• No results found

stroomgebied van de Grote Nete

5 Evaluatie van de habitatgeschiktheid voor het herstel van kopvoorn-, serpeling-, kwabaal- en

5.3 Evaluatie van de habitatgeschiktheid voor kopvoorn

5.3.1 Abeek

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor de herintroductie van kopvoorn (Tabel 44). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de CI steeds kleiner dan 7 (bron gegevens: VMM).

Tabel 44. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaarde aantal keer

overschreden

Bree, Bocholterkiezelstr. 4 3,4 0,5 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 45 blijkt dat het geëvalueerde traject matig geschikt is voor alle leeftijdsklassen. Voor 1+ en oudere kopvoorns liggen de verwachte aantallen iets hoger dan voor individuen behorende tot de 0+ leeftijdsklasse.

Tabel 45. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Abeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns autoweg N73 50-100m 3 5 150-200m 1 5 250-300m 3 4 350-400m 4 5 450-500m 3 4

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

99 Paaihabitat

In het geëvalueerde traject is één geschikte paaiplaats aanwezig, net stroomafwaarts van autoweg N73 (Tabel 46).

Tabel 46. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Abeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

autoweg N73 15 3,5 - 4 90,3 43,4 20,0 11,3 stenen

Bespreking

Ondanks de uitstekende waterkwaliteit, is het geëvalueerde traject slechts matig geschikt voor kopvoorns. Voor de 0+ kopvoorns komt dit voornamelijk doordat de stroomsnelheid doorgaans iets te hoog ligt. Voor subadulte en adulte kopvoorns ligt de stroomsnelheid dan weer iets te laag en was de waterdiepte soms iets te gering. De geschikte paaiplaats net stroomafwaarts van de autoweg N73 vormt een waardevolle aanvulling van de paailocatie ter hoogte van Reppel (Dillen et al., 2005b).

Aanbevelingen

De herintroductie van kopvoorn in het geëvalueerde traject kan zeker overwogen worden, gezien de uitstekende waterkwaliteit en de aanwezigheid van geschikt paaihabitat. Ondanks het feit dat het traject als matig beoordeeld werd, liggen de verwachte aantallen 1+ en oudere kopvoorns vrij hoog. De geschiktheid voor 0+ kopvoorns is matig, maar door de talrijke aanwezigheid van debris zijn er wel enige luwten aanwezig waar juveniele individuen geschikt habitat vinden. Er dringen zich dus niet meteen bijkomende maatregelen op om het aanwezige habitat te verbeteren. De paaiplaats dient zeker beschermd te worden, aangezien de enige andere gekende paaiplaats zich een eind stroomafwaarts bevindt, ter hoogte van Reppel (Dillen et al., 2005b). Zoals reeds aanbevolen werd door Dillen et al. (2005b) kunnen eventueel nog één of meerdere kunstmatige paaiplaatsen aangebracht worden door het inbrengen van stenen. Het wegnemen van de migratiebarrières tussen het geëvalueerde traject en Reppel moet overwogen worden, om de bereikbaarheid van de paaiplaats ter hoogte van de N73 te garanderen. De aanleg van een omleidingsgracht kan een oplossing bieden om de stuw net stroomafwaarts van het geëvalueerde traject overbrugbaar te maken.

100 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.3.2 Demer

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is nog niet geschikt voor de herintroductie van kopvoorn (Tabel 47). Ter hoogte van het geëvalueerde traject werd de grenswaarde van de CI één keer overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 47. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaarde aantal keer

overschreden

Diepenbeek, Beverstr. 8 5,5 1,1 1

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 48 blijkt dat het aanwezige habitat uitstekend geschikt is voor 1+ en oudere kopvoorns, maar ongeschikt voor 0+ kopvoorns.

Tabel 48. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Demer. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Diepenbeek 50-100m 1 8 150-200m 0 13 250-300m 0 15 350-400m 0 11 450-500m 0 8

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

101 Paaihabitat

In de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject zijn twee geschikte paaiplaatsen aanwezig (Tabel 49).

Tabel 49. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Demer. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Diepenbeek 1 7 4 51,4 32,0 38,8 7,2 stenen

Diepenbeek 2 6 4 70,3 33,7 35,9 19,0 stenen

Bespreking

Er dienen nog bijkomende inspanningen geleverd te worden om de waterkwaliteit te verbeteren. Geschikt habitat voor 0+ kopvoorns is vrijwel afwezig, voornamelijk als gevolg van een iets te hoge stroomsnelheid.

