• No results found

Handhavingssamenwerking (seph’s)

In document Handhaving Afvalstoffenregeling (pagina 114-119)

3. Handhaving per instantie

3.8 Handhavingssamenwerking (seph’s)

In het onderzoek zijn enkele Seph’s benaderd om een beeld te krijgen van hun inbreng in de handhaving afvalstoffenregelgeving. Tevens zijn de programma’s van de Seph’s gescreend op projecten die specifiek gericht zijn op de handha-ving afvalstoffenregelgehandha-ving.

Rol/positie in de handhaving

In alle provincies zijn bestuursovereenkomsten afgesloten tussen de bij de hand-having betrokken bestuurlijke partijen. Deze bestuursovereenkomsten zijn afge-sloten in vervolg op de Augustusbrief (augustus 1997) van de ministeries van VROM, V&W en Justitie.

Organisatie

In deze bestuursovereenkomsten is, gericht op het verder operationaliseren van de afspraken, het instellen per provincie van één of meer servicepunten handha-ving (Seph) geregeld. Inmiddels zijn in alle provincies Seph’s operationeel.

De Seph’s zijn in Nederland op een aantal verschillende wijzen georganiseerd: • In Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland en Limburg is sprake van één

provinciebreed Seph.

• In Overijssel en Zuid-Holland is sprake van een provinciebreed Seph en een aantal regionale Seph’s.

• In Utrecht, Noord-Holland, Zeeland en Noord-Brabant is alleen sprake van regionale Seph’s.

Onafhankelijk van de Seph’s is in vrijwel alle provincies in een provinciale regierol op de bestuursovereenkomst voorzien.

Capaciteit

Op basis van de subsidieregeling is rekening gehouden met de totstandkoming binnen Nederland van 40 Seph’s. Per Seph is een budget beschikbaar van Euro 160.638,--. Verwachting is dat per Seph een capaciteit van 1,5 fte op schaal 11 BBRA beschikbaar is ondersteund met 50% overhead en 15% management, alsmede afzonderlijke budgetten voor projectkosten en informatievoorziening. Bovenstaande betekent dat op basis van de subsidieregeling er tenminste een capaciteit van 60 fte beschikbar is op het niveau van gemiddeld schaal 11 voor het uitvoeren van de taken die aan het Seph zijn opgedragen.

Niet alle provincies hebben de grondslag uit de subsidieregeling waar het gaat om het aantal Seph’s gevolgd. In de praktijk zijn momenteel 35 Seph’s actief.

Taken handhaving afvalstoffenregelgeving

In grote lijnen geldt, mede op basis van achterliggende subsidieregeling, het on-derstaande takenpakket voor de Seph’s:

• het faciliteren van de handhavingsprocessen;

• het faciliteren en beheren van de informatievoorziening; • het fungeren als kenniscentrum.

Sinds de totstandkoming van de Seph’s (veelal gestart 1999/2000) is er gewerkt op basis van handhavingprogramma’s en verslagen. Veel activiteiten in de eerste jaren zijn gericht geweest op het scheppen van goede randvoorwaarden voor een gecoördineerde handhaving en een verbetering van de operationele samen-werking tussen de handhavende partijen. Dit past ook bij de primair faciliterende taken van het Seph.

De reguliere taken van het Seph zijn in de regel gericht op de handhaving van grijze en blauwe wet- en regelgeving en de verdere verbreding van de handha-vingsamenwerking naar de rode en groen wet- en regelgeving. Natuurlijk is de handhaving van de afvalstoffenregelgeving hier een onderdeel van. Welk aan-deel deze regelgeving uitmaakt op het gehele takenpakket van de Seph’s is niet traceerbaar.

Uit de programma’s en jaarverslagen blijkt dat naast de reguliere Seph-taken er in alle Seph ook een aantal projecten zijn benoemd die door de partijen geza-menlijk worden uitgevoerd. Hierbij kan een aantal projecten specifiek gericht of in belangrijke mate gericht op de handhaving afvalstoffenregelgeving worden on-derscheiden.

