2. Waarom wil je verloskundige worden?
3. Hoe vind je het om te studeren aan de Verloskunde Academie?
Wat gaat je goed af? Waar heb je moeite mee? Waardoor wordt dat veroorzaakt?
4. Heb je studieachterstand? Zo ja, waardoor wordt die veroorzaakt?
5. Wat zijn je voornaamste redenen geweest om door te gaan met de opleiding?
Verbondenheid met de opleiding
6. Voel je je verbonden met de opleiding? Voel je: dit is “mijn” opleiding?
Waardoor voel je je verbonden met de opleiding?
Hoe komt het dat je je minder verbonden voelt met de opleiding?
7. Ga je met plezier naar de opleiding?
Waarom wel, waarom niet?
8. Wat zou je willen veranderen aan de opleiding waardoor je je meer verbonden voelt?
Relatie met medestudenten
9. Hoe ervaar je de sfeer onder studenten in het algemeen?
10. Heb je medestudenten met wie je optrekt?
Waarom trek je met deze studenten op? Wat doe je samen?
Wat is de achtergrond van deze studenten?
11. Hoe verloopt de samenwerking met medestudenten in de werkgroep?
(taakverdeling / afspraken)
12. Word je geconfronteerd met vooroordelen of discriminatie door medestudenten?
Zo ja: kan je hier een voorbeeld van geven?
13. Welke invloed heeft het contact met je medestudenten op je studievoortgang?
Contacten met docenten
14. Hoe is het contact met docenten tijdens de colleges en werkgroepbijeenkomsten?
Heb je het gevoel dat docenten je bij de colleges en werkgroepbijeenkomsten betrekken / serieus nemen?
Voel je je bijvoorbeeld vrij om vragen te stellen of stellen docenten vragen aan jou? Waarom wel, waarom niet?
Zo nodig doorvragen: betrokkenheid / stimuleren / motiveren / verwachtingen / steunen / begeleiden
15. Word je geconfronteerd met vooroordelen of discriminatie door docenten?
Zo ja: kan je hier een voorbeeld van geven?
16. Welke invloed heeft de relatie met docenten op de voortgang van je studie?
17. Heb je ook contact met docenten buiten de lessen? Zijn docenten makkelijk te benaderen?
Waarom wel, waarom niet?
18. Vind je dat docenten extra aandacht moeten besteden aan allochtone studenten?
Zo ja: gebeurt dit? Hoe gebeurt dit?
Indien dit niet gebeurt: hoe zou dat volgens jou gedaan kunnen worden?
Zo nodig doorvragen: verschil in culturele, sociale en opleidingsachtergrond in het lesgeven betrekken / aandacht besteden aan discriminatie / vooroordelen / beeldvorming / verwachtingen
Mentoring
19. Hoe verloopt het contact met je studieloopbaanbegeleider?
Wat gaat goed? Wat kan er verbeterd worden?
20. Kan je met je studieloopbaanbegeleider “overal” over praten? Spreek je met haar over dingen die typerend zijn voor allochtone studenten?
Zo ja: kan je hier een voorbeeld van noemen? Zo nee: hoe komt dat?
21. Heeft je studieloopbaanbegeleider bijgedragen aan de voortgang van je studie?
Wat heeft je geholpen? Wat mis je?
Deel 3: Suggesties voor verbetering
22. Wat zou je willen veranderen aan de opleiding waardoor de studie makkelijker te doorlopen zou zijn?
23. Waarin kan de verloskunde opleiding verbeteringen aanbrengen zodat allochtone studenten (beter) gestimuleerd worden om op de opleiding te blijven en hun studie af te ronden?
24. Wil je verder nog iets kwijt in het kader van dit onderzoek?
Vragenlijst afgestudeerden / uitgevallen studenten Deel 1: Algemene persoons- en achtergrondgegevens
Voordat je bent gaan studeren heb je al een hele geschiedenis achter de rug. Zowel wat betreft je schoolloopbaan als je leven daarbuiten. Omdat inzicht in deze
geschiedenis van belang is om je ervaringen tijdens de opleiding beter te begrijpen wil ik eerst wat vragen over je achtergrond.
1. Wil je jezelf voorstellen en iets vertellen over je levensloop en onderwijsgeschiedenis?
Waar ben je geboren?
Indien niet in Nederland: waar ben je geboren en hoe oud was je toen je naar Nederland kwam?
Waar zijn je ouders geboren?
