van fragmenten uit de uitzending op Twitter en Facebook.

De website wordt ook regelmatig gebruikt als extra aanvulling op de uitzending, bijvoorbeeld als er items zijn die de uitzending niet halen.

Interessant detail hierbij is dat het internet vaak getypeerd werd als geschikt voor content van geringe duur, vanwege het vele aanbod en de korte aandachtsspanne die een webgebruiker gezegd

44 wordt te hebben, vooral bij mobiel gebruik (Molyneux 1, Costera Meijer en Groot Kormelink 667). Deze opvatting word tegenwoordig wat bijgesteld, naar de opvatting dat er ook online plaats kan zijn voor langere artikelen of items. De Correspondent is een mooi voorbeeld hiervan. Ook bij DWDD lijken deze verhoudingen zich soms om te draaien. Het programma staat in haar televisie-uitzending bekend om de hoge snelheid van het behandelen van onderwerpen. Juist online is er vervolgens soms meer tijd voor zaken. Dit is bijvoorbeeld het geval met het muziekoptreden. Elke werkdag treedt er een band of artiest op in de uitzending. De artiest krijgt echter maar beperkt de tijd voor dit optreden, vaak wordt er gesproken over ‘de Muziekminuut’. De artiest speelt dan vaak een aangepaste, ingekorte versie van een muzieknummer. Op de website is echter een volledige versie van een nummer te horen, en soms zelfs nog een extra nummer. Deze optredens worden opgenomen voor de start van de live uitzending en vervolgens, na de uitzending, op de website geplaatst.

De website wordt ook gebruikt om achtergrondinformatie te geven bij de onderwerpen in de uitzending, bijvoorbeeld bij de gesprekken over de kampioenstitel voor Feyenoord. Er werd al 18 jaar reikhalzend naar deze titel uitgekeken, en de uiteindelijke winst maakte dan ook veel los onder de fans. Een deel van deze fans was uitgenodigd in de studio. Matthijs liet hen vertellen over hun passie voor de club en hun reacties toen het kampioenschap eenmaal waarheid werd. ’s Middags was ter introductie van dit onderwerp al een artikel online gezet waarin uitgelegd werd waarom dit kampioenschap zo belangrijk is voor de fans, aangevuld met archiefmateriaal van het programma Andere Tijden en een eerder fragment van DWDD over Feyenoord en zijn fans. Dit artikel biedt zo meer context bij wat er behandeld gaat worden in de uitzending en kan de kijker alvast voorbereiden op wat hij ’s avonds gaat zien.

Aanvulling

Daarnaast wordt het onlinegedeelte soms gebruikt voor content die de uitzending niet haalde omdat er slechts een beperkt aantal onderwerpen behandeld kunnen worden in de toegewezen zendtijd. Het voordeel van de online kanalen is dat DWDD hierop kan publiceren zoveel ze wil, zonder restricties wat betreft tijd. Aangezien het programma zich bezig houdt met de actualiteit, kan het zo zijn dat voorbereide items sneuvelen omdat een urgenter onderwerp zich aandient, of omdat andere onderwerpen uitlopen. Dit gebeurde bijvoorbeeld met een fragment van ‘De TV Draait Door’, een vast segment binnen het programma. Het fragment was gemaakt en stond telkens klaar, zo schrijft DWDD op de Facebookpagina van De TV Draait Door, maar werd gedurende 3 weken vanwege tijdgebrek steeds doorgeschoven. Uiteindelijk, om het toch te delen met het publiek, is deze video op vrijdag 19 mei op de Facebookpagina van De TV Draait Door geplaatst.

45 Andere soorten items die niet in de uitzending zitten, maar wel online gedeeld worden, zijn de video’s in de categorie ‘Web Draait Door’ (WDD). Deze video’s bevatten vaak visueel interessante inhoud, zoals de timelapsevideo van New York of de video van een ruimtewandeling van een astronaut op het ISS. De lengte van deze video’s is langer dan de instarts in de uitzending. Als instart zijn ze dus minder geschikt, maar door ze op de website te plaatsen, kan DWDD deze video’s toch met haar publiek delen.

Alle verschillende elementen van DWDD vullen elkaar dus waar mogelijk aan. Elk platform heeft hierbij zijn eigen specialiteiten: “each medium does what it does best”, zoals Jenkins dit verwoordt (Jenkins, “Convergence Culture” 96). Dit wordt helemaal duidelijk als de offline platformen die de laatste jaren (tijdelijk) toegevoegd zijn erbij betrokken worden. Het meest bekende voorbeeld hiervan voor De Wereld Draait Door zijn de Pop Up Musea. Dit project begon toen een tafelgast, de kunstenaar Jasper Krabbé, vertelde over zijn bezoek aan het depot van het Tropenmuseum (Minderaa). Hij bezocht dit depot om een tentoonstelling samen te stellen en verbaasde zich over alle kunstwerken die daar in opslag lagen, onttrokken aan het oog van het publiek. Na afloop van de uitzending ontstond er een gesprek over dit gegeven op de redactie. Pieter Eckhardt, redacteur Beeldende Kunst van DWDD, geeft in de documentaire aan dat er hierdoor een verlangen ontstond om meer te doen met deze verborgen kunstschatten. In eerste instantie werd er gedacht over een terugkerende rubriek met Jasper in de uitzending. Een belangrijke reden om dit niet te doen, was dat er in zo’n geval gepraat wordt over iets dat onzichtbaar blijft voor het publiek: een mooi schilderij dat Jasper in het depot heeft ontdekt, maar dat vervolgens niet te bezichtigen is. Naar aanleiding daarvan is een museum gezocht. Op die manier zou het misschien mogelijk zijn om die verborgen stukken te bespreken en alsnog een podium te geven. Door niet alleen inhoud aan te bieden in het televisieprogramma maar ook in het museum, treedt het programma buiten haar gebruikelijke kaders. Hierbij maakt het gebruik van de verschillende eigenschappen van de platforms. Waar het TV-programma tegen zijn grenzen aan loopt, worden andere middelen ingezet om het verhaal bij de kijker te brengen.

Mothership approach

In alle bovenstaande punten blijkt steeds dat het televisieprogramma het hart van De Wereld Draait Door is. Het grootste deel van de content wordt op die manier verspreid, en op de sociale mediaplatformen wordt regelmatig vooruit geblikt naar de uitzending. Omgekeerd wordt er in de uitzending nauwelijks terug verwezen naar de online teksten. Wel wordt er verwezen naar de offline andere platformen, zoals het restaurant of DWDD University. De uitzending is ook te begrijpen zonder dat eerst de online platformen geraadpleegd zijn. Er hoeft dus geen ‘huiswerk’ gedaan te worden

46 voordat de uitzending bekeken wordt. Wel biedt de website al voor de uitzending alvast extra verdieping voor kijkers die hierin geïnteresseerd zijn, bijvoorbeeld over de gasten van de dag of achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp.

De strategie die bij DWDD wordt toegepast valt dus te typeren volgens de mothership approach zoals Jenkins deze beschrijft (Jenkins, “The Reign…” 246). Eén platform is het belangrijkste, de televisieuitzending, en de rest van de platformen spelen hierbij een ondersteunende rol. Sommige hiervan kunnen op zichzelf staan, zoals DWDD University en de Facebookpagina Web Draait Door, maar het merendeel van de extra platformen is pas volledig interessant en begrijpelijk als de kijker al kennis heeft van het televisieprogramma DWDD. Ook de platformen die op zichzelf kunnen staan, worden versterkt door de aanwezigheid van de rest van de platformen.

In document De Wereld Draait Overal (pagina 44-47)