• No results found

Financieel onderzoek

Met mensenhandel kan geld worden verdiend. Omdat geldelijk gewin cen-traal staat, ligt het voor de hand dat opsporingsteams aandacht besteden aan het in kaart brengen van geldstromen en de besteding van criminele gelden. In de Aanwijzing Mensenhandel (2008) staat hierover: ‘Financieel recherche-ren en ontnemingsonderzoeken behorecherche-ren daarom deel uit te maken van een opsporingsonderzoek naar mensenhandel. Financieel rechtsherstel kan plaatsvinden door ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, geldboetes, verbeurdverklaring van door misdrijf verkregen goederen of geld-bedragen en de vordering van de benadeelde partij.’

Bovendien kan financieel rechercheren (extra) bewijs opleveren en nader inzicht in criminele organisaties en betrokken verdachten, inclusief faciliteer-ders (Verrest & Buruma, 2006). Ook kan financiële informatie bijdragen aan het verkrijgen van schadevergoeding voor slachtoffers (BNRM, 2007, p. 151). Vanuit de visie dat misdaad niet mag lonen, beschouwt het Openbaar Minis-terie het als belangrijk doel om naast de vervolging van verdachten het door misdaad verkregen vermogen af te pakken. Bovendien wordt hiermee voor-komen dat crimineel geld wordt gebruikt voor de financiering van nieuwe criminele activiteiten. Welke rol speelt het financiële onderzoek in de opspo-ringsonderzoeken en wat leveren deze financiële analyses op?

In bijna alle opsporingsonderzoeken is financieel onderzoek gedaan in de zin dat een analyse is gemaakt van informatie over geldzaken van slachtoffers en verdachten. Alleen in de twee ‘kleinste’ onderzoeken is hier nauwelijks aan-dacht aan besteed.

Expertise

Financieel rechercheren kan gebeuren door tactisch rechercheurs of door financieel rechercheurs. Financieel rechercheurs hebben zich gespeciali-seerd in de financiële aspecten van de opsporing. We zien ook dat recher-cheurs advies vragen bij collega’s van de Financiële Recherche. In een aantal opsporingsonderzoeken maken financieel rechercheurs deel uit van het opsporingsteam. Daarnaast is in enkele onderzoeken expertise gevraagd van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM). BOOM kan expertise leveren bij grote ontnemingszaken.

Financieel rechercheren

Aan de ene kant wordt door financieel rechercheren binnen het opsporings-onderzoek bewijs verzameld voor het delict mensenhandel. Om vast te stel-len hoeveel er wordt verdiend, kijkt men naar informatie over de verdiensten van de slachtoffers, de werktijden, wie voor wie werkt, de periode waarin gewerkt wordt, et cetera. Verder kan informatie over geldstromen tussen slachtoffers en verdachten, slachtoffers die veel werken en geen geld hebben, en bijvoorbeeld verdachten die niet werken en veel geld hebben, een bijdrage leveren aan de bewijsvoering voor uitbuiting.

Aan de andere kant wordt door financieel rechercheren in een afzonderlijk opsporingsonderzoek vastgesteld wat er is verdiend en wat er met het geld is gedaan, zodat het geld of de bestedingen kunnen worden ontnomen. Dit gebeurt meestal binnen een strafrechtelijk financieel onderzoek, een sfo. Een strafrechtelijk financieel onderzoek is gericht op de bepaling van het door de verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel, met het oog op de ontneming daarvan (art. 126 Sv). Wanneer men verwacht dat het wederrechtelijk verkre-gen voordeel tenminste € 12.000 bedraagt, kan een strafrechtelijk financieel onderzoek worden ingesteld. Hiervoor is een machtiging (toestemming) van de rechter-commissaris nodig. Bij een strafrechtelijk financieel onderzoek gaat het enerzijds om het berekenen van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Anderzijds gaat het om het traceren van het vermogen. Zowel met als zonder een strafrechtelijk financieel onderzoek kan in mensen-handelonderzoeken worden overgegaan tot ontneming. Wanneer een team toestemming heeft voor een strafrechtelijk financieel onderzoek, biedt dit meer bevoegdheden voor het verkrijgen van financiële gegevens en het leg-gen van conservatoir beslag.