Resultaten

Op het terrein van de handhaving afvalstoffenregelgeving zijn over de periode 2000- 2003 de onderstaande projecten benoemd in de diverse Seph-programma’s (daarbij is tussen haakjes aangegeven het aantal provincie waarin een dergelijk project stond geprogrammeerd):

• Inventarisatie van probleembedrijven / TOP-X bedrijven (11x)

• Transportcontroles op EVOA (3x)

Daarbij is gebleken dat bij in totaal 516 controles er 18 x een PV is opgemaakt in verband met overtredingen van de regelgeving afvalstoffen (landelijk kengetal bij EVOA controles is dat in 22% van de gevallen tekortkomingen werden te constate-ren)

• Transportcontroles op verontreinigde grond/grondstromen (2x)

Daarbij is bij 1173 controles (wagens) er 37 keer een PV voor overtreding van de mi-lieuregels opgemaakt (afval is niet afzonderlijk benoemd)

• Illegale afvalstorten/-dumpen/-branden in het buitengebied (2x)

• Afvalverwerking scheepsafvalstoffen (2x)

• Ketentoezicht/-benadering (algemeen bedrijfsafvalstromen) (3x)

• Ketentoezicht grondverzet (2x)

• PMV-ketentoezicht (1x)

• Ketenbeheer Bouwstoffenbesluit en grondverzet (1x) • Opslag gevaarlijke afvalstoffen28 (inventarisatie bedrijven) (1x)

• Organisch afval (1x)

• Afval langs wegen (1x)

• Afval en toerisme (1x)

• Bouw en sloopafval projecten (1x)

• Asbest in Bouw en Sloopafval (1x)

• Toepassen afvalstoffen in de landbouw (1x)

Werkprocessen en samenwerking

Vanuit de programma’s (vanaf 2002 en volgende jaren) en de jaarverslagen (2001 en deels 2002) van de Seph’s komt naar voren dat de samenwerking op het terrein van de handhaving afvalstoffenregelgeving voor zover deze wordt ge-coördineerd vanuit de Seph’s vooral via projecten gestalte krijgt.

In de meeste Seph’s wordt daarbij de structuur gehanteerd dat projecten kwalita-tief worden omschreven en dat er een projecttrekker en een bestuurlijk verant-woordelijke aan het project worden toegewezen. Ook wordt in de regel wel

28 In alle provincies zijn in de Seph-programma’s projecten gericht op de handhaving van de CPR-15 richtlijn te vinden. Deze zijn niet in het overzicht opgenomen.

noemd wie er deelnemen aan het project en in welke periode het project wordt gepland wat betreft de uitvoering.

Waar het gaat om de inzet van menskracht zijn veel van de programma’s en jaarverslagen minder expliciet. Veelal wordt volstaan met een grove indicatie van het benodigde aantal uren. Enkele Seph-programma’s gaan expliciet verder en benoemen zowel de inzet als beoogde resultaten van bepaalde projecten.

De algemene indruk vanuit de programma’s en verslagen en enkele gesprekken met provinciale regisseurs en coördinatoren van afzonderlijke Seph’s is dat de overheden (gemeenten, VROM-inspectie en provincie) de meeste projecten pro-beren in te passen in de reguliere taakuitvoering van de eigen organisatie door verschuivingen binnen de reguliere eigen werkzaamheden. Mensen worden zelden echt vrijgemaakt voor projecten. Hierin treden wel grote verschillen op tussen de provincies. Aan de zijde van de politie wordt in de regel juist expliciet capaciteit vrijgemaakt voor de projecten waaraan men heeft toegezegd deel te nemen.

knelpunten kwantitatief

• De verschillende wijze waarop overheden en bijvoorbeeld politie capaciteit vrijmaken voor het uitvoeren van projecten leidt soms tot spanningen in de uitvoering van projecten.

• Capaciteitsredenen worden ook waar het gaat om projecten gericht op de handhaving afvalstoffenregelgeving meerdere malen genoemd als reden voor vertraging in projecten of zelfs het afblazen van in de Seph-programma’s op-genomen projecten.

Knelpunten kwalitatief

• De centrale informatiefunctie die bij de Seph was voorzien is in de praktijk niet gerealiseerd, dit geldt in het bijzonder de on-line informatie-uitwisseling over zwaardere probleembedrijven.

• Het schaalniveau van de Seph’s is niet geëigend voor bijvoorbeeld ketentoe-zicht als nodig in het kader van de handhaving afvalstoffenregelgeving. • Door diverse Seph’s worden kritische kanttekeningen geplaatst bij het werken

met omvangrijke lijsten van kernbepalingen in gezamenlijke projecten tussen bestuurlijke en strafrechtelijke partners. Daarbij wordt tegelijkertijd geconsta-teerd dat het OM alle informatie wil ontvangen maar zelf niet in staat is om een substantieel deel van deze informatie te verwerken. Op dit punt zou het OM bereid moeten zijn tot het stellen van prioriteiten.

In document Handhaving Afvalstoffenregeling (pagina 114-119)