• No results found

stroomgebied van de Grote Nete

5 Evaluatie van de habitatgeschiktheid voor het herstel van kopvoorn-, serpeling-, kwabaal- en

5.4 Evaluatie van de habitatgeschiktheid voor serpeling

5.4.1 Abeek

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor serpeling (Tabel 83). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de procentuele zuurstofverzadiging steeds groter dan 65% (bron gegevens: VMM).

Tabel 83. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2

aantal keer grenswaarde overschreden

Bree, Bocholterkiezelstr. 84.6 92,3 5,7 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 84 blijkt dat het geëvalueerde traject matig geschikt is voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. In de meeste deeltrajecten liggen de verwachte aantallen wel vrij hoog, dicht bij de bovengrens van de beoordelingsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject goed geschikt.

Tabel 84. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Abeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

autoweg N73 0-100m 3 9

100-200m 3 10

200-300m 5 8

300-400m 5 9

126 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Paaihabitat

In het geëvalueerde traject is één geschikte paaiplaats aanwezig, net stroomafwaarts van autoweg N73 (Tabel 85).

Tabel 85. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Abeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

autoweg N73 15 3,5 - 4 90,3 43,4 20,0 11,3 stenen

Bespreking

Er zijn geen elementen aanwezig die een herintroductie van serpeling kunnen ontmoedigen. In het centrale deel van de waterloop ligt de stroomsnelheid soms iets te hoog voor 0+ serpelingen, maar de verwachte aantallen waren nog vrij hoog.

Aanbevelingen

De herintroductie van serpeling in het geëvalueerde traject kan zeker overwogen worden. Gezien de uitstekende waterkwaliteit, het geschikte habitat voor 1+ en oudere serpelingen en de aanwezigheid van een paaiplaats, zijn geen speciale ingrepen nodig. Eventueel kan op enkele locaties groot dood hout ingebracht worden, om een iets grotere variatie aan stroomsnelheden tot stand te brengen. Op die manier ontstaan mogelijk nog enkele nieuwe locaties waar 0+ serpelingen zich kunnen handhaven.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

127

5.4.2 Demer

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is niet geschikt voor serpeling (Tabel 86). Ter hoogte van het geëvalueerde

traject werd de grenswaarde voor procentuele zuurstofverzadiging (% O2 < 65%) één keer

nipt overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 86. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaarde aantal keer

overschreden

Diepenbeek, Beverstr. 63,5 79,1 10,9 1

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 87 blijkt dat het geëvalueerde traject overwegend matig geschikt is voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. In de meeste deeltrajecten liggen de verwachte aantallen wel vrij hoog, dicht bij de bovengrens van de beoordelingsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject goed geschikt.

Tabel 87. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Demer. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Diepenbeek 0-100m 4 4

100-200m 4 11

200-300m 3 16

300-400m 3 12

128 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Paaihabitat

In de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject zijn twee geschikte paaiplaatsen aanwezig (Tabel 88).

Tabel 88. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Demer. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Diepenbeek 7 4 51,4 32,0 38,8 7,2 stenen

6 4 70,3 33,7 35,9 19,0 stenen

Bespreking

De nog iets te grote variatie van de procentuele zuurstofverzadiging vormt de enige beperking voor serpeling in de Demer. De matige geschiktheid voor 0+ serpelingen is voornamelijk een gevolg van de vaak iets te lage stroomsnelheid langs de oevers.

Aanbevelingen

De herintroductie van serpeling in het geëvalueerde traject valt te overwegen, mits er nog enige inspanningen geleverd worden om de waterkwaliteit te verbeteren. De grenswaarde werd één keer slechts zeer nipt overschreden. Ondanks de vaststelling dat het aanwezige habitat slechts matig geschikt is voor 0+ serpelingen, lijken er geen speciale ingrepen noodzakelijk, omdat de verwachte aantallen vrij hoog liggen. Eventueel kan op enkele locaties groot dood hout ingebracht worden, om een iets grotere variatie aan stroomsnelheden tot stand te brengen. Op die manier ontstaan mogelijk nog enkele nieuwe locaties waar 0+ serpelingen zich kunnen handhaven.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

129

5.4.3 Velpe

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is niet geschikt voor serpeling (Tabel 89). Ter hoogte van het geëvalueerde

traject werd de grenswaarde voor procentuele zuurstofverzadiging (% O2 < 65%) 12 keer

overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 89. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaarde aantal keer

overschreden

Kersbeek-Miskom 40,9 52,8 6,7 12

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Het geëvalueerde traject is overwegend goed geschikt voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject matig matig geschikt, maar de verwachte aantallen liggen meestal nog vrij hoog, dicht bij de bovengrens van de beoordelingsklasse (Tabel 90).

