• No results found

Geografische markt ontbundelde toegang

In document Marktanalyse Ontbundelde toegang (pagina 47-50)

G.4 Relevante wholesalemarkt voor ontbundelde toegang (H4)

G.4.5 Geografische markt ontbundelde toegang

183. ET&T118 onderschrijven de nationale markt, maar vragen aandacht voor het feit dat partijen niet overal in Nederland ULL afnemen zodat er sprake is van sterk verschillende

concurrentieomstandigheden op de retailmarkten en de WHBT markten.

184. ET&T merken op dat de concurrentiedruk die van partijen uitgaat op KPN niet onder alle omstandigheden gelijkwaardig is. Het college gaat in zijn constatering van homogene

omstandigheden uit van een momentopname waarin zowel ontbundelde toegang als WHBT

gereguleerd zijn. Zonder die regulering kunnen partijen niet voor landelijke concurrentiedruk zorgen. ET&T zijn in gebieden waar geen MDF wordt afgenomen afhankelijk van WBT aanbod van KPN tegen hogere kosten. Zonder WBT regulering is het risico aanzienlijk dat KPN verschillende strategieën kiest in de a- en b-gebieden en in dat geval kunnen de concurrentieomstandigheden in die gebieden wijzigen, zodat er geen sprake meer is van homogene concurrentieomstandigheden. Ook kan het tot gevolg hebben dat de concurrentie in de b-gebieden verdwijnt.

185. ET&T vragen het college in de argumentatie op te nemen dat de huidige mate van nationaal homogene concurrentieomstandigheden conditioneel is aan het simultane bestaan van effectieve regulering van zowel ULL als WHBT. Daarnaast moet het college in het WBT besluit rekening houden met afwijkende concurrentieomstandigheden in de a- en b-gebieden op de wholesalemarkt voor WBT.

186. Het college merkt op dat hij de retailmarkten heeft geanalyseerd in afwezigheid van regulering. Het college heeft vastgesteld dat er op die markten een risico bestaat dat KPN in de komende

reguleringsperiode over AMM beschikt in afwezigheid van wholesaleregulering. Daarom heeft het college de markt voor ontbundelde toegang onderzocht en aan KPN, als onderneming met AMM op deze markt, verplichtingen opgelegd. De vraag of er vervolgens nog aanvullende regulering

noodzakelijk is op onderliggende wholesalemarkten is een vraag die wordt beantwoord in het besluit marktanalyse wholesalebreedbandtoegang en -huurlijnen.119 In dat besluit worden ook eventuele afwijkende concurrentieomstandigheden in de a- en b-gebieden onderzocht.

187. Edutel120 merkt op dat de kosten die ten grondslag liggen aan ODF-access afhankelijk zijn van de dichtheid van het gebied waar glasvezel wordt uitgerold. Hierdoor kunnen de tarieven voor ODF-access (FttH) in sommige gebieden velen malen hoger liggen dan in andere gebieden. Dit leidt tot het risico dat afnemers niet rendabel FttH kunnen aanbieden in dergelijke gebieden.

118

Zienswijze Easynet, Tele2 en T-Mobile, blz. 13. 119

Zie paragrafen 4.5.1. en 4.5.2 van het ontwerpbesluit marktanalyse wholesalebreedbandtoegang en -huurlijnen, kenmerk: OPTA/AM/2011/202264, 6 oktober 2011.

120

188. Het college heeft vastgesteld dat de tarieven voor ODF-access (FttH) lokaal verschillen, waarbij de verschillen gebaseerd zijn op verschillen in de kosten en niet worden ingegeven door

uiteenlopende lokale concurrentieomstandigheden.121 Doordat de verschillen volledig gebaseerd zijn op kostenverschillen zijn er maar kleine verschillen aan te wijzen in de tarieven; de tarieven zijn dan ook niet vele malen hoger maar slechts een fractie hoger. Bovendien geldt dat een partij die glasvezel uitrolt dit normaal gesproken minder snel zal doen naarmate een gebied dunner bevolkt is, simpelweg omdat een dergelijke partij de kosten niet binnen een redelijke termijn zal kunnen terugverdienen. Het glasvezelproduct zal namelijk door de hoge aanlegkosten duurder zijn en deze kosten zullen slechts op een kleinere groep afnemers kunnen worden afgewenteld. Er is geen wettelijke grondslag voor het college om uitrol naar deze onrendabele gebieden extra te bevorderen.