Doordat een strafrechtelijk financieel onderzoek afzonderlijk van het regu-liere opsporingsonderzoek wordt uitgevoerd en vaak apart voor de rechtbank komt, is door ons onderzoek (bestudering van de dossiers van de reguliere opsporingsonderzoeken) niet altijd zicht gekregen op dit type financieel onderzoek. De informatie die in de dossiers is aangetroffen over financieel onderzoek heeft dan ook grotendeels betrekking op financieel rechercheren binnen het opsporingsonderzoek. De financiële analyses in de onderzoeken

bestaan uit verschillende onderzoekshandelingen waarbij men steeds alert is op informatie over geld, geldstromen, goederen en diensten.

Waar komt de financiële informatie vandaan en hoe wordt deze verkregen? In de eerste plaats wordt financiële informatie verzameld uit verhoren, afge-luisterde telefoongesprekken en observaties. Op basis van verhoren wordt bijvoorbeeld een beeld verkregen van de totale verdiensten van de slachtof-fers. Vrouwen kunnen vertellen hoeveel ze verdienen, wat ze aan kamerhuur betalen, hoe lang en hoe vaak ze werken en wat er met het geld is gebeurd. De verdachten kan worden gevraagd naar hun werk en inkomsten, de her-komst van hun bezittingen en levensstijl. Een verdachte vertelt bijvoorbeeld dat hij voor een uitzendbureau werkt, maar hij kan niet vertellen voor welke bedrijven hij dan heeft gewerkt. Later blijkt dat hij via het uitzendbureau slechts een fictief inkomen realiseert. Ook afgeluisterde telefoongesprekken geven, zoals in de vorige paragraaf al naar voren kwam, een beeld van ver-diensten (bedragen). Daarnaast kan informatie over geld dat door verdachten bij slachtoffers wordt opgehaald, en het gebrek aan geld bij slachtoffers inzicht geven in geldstromen tussen verdachten en slachtoffers. Verder kun-nen observaties (in combinatie met afgeluisterde gesprekken) een beeld geven van de levensstijl van de verdachten. Het opsporingsteam in één van de onderzoeken bijvoorbeeld weet dat de verdachte geen geregistreerd arbeidsverleden heeft. Uit observaties blijkt dat hij een ‘big spender’ is: hij gaat bijna dagelijks uit eten, rijdt rond in een dure cabriolet, verblijft in hotels en laat zijn auto regelmatig een nacht in de parkeergarage staan in hartje Amsterdam. Bij een controle heeft hij bovendien een grote hoeveelheid cash geld bij zich.

Een ander voorbeeld waaruit blijkt dat financiële informatie kan worden ver-kregen door het combineren van observatie en het tegelijkertijd afluisteren van telefoons is het volgende: in één onderzoek zijn er aanwijzingen dat op een vast tijdstip protectiegeld wordt opgehaald bij slachtoffers. Door obser-vatie kan worden vastgesteld dat dit inderdaad gebeurt en uit de telefoonge-sprekken blijkt om hoeveel geld het gaat en wie de bodyguards opdracht geeft om dit te doen. Hieruit blijkt dat slachtoffers € 150 per week moeten betalen voor protectie door de bodyguards.

In de tweede plaats leveren doorzoekingen informatie op voor het maken van een financiële analyse. In nagenoeg alle opsporingsonderzoeken zijn door-zoekingen gedaan. Zo wordt tijdens de doorzoeking van de woning van een slachtoffer een soort kasboekje aangetroffen. Hierin heeft het slachtoffer al haar verdiensten bijgehouden. Uit het boekje is op te maken dat ze in een periode van ruim zes maanden zo’n € 40.000 heeft verdiend. Bij andere huis-zoekingen worden mobiele telefoons, computers, sieraden, cash geld, dure geluids- en televisieapparatuur en luxe personenauto’s aangetroffen. Uit doorzoekingen kan doorgaans ook worden opgemaakt wie er op het

betref-fende adres wonen en onder welke omstandigheden. De ene keer worden luxe spullen aangetroffen en in andere onderzoeken treft men sobere leefom-standigheden aan.

