• No results found

2. Methodologie

In deze kwalitatieve-interpretatieve inhoudsanalyse wordt de rol van de host tijdens een ongeplande ruzie tussen gasten onderzocht in de talkshows De Wereld Draait Door, Pauw, Jinek en RTL Late Night. Grounded Theory wordt hierbij ingezet als methodologische werkwijze. Er wordt deels gekeken hoe en in welke mate de stijlen van Vraga et al. (2012) en de theorie van Greatbatch (1992) terugkomen in het gedrag van de hosts. Daarnaast zullen de inzichten die ontstaan zijn uit Grounded Theory ook herhaaldelijk terugkomen in de analyse.

Door middel van Grounded Theory worden de zeven interviewfragmenten die in dit onderzoek centraal staan gecodeerd en vervolgens worden in de tweede fase van coderen overlappende codes aan elkaar gekoppeld. Dit zou moeten leiden tot de ontwikkeling van nieuwe concepten die uiteindelijk de basis vormen voor nieuwe theorieën. Verdere uitleg over Grounded Theory volgt in paragraaf 2.1.

Het doel van dit onderzoek is om beter in kaart te brengen hoe de dynamiek van een talkshowgesprek verloopt en hoe de host hier vervolgens op inspeelt als het gesprek uit de hand dreigt te lopen. Dat wil zeggen: alle interviewfragmenten worden nauwkeurig geanalyseerd en op het moment dat het conflict plaatsvindt, worden de handelingen van de host onder de loep gelegd en wordt er aansluitend gecodeerd. Hoe Grounded Theory precies als methode heeft gediend voor dit onderzoek, is te lezen in paragraaf 2.2.

Aangezien een soortgelijk onderzoek niet eerder is uitgevoerd, liggen de rollen die de host kan aannemen op voorhand niet vast. Deze concepten moeten dus op basis van het theoretisch kader door de onderzoeker zelf geoperationaliseerd worden. Hoe deze operationalisering heeft plaatsgevonden, wordt uitgelegd in paragraaf 2.3.

In paragraaf 2.4 wordt besproken waarom er voor deze vier talkshows is gekozen en daarnaast bevat deze paragraaf een korte beschrijving van elke talkshow(host).

Tot slot bevat paragraaf 2.5 een beknopte samenvatting van de zeven interviewfragmenten die voor dit onderzoek zijn geanalyseerd.

2.1 Grounded Theory

Een kwalitatief-interpretatieve inhoudsanalyse met als methode Grounded Theory zal worden ingezet om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Met behulp van Grounded Theory zullen de interviews stuk voor stuk zorgvuldig geanalyseerd worden om vervolgens inzicht te krijgen in de rol van de host. Er is voor een kwalitatieve inhoudsanalyse gekozen omdat deze methode aansluit bij de onderzoeksvraag. Daarnaast is het een gevestigde onderzoeksmethode (Macnamara, 2005) die zich door de intensieve studie van documenten goed leent voor het onderzoeken van mediamateriaal (Wester, 2006; Pleijter, 2006). Het grote voordeel van een inhoudsanalyse is dat de onderzoeker geen invloed

26 uitoefent op het verkregen onderzoeksmateriaal (Wester, 2006). Het materiaal, in dit geval interviewfragmenten uit Nederlandse talkshows, is tot stand gekomen buiten de onderzoeker om. Volgens Wester (2006, p.12) gaat het om “natuurlijk materiaal, tot stand gebracht volgens doelstellingen en criteria die men in die betreffende productiesituatie belangrijk vindt”. Aangezien dit onderzoek nog niet eerder in deze context is uitgevoerd, is het belangrijk om een interpretatieve methode te gebruiken. Op deze manier kunnen de dynamiek van het interview en de rol van de host geïdentificeerd worden. Grounded Theory vertrouwt op de waarnemingen van de onderzoeker en biedt de mogelijkheid om eigen theorieën te ontwikkelen. Daarom acht ik deze methode het meest geschikt voor dit onderzoek.

Bij Grounded Theory wordt er via systematische, maar flexibele, richtlijnen kwalitatieve data verzameld en geanalyseerd. Vervolgens kunnen er nieuwe theorieën worden ontwikkeld vanuit deze verkregen data (Charmaz, 2014). Daarnaast is het iteratieve aspect van Grounded Theory erg belangrijk; er wordt continu heen en weer bewogen tussen data en analyse: “The grounded theory researcher continually moves back and forth between data gathering and data analysis, so that as new ideas come up, additional data is gathered to explore them in more depth and see if they hold up” (Oktay, 2012, p. 37). Oktay (2012) vult ook nog aan dat niet alleen herhalingen, maar ook constante vergelijkingen bij Grounded Theory van belang zijn. Door materiaal met elkaar te vergelijken, begint de onderzoeker concepten te ontwikkelen. Zulke concepten worden steeds meer gespecificeerd, gebaseerd op deze vergelijkingen waarin zowel overeenkomsten als verschillen naar voren komen.

