• No results found

Op basis van d e s u bdoel stelli ngen die i n het vorige hoofdstuk zijn geformuleerd wordt er i n het kader van Jeugd e n Veil i g heid een over­

koepelende aa npak opgezet die zich richt op drie s pore n :

Een (stevige) pra ktische aanpak v a n concrete overlast door jongeren op d i strictsnive a u , waarbij de aanpak van de indi viduele jongere voorop staat;

2 Stroom l ij n i ng van bestaande structuren voor s i gnalering en toeleiding;

3 Effectieve i nzet van ( p reventief) specifiek a a n bod op stadsdeelniveau .

Concreet houdt dit in dat de programmacoördi nator die is aangesteld voor de d u u r van één j a a r op d i stricts niveau wordt ingezet om de eerste twee sporen van de a a n p a k in 2003 zodanig vorm te geven d at in de jaren daarna de stadsdelen deze activiteiten structu reel kunnen i n bedden i n hun bestaande beleid. Daarn aast wordt het p rojectengeld van Jeugd en Veiligheid ingezet voor projecten op stadsdeelniveau die zich met n ame richten op het aan­

pakken van de oorza ken van probleemgedrag van jongere n . Daarbij i s vast­

gelegd dat de i n zet van het projectengeld jaarlijks wordt vastgesteld op basis van eve ntuele lacu nes i n het reguliere a a n bod d i e in het kader van Jeugd e n Veiligheid geconstateerd worden .

7.1 Een (stevige) aanpak van concrete overlast door jongeren

A ch tergrond

Bij de a a n p a k van concrete overlast staat de i ndividuele jongere vooro p . Deze aanpak is echter g e baat bij een g rotere focus op groepen . Als we het hebben over overlast e n cri m i n a l iteit door jongeren, hebben we het i m mers bijna au­

tomatisch over groepen jongere n . AI in 1 99 3 constateerde Schuyt - op wiens ideeën het Jeugd en Vei l i g heid beleid i n Amsterdam gebaseerd werd -dat groepen een principieel kenmerk zijn van jeugddelinquentie en onaccepta­

bel gedrag . Toch werd tot voor kort het groepsgebeuren bij de aanpak van jeugdcri minaliteit en ove rlast als een ondergeschikt gegeven besc houwd. D it

is onder meer terug te voeren op een gebrek a a n kennis over het fenomeen e n de beperkte mogelijkheden die er zijn om deze vorm van cri m i neel e n on­

acceptabel gedrag aan te pakken 1 8 .

I nmi ddels zijn e r d aarom vanuit het M inisterie van Justitie d iverse onder­

zoe ken u itgevoerd naar d e kenmerken van jeugdgroepen e n naar de verschil­

lende aanpakken van dergelijke g roepen die er o p gemeentelijk niveau be­

staan . I n dat kader is bijvoorbeeld ook een instrument ontwikkeld (de Short List Groepscri m i nal iteit) waarmee pol itiefunctionarissen de aard e n omvang van problematische jeugdgroepen i n kaart k u n n e n brengen . Groepen kunnen daarmee i ngedeeld worden in d rie typen - met oplopend probleemgedrag :

Hin derlijke jeugdgroepen, bestaande uit jongeren uit de buurt d i e rond­

hangen, af e n toe l u i d ruchtig aanwezig zijn en zich i ncidenteel schuldig maken aan kleine ver nie l i n g e n .

Overlastgevende g roepen die nadru kkelijker aa nwezig zij n . Deze groepen trede n provocerend op, vallen omstanders wel eens lastig, vernielen regel­

matig spu llen en zijn bewuster bezig met ( li c hte) vormen van crimi naliteit.

N o o t 1 8 Beke e . a . , Tussen rondhangen en bendevorming, SWP, A msterdam, 2000

Pagina 47 M eerjarenplan Jeugd en Veiligheid district 8 DSP -groep

Noot 1 9 het geven van kleurcodes per g roep waarbij verschillende kleuren gegeven worden aan de verschillende type n groepe n . O p basis van de typeri ng

k u n ne n dan o p de g roep afgestemde plannen van aanpak worden ontwikkeld.

