• No results found

GEBRUIK MAKEN VAN DE EXPERTISE VAN ANDERE OPLEIDINGEN

In document Scoren zonder huiswerk (pagina 168-172)

168

WAT IS DE VISIE?

Studenten uit andere opleidingen bieden ande-re invalshoeken bij uitdagingen die spelen op school of in de klas. Als leerkracht kan je hier-door een andere input krijgen dan wat je zelf hebt geleerd of hebt geprobeerd.

Je kan via deze weg nieuwe, brede leerkansen aanbieden aan je leerlingen die je als leerkracht of als team niet kan realiseren, omwille van tijdsgebrek of (nog) niet weten hoe je iets het beste aanpakt.

WAT IS DE LINK MET HUISWERK?

Afhankelijk van de opleiding en de vraag van-uit de school kan dit erg variëren. Je kan pro-jecten opzetten waar ingezet wordt op de brug naar huis. Je kan werkvormen laten ontwikke-len waarin de leerstof kan ingeoefend worden in een andere context, zelfstandig werken aan-moedigen ...

Daar waar bij klassiek huiswerk de rol van de ouders en de thuisomgeving erg belangrijk is, kan je door inzet van studenten extra kansen gaan aanbieden op de school zelf. De inzet van studenten kan kansen creëren voor elke leer-ling, maar kan in het bijzonder leerlingen ten goede komen die opgroeien in een weinig on-derwijsondersteunend thuisklimaat. De effecten die je kan bereiken overtreffen wellicht die van huiswerk. En dit voor alle leerlingen en voor de maatschappelijk kwetsbare leerlingen in het bij-zonder

BESCHRIJVING CONCEPT

We geven een aantal relevante opleidingen en voorbeelden van wat ze kunnen betekenen.

Sociaal werk (maatschappelijk werk, sociaal cultureel werk of kunst- en cultuurbemiddeling)

• Activiteiten met kinderen tijdens de middag-pauze of op de speelplaats rond bv sociale cohesie, taalontwikkeling,..

• Netwerken rond de school verstevigen. Bv linken uitbouwen met de bib, een buurtwer-king, het rusthuis, cultuurdienst,…

• Een project als een schoolbib, schoolspelo-theek, schoolmoestuin helpen opstarten Orthopedagogie

• Extra individuele aandacht voor leerlingen die het gedragsmatig moeilijk hebben.

• Een traject om de klassfeer te verbeteren laten uitwerken.

• Contacten met de ouders rond opvoeding of ondersteunend leerklimaat thuis.

Logopedie

• Materiaal ontwikkelen voor de leerkracht rond dyslexie, dyscalculie.

• Materiaal ontwikkelen rond woordenscha-tontwikkeling of meertaligheid.

• Extra individuele begeleiding voor kinderen met taal of leerproblemen.

Toegepaste psychologie:

• Een project rond growth & fixed mindset uit-werken voor een klas, een graad of school.

(zie conceptfiche growth mindset)

• Begeleiding van leerlingen met gedragspro-blemen.

• Ideeën uitwerken rond leren leren.

Leerkrachten kleuter of secundair onderwijs:

• Ondersteuning bij het hoekenwerk in de klas.

• Aandacht voor de overgangsmomenten (bv inzet in 1e of 6e leerjaar)

• Inzetten bij projectwerk Waar vind je studenten?

De makkelijkste weg is het aanschrijven van de opleidingen. Op de sites van de onderwijsinstel-ling vind je wellicht gauw de gegevens van de stagecoördinatoren. Zij sturen je oproep door naar de studenten of kunnen studenten aan-brengen.

Alle opleidingen en instellingen vind je via www.onderwijskiezer.be

Soorten opleidingen en stages.

Er zijn verschillende opleidingsvormen in het hoger onderwijs die allen verschillende oppor-tuniteiten bieden.

• Bacheloropleidingen: de stages duren meest-al ongeveer 8 weken in het 2e opleidingsjaar en 3 tot 4 maanden in het 3e opleidingsjaar.