Volgens Charmaz (2014) wordt er niet van tevoren uitgegaan van bepaalde theorieën die op de data worden uitgetest en worden er dus geen hypotheses opgesteld. De data zijn het beginpunt van de analyse en deze analyse staat in verbinding met de zoektocht naar een nieuwe theorie. Om dit te bewerkstelligen wordt er gebruik gemaakt van coderingen. Charmaz (2014) maakt onderscheid tussen twee fases van coderen: initial coding en focused coding. Tijdens initial coding worden de eerste codes aan de data gegeven. Dat betekent dat de onderzoeker, op basis van het materiaal, zelf codes bedenkt en dit aan delen van de tekst linkt. Het coderen gebeurt erg gedetailleerd; elke zin, of zelfs elk woord, kan een verschillende code toebedeeld krijgen. Daarnaast gebeurt het ook vaak dat een zinsdeel meerdere codes krijgt. Het is belangrijk dat er met een open blik naar alle data gekeken wordt en dat de onderzoeker dicht bij de empirie blijft (Van Staa & Evers, 2010). In deze fase van coderen zijn de eerdergenoemde vergelijkingen van belang en die kunnen ervoor zorgen dat de onderzoeker soms een stapje terug moet doen. Door het materiaal met elkaar te vergelijken, kan het voorkomen dat nieuwe codes ook bij eerder bekeken data passen. Deze data worden dan nogmaals bekeken en eventueel aanvullend gecodeerd. Vervolgens vindt het proces van focused coding plaats. In deze tweede fase worden verschillende codes die overeenkomsten vertonen samengebracht onder één gemeenschappelijke familienaam. Gaandeweg worden de begrippen dus op conceptueel niveau

27 geformuleerd (Van Staa & Evers, 2010). Focused coding zorgt er ook voor dat er verschillende codes die niet relevant blijken afvallen en niet meegenomen worden in de theorievorming. Uiteindelijk blijven er enkel categorieën over die van belang zijn voor het onderzoek (Charmaz, 2014).

Constante vergelijkingen en herhalingen van data kunnen eindeloos doorgaan en nemen veel tijd in beslag. Toch komt er een moment waarop verzadiging wordt bereikt: dat noemt men theoretische saturatie of verzadiging (Oktay, 2012). Categorieën zijn verzadigd als de data niet langer leiden tot nieuwe theoretische inzichten (Charmaz, 2014). In de volgende paragraaf is te lezen hoe Grounded Theory is ingezet voor dit onderzoek.

2.2 Werkwijze

Voor dit onderzoek werden zeven interviewfragmenten uit vier verschillende talkshows getranscribeerd en daarnaast werden er aantekeningen gemaakt van opvallend non-verbaal gedrag van zowel de hosts als de gasten. De data waren afkomstig uit de talkshows De Wereld Draait Door, Pauw, Jinek en RTL Late

Night. In de fase van initial coding werd er inductief gecodeerd. De theorie van Greatbatch (1992) met

betrekking tot panelinterviews en de verschillende stijlen die geïdentificeerd zijn door Vraga et al. (2012) waren erg belangrijk voor het codeerproces. Het is van belang om te benadrukken dat deze literatuur niet is gebruikt om een codeerschema mee op te stellen, maar enkel om de dynamiek binnen een gesprek en de rol van de host hierin beter te kunnen begrijpen. Paragraaf 2.3 zal hierover meer opheldering bieden.

Volgens de werkwijze van Grounded Theory vond codering plaats en vooral op de momenten dat gasten met elkaar in conflict kwamen, werd er op basis van de bovenstaande literatuur zorgvuldig gecodeerd. Delen van de teksten kregen in deze fase zeer letterlijke codenamen aangewezen die belangrijk leken voor dit onderzoek, zoals ‘Host grijpt in’, ‘Gasten praten door elkaar heen’ en ‘Host doelt op liveness’. In het geval van opvallende non-verbale communicatie werden er ook codes aan de stukken tekst gelinkt, bijvoorbeeld: ‘Host gebaart dat de gast stil moet zijn’ en ‘Host lacht’. Op deze manier werd er niet alleen naar de tekst gekeken, maar ook naar het beeld wat bij de interviewfragmenten hoort. Uit deze beelden konden verschillende gebaren en gezichtsuitdrukkingen gehaald worden die relevant bleken voor het onderzoek. Codenamen stonden op voorhand nog niet vast en het onderzoek bevond zich op dat moment nog in de verkennende fase. Het open coderen heeft uiteindelijk tot 343 verschillende codes geleid (zie Bijlage C).