Tabel 90. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Velpe. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Halen 0-100m 7 3

100-200m 11 3

200-300m 11 4

300-400m 6 4

130 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Paaihabitat

Er zijn geen geschikte paaiplaatsen aanwezig in de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject (Tabel 91).

Tabel 91. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Velpe. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Halen 0 0 - - - - -

Bespreking

De slechte waterkwaliteit en het ontbreken van paaiplaatsen maken de Velpe ongeschikt voor serpeling. Het aanwezige habitat vereist weinig aanpassingen, maar voor 1+ en oudere serpelingen ligt de stroomsnelheid doorgaans iets te laag.

Aanbevelingen

Een herintroductie van serpeling valt voorlopig af te raden, wegens de slechte waterkwaliteit en het ontbreken van potentiële paaiplaatsen in de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject. Het loont echter de moeite om inspanningen te leveren om de waterkwaliteit te verbeteren. Aangezien de verwachte aantallen serpelingen vrij hoog liggen, zijn namelijk nog maar weinig maatregelen nodig om het habitat te verbeteren. Eventueel kan op enkele locaties groot dood hout ingebracht worden, om een iets grotere variatie aan stroomsnelheden tot stand te brengen. Paaiplaatsen kunnen aangelegd worden door het inbrengen van stenen. Het substraat in de Velpe bestaat voornamelijk uit zand. Daarom moet erop gelet worden dat er voldoende dynamiek aanwezig is, zodat de ingebrachte stenen niet bedekt raken onder een laag sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek tot stand brengen om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

131

5.4.4 Herk

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor serpeling (Tabel 92). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de procentuele zuurstofverzadiging steeds groter dan 65% (bron gegevens: VMM).

Tabel 92. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaarde aantal keer

overschreden

Hoepertingen 76,1 88,6 6,1 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 93 blijkt dat het geëvalueerde traject overwegend matig geschikt is voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. De verwachte aantallen liggen wel vrij hoog, dicht bij de bovengrens van de beoordelingsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject goed geschikt.

Tabel 93. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Herk. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Mettekoven 0-100m 5 20

100-200m 5 14

200-300m 4 9

300-400m 5 8

132 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Paaihabitat

Er zijn geen geschikte paaiplaatsen aanwezig in de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject (Tabel 94).

Tabel 94. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Herk. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Mettekoven 0 0 - - - - -

Bespreking

Het ontbreken van een geschikte paaiplaats vormt de enige beperking voor serpeling in het geëvalueerde traject.

Aanbevelingen

De herintroductie van serpeling in het geëvalueerde traject kan overwogen worden. Aangezien de verwachte aantallen ook voor 0+ serpelingen vrij hoog liggen, zijn geen ingrepen nodig om het habitat te verbeteren. Er dient wel rekening mee gehouden te worden dat er geen geschikte paaiplaatsen aanwezig zijn. Eventueel kunnen één of meerdere paaiplaatsen aangelegd worden door het inbrengen van stenen. Het substraat bestaat voornamelijk uit klei. Daarom moet erop gelet worden dat er voldoende dynamiek aanwezig is, zodat de ingebrachte stenen niet bedekt raken onder een laag sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek tot stand brengen om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben. Het valt aan te raden om het migratieknelpunt net stroomopwaarts van het geëvalueerde traject overbrugbaar te maken. Op die manier wordt mogelijk bijkomend geschikt habitat bereikbaar.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

133

5.4.5 Prinsenloop

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor serpeling (Tabel 95). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de procentuele zuurstofverzadiging steeds groter dan 65% (bron gegevens: VMM).