Welke vooropleiding(en) heb je gehad? Waar heb je die opleiding(en) gehad?
Wanneer heb je aan de verloskunde opleiding gestudeerd?
Voor het vervolg van de vragen wil ik eerst weten of je gestopt bent met de studie of dat je de opleiding voltooid hebt.
Indien voortijdig studie beëindigd: in welke studiejaar?
Deel 2: Ervaringen op de opleiding De studie
2. Waarom wilde je verloskundige worden?
3. Hoe vond je het om te studeren aan de Verloskunde Academie?
Wat ging je goed af? Waar had je moeite mee? Waardoor werd dit veroorzaakt?
4. Had je een studieachterstand? Zo ja, waardoor werd die veroorzaakt?
5. Wat zijn je voornaamste redenen geweest om door te gaan / om voortijdig te stoppen 5 met de opleiding?
Verbondenheid met de opleiding
6. Voelde je je verbonden met de opleiding? Voelde je: dit is “mijn” opleiding?
Waardoor voelde je je verbonden met de opleiding?
Hoe komt het dat je je minder verbonden voelde met de opleiding?
7. Ging je met plezier naar de opleiding?
Waarom wel, waarom niet?
8. Wat zou je willen veranderen aan de opleiding waardoor je je meer verbonden had kunnen voelen?
Relatie met medestudenten
9. Hoe heb je de sfeer onder studenten ervaren?
10. Had je medestudenten met wie je optrok?
Waarom trok je met deze studenten op? Wat deed je samen?
Wat is de achtergrond van deze studenten?
11. Hoe verliep de samenwerking met medestudenten in de werkgroep?
(taakverdeling / afspraken)
12. Werd je wel eens geconfronteerd met vooroordelen of discriminatie door medestudenten?
Zo ja: kan je hier een voorbeeld van geven?
13. Welke invloed heeft het contact met je medestudenten op je studievoortgang gehad?
5 Vragen wat van toepassing is
Contacten met docenten
14. Hoe was het contact met docenten tijdens de colleges en werkgroepbijeenkomsten?
Had je het gevoel dat docenten je bij de onderwijsbijeenkomsten betrokken / serieus namen? Voelde je je bijvoorbeeld vrij om vragen te stellen of stelden docenten vragen aan jou?
Waarom wel, waarom niet?
Zo nodig doorvragen: betrokkenheid / stimuleren / motiveren / verwachtingen / steunen / begeleiden
15. Werd je geconfronteerd met vooroordelen of discriminatie door docenten?
Zo ja: kan je hier een voorbeeld van geven?
16. Welke invloed heeft de relatie met docenten op de voortgang van je studie gehad?
17. Had je ook contact met docenten buiten de lessen? Waren de docenten makkelijk te benaderen? Waarom wel, waarom niet?
18. Vind je dat docenten extra aandacht aan allochtone studenten moeten besteden?
Zo ja: gebeurde dit? Hoe gebeurde dit?
Indien dit niet gebeurde: hoe zou dat volgens jou gedaan kunnen worden?
Zonodig doorvragen: verschil in culturele, sociale en opleidingsachtergrond in het lesgeven betrekken / aandacht besteden aan discriminatie / vooroordelen / negatieve beeldvorming / verwachtingen
Mentoring
19. Hoe verliep het contact met je studieloopbaanbegeleider / studievoortgangsbegeleider6?
Wat ging goed? Wat kon er verbeterd worden?
20. Kon je met je studiebegeleider “overal” over praten? Sprak je met haar over dingen die typerend zijn voor allochtone studenten?
Zo ja: kan je hier een voorbeeld van noemen? Zo nee: hoe kwam dat?
21. Heeft je begeleider bijgedragen aan de voortgang van je studie?
Wat heeft je geholpen? Wat miste je?
Deel 3: Suggesties voor verbetering
22. Wat zou je willen veranderen aan de opleiding waardoor de studie makkelijker te doorlopen zou zijn?
23. Waarin kan de verloskunde opleiding verbeteringen aanbrengen zodat allochtone studenten (beter) gestimuleerd worden om op de opleiding te blijven en hun studie af te ronden?
24. Wil je verder nog iets kwijt in het kader van dit onderzoek?
6 Geldt voor studenten van cohort voor 2004
Vragenlijst studieloopbaanbegeleiders
Deel 1: Algemene persoons- en achtergrondgegevens 1. Wil je jezelf voorstellen en iets vertellen over je functie?
Naam Functie