Deze plannen kunnen variëren van preventieve a andacht (inzet jongerenwerk, gespre k ke n tussen jongere n e n bewoners) tot een repressieve aanpak aanpak van concrete overlast vormgegeven .

Meteen n a goed keuring van dit Meerjare nplan door d e besturen van d e af­

zonderlijke stadsdelen wordt - o nder vera ntwoordelij kheid van de

portefeuillehouder Jeugd van het managementte am van d e politie - door de buurtregisseurs per (be kende) g roep jongeren de eerder genoemde Short List G roepscrim i na liteit1 9 i ngevu l d . Deze ingevulde checkl isten worden vervolgens ingebracht in de casuïstiek overleggen van Justitie i n de Buurt én i n de Netwerken 1 2 + waar de gegevens over de jongeren eventueel aangevuld worden. O p basis daarvan krijgen alle g roepen een ' eti ket' : hi nderlij k , geselecteerde g roepen worden vervo lgens - onder verantwoordelijkheid van d e programm acoördinator - alle (voor die specif i e ke g roep) releva nte

Daarbij gelden de volgende uitgangsp u nte n :

Voor a l l e betro kken jongeren wordt (i ndividueel) m aatwerk geleverd .

Bij hinderlijke g roepen kan d a n waarschijnl ijk veelal word en volstaan met het om tafel halen van jongerenwerk, jeugd h ulpverlening, b u u rt bewoners en jongeren en hun ouders zelf . Bij overlastgevende of cri m i nele g roepen zullen veelal veel meer partijen dienen te worden betrok ken zoals bijvoorbeeld (drugs) h u l pverle n i n g , G G D , woningbouw, onderwijs en j ustitie. Dit omdat d eze groepen v a a k meer gemengd zij n : naast een lik op stu k aanpak van de trekkers d oor politie en justitie via onder andere de centrale harde kern aan­

pak en het casu·istiek overleg van Justitie i n de Buurt, zal a a n d e m eelopers een passend a a n bod van activiteiten, h u l p en/of steun dienen te worden ge­

boden . Vanzelfspre kend moet daarbij rekening worden gehouden met de mogelijkheden binnen het gezin zelf. De bestaande Netwerken 1 2 + en Werkvirus spelen daar een belang rijke rol i n . In overleg worden de jongeren namelijk via die netwerken toegeleid naar passen d aanbod , of wordt de jon­

gere rechtstreeks vanuit de netwerken een aanbod gedaan voor begelei d i ng .

2 De aanpa k dient bureau cratie te doorbre ken. Als bijvoorbeeld de i nzet van a m btelij ke diensten nodig is, m oet dit geregeld ku nnen worden zonder aan­

vraagprocedures e n derge l ij k e . Daarom wordt i n d e plannen van aanpak vastgelegd dat d e relevante partijen i n een bepaalde periode extra inspanning zullen verrichten - een soort flexteam . De taak van de progra m macoördinator is het daarbij ook o m knelpunten in bijvoorbeeld d e toeleiding van jongeren op te lossen d oor afspraken te maken en vast te leggen met ( regionale en stedelijke) partijen die niet i n de netwerken vertegenwoordigd zij n .

3 Buurtbewoners zij n de eersten die te m a ken hebben met overl ast en

criminaliteit op straat door jongere n . Vaak zijn buurtbewoners bezorgd over, of zelfs bang voor ( groepen) jongeren op straat . Als buurt bewoners op de hoogte zijn van wat er vanuit de stadsdelen allemaal wo rdt gedaan met en voor de jongeren, kan een deel van die angst worden weggenomen. In de plannen van aanpak dient daarom niet al leen te worden vastgelegd hoe er met inste l l i ngen, jongeren en hun ouders wordt geco m m u n i ceerd, maar ook hoe buurtbewoners worden g eïnformeerd en betrokken .

