• No results found

De globale maat is onderverdeeld in zes verschillende scores. Eerst heeft deze scriptie de globale maat van leesattitude gemeten voor lezen in de vrije tijd en lezen voor school. Daarnaast meet de globale maat ook twee verschillende aspecten van attitude: het hedonistische aspect en het utilitaire aspect. Het hedonistische aspect geeft aan in welke mate lezen door de respondenten als iets leuks wordt ervaren, het utilitaire component geeft de mate aan waarin lezen als iets nuttigs wordt gezien. De attitude voor lezen in de vrije tijd en lezen voor school zijn dus allebei verdeeld in drie scores: het algemene gemiddelde, het gemiddelde voor het utilitaire aspect en het gemiddelde voor het hedonistische aspect. Deze resultaten zullen nu één voor één behandeld worden.

Tabel 12


De gemiddelde scores voor de belief-based maat van leesattitude en de standaarddeviatie

Gemiddelde SD Min Max

Algemeen (N=200) 3.06 0.75 1 5

Vmbo (N=93) 2.86 0.74 1 4.50

Havo (N=53) 3.14 0.69 1 4.88

6.6.1 Globale maat van leesattitude voor lezen in de vrije tijd

Alle resultaten voor het onderdeel dat de globale maat van leesattitude voor lezen in je vrije tijd meet zijn weergegeven in tabel 13. Om te kijken of er een significant verschil was tussen de scores van de verschillende niveaus, is een lineair model met de gemiddelde score op de tien vragen met betrekking tot de globale maat van attitude voor lezen in de vrije tijd en opleidingsniveau als onafhankelijke variabele uitgevoerd. Deze test laat zien dat de gemiddelde score van havo- en vwo-leerlingen niet significant verschilt van elkaar (Est = 0.260, 95% BI = -0.12 … 0.64, t = 1.34, p = 0.186). De gemiddelde score van de vmbo- leerlingen is significant lager dan de gemiddelde score van de vwo-leerlingen en de havo-leerlingen samen (Est = -0.453, 95% BI = -0.73 … -0.17, t = -3.168, p = 0.002). We kunnen dus concluderen dat vmbo- leerlingen een significant lagere score hebben voor de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen in hun vrije tijd, dan de havo- en vwo-leerlingen bij elkaar.

Vervolgens zijn in tabel 14 hierboven de gemiddelde scores voor het hedonistische aspect van de globale maat van leesattitude weergegeven. Om vast te stellen of er een significant verschil is tussen de scores van de verschillende niveaus, is er een lineair model met de gemiddelde score op de vijf vragen met betrekking tot het hedonistische aspect van de globale maat van attitude voor lezen in je vrije tijd en opleidingsniveau als onafhankelijke variabele uitgevoerd. Deze test laat zien dat de gemiddelde score van havo- en vwo- leerlingen niet significant van elkaar verschilt (Est = 0.294, 95% BI = -0.15 … 0.74, t = 1.29, p = 0.198). De

Tabel 13


De gemiddelde scores voor de algemene globale maat van leesattitude voor lezen in de vrije tijd

Gemiddelde SD Min Max

Algemeen (N=200) 3.20 1.03 1 5

Vmbo (N=93) 2.95 1.08 1 5

Havo (N=53) 3.28 1.05 1 4.88

Vwo (N=54) 3.54 0.80 1 5

Tabel 14


De gemiddelde scores voor de het hedonistische aspect van de globale maat van leesattitude voor lezen in de vrije tijd

Gemiddelde SD Min Max

Algemeen (N=200) 3.22 1.21 1 5

Vmbo (N=93) 2.92 1.23 1 5

Havo (N=53) 3.33 1.21 1 5

gemiddelde score van de vmbo-leerlingen is significant lager dan de gemiddelde score van de vwo-leerlingen en de havo-leerlingen samen (Est = -0.558, 95% BI = -0.89 … -0.23, t = -3.350, p = <0.001). We kunnen dus concluderen dat vmbo-leerlingen ook voor het hedonistische aspect van de globale maat van leesattitude een significant lagere score hebben, als het gaat om lezen in hun vrije tijd, dan de havo- en vwo-leerlingen bij elkaar.

Ten slotte bekijken we de gemiddelde scores voor het utilitaire aspect van de globale maat van leesattitude, weergegeven in tabel 15. Om vast te stellen of er een significant verschil is tussen de scores van de verschillende niveaus is er een lineair model met de gemiddelde score op de vijf vragen met betrekking tot het utilitaire aspect van de globale maat van attitude voor lezen in je vrije tijd en opleidingsniveau als onafhankelijke variabele uitgevoerd. Deze test laat zien dat de gemiddelde score van havo- en vwo- leerlingen niet significant verschilt van elkaar (Est = 0.226, 95% BI = -0.15 … 0.60, t = 1.20, p = 0.232). De gemiddelde score van de vmbo-leerlingen is significant lager dan de gemiddelde score van de vwo-leerlingen en de havo-leerlingen samen (Est = -0.348, 95% BI = -0.62 … -0.23, t = -2.523, p = 0.0124). We kunnen dus concluderen dat vmbo-leerlingen een significant lagere score hebben voor het utilitaire aspect van de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen in hun vrije tijd, dan de havo- en vwo-leerlingen bij elkaar.