Aanbevelingen

De herintroductie van kopvoorn in de Demer valt voorlopig af te raden, omdat er nog enige inspanningen nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. De aanwezigheid van twee geschikte paaiplaatsen en het uitstekende habitat voor 1+ en oudere kopvoorns beidt echter goede perspectieven. In afwachting van een verbeterde waterkwaliteit kunnen eventueel al enkele ingrepen gebeuren om het traject beter geschikt te maken voor 0+ kopvoorns, zoals het inbrengen van groot dood hout. Hierdoor kunnen mogelijk enkele plaatsen ontstaan met een lagere stroomsnelheid, waar jonge kopvoorns zich kunnen handhaven. Om het succes van toekomstige herintroducties te verzekeren, dient het aanwezige paaihabitat beschermd te worden.

102 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.3.3 Velpe

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is niet geschikt voor kopvoorn (Tabel 50). Ter hoogte van het geëvalueerde traject werd de grenswaarde van de CI tien keer overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 50. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaarde aantal keer

overschreden

Kersbeek-Miskom 10 8,5 1,0 10

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 51 blijkt dat het aanwezige habitat niet tot matig geschikt is voor kopvoorns behorende tot de 0+ leeftijdsklasse. Voor 1+ en oudere kopvoorns is het habitat matig geschikt. De verwachte aantallen zijn meestal laag.

Tabel 51. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Velpe. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Halen 50-100m 0 1 150-200m 2 1 250-300m 2 2 350-400m 0 3 450-500m 1 3

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

103 Paaihabitat

In de onmiddelijke omgeving van het geëvalueerde traject zijn geen geschikte paaiplaatsen aanwezig (Tabel 52).

Tabel 52. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Velpe. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Halen 0 0 - - - - -

Bespreking

De Velpe is niet geschikt voor kopvoorn, wegens een slechte waterkwaliteit, het ontbreken van paaiplaatsen en het ongeschikt tot matig geschikt habitat. Voor 0+ kopvoorns is de waterdiepte doorgaans iets te gering. Ook voor 1+ en oudere kopvoorns is het water meestal niet diep genoeg en ligt de stroomsnelheid te laag.

Aanbevelingen

Het introduceren van kopvoorn in de Velpe valt af te raden. Er zijn nog grote inspanningen nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. In afwachting van een verbeterde waterkwaliteit kunnen enkele ingrepen uitgevoerd worden die het aantal geschikte microhabitats voor juveniele en adulte kopvoorns doen toenemen. Door het inbrengen van groot dood hout kan mogelijk een grotere variatie aan stroomsnelheden verkregen worden, zodat meer ribbels, geulen en stroomkommen ontstaan. Er moet eveneens overwogen worden om kunstmatige paaiplaatsen aan te leggen, door het inbrengen van stenen. Gezien het overwegend zandige karakter van het substraat in de Velpe, moet ermee rekening gehouden worden dat aangebrachte stenen snel bedekt raken met sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing van de beek voldoende dynamiek tot stand brengen om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben.

104 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.3.4 Herk

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor kopvoorn (Tabel 53). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de CI steeds kleiner dan 7 (bron gegevens: VMM).

Tabel 53. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI

aantal keer grenswaarde overschreden

Hoepertingen 6 4,3 1,1 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 54 blijkt dat het habitat matig tot uitstekend geschikt is voor 0+ kopvoorns en uitstekend geschikt voor subadulte en adulte individuen.

Tabel 54. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Herk. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Mettekoven 50-100m 5 8 150-200m 6 8 250-300m 7 8 350-400m 4 7 450-500m 5 9

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

105 Paaihabitat

In de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject was geen geschikt paaihabitat aanwezig (Tabel 55).

Tabel 55. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Herk. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Mettekoven 0 0 - - - - -

Bespreking

Enkel het ontbreken van geschikte paaiplaatsen maakt de Herk voorlopig ongeschikt voor kopvoorn. De waterkwaliteit en het aanwezige habitat volstaan.

Aanbevelingen

De waterkwaliteit en het aanwezige habitat zijn geschikt voor kopvoorn. Alvorens echter kan overwogen worden om de soort te introduceren moet voldoende geschikt paaihabitat worden voorzien. Kunstmatige paaiplaatsen kunnen aangelegd worden door het inbrengen van stenen. Het substraat in de Herk bestaat voornamelijk uit klei, zodat er rekening mee moet gehouden worden dat aangebrachte stenen snel bedekt kunnen raken met sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek tot stand brengen om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben.

106 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.3.5 Prinsenloop

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor kopvoorn (Tabel 56). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de CI steeds kleiner dan 7 (bron gegevens: VMM).

