• No results found

10 G RENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

In document Kamers van Koophandel (pagina 82-86)

10.1

HUIDIGE WETTELIJKE SITUATIE

De economie houdt niet op bij de landsgrenzen. Daarom hebben alle Kamers diverse vormen van samenwerking tot stand gebracht met zusterorganisaties in Duitsland dan wel België. In de wet staan geen nadere bepalingen of voorschriften ten aanzien van grensoverschrijdende samenwerking van Kamers.

10.2

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

Grensoverschrijdende samenwerking van Kamers van Koophandel is een bij voortduring terugkerend gespreksonderwerp als naar het opereren van de Kamers wordt gekeken. De vraag is of de wet nu en in de toekomst de Kamers voldoende ruimte biedt voor het verder vormgeven aan grensoverschrijdende samenwerking.

De hoofdbevindingen inzake grensoverschrijdende samenwerking van Kamers uit het evaluatieonderzoek zijn:

- Belang van grensoverschrijdende samenwerking - Vormen van grensoverschrijdende samenwerking - Ruimte die de wet de Kamers op dit punt biedt - Specifieke vraagstuk van de Kamer Zuid-Limburg

10.2.1 BELANG (EU-)REGIONALE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING BREED GEDRAGEN Kamers van Koophandel werken veelvuldig en op velerlei wijze samen met partners in het aangrenzende buitenland. Het betreft veelal infrastructurele projecten om bereikbaarheid van de regio’s en het vestigingsklimaat voor bedrijven te verbeteren.

Ook zijn er voorbeelden op het gebied van kennisinfrastructuur en grensoverschrijdende arbeidsmarkt.

Kamers, EZ en belanghebbenden onderschrijven het belang van grensoverschrijdende samenwerking. Internationale grenzen vallen weg en economische samenhang van grensoverschrijdende regio’s wordt steeds belangrijker. Ook vanuit Brussel worden deze ontwikkelingen gestimuleerd en gesubsidieerd.

10.2.2 ANDERE VORMEN VAN GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING IN HET KADER VAN REGIOSTIMULERING WORDEN NIET WENSELIJK GEACHT

Behalve samenwerking met de directe buurlanden vindt er ook samenwerking plaats met verder weg liggende regio’s zoals in Oost-Europa. Deze samenwerking komt vaak tot stand omdat de eigen lokale en regionale overheden jumelages onderhouden met decentrale overheden aldaar. Ook handelsmissies en studiereizen worden in dit verband genoemd. Geïnterviewde ondernemers en met name de benoemende partijen zien hierin weinig toegevoegde waarde en vragen zich af of dit een goede besteding is van collectieve middelen (heffing 3).

Idealiter moeten deze handelscontacten en -missies op landelijk niveau geïnitieerd worden en voor alle bedrijven toegankelijk zijn. De EVD levert hierbij functionele waarde. De financiering moet dan kostendekkend zijn en niet komen uit heffing 3. De Kamers kan een rol toebedeeld worden als regisseur en uitvoerder en het actief betrekken van de ondernemers uit de eigen regio.

Voor de volledigheid dient vermeld te worden dat de Kamers van Koophandel

(gestructureerd) contact onderhouden met Kamers van Koophandel in andere landen, met name onder andere via de Europese koepel Eurochambres, gevestigd te Brussel.

De samenwerking is vooral gericht op het beïnvloeden van het EU-beleid, voor zover dat ondernemers betreft. Verder wordt kennis en ervaring uitgewisseld en wordt er samengewerkt in stimuleringsprojecten. Deze internationale oriëntatie wordt door alle partijen als vanzelfsprekend genoemd.

10.2.3 WET BIEDT RUIMTE VOOR VRIJWILLIGE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

Binnen Nederland is geen overleg tussen de Kamers om te komen tot een éénduidige vorm voor grensoverschrijdende samenwerking. Samenwerking komt tot stand op eigen initiatief en is afhankelijk van het eigen beleid c.q. het ambitieniveau van individuele Kamers.

Kenmerk van de huidige grensoverschrijdende samenwerking van Kamers van Koophandel is het vrijblijvende karakter ervan. Er is in vrijwel alle gevallen sprake van structurele overlegvormen om elkaar te informeren over ontwikkelingen en zonodig om te komen tot afstemming van beleidsagenda’s. Indien er gezamenlijk tot uitvoering wordt overgegaan dan vindt dat uitsluitend op projectbasis plaats. Enkele Kamers hebben in de evaluatieperiode bewust gekozen voor een afbouw van betrokkenheid in bestaande structurele overlegvormen ten gunste van het aangaan van projectmatige en tijdelijke samenwerkingsverbanden.

