Je kan deze bijeenkomst ook starten met getuige-nissen gebracht door mensen die later mee aan-schuiven aan tafel of je kan het animatiefilmpje over huiswerk tonen. Aan tafel kan je werken met stellingen, het doelstellingenspel gebruiken, of werken met een vragenpot. Hierin kunnen vragen zitten zoals:
• Waarom geeft een school huiswerk mee?
• Wat als de school geen huiswerk meer zou geven?
• Mocht jij directeur zijn, wat voor huiswerk zou jij geven? Zou je huiswerk geven?
• Moet je als ouder het huiswerk van je kinde-ren verbetekinde-ren?
• Moet je als ouder je kind uitleg kunnen ge-ven bij het huiswerk?
• Moet je als huiswerkbegeleider uitleg kun-nen geven bij het huiswerk?
• Helpt huiswerk om een vlotte overstap naar het secundair te maken? En zo ja, hoe?
• Wat moet je doen als het kind zijn huiswerk echt niet begrijpt?
• Wat moet je doen als er regelmatig ruzie en stress is rond het huiswerk?
• Is het echt zo dat kinderen zelfstandig hun huiswerk maken?
• Is er feedback op het huiswerk? Op welke manier geef je die?
• Is een huiswerkklas een goede oplossing als de ouders niet kunnen helpen of wanneer er geen geschikte plaats is om huiswerk te
ma-• Helpt het huiswerk kinderen om te leren ken?
plannen? Is dit de enige manier of kan je er nog andere bedenken?
• Als een kind niet goed kan plannen, leert het dit dan door huiswerk mee te krijgen?
• Helpt het huiswerk om doorzettingsvermo-gen te ontwikkelen?
• Helpt het huiswerk om gemotiveerd te zijn voor school?
• Helpt het huiswerk de kinderen vooruit in de leerstof?
• Is het huiswerk dat wordt meegegeven atief? Of moet huiswerk helemaal niet cre-atief zijn?
• Bieden huiswerkklassen na school of in bij-voorbeeld een jeugd,- of buurthuis een op-lossing?
• Staat het huiswerk vrije tijd in de weg of is dit niet het geval?
• ...
Tip: Je kan werken met een timer per vraag.
44
Veel van de vragen gaan in op de rol van de ou-der, de leerkracht of de huiswerkbegeleider. Het is niet de bedoeling dat alleen de betrokkene zijn zegje doet. Net de dialoog en de verschillende in-steken maken het voor iedereen boeiend en ver-helderend.
Voorzie op het einde een rondje waarbij elk groepje de hoofdzaken uit het gesprek kan terug-koppelen. Dit levert wellicht inspiratie op voor jullie veranderingstraject. Enkele richtvragen zijn:
• Wat viel je op tijdens het gesprek?
• Waarover was er consensus?
• Over wat was er geen consensus?
• Wat neem je mee?
• Met welke vragen en bezorgdheden zit je nog?
Je kan na het gesprek ook de informatieve po-wer-point gebruiken om enkele ideeën of uit-komsten wetenschappelijk te kaderen. Wanneer je dit vooraf doet, dan stuur je al een deel de dis-cussie.
Bedank op het einde de deelnemers en zeg hen ook wat je met de inbreng van deze avond gaat doen. Wat is voor de school de volgende stap?
Noot: Verwacht niet dat ouders, huiswerkbege-leiders of teamgenoten snel of makkelijk in de richting van alternatieven denken. Huiswerk is nagenoeg voor iedereen zo’n evidentie dat men meestal niet zover out of the box denkt. Deze oefening kan wel een goede barometer zijn om te zien hoe er over huiswerk gedacht en gevoeld wordt. Het kan enkele inzichten wel doen ‘inda-len’ zodat het makkelijker is om mensen mee te nemen in de mogelijkheid om huiswerk te ver-vangen door alternatieven die dezelfde doelen nastreven. Doe je een ronde tafel rond alterna-tieven? Dat kan ook, maar dan best met mensen die al een stuk mee zijn in de visie.
Tip: je kan ook een ronde tafel organiseren om het proces te evalueren met alle betrokken par-tijen. Uiteraard dien je dan wel de vragen aan te passen.
45
46
FASE
Brainstorming en visievorming
MATERIAAL
Een gids
TIJD
+/- 2 uur
BOUWSTENEN
• Visie
• Urgentie
• Plan
• Middelen
• Competenties
TEAMCONTEXT
Meteen inzetbaar op een personeels-vergadering
BESCHRIJVING METHODIEK
Een basisschool is buurtgebonden wat betreft de leerlingen. Leerkrachten komen vaker niet dan wel uit de buurt waar de leerlingen op-groeien. Zeker in de grote steden en in kansar-me buurten is dit het geval. Na de schooldag ke-ren de meeste leerkrachten rechtstreeks terug naar huis. Op die manier is het moeilijk om echt affiniteit op te bouwen met de buurt.
De leerkrachten weten heus wel dat veel kin-deren opgroeien in sociale woningen of soci-ale hoogbouw maar hebben zo’n woning nog niet van binnen gezien. Een bezoek verandert voor veel leerkrachten hun idee over huiswerk omdat men ziet waar en hoe een (aanzienlijk) aantal leerlingen zijn huiswerk moet maken.
Leerkrachten weten dit ook al voor de buurt-wandeling, maar het zien of ervaren kan een echte eye-opener zijn.
Bezoeken aan buurtorganisaties blijven bij.
Door met deze organisaties in gesprek te gaan, word je geconfronteerd met problematieken waar je leerlingen en ouders dagelijks mee te kampen hebben. Hieruit kunnen waardevolle samenwerkingsverbanden ontstaan.
47