• No results found

Figuur 1 Toepassingsgebied Mariene Strategie in het Nederlandse deel van de Noordzee

De internationale oriëntatie van de Mariene Strategie brengt met zich mee dat bij de monitoring de grotere Noordzeeregio en andere aangrenzende wateren mede in ogenschouw worden genomen. Waar nodig en mogelijk wordt afgestemd en samengewerkt.

1.6 Inhoudelijke afbakening

monitoring van de in de Mariene Strategie Deel 1 vastgestelde indicatoren, die behoren bij milieudoelen voor de elf descriptoren van de KRM om de goede milieutoestand in 2020 te bereiken of te behouden, conform artikel 11 van de KRM. Daarnaast worden andere kenmerken en belastende en beïnvloedende factoren meegenomen in de monitoring, aansluitend bij de indicatieve lijst in bijlage III van de richtlijn. Ook is het

monitoringprogramma getoetst aan de in bijlage V van de richtlijn opgenomen bepalingen ten aanzien van monitoring.

In Mariene Strategie Deel 1 is ervoor gekozen om het KRM-monitoringprogramma volledig te laten aansluiten bij de bestaande monitoring voor internationale verplichtingen zoals KRW, Vogel- en Habitatrichtlijnen en GVB. Hierdoor, en door maximaal in te zetten op zoveel mogelijk regionale coördinatie van de monitoring in OSPAR-verband, streeft Nederland een zo hoog mogelijke consistentie na in de mariene regio van de Noordzee. Op deze wijze tracht ons land zo goed mogelijk invulling te geven aan art. 11.1 en 2 van de KRM, maar vooral ook zo pragmatisch, efficiënt en zinvol mogelijk te werken aan de monitoring van de Noordzee.

Het KRM-monitoringprogramma vervangt niet bestaande monitoring voor andere nationale en internationale verplichtingen, noch stelt deze bestaande monitoring ter discussie. Het programma probeert hier juist zoveel mogelijk gebruik van te maken, en vult aan of modificeert alleen daar waar nodig is om alle vastgestelde indicatoren van de Mariene Strategie van monitoring te voorzien. In de context van het KRM-monitoringprogramma leveren de bestaande monitoringprogramma’s (OSPAR, VR en HR, GVB, KRW) een

onmisbare aanvullende bijdrage voor de beoordeling van de milieutoestand in de vorm van ondersteunende parameters uit bijlage III van de richtlijn.

1.7 Totstandkoming van KRM-monitoringprogramma

Het Ontwerp KRM-monitoringprogramma is tot stand gebracht door een team van experts uit de monitoringpraktijk van de ministeries van IenM, EZ en Defensie. Het team heeft de laatste inzichten ingewonnen bij kennisinstituten, adviesbureaus en andere organisaties met specifieke expertise. De basis werd gevormd door de meetnetten die nationaal en in OSPAR- en ICES-verband zijn ontwikkeld voor nationaal beleid en internationale verplichtingen. Nederland heeft daarnaast het initiatief genomen voor een workshop in OSPAR-verband om de laatste inzichten op het gebied van het opzetten van

monitoringprogramma’s tussen de landen te delen. Ook heeft Nederland door deelname aan het opzetten van een EU-monitoring guidance bijgedragen aan het bevorderen van internationale coherentie in de aanpak van monitoring.

Extra inspanning is verricht voor het opzetten van benthos-, vogel en

zeezoogdierenmonitoring voor de uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Omdat de Mariene Strategie gebruikmaakt van dezelfde indicatoren, werd hiermee tegelijkertijd voorzien in een belangrijke behoefte van het KRM-monitoringprogramma. De expertise van het Centraal Bureau voor de Statistiek is ingeschakeld om alle analyses voor het KRM- monitoringprogramma te toetsen.

Een groep van NGO’s en direct belanghebbende vertegenwoordigers van gebruikers van de Noordzee hebben meegedacht en meegelezen bij de totstandkoming van het Ontwerp KRM-monitoringprogramma. Het ontwerp is vervolgens behandeld in het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu, alvorens het werd vastgesteld door de ministerraad. Conform de procedure die de Waterwet voorschrijft, ligt de samenvatting van het Ontwerp KRM- monitoringprogramma van 7 maart tot en met 17 april 2014 voor het publiek ter inzage. De resultaten van de terinzagelegging worden opgenomen in een Nota van Antwoord. Daarna zal het kabinet het definitieve KRM-monitoringprogramma, inclusief de Nota van

Antwoord, vaststellen. Uiterlijk 15 oktober 2014 wordt over het KRM- monitoringprogramma gerapporteerd aan de Europese Commissie.

1.8 Leeswijzer

Het KRM-monitoringprogramma bestaat uit twee delen: Mariene Strategie Deel 2A beschrijft de organisatie van de monitoring, Mariene Strategie Deel 2B is het monitoringplan. De twee delen worden vooraf gegaan door een algemene inleiding in Hoofdstuk 1.

Mariene Strategie Deel 2A: Organisatie van de KRM-monitoring Deel 2A gaat in op de organisatiestructuur voor het uitvoeren van het KRM-

monitoringprogramma aan de hand van de monitoringcyclus. Hoofdstuk 2 gaat over de werking van de monitoringcyclus. Hoofdstuk 3 behandelt het beginpunt van de monitoringcyclus: het vaststellen van de informatiebehoefte bij beleidmakers en bestuurders. Deze informatievraag valt grotendeels samen met de informatiebehoefte binnen bestaande kaders zoals de Kaderrichtlijn Water, de Vogel- en Habitatrichtlijn, Natura 2000 en het Data Collection Framework van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Hoofdstuk 4 gaat in op de beschrijving van hoe van de informatiebehoefte te komen tot een concreet meetplan. Hoofdstuk 5 handelt over de feitelijke inwinning van gegevens. Hoe dit zo te organiseren dat doelmatig en efficiënt gebruik wordt gemaakt van de beschikbare middelen, terwijl aan alle eisen wordt voldaan? Hoofdstuk 6 gaat in op het ontsluiten van meetgegevens en de verwerking ervan tot bruikbare en betrouwbare informatie. Hoofdstuk 7 beschrijft de rapportage. Deze kent twee niveaus: a) de interne terugkoppeling naar de eigen nationale beleidskaders en b) de verplichte periodieke rapportage aan de EU-Commissie. Hoofdstuk 8 beschrijft de borging van de informatiezekerheid in de monitoringcyclus en het governance-aspect, de

bestuurlijk/organisatorische context waarbinnen het monitoringprogramma gestalte krijgt.

Mariene Strategie Deel 2B: Het KRM-monitoringplan 2014

In het monitoringplan (hoofdstuk 9) is per descriptor van de KRM het werkelijk meten van indicatoren in mariene milieuparameters anno 2014 vastgelegd. Het KRM-monitoringplan geeft per indicator in detail weer: de informatiebehoefte, de informatiestrategie, de functionele meeteisen, de monitoringstrategie en het uiteindelijke meetplan.

Het KRM-monitoringplan zal jaarlijks worden geactualiseerd aan de hand van de laatste (internationale) ontwikkelingen en inzichten op het gebied van indicatoren en

meetmethoden. De actualisaties worden digitaal gepubliceerd op de website van het Informatiehuis Marien (www.informatiehuismarien.nl).