4 O mdat deze aanpak i n eerste instantie een pilot is, heeft de programma­

coördinator tot taak o m h et leerproces, de ontwi k kelde aanpakken en de gemaa kte afspraken vast te legge n . Uiteindelijk moet er begin 2004 een concreet d ra a i boe k liggen waarin zaken zijn opgenomen als een protocol voor de aanpa k van d e verschillende groepen, namen en activiteiten van alle betro kken partners, afgesloten convenanten, draaiboeken voor het betre kken van bewoners, jongeren en hun ouders, en een p rivacyreglement op

d istrictsniveau . I n d i e n d e pilots s uccesvol zijn, zal deze aanpak vanaf 2004 structureel worden voortgezet onder verantwoordelij kheid van de veilig heids­

coördinatoren van de drie stadsdel e n .

Pagina 49 Meerjarenplan J eugd en Veiligheid district 8 D S P -groep

Wie wa t wanneer) ,

Wat Wie Wanneer

Typeren bestaande g roepen Buurtregisseurs, J u stitie in de Buurt, Januari/fe bruari

N etwerken 1 2 + 2003

Aanpak vierde g roep Idem O ktober-november

2003

Aanpak vijfde g roep Idem O ktober-november

2003

Tussentijds evalueren aanpak Gezamenlij ke partijen Najaar 2003

Tusse ntijds bewaken voortgang Su bdriehoek en k l a n kbordgroep Maart 2003 Juni 2003 O ktober 2 003 Januari 2004 M aart 2004

Op basis ervaringen ontwi kkelen Afgerond :

product : draaiboek Coördinator maart 2004

a a n p a k overlast

I mplementatie structurele Veil igheidscoörd i n atoren stadsdelen Vanaf 2004 a a n p a k

7.2 Stroomlijning van bestaande structuren voor signalering en toel eiding

Pagina 50 d at bij signalen die worden ingebracht, niet altijd wordt teruggekoppeld naar de i n brengende partij wat er met het signaal gedaan is. Bovendien weten gestroomlijnd zodat meer systematisch wordt bijgehouden wel ke signalen er worden afgegeven en door wie e n dat de netwerken en partners op de hoog­

te zijn van el kaars (on) mogelij khede n .

M eerjarenplan Jeugd en Veiligheid district 8 DSP -groep

Wat

Opzet

Een eerste vereiste voor stroomlijning van de bestaande (en te ontwi kkelen) stru ctu ren is d uidelijkheid over de taken en mogelijkheden van de betro k ken partners én d ui d elijkheid over de mogelij kheden voor toel eiding naar instellin­

gen op regionaal en stedelij k niveau . Daartoe wordt door de programmacoör­

d i nator een kaart ontwikkeld waarop per stadsdeel is aangegeven wel k net­

werk er is voor wel k type jongeren en wel ke partijen daarbij betrokken zij n . Daa rbij wordt tevens i n kaart gebracht wel ke verwijzings- e n toeleidings mogelij k heden er nu zijn . Op basis van die inventarisatie zal tevens door d e progra m m acoörd i n ator worden gekeken naar h e t fu nctioneren v a n de net­

werken : hebben ze bijvoorbeeld een heldere doelstelling , nemen de juiste partijen deel , i s d e werkwijze goed vastgelegd en hoe verloopt de samenwer­

king e n overdracht van i nformatie in e n tussen d e netwerken?

Daarnaast wordt een systeem ontwikkeld waarmee de signalen over (risico)jo ngeren worden gemonitord door alle netwerke n . Daarvoor kan wel licht te zij ner tijd een (digitaal) signaleringssysteem worden i ngezet .21 I n eerste in stantie zal echter de stroomlijning vorm krijgen door een gestandaardiseerd registratieformulier in te zetten waarop kort wordt aan­

gegeven naar a a nleiding waarvan een jongere i s i ngebracht i n het netwerk, door wie en wat er concreet met het sign aal is gedaan . Deze i nformatie wordt ook door de netwerkcoördinator teruggeko ppeld naar de inbrengende partij .