Tabel 56. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI

aantal keer grenswaarde overschreden

Achel, Kluizerdijk 4 3,8 0,5 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 57 blijkt dat het habitat in de Prinsenloop ongeschikt is voor 0+ kopvoorns. Ook voor 1+ en oudere kopvoorns is het habitat overwegend ongeschikt. In de deeltrajecten die als matig beoordeeld werden, liggen de verwachte aantallen erg laag.

Tabel 57. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Prinsenloop. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Achel 50-100m 0 0 150-200m 0 0 250-300m 0 0 350-400m 0 1 450-500m 0 2

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

107 Paaihabitat

In de onmiddellijke omgeving van het geëvalueerde traject werden geen geschikte paaiplaatsen aangetroffen (Tabel 58).

Tabel 58. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Prinsenloop. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Achel 0 0 - - - - -

Bespreking

De waterkwaliteit voldoet uitstekend, maar het aanwezige habitat is ontoereikend. Het geëvalueerde traject is over de hele lengte te ondiep voor alle leeftijdsklassen. Bovendien ligt de stroomsnelheid te laag voor 1+ en oudere kopvoorns. Ook het ontbreken van paaihabitat maakt het traject ongeschikt voor kopvoorn.

Aanbevelingen

Ondanks de uitstekende waterkwaliteit, valt de herintroductie van kopvoorn voorlopig af te raden. Er zijn namelijk nog grote ingrepen nodig om het habitat beter geschikt te maken voor de verschillende leeftijdsklassen. De waterdiepte is te gering en voor 1+ en oudere kopvoorns moeten plaatsen met hogere stroomsnelheden gecreëerd worden. Mogelijk kan een grotere stroomdiversiteit ontstaan door het inbrengen van groot dood hout, zodat meer geulen, ribbels en stroomkommen gevormd worden. Kunstmatige paaiplaatsen kunnen aangelegd worden door het inbrengen van stenen. Het substraat in de Prinsenloop is echter rijk aan slib en zand, zodat aangebrachte stenen snel bedekt kunnen raken met sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek tot stand brengen om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben.

108 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be

5.3.6 Molenbeek-Bollaak

Waterkwaliteit

In de Molenbeek-Bollaak volstaat de waterkwaliteit enkel ten noorden van het Albertkanaal voor kopvoorn (meetpunten Galgevoortse brug en Pulsebaan). Ten zuiden van het Albertkanaal (meetpunt Viersel) is de waterkwaliteit nog onvoldoende en werd de grenswaarde van de CI (CI>7) één keer ruim overschreden (bron gegevens: VMM) (Tabel 59).

Tabel 59. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaarde aantal keer

overschreden

Galgevoortse brug 7 5,4 1,0 0

Pulsebaan 6 4,8 0,8 0

Viersel 11 5,4 2,0 1

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 60 blijkt dat er tussen de geëvalueerde trajecten grote verschillen bestaan wat betreft de habitatgeschiktheid voor 0+ kopvoorns. Het habitat ter hoogte van de Galgevoortse brug varieert van ongeschikt tot goed geschikt, terwijl het traject net stroomopwaarts van de Pulsebaan overal matig geschikt is voor 0+ kopvoorns. Ten zuiden van het Albertkanaal is het habitat voor 0+ kopvoorns overwegend ongeschikt. Voor 1+ en oudere kopvoorns is de Molenbeek-Bollaak meestal matig geschikt, met de laagste verwachte aantallen ter hoogte van de Galgevoortse brug.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

109 Tabel 60. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Molenbeek-Bollaak. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Galgevoortse 50-100m 2 1 brug 150-200m 6 2 250-300m 1 2 350-400m 0 2 450-500m 0 2 Pulsebaan 50-100m 4 3 150-200m 5 3 250-300m 4 4 350-400m 2 4 450-500m 2 3 gemeentelijke 50-100m 0 6 visvijver 150-200m 0 6 250-300m 0 5 350-400m 2 5 450-500m 2 5 visput Bergen 50-100m 0 2 150-200m 0 4 250-300m 0 3 350-400m 0 2 450-500m 0 3 Paaihabitat

Ter hoogte van de geëvalueerde trajecten werden geen geschikte paaiplaatsen aangetroffen (Tabel 61).

