• No results found

klachten over journalistieke gedragingen

9.3 gedragscodes in enkele europese landen

De hierboven gesignaleerde weerstand tegen internationale gedragscodes wordt begrijpelijk als men de nationale gedragscodes die gelden in enkele ons om-ringende landen en in Zweden – in vogelvlucht – met elkaar vergelijkt.43 Die vergelijking maakt de onderlinge (accent)verschillen in opvatting over de jour-nalistieke beroepsuitoefening zichtbaar. Zo valt op dat de Zweedse code veel 41 De Code of Practice van de Britse Press Complains Commission is als bijlage bij dit

hoofdstuk opgenomen.

42 De door de Presserat gehanteerde Pressekodex is als bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen. 43 De Belgische code van journalistieke beginselen (aangenomen door de Algemene Ver-eniging van Beroepsjournalisten in België, de Belgische VerVer-eniging van Dagbladuitgevers en de Nationale Federatie van Informatieweekbladen in 1982) is buiten beschouwing gelaten omdat deze code zich qua lengte en qua algemeenheden niet onderscheidt van de Code van Bordeaux, met uitzondering van twee bepalingen.

Artikel 6: ‘De misdaden, het terrorisme en andere daden van wreedheid en onmenselijk-heid mogen niet geroemd worden.’

Artikel 10: ‘Indien er een tegenstelling zou kunnen ontstaan tussen de beoefening van de vrije meningsuiting en andere fundamentele rechten van de mens moet de uitgever zijn hoofdredacteuren op eigen verantwoordelijkheid beslissen aan welk recht voorrang verleend wordt na raadpleging van de betrokken journalisten.’

141 nadruk legt op mensenrechten, zoals het recht op privacy, terwijl de code van

een meer puriteins land als Groot-Brittannië een zekere fixatie lijkt te hebben op seksuele aangelegenheden.

Zweden

De Zweedse Code of Ethics voor de pers, radio en televisie is in 1978 tot stand gebracht in een samenwerkingsverband, bestaande uit de Zweedse Vereniging van Nieuwsbladuitgevers, de Zweedse Vereniging van Tijdschriftenuitgevers, de Zweedse Associatie van Journalisten en de Nationale Persclub. Deze vier organisaties financieren tevens de Pressens Opinionsnämnd (de Zweedse Raad voor de Journalistiek).

De gedragscode is in september 199544 voor het laatst herzien. Enkele opmerkelijke punten in de Zweedse gedragscode:

• Het gebod tot algemene terughoudendheid bij het publiceren van namen en foto’s van personen (hoofdstuk I, artikel 15, 16 en 17).

• Het gebod tot grote terughoudendheid in de berichtgeving over zelfmoord en zelfmoordpogingen (hoofdstuk I, artikel 8).

• Het gebod zorgvuldigheid te betrachten ten aanzien van slachtoffers van ongevallen en misdrijven (hoofdstuk I, artikel 9).

• Uitvoerige bepalingen ter voorkoming van de vermenging van berichtgeving en commercie (hoofdstuk III, artikel 1 t/m/ artikel 10).

Groot-Brittannië

De Code of Practice daterend uit 1991 is opgesteld door een comité van uit-gevers en geratificeerd door de Press Complaints Commission (de Britse Raad voor de – schrijvende – journalistiek45), die tevens met toezicht op naleving van de code is belast. De laatst herziene versie van de Code of Practice dateert van 13 juni 2005. De Code of Practice overlapt inhoudelijk de op 29 juni 1994 door de British National Union of Journalists (NUJ) aangenomen Code of Conduct, die voor alle Britse journalisten geldt.46

44 De tekst van de code is als bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen. Ik heb de Zweedse code opgenomen omdat op naleving ervan wordt toegezien door de oudste Raad voor de Journalistiek van Europa.

45 NB Volgens de jaarverslagen van de Raad voor de Journalistiek betreft 75 à 80% van de klachten die de Raad jaarlijks behandelt, de schrijvende pers.

46 Op naleving van deze code wordt toegezien door de Ethics Council, in 1986 opgezet door de NUJ. Dit college behandelt echter geen klachten van burgers, maar uitsluitend van leden van de NUJ.

142

Opmerkelijke bepalingen uit de Code of Practice: • Het verbod op journalistiek stalken (artikel 4).

• Het verbod om kinderen onder de 16 te interviewen of te fotograferen tenzij de ouders daartoe toestemming geven (artikel 6 lid 2).

• Het verbod op het onthullen van de identiteit van personen jonger dan 16 die slachtoffer of getuige zijn geweest van een seksueel misdrijf (artikel 7). • Het verbod om de identiteit van slachtoffers van seksuele aanranding te

onthullen (artikel 11).