Op basis van d e i nformatie die verzameld wordt met de groepsgerichte aanpak en met de registratieformuliere n , wordt vervolgens ook bekeken waar de eventuele knelpunten li ggen i n (de toelei d i n g ) naar ( regionaal) aanbod . Onder verant woordelij kheid van de prog rammacoördinator di enen dan vanuit de netwerken gezamenlijk afspraken te worden gemaakt met dergelijke par­

tijen, zodat o o k de toelei ding naar instelli ngen die buiten het netwerk vallen meer g estroom l ijnd kan worden. Dit laatste is met name belangrij k i n het licht van de constatering dat veel jongeren (ook) psychische en gezondheids­

problemen hebbe n .

Gekoppeld a a n bovenstaande activiteite n worden tenslotte protocollen opge­

steld waarin is vastgelegd wat elk netwerk dient te doen , op welke wijze en wie ingeschakeld wordt bij verschillende ( i ndividuele) problemen van

jongere n .

Wie wat wanneer?

Wie Wanneer

O ntwikkelen standaard registratie- BJZ (coördinatoren netwerken 1 2 + ) J a nuari 2003 formu lier

M ogelij k heden d ig itaal systeem Coördinator Medio 2003

onderzoeken

O nt w i k kelen kaart Coördinator i .s . m netwerken Gereed : zomer 2003 I n kaart brengen functioneren Coördinator i . s . m netwerkpartijen Gereed : najaar 2003 afzonderlijke netwerken

Protocollen Coördinator Gereed : najaar 2003

Noot 2 1 Hier zijn voorbeelden van. D e politie i n Friesland heeft bijvoorbeeld een dergelijk systeem . Riskkids' ontwikkeld.

Pagina 51 M eerjarenplan Jeugd en Veiligheid district 8 DSP -groep

7.3 Effectieve i nzet specifiek ( preventief) aanbod op stadsdeel niveau

A ch tergrond

In voorgaande hoofdst u k ken is steeds weer naar voren g e komen d at de oor­

zaken van overlast o p straat e n criminaliteit door jongeren voor een groot deel liggen in risi cofactoren als gezi nsproblemat i e k en onderwijsachterstan­

d e n . Hebben we het nu over de aanpak van overl ast en crimi naliteit door jongeren op straat, d a n hebben we het - in het l i c ht van bovenstaande - dus niet alleen over het bestrijden van de overlast e n criminal iteit zelf m aar ook over het voorkomen van problemen door de oorzaken a a n te pakken.

AI eerder is aa ngegeven dat het uiteindelij ke streven van de stadsdelen is om op i ndividueel niveau een s l u itende keten van (zowel preve ntief en curatief als repressief) aa n bod voor de jongeren die ove rlast veroorzaken op straat tot stand te bre n g e n . In pri ncipe wordt deze keten gereal iseerd vanu it het

bestaande algemene jeugdbeleid, het veiligheidsbeleid , het welzijn s beleid en het onderwijsbeleid .

Het Meerjarenplan Jeugd e n Veiligheid vormt daarin d a n een verbindende scha kel . Met d e overkoepelende aanpak Jeugd e n Vei lig heid - de p i l ots van de groepsa anpak e n de opti m alisering e n stroomlijning van bestaa nde struc­

t u ren voor s i g n alering - wordt i mmers in 2003, meer dan nu het geval is, in kaart gebracht wel ke specifi e ke problemen (risico)jongeren in de stadsdelen ondervinden e n welke lacu nes er zijn in het a a n bod dat e r voor die jongeren (en hun ouders ) beschi kbaar is .

I n dat kader h ebben d e stadsdelen afgesproken d at jaarlijks een uitvoeri ngs­

plan op stadsdeel niveau wordt opgesteld waari n nader bezien wordt welke activiteiten nodig zijn in aanvulling op het bestaa nde a a n bod en hoe deze activiteiten k u nn e n worden gerealiseerd - ook vanuit belendende beleids­

terreinen .

