• No results found

7. Gemeenten Regierol gemeenten Regierol gemeenten valt weg maar neemt

4.2 Gebruikte methode

Om onderzoek te kunnen verrichten zijn er verschillende onderzoeksmethode geschikt. Yin (2003) beschrijft in zijn boek vijf methoden die hiervoor gebruikt kunnen worden: experiment, survey, historische analyse, archief analyse en casestudy. Welk type onderzoek er gekozen wordt is afhankelijk van het type onderzoeksvraag, de focus op hedendaagse of historische gebeurtenissen en de controle die de onderzoeker heeft op het onderzoek (Yin, 2003: 5-7). Met historische gebeurtenissen wordt bedoeld dat de onderzoeker volledig afhankelijk is van primaire en secundaire documentatie omdat er geen relevante personen uit die tijd in leven zijn. Om een antwoord te bieden op de hoofdvraag en deelvragen bestaat dit onderzoek uit casestudies. Een casestudy is, naast een experiment en historische analyse, veelal geschikt voor ‘hoe’ vragen (ibid.: 7).

Een casestudy kan gedefinieerd worden als een empirisch onderzoek dat een hedendaags fenomeen in een realistische context onderzoekt, vooral wanneer de grenzen tussen het fenomeen en de context niet duidelijk zichtbaar zijn (ibid.: 13). Een casestudy is een methode voor analytische onderzoek en wordt gekenmerkt als een methode die mogelijkheden creëert voor het beschrijven en observeren van fenomenen. Daarnaast biedt een casestudy de mogelijkheid om diepgaand onderzoek te verrichten (ibid.). De casestudies binnen dit onderzoek vergelijken de overwegingen voor het tot stand komen van de verschillende wetten inburgering en het (extra) beleid dat de G4 uitvoert. Dit beleid zal worden geanalyseerd en er wordt gekeken in hoeverre deze gemeenten de beleidsvrijheid hebben om ondersteuning te bieden bij het integratieproces van erkende vluchtelingen.

34 Er zijn binnen de onderzoeksmethode van een casestudy verschillende soorten casestudies te onderscheiden. Binnen dit onderzoek is er sprake van een multiple casestudy: Een onderzoek waarbij verschillende cases met elkaar worden vergeleken (Braster, 2000: 35). Deze vorm van casestudy sluit het best aan op dit onderzoek omdat er vanuit historisch perspectief vanaf de Win 1998 onderzocht wordt wat de overwegingen waren bij het tot stand komen van de Wi 2013.

4.3 Dataverzamelingsmethode

Documentenanalyse is een vorm van kwalitatief onderzoek en wordt binnen dit onderzoek gebruikt om een antwoord te krijgen op de hoofdvraag en de verschillende deelvragen (Blaikie, 2010: 207). Binnen dit onderzoek zullen met name boeken en Kamerstukken worden geanalyseerd, alsook de beleidsartikelen en Kamerdebatten tussen 1990 en 2017 die gaan over integratie en wets- en beleidswijziging. Daarnaast worden Kamerbrieven, Kamervragen en Kamerantwoorden van verschillende Kamerleden geanalyseerd. De Kamervragen, brieven en antwoorden zullen worden geraadpleegd via de website www.wetten.overheid.nl en op www.tweedekamer.nl. Eveneens zullen de rapporten en evaluaties over de verschillende wetten inburgering vanaf 1998 van de G4, RvS, Algemene Rekenkamer en de WRR worden geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Tijdens het onderzoek is tevens gebruik gemaakt van de zogenoemde sneeuwbalmethode, hierbij worden bronnen geselecteerd die uit de literatuurlijst worden gehaald van bronnen die ook voor het onderzoek zijn gebruikt. Deze methode geeft de mogelijkheid om nog meer relevante en gerelateerde informatie te selecteren.