Grensoverschrijdende samenwerking van Kamers geschiedt (voor zover is nagegaan) met name op basis van projecten in het kader van regiostimulering. De wet zegt hierover:

Artikel 27

1. Een Kamer kan besluiten tot het stimuleren van economische ontwikkelingen in haar gebied door middel van het bevorderen van onderzoeken, overlegvormen en samenwerkingsverbanden.

(…).

In deze open formulering wordt grensoverschrijdende samenwerking niet uitgesloten.

Van belang is wel dat samenwerkingsprojecten de economie in het eigen gebied ten goede komt. Of dit zo is wordt in de huidige ZBO-structuur bepaald door het algemeen bestuur van de betreffende Kamer. EZ mist hierdoor de mogelijkheid om direct sturing te geven aan grensoverschrijdende samenwerking die ten dienste staat van de

regionaal-economische ontwikkeling.

10.2.4 KAMER VAN KOOPHANDEL ZUID-LIMBURG WIL EEN STAP VERDER

De Kamer van Koophandel van Zuid-Limburg heeft een hoog ambitieniveau

geformuleerd om te komen tot gestructureerde samenwerking (zelfs een fusie) met de Handelskammer in Aken. Samenwerking op vrijwillige projectbasis (regiostimulerings-projecten) is naar de mening van Zuid-Limburg onvoldoende om een continue impuls te kunnen geven aan de regionale ontwikkeling en groei. Ook een Kennisinstituut voor regionale ontwikkeling, met een onderzoekstaak en een voorlichtingstaak is wenselijk vanuit het perspectief van deze Kamer. Verder kunnen door structurele samenwerking, volgens de Kamer Zuid-Limburg ook een aantal beperkingen van projectmatige

samenwerking opgelost worden. Deze beperkingen zijn onder meer:

 Tijdelijkheid en niet-verplichtend karakter

 Steeds opnieuw moeten overbruggen van verschillen in wet- en regelgeving, financieringsvraagstukken, cultuur en bestuurlijke verantwoording; deze worden éénmalig geadresseerd en opgelost bij het aangaan van de gewenste structurele samenwerkingsvorm: harmonisatie vormt de basis voor soepele samenwerking Zoals gezegd zijn alle grenskamers betrokken bij vormen van grensoverschrijdende samenwerking. Enkele geven aan geïnteresseerd te zijn in de structuurwijziging zoals Zuid-Limburg beoogt, maar willen zelf niet op korte termijn een dergelijk initiatief nemen.

Binnen de huidige wetgeving zijn echter voldoende mogelijkheden aanwezig om via projectmatige samenwerking grensoverschrijdende initiatieven te ontplooien. Dit betreft dan met name initiatieven op de taken voorlichting en regiostimulering. Voor de taak registratie is grensoverschrijdende samenwerking op regionaal niveau ongewenst gegeven het ofwel nationale karakter ofwel op termijn wellicht Europese karakter van een dergelijke instrument. Structuurwijzigingen zijn op dit moment niet nodig en kunnen, ook in de vorm van proefopstellingen op regionaal niveau, leiden tot ongewenste precedentwerking. Het vraagstuk van economische structuurversterking

van euregio’s is daarmee niet minder belangrijk, maar vraagt naar alle waarschijnlijk-heid een aanpak die breder is dan de route van de Kamers van Koophandel.

10.3

CONCLUSIES

Het belang van grensoverschrijdende samenwerking wordt breed gedragen. Dit geldt met name voor grenskamers die met aangrenzende buitenlandse regio’s een

economisch samenhangend gebied vormen. De huidige Wet op de Kamers van Koophandel biedt voldoende ruimte om samenwerking op projectbasis invulling te geven.

Structuurwijzigingen en wetsaanpassingen zijn niet nodig om verder vorm en inhoud te geven aan grensoverschrijdende samenwerking.

Andere vormen van grensoverschrijdende samenwerking, zoals handelsmissies en jumelages, worden door ondernemers en benoemende partijen niet tot de taken van de Kamers gerekend.

In document Kamers van Koophandel (pagina 82-86)