• No results found

Geruststellingtechnieken in kinderjournaals

3. Kinderjournaals

3.3 Geruststellingtechnieken in kinderjournaals

Door het overal aanwezige aanbod van nieuwsmedia voor volwassenen krijgen kinderen veel nieuws mee waar ze wellicht weinig van begrijpen en wat hen om die reden angstig kan maken. Het eerder genoemde onderzoek van Peeters, Valkenburg en Walma van der Molen gaf al aan dat 48% van de zeven- tot twaalfjarige kinderen wel eens bang blijft van items uit het Journaal voor volwassenen. In datzelfde onderzoek kregen de kinderen ook de vraag of het NOS Jeugdjournaal dit zelfde effect op hen heeft. Hieruit bleek 43% van de zeven- tot achtjarigen en 28% van de negen- tot twaalfjarigen angstreacties te hebben op nieuwsitems uit het kinderjournaal. De onderwerpen uit het

Jeugdjournaal die kinderen als beangstigend ervaren, zijn dezelfde als bij het Journaal voor

volwassenen, waarbij interpersoonlijk geweld als meest beangstigend werd betiteld.95 Hieruit blijkt dat kinderen nog steeds angstig worden van nieuws, maar wel minder wanneer het nieuws speciaal

89

‘Nieuws voor kinderen mag niet te eng’, de Volkskrant, 01-09-2009. 90

Wijk, Geerle van der. ‘Werkplan SchoolTV-weekjournaal 2010-2011.’ Hilversum: Teleac SchoolTV, 20 juni 2010. pp. 7-8. 91 http://beeldengeluidwiki.nl/index.php/Aanvullende_informatie:_SchoolTV-Weekjournaal, 04-02-2011. 92 Zie bijlage 1. 93

Trouw, ‘SchoolTV-weekjournaal is in 25 jaar alleen wat sneller geworden’. 94 Zie bijlage 1.

95

- 29 - voor hen gemaakt is. Walma van der Molen noemt het Jeugdjournaal daarom een goed alternatief op het nieuws voor volwassenen.96 Beide kinderjournaals hebben zich als doel gesteld het nieuws te duiden, zodat kinderen het hopelijk beter begrijpen. Een beter begrip zal zorgen voor een lagere angstbeleving, al zullen sommige berichten altijd beangstigend blijven. Jeugdjournaalchef Bartlema: ‘Soms zijn er in de wereld zulke wrede zaken aan de orde dat boze dromen niet zijn te voorkomen’.97 Voor de makers van beide kinderjournaals is het onmogelijk heftige onderwerpen te

negeren, omdat juist deze onderwerpen extra duiding nodig hebben. Al moet SchoolTV hierin soms keuzes maken, omdat het programma minder uitzendtijd heeft. Jeugdjournaalchef Bartlema: ‘Onze stelregel is dat wij geen taboes hebben als het gaat om de onderwerpkeuze. Cruciaal is hoe we het onderwerp daarna presenteren, in tekst, beeld en geluid. ’98 Voor het maken van die keuzes leunt de redactie op de kennisuitwisseling met andere Europese kinderjournaals (via de Youth News

Exchange) en gesprekken met uiteenlopende deskundigen, maar vooral op hun ervaring en gezond verstand. Het Jeugdjournaal heeft zichzelf zo een ‘best practice’ aangeleerd wat betreft het brengen van eng nieuws: plaatsen in een bepaald perspectief (‘het gebeurt bijna nooit’), niet dramatiseren, weinig personaliseren en geen gruwelijke details. Wat betreft dit laatste houdt Bartlema de woorden van de britse traumadeskundige David Tricky in gedachte: ‘Children have the right to know, but sometimes they do have the right not to know’. 99

Ook het SchoolTV-weekjournaal kent geen taboe-onderwerpen, maar brengt wel pas een onderwerp wanneer het programma iets aan het nieuws kan toevoegen. Want volgens Duyf is er niets zo erg dan dat kinderen tegen een muur oplopen, dat zij niks met het nieuws kunnen. ‘We proberen toch wel altijd een perspectief neer te zetten in de programma’s en kinderen nooit met lege handen achter te laten. We moeten er vooral voor zorgen dat we het gewicht van problemen niet bij kinderen op de schouders laden, en laten zien dat volwassenen hard bezig zijn de problemen op te lossen.’100 NTR-eindredacteur Jeanny Duyf noemt dit soms wel ‘verdomde moeilijk’, ‘als er weer ergens genocide is ofzo’. Door dan bijvoorbeeld te laten zien dat er een conferentie is, waar

volwassenen praten over oplossingen, probeert het SchoolTV-weekjournaal kinderen mee te geven dat niet alles hopeloos en wanhopig is.101