• Het verbod op het gebruik maken van financiële voorkennis (artikel 13). • Het verbod op het doen van betalingen aan misdadigers, hun familie,

vrien-den of collega’s in ruil voor een verhaal (artikel 16). Duitsland

De Duitse Pressekodex dateert uit 1973. De laatste versie is van 2 maart 2005. De Pressekodex is opgesteld door de Deutscher Presserat in samenwerking met verenigingen van journalisten en uitgevers.

De code bestaat uit zestien artikelen die in zogenaamde Richtlinien zijn uitgewerkt. Ook deze code is alleen op de schrijvende pers van toepassing. Opmerkelijke punten uit de Pressekodex:

• Het gebod tot bescherming van de privacy van lichamelijk of geestelijk zieken (Richtlinie 8.4) en van stervenden (Richtlinie 11.1).

• Het gebod tot bescherming van de privacy van personen die in hun geboor-teland bloot kunnen staan aan politieke vervolging (Richtlinie 8.6). • Het goedpraten van misdrijven (Richtlinie 11.5) en van drugsgebruik

(Richt-linie 11.6).

• Het gebod tot het betrachten van terughoudendheid in de berichtgeving over ontwikkelingen op medisch en farmaceutisch gebied, ter voorkoming van valse verwachtingen bij patiënten (Richtlinie 14.1).

Frankrijk

Naast de hierboven genoemde nationale code van 1918 (herzien in 1938) gelden in Frankrijk aparte nationale codes voor Radio France International en een deel van de televisie (TF1). Wat betreft de schrijvende pers is er niet één nationale code. De belangrijkste code voor deze categorie van de media is genaamd Code et Chartes, Règles et Usages de la presse quotidienne régionale (opgesteld in december 1995, laatstelijk herzien in augustus 2002).47 De code is opgesteld door het Syndicat de la Presse Quotidienne Régionale, een vereniging van uitgevers van de belangrijkste dagbladen buiten Parijs. Deze code is van groot gewicht, omdat zij betrekking heeft op 37 dagbladen met ongeveer 20 miljoen lezers.

143 Opmerkelijke bepalingen uit de Règles et Usages:

• Het verbod op het verspreiden van geruchten, zelfs als andere media dit al hebben gedaan (hoofdstuk ‘Exigence de sérieux et de rigueur’, alinea 2). • Het gebod tot het vermijden van grof taalgebruik (hoofdstuk ‘Exigence de

sérieux et de rigueur’, alinea 4).

• Het gebod publicatie te vermijden van namen van personen die strafbare vergrijpen hebben gepleegd of tot een voorwaardelijke straf zijn veroordeeld (hoofdstuk ‘Affirmation du respect de la personne’, laatste 2 alinea’s). • Het gebod over juridische kwesties te berichten zonder te (ver)oordelen

(hoofdstuk ‘Respect de la présomption d’innocence’, alinea’s 4 en 5). 9.4 conclusie

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat er goede argumenten zijn om in Nederland tot een geschreven nationale gedragscode voor journalisten te ko-men48 en dat de bezwaren ertegen goeddeels neerkomen op koudwatervrees. Voorwaarde is wel dat een dergelijke code niet van bovenaf wordt opgelegd en breed wordt gedragen door de beroepsgroep.49

De Raad voor de Journalistiek zou bij het opstellen en voorts actualiseren ervan een belangrijke rol kunnen spelen, net als in Groot-Brittannië en Duitsland. De Raad zou daarbij gebruik kunnen maken van de hem in artikel 3 lid 1 van de statu-ten en artikel 11 lid 1 van het reglement gegeven bevoegdheid om, anders dan naar aanleiding van een klacht, uitspraak te doen ‘over zaken betreffende journalistieke gedragingen met een algemene strekking en die van principieel belang zijn’. Wellicht zou de code opgesteld door het Genootschap van Hoofdredacteuren bij het opstellen van een nationale code als uitgangspunt kunnen dienen. De codes die in dit hoofdstuk zijn besproken, zijn niet bedoeld als voorbeeld voor een code voor de Nederlandse journalistiek. Daarvoor zijn de onderlinge verschillen tussen de naties vaak te groot. Bestudering van reeds bestaande gedragscodes kan het denken over een nationale gedragscode echter wel sti-muleren.50 Om die reden heb ik enkele codes in de bijlagen opgenomen. 47 Deze code is als bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen.

48 Maar er klinken in het koor van voorstanders van een code ook valse noten, zoals die van PvdA-voorzitter Van Hulten. Hij pleit in een interview met Nieuwe Revu van 8 februari 2006 voor een journalistieke code of conduct met o.a. een verbod op het gebruik van gelekte informatie en anonieme bronnen en op het publiceren van ‘off the record’-gesprekken. 49 ‘How can journalists be expected to adhere to a code which they have not been involved

in drawing up?’ (Frost 2003 p. XIII). Mede om die reden heb ik mij niet gewaagd aan het maken van een proeve van een nationale gedragscode.

50 Van Harinxma 2006, p. 279, bepleit terecht een rechtsvergelijkend onderzoek naar jour-nalistieke beroepsnormen.

144