6.6.2 Globale maat van leesattitude voor lezen voor school

Tabel 15


De gemiddelde scores voor de het utilitaire aspect van de globale maat van leesattitude voor lezen in de vrije tijd

Gemiddelde SD Min Max

Algemeen (N=200) 3.14 0.99 1 5

Vmbo (N=93) 2.99 1.04 1 5

Havo (N=53) 3.22 1.03 1 5

Vwo (N=54) 3.45 0.78 1 5

Tabel 16


De gemiddelde scores voor de algemene globale maat van leesattitude voor lezen voor school

Gemiddelde SD Min Max

Algemeen (N=200) 2.77 0.81 1 4.80

Vmbo (N=93) 2.68 0.90 1 4.80

Havo (N=53) 2.78 0.75 1 4.20

Alle gemiddelden voor het onderdeel dat de globale maat van leesattitude voor lezen voor school meet, zijn weergegeven in tabel 16. Om vast te stellen of er een significant verschil is tussen de scores van de verschillende opleidingsniveau is er een lineair model met de gemiddelde score op de tien vragen met betrekking tot de globale maat van attitude voor lezen voor school en opleidingsniveau als onafhankelijke variabele uitgevoerd. Deze test laat zien dat de gemiddelde score van havo- en vwo-leerlingen niet significant van elkaar verschillen (Est = 0.158, 95% BI = -0.15 … 0.47, t = 1.01, p = 0.315). De gemiddelde score van de vmbo-leerlingen is niet significant lager dan de gemiddelde score van de vwo-leerlingen en de havo-leerlingen samen (Est = -0.180, 95% BI = -0.41 …0.05, t = -1.567, p = 0.119). We kunnen dus niet concluderen dat er een significant verschil is tussen de drie groepen met betrekking tot de score voor de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen voor school.

Vervolgens bekijken we de gemiddelde scores voor het hedonistische aspect van de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen voor school. De gemiddelde score van de gehele groep respondenten is weergegeven in tabel 17. Om vast te stellen of er een significant verschil is tussen de scores van de verschillende opleidingsniveaus is en lineair model uitgevoerd met de gemiddelde score op de vijf vragen met betrekking tot het hedonistische aspect van de globale maat van attitude voor lezen voor school en opleidingsniveau als onafhankelijke variabele. Deze test laat zien dat de gemiddelde score van havo- en vwo- leerlingen niet significant verschilt van elkaar (Est = 0.209, 95% BI = -0.13 … 0.55, t = 1.22, p = 0.224). De gemiddelde score van de vmbo-leerlingen is niet significant lager dan de gemiddelde score van de vwo- leerlingen en de havo-leerlingen samen (Est = -0.192, 95% BI = -0.44 … -0.06, t = -1.532, p = 0.127). We kunnen dus geen significant verschil vaststellen tussen de scores van de drie groepen voor het hedonistische aspect van de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen voor school.

Tabel 17


De gemiddelde scores voor het hedonistische aspect van de globale maat van leesattitude voor lezen voor school

Gemiddelde SD Min Max

Algemeen (N=200) 2.33 0.89 1 4.60

Vmbo (N=93) 2.22 0.84 1 4.60

Havo (N=53) 2.31 0.82 1 4.60

Ten slotte bekijken we de gemiddelde scores voor het utilitaire aspect van de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen voor school. De gemiddelde score van de gehele groep respondenten is weergegeven in tabel 18. Om vast te stellen of er een significant verschil is tussen de scores van de verschillende opleidingsniveau is een lineair model uitgevoerd met de gemiddelde score op de vijf vragen met betrekking tot het utilitaire aspect van de globale maat van attitude voor lezen voor school en opleidingsniveau als onafhankelijke variabele. Deze test laat zien dat de gemiddelde score van havo- en vwo-leerlingen niet significant van elkaar verschilt (Est = 0.107, 95% BI = -0.26 … 0.47, t = 0.574, p = 0.567). De gemiddelde score van de vmbo-leerlingen is ook niet significant lager dan de gemiddelde score van de vwo-leerlingen en de havo-leerlingen samen (Est = -0.167, 95% BIl = -0.44 … 0.10, t = -1.230, p = 0.220). We kunnen dus geen significant verschil vaststellen tussen de scores van de drie groepen voor het utilitaire aspect van de globale maat van leesattitude, als het gaat om lezen voor school.