Daartoe worden - op basis v a n de resultaten van de maatregelen d i e i n 2003 worden genomen - d e stadsdeelsch e m a ' s uit de eerste hoofdstu k ke n jaarlijks geactualiseerd én aangevu l d . Het gaat daarbij d a n om i nformatie over

(veranderingen in) d e aard e n omvang van proble men é n o m het kwantitatie­

ve en kwal itatieve bere i k van het reguli ere aanbod - d u s : hoeveel jongeren worden bere i kt e n worden d e juiste jongeren bereikt? I n het uitvoeri ngsplan wo rdt - i n aansl uiting daarop - concreet aangegeven welke activiteiten vanuit welke beleidsterreinen g e wenst zijn én op welke wijze het projectengeJd dat beschikbaar is in het kader van Jeugd en Veiligheid op stadsdeel niveau i nge­

zet wordt o m specifie ke lacu nes in te vull e n .

Concreet bete kent d it ook d at vanaf 2003 voor d e bestaande projecten die gefi nancierd worden met Jeugd en Veilig heidsgelden jaarlijks heroverwogen wordt of d e activiteit ten eerste nog nodig is e n ten tweede of de activiteit uit Jeugd en Vei l i g heidsgelden dient te worden blijven betaald . Vanwege de verpli chti ngen die reeds zijn aangegaan worden in 2003 overigens wel alleen al bestaande p rojecten uit d e gelden van Jeugd en Vei lig heid gefinancierd .

Op basis van de a n a lyses i n d it plan kun nen overigens wel de volgende overwegingen per stadsdeel al worden meegegeve n .

Westerpark

Beide projecten die mome nteel i n Westerpark worden u itgevoerd , sl uiten aan bij de analyse op stadsdeel niveau waaruit bleek d at met name de jo ngere doelgroep overlast veroorzaakt i n de buurte n .

Pagina 5 2 M eeriarenplan Jeugd en Veiligheid d istrict 8 DSP -groep

Wat

Door de i nzet van sport op Straat a l s Westerpark Actief wordt verwacht dat er meer zi cht o ntstaat op deze kinderen e n jongere n . Een e n ander dient nog verder vorm te krijgen, maar i s - vanwege het grote bereik en het d i recte effect op de overlast op straat - bij succes een passend aa nbod in het kader van Jeugd e n Veiligheid .

Bos en L ommer

Het project Balans is oorspro n kelijk opgezet o m l acunes i n het a a n bod voor jongere n die overlast veroorza ken op straat te vullen en is dus wat dat be­

treft een proj e ct dat goed past in Jeugd e n Vei lighei d . Het is echter ook een d u u r project en het loopt al zo lang dat gedacht moet worden aan structurele fina nciering voor deze aanpa k . Het geld dat d aarmee vrij komt kan dan i nge­

zet worden voor nieuwe projecten o p het gebied van Jeugd e n Veilighei d . H e t i d e e v a n u i t Bos en l o m m e r o m daarmee bijvoorbeeld e e n Veilige V i n d ­ plaats te creëren, past goed i n de constatering d a t er t e weinig accommoda­

tie is voor jongeren i n Bos en Lom m e r é n in h et u itgangspunt van de stadsde­

len e n de centrale stad om zoveel mogelijk succesvol gebleken instrumenten in te zetten .

Oud Wes t

Gezien het feit dat de uitvoering van het project kickboksen ( met sociale vaard i g heidstraining) nog niet gestart is in Oud West, is een beoordeling van dit project ( no g ) niet op zijn pl aats . Wel kan geconstateerd worden dat het project past in de wens van het stadsdeel en van jongeren om meer a ctivitei­

ten aan te bieden en tegelij kertijd meer zicht te k rijgen op de ind ividuele jongere n .

Wie, wat, wanneer?

Wie Wanneer

Lopende projecten voortzetten Stadsdelen 2003

Actualiseren stadsdeelsche m a ' s Programm acoördi nator 2003 e n 2004

Uitvoeri ngsplan 2004 opstellen, Stadsdelen i . s . m . Medio 2003, zodat a a n bod

i nclusief heroverwegen klankbordgroep opgenomen kan worden in

bestaande projecten begroting 2004

Pagina 53 Meerjarenplan Jeugd en Veiligheid district 8 DSP -groep