Tabel 61. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in de geëvalueerde trajecten in de Molenbeek-Bollaak. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Galgevoortse b. 0 0 - - - - -

Pulsebaan 0 0 - - - - -

gem.visvijver 0 0 - - - - -

110 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Bespreking

Ten noorden van het Albertkanaal volstaat de waterkwaliteit voor kopvoorn, hoewel de maximale CI de vooropgestelde grenswaarde nog dicht benadert. Ter hoogte van de Galgevoortse brug liggen de verwachte aantallen van zowel 0+ als 1+ en oudere kopvoorns vrij laag. Dit is een gevolg van de overwegend geringe en op sommige plaatsen te grote waterdiepte. De stroomsnelheid ligt bovendien meestal te laag voor 1+ en oudere kopvoorns. Voor de matige geschiktheid van het traject net stroomopwaarts van de Pulsebaan en kunnen dezelfde oorzaken aangehaald worden. Ten zuiden van het Albertkanaal zijn de oeverzones doorgaans te ondiep voor 0+ kopvoorns en de hoeveelheid debris is er te klein. De trajecten ten zuiden van het Albertkanaal zijn meestal matig geschikt, hoewel de verwachte aantallen voor 1+ en oudere kopvoorns vrij hoog liggen ter hoogte van de gemeentelijke visvijver. Het water is echter meestal niet diep genoeg en de stroomsnelheid ligt te laag. Bovendien zijn holle oevers vrijwel afwezig. Ondanks de aanwezigheid van trajecten met matig geschikt habitat, maakt het ontbreken van paaiplaatsen de Molenbeek-Bollaak ongeschikt voor kopvoorn.

Aanbevelingen

Een herintroductie van kopvoorn in de Molenbeek-Bollaak valt voorlopig af te raden. De waterkwaliteit ten zuiden van het Albertkanaal moet eerst verbeterd worden. Ook ten noorden van het Albertkanaal moeten extra inspanningen geleverd worden die de waterkwaliteit ten goede komen, aangezien de grenswaarde van de CI nog vrij dicht benaderd wordt. In afwachting van een verbeterde waterkwaliteit kunnen pogingen ondernomen worden om het habitat beter geschikt te maken en kunstmatige paaiplaatsen aan te leggen. Door het inbrengen van groot dood hout kan zorgen voor een grotere variatie aan stroomsnelheden, zodat meer geulen, ribbels, stroomkommen en holle oevers ontstaan. Op plaatsen waar geen bomen en struiken staan langs de oevers moet maaien vermeden worden, zodat ze een kans krijgen zich te ontwikkelen. Hun wortelstelsels kunnen verhinderen dat onderspoelde oevers afkalven. Door deze ingrepen komen mogelijk meer habitats tot stand waarin juveniele en adulte kopvoorns zich kunnen handhaven. Paaiplaatsen kunnen aangelegd worden door het inbrengen van stenen. Met name ten zuiden van het Albertkanaal is de Molenbeek-Bollaak rijk aan slib en zand, zodat aangebrachte stenen bedekt kunnen raken met sediment. Mogelijk kan een plaatselijke vernauwing net stroomopwaarts van een aangelegde paaiplaats voldoende dynamiek tot stand brengen om te beletten dat fijn materiaal kan neerslaan. Een dergelijke vernauwing kan gerealiseerd worden door het inbrengen van groot dood hout of het plaatsen van keerkribben.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

111

5.3.7 Laan

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit is geschikt voor kopvoorn (Tabel 62). Ter hoogte van het geëvalueerde traject was de CI steeds kleiner dan 7 (bron gegevens: VMM).

Tabel 62. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI

aantal keer grenswaarde overschreden

Sint-Agatha-Rode 6 3,8 0,9 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Uit Tabel 63 blijkt dat het geëvalueerde traject stroomafwaarts van de molen van Terlanen uitstekend geschikt is voor 1+ en oudere kopvoorns. Voor 0+ kopvoorns is het habitat slechts matig geschikt en de verwachte aantallen liggen laag.

Tabel 63. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Laan. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns molen Terlanen 50-100m 1 19 150-200m 5 13 250-300m 1 23 350-400m 1 19 450-500m 2 11

112 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2008.

www.inbo.be Paaihabitat

In het geëvalueerde traject is één matig geschikte paaiplaats aanwezig (Tabel 64).

Tabel 64. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Laan. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Terlanen 20 5 83,5 61,1 53,5 33,7 stenen

Bespreking

Hoewel de waterkwaliteit goed is en het aanwezige habitat zeer geschikt is voor 1+ en oudere kopvoorns, worden slechts lage aantallen 0+ kopvoorns verwacht. Dit is voornamelijk een gevolg van de iets te geringe of net te grote diepte langs de oevers. De paaiplaats wordt als matig geschikt beschouwd door de iets te grote waterdiepte.

Aanbevelingen

De Laan is geschikt voor de herintroductie van kopvoorn, mits enige maatregelen genomen worden ter verbetering van het habitat voor juveniele individuen. Mogelijk kunnen enkele luwe plaatsen met geschikte waterdiepte ontstaan door het inbrengen van groot dood hout.