Stelregel bij het weekjournaal is wel dat er nooit lijken in beeld komen, en ook zo weinig mogelijk gewonde mensen. ‘Dan gaat het woord namelijk verloren, terwijl we toch echt niet op effect uit zijn.’Beeld is ook voor het SchoolTV-weekjournaal het meest belangrijke, al is het

96

Pronk, ‘Zijn blik blijft haken aan het afgerukte been’. 97

Sjak Jansen. ‘Kijken met kinderogen’, Algemeen Dagblad, 04-04-2009. 98

‘Nieuws voor kinderen mag niet te eng’, de Volkskrant, 01-09-2009. 99

Bartlema, Ronald. ‘Het Jeugdjournaal en Milly Boele’, Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing, thema: jongeren 8 (september/oktober 2010) 5, pp. 18-19.

100 Zie bijlage 1. 101

- 30 - programma voor buitenlandonderwerpen afhankelijk van archiefbeeld omdat ze geen

correspondentennetwerk hebben. Het weekjournaal mag wel deelnemen aan de Youth News Exchange, maar ziet hierin geen noodzaak.102 Bij de zelfgedraaide beelden in Nederland zijn de programmamakers van SchoolTV niet bang om geëmotioneerde mensen in beeld te brengen, als ze vervolgens maar niet kinderen in angst achterlaten, kunnen uitleggen dat dit eigenlijk nooit

voorkomt en vertellen wat kinderen moeten doen als ze zich een keer ongemakkelijk voelen.103 Uit afstudeeronderzoek van Marijn de Vries en uit vervolgonderzoek van haar samen met Walma van der Molen blijkt dat het NOS Jeugdjournaal gebruik maakt van zogeheten geruststellingstrategieën (of consolation strategies): trucjes om het nieuws zo te brengen dat kinderen wel goed op de hoogte zijn, zonder hier al te bang van te worden. Wederom wordt duidelijk dat het Jeugdjournaal dit niet via een vast format doet, maar op basis van ervaring en op intuïtie.104 Bartlema: ‘De regels die wij toepassen bij schokkend nieuws kennen we niet uit onderzoek of uit de mond van deskundigen, we passen ze toe omdat we menen te weten wat bij kinderen wel of niet werkt’.105 Ook het SchoolTV-weekjournaal werkt niet via een vast format. ‘We stellen onze doelen per onderwerp vast. Voordat we eraan beginnen, vragen we ons af wat we willen dat kinderen aan deze uitzending

overhouden.’106

Programmamakers van het NOS Jeugdjournaal passen de geruststellingstrategieën op drie niveaus toe: op programma-, item- en shotniveau. De keuze of het Jeugdjournaal überhaupt over een bepaald heftig item bericht, hoort tot het programmaniveau. Als dit wel gebeurt, wordt het

opgenomen in de sandwichformule, dit wil zeggen dat het heftige nieuws tussen twee luchtige of grappige onderwerpen wordt gebracht. De lengte van het heftige item is hierbij ook bepalend voor het angsteffect. De uitzendingen van het kinderjournaal zijn via een vast patroon opgebouwd, waarbij zware en luchtige onderwerpen elkaar afwisselen en de uitzending altijd wordt afgesloten met een luchtig onderwerp. De negatieve informatie wordt zo wat weggenomen en kinderen weten door deze formule wat ze kunnen verwachten tijdens de uitzending, wat geruststellend werkt.107 Ook de indeling van het SchoolTV-weekjournaal gaat via een vast format, want ‘regelmaat en structuur werkt’. Hierbij wordt rekening gehouden met de verdeling tussen goed en slecht en binnenlands en buitenlands nieuws, met tussendoor de luchtigere Mister Right en cartoon.108

102

Wijk, Geerle van der. ‘Werkplan SchoolTV-weekjournaal 2010-2011.’ p. 21. 103

Zie bijlage 1. 104

Walma van der Molen, Juliette H. en Marijn de Vries. 'Violence and consolation: September 11th 2001 covered by the Dutch children's news', Learning, Media and Technology 28 (2003) 1, p.7.

105

Liempt, Ad van. Het Journaal. 50 jaar achter de schermen van het nieuws. p. 348. 106

Zie bijlage 1. 107

Vries, Marijn de. ‘Kinderen willen álles weten. Gewelddadig nieuws en geruststelling in het Jeugdjournaal’, p. 44.