In de derde plaats wordt voor een financiële analyse informatie opgevraagd bij andere instanties. Het gaat dan om instanties als FIU (voorheen MOT en BLOM), de Belastingdienst, het UWV, banken, en buitenlandse autoriteiten. Bij het FIU kunnen (ongebruikelijke/verdachte) transacties worden opge-vraagd. In één van de onderzoeken bijvoorbeeld, heeft de verdachte een cash storting gedaan van € 60.000. Vaak wordt echter weinig gevonden als men zoekt naar transacties op naam van de verdachten. Daarom wordt bij men-senhandel ook gekeken naar transacties van slachtoffers. Slachtoffers worden namelijk ook wel ingezet om transacties te verrichten voor de verdachten. In één onderzoek komt op basis van de opgevraagde transacties een persoon in beeld die de verdachten faciliteert door geld voor hen over te maken via een money transfer-kantoor.

De Belastingdienst kan gegevens verstrekken over inkomen en bezit. Hier-mee kan onderzocht worden of de uitgaven en verworven bezittingen verant-woord kunnen worden aan de hand van legale inkomsten van de verdachten. Bij het UWV wordt nagegaan of de verdachte een uitkering ontvangt. Eén van de verdachten ontvangt een bijstandsuitkering, hij gebruikt zeven telefoons en heeft soms 200 gesprekken per dag.

Bij buitenlandse autoriteiten wordt door middel van rechtshulpverzoeken informatie opgevraagd omtrent de verdachten. Het gaat dan om informatie over bezittingen en banktegoeden. Hebben de verdachten bijvoorbeeld hui-zen of bedrijven op hun naam staan, of hebben ze een bankrekening in het buitenland en hoeveel geld staat daar op? De informatie die met boven-staande methoden verzameld wordt, kan, zoals gezegd, gebruikt worden voor de bewijsvoering ten aanzien van het delict mensenhandel. Daarnaast kan het gebruikt worden om witwassen aan te tonen en om het verdiende geld te ontnemen.

Ondanks dat veel onduidelijk blijft over waar het verdiende geld is gebleven, zijn in meer dan de helft van de onderzoeken aanwijzingen gevonden dat verdachten het met mensenhandel verdiende geld wegsluizen naar het bui-tenland. Dit gebeurt onder meer via money transfers en rekeningen van fami-lieleden, daarnaast wordt ook cash geld naar het buitenland gebracht. Soms spelen familieleden een rol bij het wegsluizen, daarnaast zien we dat het geld wordt besteed aan spullen of huizen voor familieleden. In een aantal onder-zoeken is geprobeerd om het geld dat in het buitenland is ondergebracht of is geïnvesteerd te ontnemen. Het geld dat wordt ontnomen komt vaak toe aan het land waar het is geïnvesteerd of weggezet, wat voor buitenlandse autori-teiten een motivatie kan zijn om de samenwerking aan te gaan bij het vast-stellen en ontnemen van crimineel vermogen.

In een aantal onderzoeken waarin om financiële informatie is verzocht bij buitenlandse autoriteiten zijn justitie- en politiefunctionarissen naar Turkije en Hongarije gereisd om internationale samenwerking tot stand te brengen. In het ene onderzoek heeft het tot ontneming van een huis en andere bezit-tingen geleid en in het andere loopt de procedure nog.

Een teamleider die naar het buitenland is afgereisd, geeft aan dat zijn aanwe-zigheid (en die van zijn collega) zorgde dat een aantal zaken beter verliepen. Zo kunnen ze door aanwezig te zijn bij de huiszoeking en de verhoren meteen inspelen op de bevindingen die gedurende deze opsporingshande-lingen gedaan worden. Om die nieuwe informatie uit te wisselen worden ter plekke nieuwe rechtshulpverzoeken opgesteld, zodat de informatie snel kan worden uitgewisseld.

In een aantal onderzoeken blijft van het grootste gedeelte van het veronder-stelde vergaarde geld onduidelijk waar het is gebleven of hoe het is besteed. Wederom dient hierbij vermeld te worden dat we een deel van de uitkomsten van financieel onderzoek niet hebben bestudeerd omdat ze afzonderlijk van het opsporingsonderzoek zijn verricht. Voor vijf verdachten(groepen) is wel bekend wat het wederrechterlijk verkregen vermogen is. Het gaat om de vol-gende bedragen: € 100.000; € 265.145; € 18.000.000; € 25.000 en € 1.900.000.