Een bachelorstudent gaat praktisch aan de slag, maar moet dit ook sterk theoretisch kunnen kaderen.

• Graduaatsopleidingen: Dit is een meer prak-tijkgerichte variant van de bacheloroplei-ding, de vroegere HBO5 opleiding. Er zijn meer stage-uren of er is meer spreiding van de stagetijd (soms tot een jaar of langer). De nadruk ligt nog meer op de praktijk, zonder daarbij de theorie helemaal uit het oog te

verliezen. Mensen die hun loopbaan willen heroriënteren komen ook vaak in deze oplei-dingen terecht, wat het voordeel geeft dat je een student kan hebben met een pak leven-servaring.

• Masteropleidingen: meer gericht op onder-zoek. Je kan bijvoorbeeld effecten van een bepaalde keuze laten onderzoeken of vragen een theoretisch kader uit te werken. Bijvoor-beeld: Wat is het effect van het nieuwe taal-beleid? Heeft het beleid rond ouderbetrok-kenheid effect op de thuisondersteuning van kinderen?

• Naast de langdurige stages zijn er ook kor-tere opdrachten, bijvoorbeeld kennisma-kingsstages en diversiteitsstages die meestal tussen de 20 en de 40 uur beslaan. Dit kan dienen voor een korte opdracht of extra on-dersteuning in de klas of bij een project. De begeleiding en evaluatie zijn ook (veel) min-der intensief dan bij langere stages.

Enkele do’s:

• Een kennismakingsgesprek vooraf, waarbij je kijkt of er voldoende match is tussen jullie verwachtingen en die van de student. Indien niet, is het beter de student door te verwij-zen naar een andere stageplek.

• Voorzie een duidelijke, afgebakende op-dracht. “Iets doen voor de ouders” is anders dan “We willen de komende 3 maanden stappen zetten naar een meer diverse ou-dergroep” of “Iets doen aan de sfeer onder de leerlingen.” is iets anders dan “We wil-len gericht werken aan de klassfeer in de 3e graad”. Formuleer de meerwaarde die je ziet voor de kinderen, de ouders en de leer-kracht(en)

• Tracht binnen de opdracht de student de no-dige autonomie te geven, voldoende autono-mie én ondersteuning leiden tot de mooiste resultaten.

169

170

• Betrek je team in de denkoefening over wel-ke opleidingen en opdrachten interessant zijn voor de school.

• Voorzie een moment waarop de student zich-zelf en zijn opdracht kan voorstellen aan het team bij het begin van de stage.

• Koppel de realisaties van de student tussen-tijds en op het einde terug naar het team, dit kan ook kort en krachtig.

• Vraag aan studenten over wie je tevreden bent, of ze sterke studenten kennen in lagere jaren die op zoek zijn naar een stage voor de volgende periode. Vraag om reclame te ma-ken voor de school.

Enkele don’ts:

• Heel weinig feedback geven en de student op het einde opzadelen met een compleet ver-rassende evaluatie.

• In het midden laten wie de taken geeft en bij wie hij of zij terecht kan met vragen.

• De student zo veel mogelijk negeren in de le-raarskamer, zodat hij of zij zich zeker geen deel van het team voelt.

• Blijven focussen op het didactisch aspect, terwijl dit niet in de opleiding van de student zit.

• De student op het einde vergeten te bedan-ken.

Tip: Wanneer er verschillende studenten (of vrij-willigers) actief zijn op de school kan het goed zijn om een overzichtsblad met foto, opleiding en taak op te hangen. Zo behoudt iedereen het overzicht.

Bekijk hier het filmpje hoe studente Nona (soci-aal-cultureel werk) en juf Evi de stage op de Spits ervaarden.

Getuigenis: sociaal cultureel werk op school.

of via YouTube ‘De school-brug getuigenis sociaal cultureel werk op school’

171

4. KIND-OUDER-MENTOR

GESPREK

In document Scoren zonder huiswerk (pagina 168-172)