Tabel 95. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaarde aantal keer

overschreden

Achel, Kluizerdijk 79,8 87,6 4,5 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 96 blijkt dat het geëvalueerde traject matig tot goed geschikt is voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject overwegend matig geschikt.

Tabel 96. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Prinsenloop. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Achel 0-100m 12 1

100-200m 10 0

200-300m 5 4

300-400m 10 5

134 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Paaihabitat

Er zijn geen geschikte paaiplaatsen aanwezig in de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject (Tabel 97).

Tabel 97. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Prinsenloop. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Achel 0 0 - - - - -

Bespreking

De waterkwaliteit en het habitat voor 0+ serpelingen voldoen aan de vereisten. Voor 1+ en oudere serpelingen liggen de verwachte aantallen in sommige echter erg laag. De stroomsnelheid is meestal iets te laag voor adulte serpelingen en de waterdiepte vaak te gering. Er zijn ook te weinig holle oevers aanwezig. Het niet optimale habitat voor adulte serpelingen en het ontbreken van geschikte paaiplaatsen maken het geëvalueerde traject voorlopig ongeschikt.

Aanbevelingen

Ondanks de goede waterkwaliteit en het geschikte habitat voor 0+ serpelingen, valt een herintroductie voorlopig af te raden. In sommige deeltrajecten liggen de verwachte aantallen 1+ en oudere serpelingen nog te laag en bovendien ontbreken geschikte paaiplaatsen in de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject. Het loont de moeite om inspanningen te leveren om het habitat te verbeteren voor adulte serpelingen. Eventueel kan op enkele locaties groot dood hout ingebracht worden, om een iets grotere variatie aan stroomsnelheden en waterdiepten tot stand te brengen. Paaiplaatsen kunnen aangelegd worden door het inbrengen van stenen. Het substraat in de Prinsenloop bestaat voornamelijk uit zand en slib. Daarom moet erop gelet worden dat er voldoende dynamiek aanwezig is, zodat de ingebrachte stenen niet bedekt raken onder een laag sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek doen ontstaan om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

135

5.4.6 Molenbeek-Bollaak

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is niet geschikt voor serpeling (Tabel 98). Ter hoogte van de geëvalueerde

trajecten werd de grenswaarde voor procentuele zuurstofverzadiging (% O2 < 65%) drie tot

vijf keer overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 98. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaarde aantal keer

overschreden

Galgevoortse brug 58,3 67,2 7,0 5

Pulsebaan 53,4 71,1 9,5 3

Viersel 46,4 69,7 11,7 5

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 99 blijkt dat de geëvalueerde trajecten matig tot goed geschikt zijn voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject net stroomopwaarts van de Pulsebaan goed geschikt en de overige trajecten overwegend matig geschikt. In de matig geschikte trajecten liggen de verwachte aantallen meestal nog vrij hoog.

136 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Tabel 99. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Molenbeek-Bollaak. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Galgevoortse 50-100m 6 1 brug 150-200m 10 5 250-300m 5 5 350-400m 4 4 450-500m 4 5 Pulsebaan 50-100m 7 7 150-200m 6 6 250-300m 7 9 350-400m 5 8 450-500m 6 6 gemeentelijke 50-100m 5 6 visvijver 150-200m 6 5 250-300m 4 5 350-400m 10 5 450-500m 11 5 visput Bergen 50-100m 11 4 150-200m 4 6 250-300m 10 5 350-400m 6 3 450-500m 7 4 Paaihabitat

Ter hoogte van de geëvalueerde trajecten werden geen geschikte paaiplaatsen aangetroffen (Tabel 100).

Tabel 100. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in de geëvalueerde trajecten in de Molenbeek-Bollaak. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Galgevoortse b. 0 0 - - - - -

Pulsebaan 0 0 - - - - -

gem.visvijver 0 0 - - - - -

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

137 Bespreking

De ontoereikende waterkwaliteit en het ontbreken van geschikte paaiplaatsen maken de Molenbeek-Bollaak ongeschikt voor serpeling, ondanks de aanwezigheid van potentieel geschikt habitat ten noorden en ten zuiden van het Albertkanaal. In de trajecten die matig geschikt zijn voor adulte serpelingen ligt de stroomsnelheid doorgaans iets te laag en is de waterdiepte te gering. Met name ten zuiden van het Albertkanaal zijn er ook nog te weinig holle oevers aanwezig.

