• No results found

3. Decentralisatie Decentralisatie als toestand Decentralisatie als proces

6.2 Economische factoren

De bezuinigingen op het integratiebeleid lijken in zekere mate te maken te hebben met de sterkte van de stijging dan wel vermindering van de groei van de economie. Uit hoofdstuk drie komt dit ook naar voren. Onderstaande figuur zes (pagina 49) laat de economische groei in Nederland vanaf 1970-2013 zien. Tabel vijf (pagina 49) laat vanaf 1993 zien wanneer er sprake was van een vermindering dan wel een stijging van de groei van de economie en wat de denkwijze over inburgering en integratie was in die jaren. Onderstaande tabel vijf laat zien dat de economische veranderingen op korte termijn een belangrijke rol lijken te spelen in het denken over integratie. In periodes van een vermindering van de economische groei worden er vanuit de overheid bijna direct maatregelen genomen waarbij er bezuinigd wordt op het beleid. In de periode van 1993- 1999 was er sprake van een groei van de economie, de rol van gemeenten en overheid voor integratie namen in deze periode dan ook toe en kwam tot uiting in de Win 1998. Vanaf 1999 tot 2002 nam de groei van de economie af en daarmee ook de rol van gemeenten binnen het inburgeringsbeleid. Van 2002 tot 2007 was er weer sprake van een groei van de economie, doordat in deze tijd er veel politieke discussie was over de inburgering en de nadruk lag op de eigen verantwoordelijkheid kregen instanties zoals bedrijven en scholen een grotere rol in het inburgeringsproces. Kort na de invoering van de Wi 2007 stagneert het beleid en krijgen de gemeenten, ondanks de start van de economische crisis, een grotere rol toebedeeld in het inburgeringsproces. Door de aanhoudende economische daling en daarmee toenemende bezuinigingen neemt deze rol vanaf 2010 steeds meer af en vervalt de plicht tot het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen. Met het inwerking treden van de Wi 2013 krijgen de gemeenten nog steeds een kleinere rol toebedeeld en nemen de bezuinigingen nog niet af. Door aanhoudende kritiek van de G4, RvS, WRR en de Algemene Rekenkamer, alsook mede door een stijging van de economie, neemt de rol van gemeenten vanaf 2014 weer toe.

49 Figuur 6: economische groei Nederland

*Bron:http://www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Determinanten/Economische _ontwikkelingen; Beunderman, 2017)

In tabel vijf wordt schematisch weergegeven wat de rol van de gemeenten en overheid was in tijden van een stijging dan wel daling van de economische groei.

Tabel 5 Economische situatie en de rol van gemeenten en overheid bij integratie Rol gemeenten & overheid Economische groei Jaren

1. 1993-1999 - Toenemende rol van gemeenten en overheid

Economische groei van 1.3 naar 4.7% 2. 1999 – 2002 - Afnemende rol gemeenten

en overheid

Economische groei van 4.7% naar 0.1%

3. 2002 – 2007 - Toenemende rol instanties zoals bedrijven en scholen - Afnemende rol gemeenten

Economische groei van 0.1% naar 3.9%

4. 2008 – 2009 - Regierol gemeenten Economische groei van 3.9% naar - 3.7%

5. 2010- 2013 - Afnemende rol gemeenten waarbij de plicht om inburgeringsvoorzieningen aan te bieden verviel

Economische groei van -3.7% naar - 0.8%

6. 2014-2017 - Toenemende rol gemeenten waarbij zij ondersteuning kunnen bieden bij het integratieproces

Economische groei

*Bron:http://www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Determinanten/Economische_ontwik kelingen; Beunderman, 2017)

50 6.3 Samengevat

Binnen de politieke, economische en sociale overwegingen is er een zekere mate van afhankelijkheid. Tabel vijf laat zien dat er een relatie bestaat tussen de economische groei in Nederland en de rol van gemeenten binnen het integratiebeleid. De veranderende houding ten aanzien van integratie rond de eeuwwisseling laat daarnaast zien dat de houding van de samenleving maar ook de samenstelling van het kabinet invloed kan hebben op het politieke beleid. Deze thesis identificeert drie mogelijke overwegingen voor de totstandkoming van integratiebeleid en zouden daarmee de problemen die bij de uitvoering van de Wi 2013 zijn ontstaan kunnen verklaren.

Het lijkt dat de totstandkoming van de Wi 2013 en de rol van de gemeenten bij de uitvoering van het beleid voornamelijk afhankelijk zijn van politieke en economische overwegingen. Tabel vier laat een verband zien tussen de politieke en maatschappelijke discussie en de rol van gemeenten en tabel vijf laat zien dat er een verband lijkt te bestaan tussen de groei dan wel daling van de economie en de rol die gemeenten hebben bij de uitvoering van het beleid.

Figuur zeven geeft een schematische weergave van de verhouding tussen de economische, politieke en sociale overwegingen bij de totstandkoming van de Wi 2013

Figuur 7: Operationalisatie totstandkoming Wi 2013 Totstandkoming Wi 2013

Politieke overweging Economische overweging

Rol gemeenten Rol samenleving Groei Daling

Rol Gemeenten Sociale overweging

Sociale overwegingen Participatie Zelfredzaamheid

51

Hoofdstuk 7 Aanvullend beleid gemeenten

In dit hoofdstuk zal de derde deelvraag van deze thesis worden beantwoord, deze deelvraag luidt: “Wat voor beleid voert de G4 uit om ondersteuning te bieden aan het inburgeringsproces van vluchtelingen?” Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden zal het beleid van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht worden toegelicht. Het beleid zal vervolgens met elkaar worden vergeleken en de verschillen en overeenkomsten zullen schematisch worden weergegeven. Door het beantwoorden van deze deelvraag wordt inzicht gecreëerd in hoeverre de G4 de raad van de WRR en de Algemene Rekenkamer heeft opgevolgd en of er gebruik is gemaakt van de beleidsvrijheid die zij bij de uitvoering van het beleid hebben.