Het materiaal werd gecodeerd met behulp van het codeerprogramma ATLAS.ti (versie 8.1.28, 2017). Dit programma biedt een goed overzicht van de hoeveelheid codes per transcriptie. Daarnaast kan er gericht worden gezocht naar codes en kan er vervolgens bekeken worden welke fragmenten dit oplevert. Na initial coding vond de fase van focused coding plaats. In deze codeerronde werden vergelijkbare codes

28 samengebracht om op die manier nieuwe concepten en categorieën te ontwikkelen die belangrijk waren voor de analyse. Veel codes uit de eerste fase toonden vergelijkingen met elkaar waardoor er relatief eenvoudig familiecodes ontstonden. Tijdens de eerste codeerronde werd er aanzienlijk veel aandacht besteed aan het gedrag van de gasten en de hosts en daarom zijn de categorieën ook te relateren aan deze twee thema’s. Zo zijn er negen concepten ontstaan die iets zeggen over de rol van de host en zes concepten die iets zeggen over het optreden van de gasten. Uiteindelijk zijn er dus vijftien categorieën ontstaan na de ronde van focused coding (zie Bijlage A).

Uit het codeerproces is gebleken dat de hosts qua handelingen en gedrag veel van elkaar afwijken. Dit heeft geleid tot categorieën die in sommige gevallen alleen maar bij een enkele host van toepassing waren. In hoofdstuk 3 staat beschreven welke categorieën belangrijk waren voor welke host om op die manier een indruk te geven van diens rol.

2.3 Operationalisatie

In hoofdstuk 1 is al naar voren gekomen dat de literatuur van Greatbatch (1992) en Vraga et al. (2012) handvatten hebben geboden bij de operationalisatie van bepaalde concepten uit de onderzoeksvraag. Op deze manier werd het namelijk mogelijk het materiaal te interpreteren vanuit het theoretisch kader. Hoewel de rol van de host bij een talkshowruzie nog niet eerder is geïdentificeerd, hebben Vraga et al. (2012) wel verschillende stijlen benoemd waar belangrijke eigenschappen uitgehaald kunnen worden die een host volgens hen bezit:

1. De host zorgt ervoor dat de discussie vordert. 2. De host is de gatekeeper van informatie.

Eigenschappen 1 en 2 kunnen gerelateerd worden aan procesbegeleiding. In dit geval hecht de host veel waarde aan het format van het programma en probeert dit zo goed mogelijk in stand te houden tijdens een conflict.

3. Er is wederzijds respect aan tafel.

4. Er wordt opgetreden als rechtvaardige moderator. Iedereen komt genoeg aan het woord en de posities van gasten worden toegelicht.

Eigenschappen 3 en 4 staan meer in verband met normbewaking. Hiermee wordt bedoeld dat de host gedragsregels juist belangrijker vindt en ervoor wil zorgen dat iedereen aan de talkshowtafel fatsoenlijk met elkaar omgaat.

Deze vanuit het theoretisch kader vertaalde definities zullen in de analyse en conclusie gebruikt worden om bepaalde rollen toe te bedelen aan de hosts. Daarnaast zijn er in de analyse ook rechtstreekse vergelijkingen gemaakt van de hosts met twee van de stijlen (de correspondent en de komiek) die

29 beschreven staan in paragraaf 1.4.2. Dit zegt iets over het gedrag en de handelingen van de host en dit staat weer in verband met de rol die hij speelt tijdens een conflict. In hoofdstuk 3 worden de stijlen en de uiting hiervan uitgebreid besproken.

Ook de literatuur van Greatbatch (1992) met betrekking tot panelinterviews (zie paragraaf 1.3.3) is gebruikt om de dynamiek van confrontatie beter te kunnen begrijpen. Hierdoor kan de aanleiding van het conflict en de intensiteit ervan beter worden weergegeven in de analyse. De categorie ‘Gast onderbreekt verhaal andere gast’ is ontstaan mede door deze theorie. Daarnaast zijn de twee exit-strategieën (zie paragraaf 1.4.3) in de vorm van liveness (De host stuurt aan op het eindigen van het gesprek gezien de tijd) en topic management (De host begint vragen te stellen over een ander onderwerp zodat de nadruk op iets anders wordt gelegd) veelvuldig gebruikt tijdens het coderen. Uiteindelijk heeft dit ook geleid tot twee categorieën die gerelateerd zijn aan de host, namelijk: ‘Host gebruikt liveness in het gesprek’ en ‘Topic management van de host’.