108

- 31 - Op itemniveau onderscheiden Walma van der Molen en De Vries drie subcategorieën. Ten eerste komen bij het Jeugdjournaal experts – zoals onderzoekers en psychologen – aan het woord. Deze deskundigen kunnen geruststellen door bijvoorbeeld uit te leggen dat het gebeurde zeldzaam is, dat het zich ver weg afspeelt of dat de dader in de war is.109 Bij het SchoolTV-weekjournaal komen ook regelmatig experts aan het woord. In de beginperiode nodigde het weekjournaal zelfs bij ieder onderwerp een studiogast uit.110 Ook toont het Jeugdjournaal de persoonlijk verhalen van kinderen die betrokken zijn bij het heftige nieuws. Zo liet het Jeugdjournaal na de vuurwerkramp in Enschede, op 13 mei 2000, Evelien aan het woord. Dit meisje vertelde over het verdriet om haar vader, die als brandweerman was omgekomen bij de explosie.111 Door het nieuws vanuit het perspectief van een kind te brengen, begrijpen de jeugdige kijkers het beter. Wel kan dit ook juist averechts werken, omdat het extra beangstigend kan zijn. Hierdoor is deze geruststellingstrategie niet voor elk onderwerp geschikt.112 Ten derde kan het item de reacties van kijkers opnemen, bijvoorbeeld door het voorlezen van mailtjes als reactie op een uitzending van de dag ervoor, zoals na de aanslagen op 11 september 2001 het geval was. Het horen van de reacties van andere kijkers op dit nieuws, en hierdoor weten dat je niet de enige bent die bang is, kan geruststellend werken. Ook kunnen kinderen hierdoor van elkaar leren hoe zij met het nieuws om kunnen gaan.113

Tot slot onderscheiden Walma van der Molen en De Vries vier categorieën binnen de geruststellingstrategieën op shotniveau. Het niet weergeven van gruwelijke, angstaanjagende beelden of heftig geëmotioneerde mensen is de eerste. Soms is hierover op de redactie van het Jeugdjournaal wel veel discussie, want wat zijn té gruwelijke beelden? Voormalig hoofdredacteur Rob Maas besloot bijvoorbeeld tijdens de Palestijnse straatoorlog in 1988 om beelden uit te zenden waarop Israëlische militairen met stenen de botten van rebellen braken. Deze keuze was een kentering, waarna het Jeugdjournaal steeds meer gewelddadige beelden is gaan brengen, die wel altijd kort zijn en duidelijk worden ingeleid. Zo konden de programmamakers bijvoorbeeld niet om de beelden van de aanslagen op 11 september 2001 heen, omdat ze al overal werden uitgezonden.114 Ook het SchoolTV-weekjournaal probeert gruwelijke beelden te beperken, door als stelregel te hebben dat er geen lijken in beeld komen. En ook heftig geëmotioneerde mensen wil het programma zo min mogelijk uitzenden, tenzij het nodig is om het verhaal te begrijpen.115

109

Walma van der Molen, Juliette H. en Marijn de Vries. 'Violence and consolation: September 11th 2001 covered by the Dutch children's news', pp. 8-9.

110

Zie bijlage 1. 111

Liempt, Ad van. Het Journaal. 50 jaar achter de schermen van het nieuws. p. 349. 112

Walma van der Molen, Juliette H. en Marijn de Vries. 'Violence and consolation: September 11th 2001 covered by the Dutch children's news', pp. 8-9.

113

Liempt, Ad van. Het Journaal. 50 jaar achter de schermen van het nieuws. pp. 349-350. 114 Ibidem, pp. 346-348.

115

- 32 - De Vries en Walma van der Molen concluderen verder dat als er toch gruwelijke beelden worden getoond, het beter is dit van een afstand te filmen. De onderzoekers noemen hierbij zes camerapositie: 116

- Wijd shot, van ver weg;

- Totaal shot, nog steeds van ver weg, maar geeft wel de hele situatie duidelijk weer;

- Medium shot, zoomt in op een deel van de situatie, eventuele emoties zijn amper zichtbaar; - Close(-up) shot, eventuele emoties zijn duidelijk zichtbaar;

- Extreem close shot, geeft een deel van een close-up; - Variabel shot, de camera maakt bewegend beeld.

