• No results found

Europees licentiesysteem: UEFA Club Licensing en Financial Fair Play (FFP)

3. Financials in de voetbaleconomie

3.1 De bizarre wetten van de voetbaleconomie in een notendop

3.2.2 Europees licentiesysteem: UEFA Club Licensing en Financial Fair Play (FFP)

De relatief nieuwe UEFA Club Licensing en Financial Fair Play (FFP) regels die in 2012 van kracht gingen, zijn een verlengstuk op het vorige Club Licensing systeem die in het seizoen 2004-2005 geïmplementeerd werd (Frank, 2014). Om deel te kunnen nemen aan de Champions League en de Europa League, moeten voetbalclubs aan enkele regels voldoen. Deze regels bevatten vijf hoofdcategorieën: sport, infrastructuur, personeel, juridisch en financieel. Deze laatste hoofdcategorie is beter gekend als de FFP regels en betreft de meest ingrijpende verandering ten opzicht van de toegangsvereisten die voordien golden om aan UEFA competities te kunnen deelnemen.

39

In de jaren voorafgaand aan de implementatie van de FFP regels, constateerde men dat voetbalclubs meer en meer in een negatieve financiële spiraal terecht kwamen die het lange- termijn continuïteitsbeginsel van voetbalclubs in het gedrang kon brengen. Hoewel de

voetbalindustrie jaar na jaar groei vertoonde en de omzet van voetbalclubs steeg, rapporteerden voetbalclubs meer en meer verliezen (Franck, 2014). Het UEFA Benchmarking Report

rapporteerde in 2011 (UEFA, 2013) een jaarlijkse omzetstijging van 5,6% voor de vijf jaren voorafgaand aan het rapport, goed voor €13,2 miljard in 2011 – ter vergelijking: de jaarlijkse groei van de Europese economie bedroeg in dezelfde tijdspanne gemiddeld slechts 0,5%. Desondanks bleek dat in die vijf jaar tijd verliezen van voetbalclubs verdrievoudigd was. In 2011 rapporteerde maar liefst 63% van de clubs uit de Europese big five competities een verlies en 38% van de big five clubs had meer schulden dan dat het activa bezat (Franck, 2014).

Tegelijkertijd was er de trend waarbij kapitaalkrachtige investeerders torenhoge kapitaalinjecties uitvoerden in hun geliefde voetbalclubs om ’s werelds beste voetbaltalenten te kunnen

aantrekken die de clubs naar meer sportieve successen moesten leiden. Deze trend had oneerlijke concurrentie als gevolg en hield in dat clubs die zich wel aan de financiële

beperkingen hielden, minder succesvolle resultaten boekten op sportief vlak. Bijgevolg ontstond een kettingreactie waarbij deze clubs alsook aangespoord werden om meer te investeren. Clubs wanen zich net als grote banken “too big too fail” waarbij ofwel overheden – wat in Spanje bijvoorbeeld reeds het geval is geweest – de bres springen, ofwel uiteindelijk nieuwe privé- investeerders – ook wel “sugar daddies” genoemd – nieuw kapitaal verschaffen wat leidt tot het fenomeen van moral hazard in de voetbalwereld, naar analogie met de bankencrisis (Dejonghe, 2015).

De enerzijds verontrustende financiële resultaten van voetbalclubs en de anderzijds opkomende trend waarbij externe financiers gigantische kapitaalinjecties gaan uitvoeren in clubs die zo oneerlijke concurrentie teweeg brengen, leidde tot de implementatie van de FFP regels in 2010. FFP is een mechanisme met de bedoeling om zowel financiële resultaten van voetbalclubs te verbeteren alsook clubs tracht te laten concurreren binnen de mogelijkheden van hun eigen verdiende opbrengsten – financiële stabiliteit van Europese voetbalclubs vrijwaren - en de competitieve balans tussen clubs en liga’s te behouden (KEA & CDES, 2013; Vöpel, 2011). De UEFA tracht deze doelstelling te behalen door het bijstellen van de licentievoorwaarden. De nieuwe criteria die de UEFA opstelde, is tweeledig:

1. Clubs mogen geen uitstaande schulden tegenover andere clubs, werknemers, sociale autoriteiten en overheidsinstellingen rapporteren

40

2. Clubs moeten voldoen aan de break-even voorwaarde

Het tweede luik van de FFP regels luidt in de volksmond “clubs mogen niet meer geld uitgeven dan dat ze via de normale operationele werking binnenkrijgen”. Er is echter een marge voorzien: de voorwaarde houdt in dat, over een periode van drie seizoenen gespreid, een verlies van maximaal 5 miljoen euro wordt getolereerd. Van deze 5 miljoen kan echter met 25 miljoen

afgeweken worden indien club eigenaars – “equity participants and/or related partners” – de som die de limiet van 5 miljoen overstijgt met maximaal 30 miljoen euro – de zogenaamde