Naast de bovengenoemde codes en categorieën die gebaseerd zijn op de literatuur, werden er tijdens de kwalitatieve inhoudsanalyse ook veel nieuwe codes ontwikkeld en zijn vanuit daar nieuwe concepten en categorieën ontstaan. Gecodeerd werd bijvoorbeeld als de host helemaal niets deed, humor gebruikte, intervenieerde of ander opvallend gedrag vertoonde. Ook deze codes hebben bijgedragen aan het identificeren van de handelingen en uiteindelijk de rol van de host. Hetzelfde geldt voor de categorieën met betrekking tot de gasten. Naast de familiecodes die gerelateerd zijn aan de literatuur van Greatbatch (1992) en dan met name op de manier van onderbreken, werd er bijvoorbeeld ook gecodeerd als ze zich beledigend uitlieten of als het conflict escaleerde. Deze codes zeggen namelijk iets over de rol die de gasten spelen binnen de talkshowruzie.

Tot slot is het belangrijk om context te geven bij de interviews en de gasten. Bij drie gesprekken is er namelijk sprake van een soort panelinterview waarbij discussie wordt uitgelokt, maar bij de resterende interviews is er op voorhand geen duidelijke aanleiding. Om de context en de dynamiek van het gesprek beter in kaart te brengen, zijn deelvragen i. en ii. opgesteld. Deelvragen iii. en iv. helpen specifiek bij het analyseren van de rol van de host tijdens de ruzies.

i. Wat was in eerste instantie de aanleiding voor de ruzie? ii. Welke rol spelen de gasten in het ontstaan van de ruzie?

iii. In welke vorm voldoet de host aan de eigenschappen die Vraga et al. (2012) opgesteld hebben? iv. Hoe wordt de ruzie uiteindelijk beëindigd?

Door deze deelvragen te beantwoorden, zal de hoofdvraag ‘Welke rol neemt de host aan tijdens een

ongeplande ruzie aan zijn talkshowtafel en wat zegt dit over de rol van hosts in hedendaagse actualiteitentalkshows?’ ook beantwoord kunnen worden.

30

2.4 De talkshows en hun hosts

De talkshows uit dit onderzoek zijn geselecteerd op kijkcijfers, de bekendheid van de host en journalistieke waarde. Bij alle talkshows is de host het gezicht van het programma en in twee gevallen is de talkshow zelfs naar de host vernoemd. Ook blijkt uit de kijkcijfers dat deze talkshows de meest prominente plek innemen in het huidige televisielandschap (zie tabel 1). Verder volgt een korte omschrijving van alle talkshows en de hosts om een goed beeld te schetsen van het talkshowformat, maar ook om de achtergrond van de host te verduidelijken.

Tabel 1: Overzicht van tijdstip, frequentie, zender en kijkcijfers

Programma Tijdstip Frequentie Omroep/

Zender Kijkers (best bekeken aflevering van 2017) De Wereld Draait Door (DWDD) 19:00 uur Dagelijks, 5x per week BNNVARA/NPO 1 2.016.006

Pauw (wisselt dit televisieseizoen om de drie maanden met Jinek) 23:00 uur Dagelijks, 5x per week BNNVARA/NPO 1 1.184.0007

Jinek 23:00 uur Dagelijks,

5x per week KRO-NCRV/NPO 1 1.479.000 RTL Late Night (RTLLN) 22:30 uur Dagelijks, 5x per week RTL 4 1.465.000

2.4.1 De Wereld Draait Door/Matthijs van Nieuwkerk

De Wereld Draait Door is sinds 2005 dagelijks live op NPO 1 te zien (eerst op NPO 3). De talkshow

kenmerkt zich door een snelle wisseling van gasten en onderwerpen. Het nieuws van de dag wordt besproken, maar ook persoonlijke verhalen, media en cultuur zijn hoofdingrediënten van dit format. Verder is (live) muziek voor het programma heel belangrijk en zijn er door de jaren heen ook tal van vaste onderdelen geweest. De host wordt elke dag ondersteund door een wisselende sidekick die net als de host vragen stelt aan de gasten. Niet alle gasten zitten de hele uitzending bij elkaar aan tafel, maar wisselen als het interview voorbij is. Het format is vooral snel, positief en energiek van karakter.