Een derde geruststellingstrategie op shotniveau is het niet laten horen van de originele geluiden. Zo kunnen schreeuwende mensen bij een bomaanslag of luid huilende nabestaanden rondom een slachtoffer zeer beangstigend zijn. Het daarvoor in de plaats laten horen van dramatische muziek werkt ook averechts en helpt dus niet om gerust te stellen.

Ten slotte is het voor de programmamakers van belang steeds nieuw beeld te laten zien. Herhaling van heftige beelden wakkert angst aan, ook als dit gespreid is over meerdere

uitzendingen.117 Voor het SchoolTV-weekjournaal is het soms lastig om hier onderuit te komen, omdat zij voor buitenlands nieuws afhankelijk zijn van beeld uit het archief.118

Websites kunnen ondersteunend werken bij de nieuwsuitzendingen van het NOS Jeugdjournaal en SchoolTV-weekjournaal. Van alle leerkrachten die tijdens de les SchoolTV-weekjournaal kijken, gebruikt 19% in de les ook de site voor leerlingen: www.schooltvweekjournaal.nl.119 Tips op deze site zouden kinderen verder kunnen helpen in het omgaan met hun angsten. Ook op de website van het Jeugdjournaal, www.nosjeugdjournaal.nl, kunnen de makers van het programma de kinderen verder helpen.

De geruststellingstrategieën op de drie niveaus, met hun subcategorieën, kunnen ook voor de websites geldend zijn. Op programmaniveau: een afwisseling van heftige en luchtige berichten. Op itemniveau: ook op de sites experts aan het woord laten en kinderen de mogelijkheid geven hun persoonlijke verhaal te vertellen en dit van elkaar te kunnen lezen. Op shotniveau: het op foto’s en in filmpjes niet tonen van gruwelijke beelden, en als dit al wel gebeurt dit doen op gepaste wijze, zonder vervelende geluiden en herhaling.

116 Walma van der Molen, Juliette H. en Marijn de Vries. 'Violence and consolation: September 11th 2001 covered by the Dutch children's news', pp. 14-15.

117

Ibidem, p. 9. 118

Zie bijlage 1. 119

DUO Market Research. ‘Algemene Jaarrapportage. Mediamonitor Basisonderwijs 2009-2010.’ Utrecht, september 2010, p. 28. (Via SchoolTV-weekjournaal)

- 33 - De sites kunnen ook ondersteunend bij de programma’s zijn door extra informatie te geven over de manier waarop kinderen met angst om kunnen gaan. Tips over hoe ze kunnen handelen, maar ook verwijzingen naar deskundige organisaties die kinderen verder kunnen helpen.

Concluderend

Het NOS Jeugdjournaal en SchoolTV-weekjournaal zijn in hetzelfde jaar (1981) begonnen en zijn bedoeld als aanvulling op elkaar. Het NOS Jeugdjournaal moet nieuws brengen en

SchoolTV-weekjournaal probeert hierbij een educatieve laag te geven, die kinderen moet leren met dit nieuws om te gaan. Beide zetten zich in om de angstbeleving van kinderen op het nieuws te beperken. Uit afstudeeronderzoek van Marijn de Vries blijkt dat het NOS Jeugdjournaal dit aan de hand van bepaalde geruststellingtechnieken doet. Deze technieken zijn terug te voeren naar het programma-, item- en shotniveau van de uitzendingen. De truc op programmaniveau is bijvoorbeeld een eng nieuwsbericht tussen twee luchtigere onderwerpen te brengen, zodat de kinderen weer even op adem kunnen komen. Op itemniveau zie je dat de makers van het Jeugdjournaal vaak experts opvoeren, die kunnen vertellen dat het nieuwsfeit helemaal niet vaak gebeurt. Of zij brengen reacties van kinderen in beeld, zodat kijkers zich niet alleen voelen in hun angst. Op shotniveau gaat het vooral om het wel of niet (herhaaldelijk) in beeld brengen van gruwelijkheden en hevige emoties, al dan niet voorzien van dramatische, originele geluiden of muziek.

Het volgende hoofdstuk analyseert of het NOS Jeugdjournaal ook in de uitzendingen rondom de zaak Milly Boele vergelijkbare geruststellingtechnieken heeft gebruikt, en of ook SchoolTV-weekjournaal dit heeft gedaan. Deze moordzaak is een goed voorbeeld van nieuws waar kinderen bang van worden: interpersoonlijk geweld, in de buurt, op een leeftijdgenoot. Een vergelijkbare analyse is mogelijk bij de berichtgeving over deze zaak op de websites van beide kinderjournaals en dat wordt dan ook gedaan.

- 34 -