“acceptable deviation”, compenseren via kapitaalinjecties. Bij de introductie van FFP betrof deze aanvaardbare afwijking 45 miljoen euro voor de seizoenen 2013-2014 en 2014-2015. Voor de drie seizoenen die daarop volgende, werd de limiet gereduceerd tot 30 miljoen euro. Voor de seizoenen die daarop volgen, had de UEFA initieel aangegeven om deze limiet opnieuw met 5 miljoen euro te verlagen – om de huidige 25 miljoen euro aan toegestane equity investments te bekomen. In 2020 zag de UEFA zich echter genoodzaakt om, omwille van de Covid-19

pandemie die ervoor zorgde dat clubs hun ticketinkomsten misliepen, versoepeling van de FFP regels toe te staan. De opgelegde limieten kunnen overstegen worden wanneer de club kan aangeven dat het geleden verlies te wijten is aan de COVID-19 pandemie (Conn, 2020b). De “acceptable deviation” mag voor de volgende gevallen overschreden worden: investeren in stadionfaciliteiten, het trainingscomplex, de jeugdontwikkeling en / of om vrouwenvoetbal te promoten (UEFA, 2015).

Om na te gaan of clubs de FFP regels respecteren, heeft de UEFA een onafhankelijke

commissie opgericht bestaande uit juridische en financiële experten. Deze instantie die instaat voor het monitoren van de FFP regels opereert onder de naam Club Financial Control Body (CFCB) (UEFA, 2020). Aan het hoofd van de CFCB staat voormalig premier Leterme, die wijlen Jean-Luc Dehaene opvolgt als voorzitter van de CFCB Investigatory Chamber die de

onderzoeken naar voetbalclubs leidt (Sporza, 2015).

Wanneer een club de FFP richtlijnen niet naleeft, kan de UEFA maatregelen treffen. De CFCB Investegatory Chamber heeft de bevoegdheid om waarschuwingen uit te delen, boetes op te leggen, prijzengeld te weerhouden, transferverboden op te leggen, punten af te trekken en clubs een limiet opleggen om spelers in te schrijven voor UEFA competities of het volledig verbieden van nieuwe spelers in te schrijven voor deze competities. Tot slot kan de CFCB Investegatory Chamber voetbalclubs de toegang ontzeggen tot UEFA tornooien zoals de Champions League of de Europa League. Jean-Luc Dehaene noemde deze laatste maatregel “de atoombom” die de CFCB achter de hand heeft (BBC, 2019). Het deelnemen aan de Champions League is voor

41

clubs een grote bron van inkomsten, en het niet mogen deelnemen heeft navenant zware gevolgen. Zoals in paragraaf 3.2.2 uit de literatuurstudie besproken wordt, putten clubs veel inkomsten uit het deelnemen aan de Champions League. Daarnaast willen sterspelers zo veel mogelijk prijzen pakken, en het kampioenenbal blijft het ultieme niveau waarop deze spelers zich willen bewijzen: het niet deelnemen aan de Champions League zou een smet in hun carrière vormen.

Een mooi voorbeeld van de toepassing van de FFP is de case van Manchester City. In 2014 werd Manchester City voor een eerste keer gesanctioneerd voor het niet naleven van de FFP regels. Toen stemde het in met een boete van £49 miljoen – waarvan £32 miljoen voorwaardelijk – en andere maatregelen zoals een limiet op het budget dat ze aan inkomende transfers mogen geven in het volgende seizoen en een gereduceerde spelerslijst die ze mogen inschrijven voor de Europese tornooien (BBC, 2014). In 2020 werd Manchester City opnieuw op de vingers getikt door de CFCB nadat bezwarende e-mails gelekt werden waaruit bleek dat sjeik Mansour,

eigenaar van Manchester City, onreglementair geld zou binnensluizen in de club via sponsoring. Manchester City werd in eerste instantie schuldig bevonden en opnieuw werd een boete

opgelegd – deze keer ten belope van 30 miljoen euro – maar belangrijker werd de zogenaamde atoombom van de FFP geactiveerd: Manchester City werd in het eerstvolgende seizoen

uitgesloten om te mogen deelnemen aan de Europese tornooien daarbovenop mocht het in de eerstvolgende twee seizoenen geen Europees voetbal spelen (Forbes, 2020). De CFCB maakte voor het eerst gebruik van de “atoombom” wat een grote schokgolf teweegbracht in de media. De uitspraak was echter nog niet definitief gezien Manchester City nog de mogelijkheid had om beroep aan te tekenen bij het Internationaal Sporttribunaal (TAS). Indien de uitspraak niet meer teruggebracht werd, ging dit niet alleen financiële gevolgen maar impliceerde dit ook dat de kans groot is dat sterspelers zoals Kevin De Bruyne andere oorden zullen opzoeken (Conn, 2020). Bovendien zou het een enorme imagoschade teweegbrengen wat voor alle stakeholders van de club nefaste implicaties zou hebben. Zoals verwacht, tekende Machester City beroep aan en behaalde het volgens velen misschien wel diens grootste overwinning van het voetbalseizoen. Het TAS oordeelde dat de club de FFP regels niet overtreden had waardoor de schorsing teruggedraaid werd. De motivering hiervoor was dat voor bepaalde beschuldigingen onvoldoende bewijs was en dat dat enkele inbreuken bovendien verjaard waren – de verjaringstermijn bedraagt vijf jaar volgens de reglementen van de UEFA (Sporza Redactie, 2020b). Manchester City werd uiteindelijk een boete opgelegd ten belope van 10 miljoen euro wegens het tegenwerken van het onderzoek.