Aanbevelingen

De Molenbeek-Bollaak is voorlopig niet geschikt voor de herintroductie van serpeling, omdat de grenswaarde voor procentuele zuurstofverzadiging nog meermaals overschreden wordt. Bovendien zijn er geen geschikte paaiplaatsen aanwezig. Het loont echter de moeite om, in afwachting van een verbeterde waterkwaliteit, enkele paaiplaatsen aan te leggen door het inbrengen van stenen. Het aanwezige habitat is namelijk al voldoende geschikt voor serpeling. Eventueel kan het habitat voor 1+ en oudere serpelingen nog iets verbeterd worden door het inbrengen van groot dood hout, zodat een grotere variatie aan stroomsnelheden en waterdiepten ontstaat en de oevers meer onderspoeld raken. Bij het inbrengen van stenen om paaiplaatsen te creëren, moet erop gelet worden dat deze niet bedekt raken met fijn sediment. Het substraat in de Molenbeek-Bollaak bestaat namelijk meestal uit zand en slib. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek doen ontstaan om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben. Er dient nog opgemerkt te worden dat ten noorden van het Albertkanaal verschillende barrières aanwezig zijn die de migratiemogelijkheden tussen verschillende trajecten belemmeren. Het verwijderen of overbrugbaar maken van deze knelpunten valt daarom aan te raden.

138 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.4.7 Laan

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor serpeling (Tabel 101). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de procentuele zuurstofverzadiging steeds groter dan 65% (bron gegevens: VMM).

Tabel 101. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaarde aantal keer

overschreden

Sint-Agatha-Rode 78,9 88,5 5,4 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 102 blijkt dat het geëvalueerde traject matig geschikt is voor serpelingen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. Voor 1+ en oudere serpelingen is het traject goed geschikt.

Tabel 102. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Laan. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Terlanen 0-100m 3 16

100-200m 3 15

200-300m 2 19

300-400m 2 21

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

139 Paaihabitat

In het geëvalueerde traject is één matig geschikte paaiplaats aanwezig (Tabel 103).

Tabel 103. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Laan. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Terlanen 20 5 83,5 61,1 53,5 33,7 stenen

Bespreking

Hoewel de waterkwaliteit goed is en het aanwezige habitat zeer geschikt is voor 1+ en oudere serpelingen, worden slechts lage aantallen 0+ serpelingen verwacht. Dit is voornamelijk een gevolg van de doorgaans iets te grote diepte en stroomsnelheid in het midden van de waterloop. De paaiplaats wordt als matig geschikt beschouwd door de iets te grote waterdiepte.

Aanbevelingen

Het geëvalueerde traject in de Laan is geschikt voor de herintroductie van serpeling, mits enige maatregelen genomen worden ter verbetering van het habitat voor individuen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. Mogelijk kunnen enkele luwe plaatsen met geschikte waterdiepte ontstaan door het inbrengen van groot dood hout. Daarnaast kan het verzekeren van vrije migratie naar verder stroomopwaarts gelegen delen van de Laan mogelijk zorgen voor toegang tot meer geschikte habitats voor 0+ serpelingen. In oktober 2008 werd gestart met de aanleg van een nevengeul ter hoogte van de molen van Terlanen, die stroomopwaartse migratie moet toelaten. Het einde van de werken is gepland in het voorjaar van 2009. De aanwezige paaiplaats wordt als matig geschikt beschouwd doordat het water er gemiddeld iets te diep is. Gezien de lengte zijn er wellicht wel enkele plaatsen aanwezig met ideale diepte, zodat bijkomende ingrepen voorlopig niet noodzakelijk zijn. Eventueel kunnen er één of meerdere extra paaiplaatsen aangelegd worden door het inbrengen van stenen.

140 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.4.8 Molenbeek

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor serpeling (Tabel 104). Ter hoogte van de geëvalueerde trajecten was de procentuele zuurstofverzadiging steeds groter dan 65% (bron gegevens: VMM).

Tabel 104. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De