Figuur 2: overzicht hoofd- en deelvragen

• “Hoe kunnen de problemen die zijn ontstaan bij de uitvoering van de Wi 2013 worden verklaard vanuit historisch perspectief van het inburgeringsbeleid en hoe kunnen gemeenten binnen de bestaande wetgeving invulling geven aan hun taak bij inburgering?”

• Wat is de beleidsvrijheid van gemeenten binnen de Wet inburgering 2013 om ondersteuning te bieden bij het inburgeringsproces?

• Welke factoren in de geschiedenis van het integratiebeleid verklaren de totstandkoming van de Wi 2013?

• Welk beleid voert de G4 uit om ondersteuning te bieden aan het inburgeringsproces van vluchtelingen?

Hoofdvraag

Deelvragen

Bronnen

• Kamerstukken • Beleidsartikelen

35 4.4 Operationalisatie

Om concepten meetbaar te maken is het belangrijk om deze te operationaliseren. Dit wordt gedaan door een definitie te geven aan een concept. De twee belangrijkste concepten binnen deze thesis zijn beleidsvrijheid en het inburgeringsbeleid. Beleidsvrijheid is de mate van eigen beslissingsruimte van overheidsinstanties bij het uitvoeren van regelingen en beleid. Beleidsvrijheid kan, zoals in hoofdstuk twee is beschreven, ontstaan vanuit de behoefte van de bestuursorganisatie, vanuit problemen van de wetgever, compromissen tussen politici en ambtenaren en door het optreden van ambtenaren (Claessen, 1988: 42-43). Beleidsvrijheid kan worden verdeeld in formele en informele beleidsvrijheid en kan worden gemeten aan de hand van de medebewind en decentralisatie. Er zijn binnen medebewind drie soorten mate van beleidsvrijheid: politiek, ambtelijk en mechanisch medebewind. Binnen decentralisatie kan, zoals in hoofdstuk twee is weergegeven, de mate van beleidsvrijheid worden gemeten aan de hand van de mate van maatwerk, integraal beleid, slagvaardigheid en democratie.

Figuur 3: Operationalisatie Beleidsvrijheid

Beleidsvrijheid

Formele/informele beleidsvrijheid

Medebewind Decentralisatie

Politiek Ambtelijk Mechanisch Maatwerk Integraal Slagvaardigheid Democratie

Naast beleidsvrijheid moet inburgeringsbeleid ook worden geoperationaliseerd. Het inburgeringsbeleid is de inburgering van vluchtelingen in de Nederlandse samenleving. Hierbij wordt ernaar gestreefd dat de vluchteling binnen de daarvoor wettelijke termijnen inburgert in de Nederlandse samenleving en dat zij haar inburgeringsexamen haalt (Vriesema, 2017). Om dit te kunnen bewerkstellingen bestaat er een inburgeringsbeleid. Het inburgeringsbeleid kan vanuit hoofdstuk drie worden geoperationaliseerd door voorgaande wetgevingen vanaf de Win 1998 te analyseren. Binnen deze historische analyse komt naar voren dat er een duidelijke verschuiving in het denken over integratie is ontstaan vanaf de eeuwwisseling. Daarnaast zijn er door economische ontwikkelingen verschillende keren bezuinigen ingevoerd en is de rol van

36 de gemeenten ook verschillende malen gewijzigd. Deze gebeurtenissen zullen in deze thesis worden vertaald naar politieke, economische en sociale overwegingen. Om het inburgeringsbeleid te meten en om de tweede deelvraag: “Welke factoren in de geschiedenis van het inburgeringsbeleid verklaren de totstandkoming van de Wi 2013?” te kunnen beantwoorden is het van belang om deze verschillende overwegingen te analyseren en met elkaar te vergelijken. Figuur 4 geeft het concept inburgeringsbeleid schematisch weer.

Figuur 4: Operationalisatie inburgeringsbeleid

Inburgeringsbeleid

Politiek overweging Economische overweging Sociale overweging

Rol gemeenten Rol samenleving Groei Daling Participatie Zelfredzaamheid