42 3.2.2.2 Kritiek

De introductie van de FFP regels werd goed ontvangen – het voorstel werd ook unaniem goedgekeurd door de leden van de FIFA in aanloop naar de implementatie. Vanuit de

wetenschappelijke literatuur kreeg de nieuwe regelgeving daarentegen enige kritiek. De FFP regels reguleren tenslotte de vrije markt en dit, werd ook door advocaat Dupont aangevochten, die ook Bosman vertegenwoordigde in de zaak-Bosman - zie paragraaf 2.1.3 uit de

literatuurstudie – door te argumenteren dat de regelgeving in strijd is met het recht op vrij verkeer van kapitaal (eigenaars), werknemers (voetballers) en diensten (makelaars) (Nieuwsblad, 2013). De klacht werd verworpen door de Europese Commissie.

Daarnaast wordt de UEFA verweten dat de FFP de voordelen van kapitaalinjecties van extern kapitaal tegengewerkt wordt, wat de economie ten goede zou komen (Madden, 2015). Peeters en Szymasnki (2014) geven aan dat de FFP er enkel voor zorgt dat spelerslonen gedrukt

worden en dat de beoogde impact om de competitiviteit te verhogen, onbestaande is. Ten derde wordt aangegeven dat de FFP ervoor zorgt dat de huidige hiërarchie van voetbalploegen in stand gehouden wordt (Vöpel, 2011).

De controleorganen van de FFP werd sinds de implementatie van de FFP regels menig in vraag gesteld. Hierbij was de case van Manchester City het hoogtepunt. Voorstanders van de FFP regels betreuren de zachte maatregelen die getroffen worden tegenover Machester City. Ze stellen dat de bewijzen die de Football Leaks onthulden, wel degelijk hard genoeg waren. Bovendien stellen ze dat, door de boete die werd opgelegd en het feit dat Manchester City niet meewerkte aan het onderzoek, aangeeft dat de club in strijd was met de regels. Smith (2020) stelt dat de UEFA en diens controleorganen haar laatste beetje geloofwaardigheid is

kwijtgespeeld en een impuls is voor een vrijgeleide, of toch zeker voor Europa’s topclubs gezien de CFCB kleinere organen wel effectief durft te straffen.

Ook is de lijn tussen sponsorinkomsten – die als operationele inkomsten vallen en ervoor zorgen dat clubs geld mogen uitgeven - en kapitaalinbreng niet altijd duidelijk. Het beste voorbeeld hierrond is de case van het Duitse RB Leipzig. Deze club werd pas in 2009 opgericht nadat het nieuwe management de licentie overnam van vijfdeklasser – en daar dus startte - SSV

Markranstädt, maar behaalde in het seizoen 2018-2019 al de derde plaats in de Bundesliga (Taylor, 2017). Officieel staan de intitalen RB voor RasenBallsport maar de ploeg is alom gekend als Red Bull Leipzig - vanwege de Duitse wetgeving die bedrijfsnamen in clubnamen verbiedt kon men de club niet zomaar Red Bull Leipzig noemen. Net als in vele andere sporten, wou Red Bull zich opwerken in de internationale voetbalindustrie. Het grootste obstakel was de

43

Duitse “50+1 licentieregel” die inhoudt dat de supporters, verenigd in associaties, een

meerderheid hebben in de voetbalclub en clubs zo behoeden om in handen te vallen van privé- investeerders (Bundesliga, 2016). Om aan deze voorwaarde te voldoen, richtte Red Bull een elfkoppige supportersfederatie op bij het overnemen van het stamnummer. Alle elf supporters zijn werknemers van Red Bull waardoor Red Bull in de praktijk 100% van de stemrechten bezit (Taylor, 2017). Onder sponsorinkomsten injecteert Red Bull dan weer gigantische

kapitaalsommen. Ook het beheren van verschillende clubs is een fenomeen – Red Bull is wereldwijd eigenaar van vijf clubs - dat ook heel wat vragen opwekt en komt ook bij andere clubs voor.

Overigens wekken gegoochel met de boekhouding om toch te kunnen voldoen aan de FFP regels zoals omschreven in paragraaf 3.1.2 van de literatuurstudie vragen op rond de effectiviteit van de regels in de eerste plaats.

3.3 Inkomstenbronnen van Europese voetbalclubs