189. Vodafone122 is van mening dat het college de redenering in randnummer 270 van het

ontwerpbesluit moet versterken. Immers, de achtergrond van de uniforme tarieven voor MDF- en SDF-access is ingegeven door regulering. Het college moet daarom uitgaan van de situatie zonder

regulering wanneer zij dergelijke argumentatie gebruikt. Aan het enkele feit dat de gereguleerde tarieven uniform zijn kan het college geen conclusies verbinden ten aanzien van geografische afbakening.

190. Het college merkt op dat meerdere factoren leiden tot zijn oordeel dat de omvang van de relevante geografische markt voor ontbundelde toegang nationaal is. In het besluit marktanalyse ontbundelde toegang noemt het college dat de belangrijkste factoren die bijdragen aan genoemd oordeel zijn: (1) het nationaal uniforme aanbod, (2) de nationaal homogene

concurrentieomstandigheden op de onderliggende retailmarkten en (3) het tarief van ontbundelde kopertoegang (zie bijvoorbeeld randnummer 272 van het ontwerpbesluit). Daarnaast komen er geen kostenverschillen van de aanbieders op de wholesalemarkten tot uitdrukking in de tarieven op de retailmarkten. Het gegeven dat aanbieders op de onderliggende retailmarkten niet de prikkel hebben om tarieven regionaal te differentiëren is een indicatie dat aanbieders op een concurrerende

wholesalemarkt evenmin tot regionale tariefdifferentiatie over zouden gaan. Ook dit is een aanwijzing voor homogene concurrentieomstandigheden op de wholesalemarkt.

191. Ten overvloede merkt het college op dat de gereguleerde tarieven een benadering zijn van de tarieven die zouden gelden in een concurrerende markt.

G.4.6 Wijzigingen naar aanleiding van bedenkingen

192. Het college komt tot de volgende wijzigingen van het ontwerpbesluit:

 Het college heeft de tarieven voor ODF-access (FttO) van KPN in de besluittekst opgenomen.  Het college heeft naar aanleiding van de zienswijze van Vodafone nader toegelicht dat er naar

zijn oordeel niet gesteld kan worden dat er op dit moment sprake is van een plan tot volledige technische migratie van het kopernetwerk naar een glasvezelnetwerk door KPN.

121

Dit blijkt uit de antwoorden van Reggefiber op de vragenlijst van het college. Tevens heeft het college dit vast kunnen stellen bij de beoordeling van de tarieven voor ODF-access (FttH) in 2008 en 2009.

122

 Het college heeft naar aanleiding van zienswijzen van partijen in het besluit nader toegelicht dat het tarief voor ODF-access (FttO) naar verwachting ook aanzienlijk hoger is dan het tarief voor gestapelde koperaansluitingen van € 13 of € 26.

 Het college heeft naar aanleiding van zienswijzen van partijen in het besluit nader toegelicht dat er volgens hem geen sprake kan zijn van ketensubstitutie tussen ontbundelde

kopertoegang en ODF-access (FttO). Hiervoor is de prijssprong te groot.

 Het college heeft de argumenten van UPC waarom het FttO-tarief lager zou moeten zijn en de reactie van het college daarop in de besluittekst opgenomen.

 Het college heeft de argumenten van partijen dat uitrol naar de multitap mogelijk zou kunnen zijn en de reactie van het college daarop in de besluittekst opgenomen.

 Naar aanleiding van de zienswijze van KPN heeft het college in het besluit uitvoeriger beschreven welke conclusies andere NRI‟s trekken ten aanzien van concurrentiedruk van kabel op de markt voor ontbundelde toegang.

In document Marktanalyse Ontbundelde toegang (pagina 47-50)