6 Stichting Kijkonderzoek 2017. (De kijkcijfers van De Wereld Draait Door, Jinek en RTL Late Night zijn via deze bron te vinden. Pauw viel net buiten de top 100 best bekeken programma’s van 2017.)

31

Matthijs van Nieuwkerk (1960) is een Nederlandse journalist. Hij begon zijn carrière bij Het Parool waar

hij uiteindelijk in 1996 hoofdredacteur werd. Daarnaast is hij o.a. hoofdredacteur bij AT5 en netcoördinator bij Nederland 3 geweest. Verder presenteerde hij het politieke programma Nederland

Kiest en Holland Sport, maar in 2008 stopte hij met het laatste om zich volledig op De Wereld Draait Door

te kunnen richten.

2.4.2 Pauw/Jeroen Pauw

Pauw wordt sinds 2014 uitgezonden op NPO 1. Het programma volgde Pauw & Witteman op in het

tijdslot tussen 23:00 uur en middernacht. Het format richt zich vooral op het dagelijkse nieuws en daarom zijn er geregeld politici te gast. Bij Pauw zitten de gasten allemaal aan dezelfde tafel en is het enkel de host die vragen stelt. Entertainende onderwerpen zoals muziek of sport komen ook af en toe aan bod maar maken geen deel uit van het format. Verder draagt de setting van het programma, wat omschreven is als nachtclubish (Pekelder, 2014), bij aan het karakter van een Late Night Talkshow.

Jeroen Pauw (1960) begon zijn journalistieke carrière bij de radio. Hier is hij werkzaam geweest als

verslaggever, nieuwslezer en presentator bij verschillende omroepen. Ook was hij jarenlang nieuwslezer bij RTL Nieuws. Als presentator maakte hij in 2001 de overstap naar de publieke omroep. Ook hier heeft hij verschillende (interview)programma’s gepresenteerd. Vanaf 2006 tot 2014 presenteerde hij samen met Paul Witteman het praatprogramma Pauw & Witteman. Na 2014 ging hij alleen verder onder de naam Pauw.

2.4.3 Jinek/Eva Jinek

Jinek wordt sinds 2014 uitgezonden op NPO1. Het programma vulde het gat op wat Pauw achterliet

tijdens de zomer- en winterstop. Het wordt gepresenteerd door een enkele host en focust zich op de actualiteit, media, cultuur, sport en maatschappij. Ook in dit praatprogramma is politiek erg belangrijk. Er is een vaste verslaggever die de politieke stemming in Den Haag en het land peilt. Vanaf september 2017 wisselen Pauw en Jinek elkaar om de drie maanden af.

Eva Jinek (1978) begon in 2004 haar journalistieke carrière bij de buitenlandredactie van de NOS. Vanaf

2008 begon ze voor de schermen te werken en presenteerde ze regelmatig het NOS Journaal. In 2011 maakte ze de overstap van NOS naar WNL. Hier presenteerde ze Vandaag de Dag en op zondag het praatprogramma Eva Jinek op Zondag. Na een overstap naar de KRO-NCRV begon ze met haar eigen talkshow, genaamd Jinek, die alleen op zondag te zien was en vooruitblikte op de komende week. Vanaf 2015 presenteert ze tijdens de zomer- en winterstop van Pauw haar dagelijkse talkshow, wederom genaamd Jinek.

32

2.4.4 RTL Late Night/Humberto Tan

RTL Late Night wordt sinds 2013 iedere werkdag uitgezonden op de commerciële zender RTL 4. Dagelijks

zijn er bekende en onbekende mensen te gast om te discussiëren over actuele nieuwsonderwerpen. Ook ligt er een sterke focus op entertainment en komen human interest verhalen vaak aan bod. Alle gasten zitten aan dezelfde tafel. Verder zijn live muziekoptredens een belangrijk onderdeel van het format en was er de afgelopen seizoenen een sidekick die opmerkelijk internetnieuws presenteerde.

Humberto Tan begon in 1991 bij AVRO als redacteur van het programma Forza TV, wat hij uiteindelijk

ging presenteren. Twee jaar later maakte hij de overstap naar Studio Sport en presenteerde hij ook enige tijd het NOS Journaal. In 2005 stapte hij over naar Talpa waar hij sportdeskundige werd bij NSE Nieuws en presentator van Café de Sport. Van oktober 2010 tot maart 2013 had hij zijn eigen radioprogramma bij BNR Nieuwsradio. Sinds augustus 2013 was hij de vaste presentator van RTL Late Night. Op 10 juni