• No results found

Het belang van de mate van sociaal-culturele nabijheid

In document I n ve ste ren in inte gra t i e (pagina 52-55)

5 Cultuurbeleid en integratie

2. Het belang van de mate van sociaal-culturele nabijheid

Al vaker is aangegeven dat het integratiebeleid zich vooral heeft gericht op functionele aspecten van het samenleven: voldoende scholing, werk en inko-men. De sociaal-culturele dimensie is vaak buiten schot ge b l even, behoudens dan in die zin dat er ru i m te is ge c re ë e rd voor eigen cultuurd ra gende inst i t u t i e s en -de laatste jaren- dat er een start is gemaakt met inbur geringscursussen. 52

Een sociaal-cultureel i n t e g r a t i ebeleid is ten onre ch te niet ge r i cht ge n o e g van de grond ge komen. Zo wij st bij voorbeeld Junge rTas erop dat de c u l t u -rele afstand tussen het land of de st reek van herko m st en het ontva n ge n-de land van eminente bete kenis is voor inte gra t i e .8 6B ove n ke r k8 7laat zien hoe culturele ve rs chillen tot fricties tussen bij voorbeeld alloch tone ouders en justitiële instanties kunnen leiden: is een gedoogbeleid rond dru g s geen ve r ka p te aanmoediging om te consumeren? Getuigt de kop ko ffie tij-dens een reprimande op het politiebureau niet van een lakse en baga te l l i-s e rende houding ali-s er een ‘klein’delict ii-s begaan? (Wa a rmee maar ge z e g d is dat culturele fricties de Nederlandse samenleving ook een spiegel vo o r-h o u d e n . )

De betekenis van sociaal-culturele nabijheid bleek hierboven al. Het vóórko-men van sociaal-culturele conflicten bleek een van de oorzaken voor het grote beroep op sociale voorzieningen en verzekeringen te zijn. Ook onder -wijsprestaties hangen hiermee sterk samen. Zijn de cultuurgebonden ver-schillen tussen ‘gast’land en migrantengroepen groot en weet men die niet vruchtbaar te hanteren dan is er ook een groter risico van spanningen in bijvoorbeeld de gezinnen en dat levert weer extra risico’s op van onthech -ting en in verband daarmee soms ook meer risico’s voor delinquent gedrag. De openheid voor relaties met de Nederlandse samenleving neemt dan af. Zeker als dit gepaard gaat met verpaupering, sociaal isolement, slechte eco-nomische vooruitzichten en (mede daardoor) vooral slechte relaties met de

ouders en gebrekkig toezicht, nemen de risico’s toe.88Die afstand kan er

zelfs toe leiden dat men niet meer gelooft in de rechtvaardigheid van de instituties en de cultuur van de nieuwe samenleving en zo verzet gaan oproepen. Junger-Tas concludeert dat werkloosheid, armoede, slechte huis-vesting en vervallen buurten (met overlast, drugs en criminaliteit) kunnen leiden tot gebrekkige bindingen aan sociale instituties. Dat geldt overigens voor allochtonen én autochtonen. ‘Als dat bovendien gepaard gaat met het afwijzen of een selectieve acceptatie van fundamentele westerse waarden -zoals bijvoorbeeld een combinatie van school drop-out en het tegelijkertijd

willen deelnemen aan de consumptieve jeugdcultuur89- zal dit

samenhan-gen met meer delinquentie.90De betekenis van sociaal-culturele nabijheid

bleek ook uit het onderzoek naar de oververtegenwoordiging van allochto-nen in de WAO en andere voorzieningen. Sociaal-culturele nabijheid is daar-om van belang. Sentimenten rond een aanslag op de Twin Towers wijzen op (latente) culturele fricties die weer van betekenis zijn voor het culturele draagvlak van de rechtsstaat.

Belangrijk daarbij is de vraag of de religieuze achter grond en de waardepa-tronen verschillen van die van het gastland, en of de migrant uit een

baniseerde omgeving dan wel van het platteland afkomstig is. Zo zou bij-voorbeeld de succesvolle integratie van Zuid-Oost-Aziaten in Europa (en de Verenigde Staten (VS) gedeeltelijk kunnen worden verklaard door het feit dat zij voor het merendeel uit een stedelijke omgeving afkomstig zijn, goed kun-nen lezen en schrijven en - vanuit hun Confuciaanse achtergrond - belangrij-ke waarden delen met de westerse samenleving. Er wordt veel betebelangrij-kenis toe-gekend aan een goede opleiding, er is sprake van een sterke studie- en arbeidsethos, een grote ambitie om hogerop te komen en een grote deelna-me van vrouwen aan het economisch leven.

Is de sociaal-culturele nabijheid afwezig, dan zijn inspanningen nodig om de afstanden bijtijds te overbruggen. Er is al eerder op gewezen dat de noodzaak daartoe eigenlijk alleen maar groter wordt naarmate immigratiestro -men omvangrijker en permanenter zijn. Culturele verschillen institutionali-seren zich dan al snel. Zolang dat geen vervreemding tussen bevolkingsgroe-pen tot gevolg heeft en niet blokkerend werkt voor integ ratie, en zolang ver-schillen van inzicht niet de kernwaarden van de samenleving raken, is dat geen probleem. Ste r ker nog, eigen instituties kunnen aan de inte gratie bij d ra-ge n voor zover zij zich expliciet tot doel stellen een brugfunctie te vervullen. Bij dit alles spelen socialiserende instanties, cultuurdragende en cultuur-overdragende instellingen een bijzonder belangrijke rol. Wij noemen in dat verband: - het gezin; - de buurt of wijk; - de school; - de godsdienst en - de rechtsstaat.

Op de rol van de godsdienst wordt uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 5. Dan passeert met name de islam de revue. Die aandacht komt voort uit het feit dat deze godsdienst één van de snelst groeiende is in ons land. De relatie tussen moslimgemeenschap en rechtsstaat staat betrekkelijk hoog op de agenda. Daar komt bij dat de aanslagen van 11 september en het moslimter-rorisme deze religie ook het meest kwetsbaar maken voor vooroordelen en generalisaties.

In dit hoofdstuk zullen we rond de overige instituties een analyse bieden en vra a g p u n ten ve r kennen om er ve r vo l gens in het sloth o o f d stuk aanbeve l i n ge n aan te verbinden.

3) Belangrijke cultuurdragers in onze samenleving

In document I n ve ste ren in inte gra t i e (pagina 52-55)