• No results found

Ervaren bewerker

In document De Kern van Zeijen (pagina 56-62)

5. Kernen en bekwaamheid

5.6 De kernen van Zeijen

5.6.4 Ervaren bewerker

Van 37 kernen (36 % van de kernen) staat vrijwel zeker vast dat ze zijn bewerkt door een ervaren vuursteenbewerker. Eén van deze kernen is waarschijnlijk een mesolithische kern, deze ziet er verser uit en er is minder patina op de kern aanwezig dan op het overige vuursteenmateriaal. De bewerkingssporen op de kernen die hieronder zijn beschreven zien er over het algemeen goed uit. Op een aantal kernen is nog kernpreparatie zichtbaar. Daarnaast is altijd minstens één slagvlak geprepareerd of natuurlijk aanwezig. Op enkele kernen is te zien dat de kern in het beginstadium of tijdens de bewerking aan de kant is gelegd, omdat een natuurlijke onregelmatigheid of vorstscheur aan het licht kwam. De bewerkers van deze kernen herkende deze en wisten wanneer dat verdere bewerking geen zin had. De klingnegatieven die op de afbouwvlakken te zien zijn zien er over het algemeen lang en regelmatig uit en van een aantal kernen lijkt een flink aantal klingen te zijn geslagen. Er komen maar weinig hinges en steps voor op deze kernen.

Vondstnummer 2202; 18×34×49 millimeter, 45 gram.

Dit fragment betreft het proximale gedeelte van de kern, het is door een interne vorstscheur in stukken gebroken. Alleen een slagvlak en zeventien millimeter van het afbouwvlak zijn nog

aanwezig. Het slagvlak is geprepareerd en enkele malen vernieuwd. Het begin van de negatieven ziet er goed uit, er zijn geen fouten gemaakt.

Vondstnummer 2276; 105×102×28 millimeter, 385 gram.

Deze kern is gesneuveld in de preparatiefase. De kern is van verschillende kanten goed geprepareerd, maar tijdens een preparatie afslag werd er een vorstscheur zichtbaar, daar brak de afslag op af. Hierna zal de kern zijn weggegooid.

Vondstnummer 4177; 30×19×33 millimeter, 15 gram.

De kern heeft een geprepareerd slagvlak waar vanaf microklingen zijn geslagen. De negatieven van de klingen zien er allemaal erg goed en regelmatig uit. Het valt meteen op dat deze kern er recenter uitziet dan het overige vuursteenmateriaal. Er is minder glanspatina op de zijden waar te nemen en er is geen witte patina op de kern aanwezig. Door het uiterlijk en omdat microklingen van de kern geslagen zijn kan geconcludeerd worden dat dit een mesolithische kern is.

Vondstnummer 4179; 38×33×17 millimeter, 30 gram. Refit met kling met kernvoet (vondstnummer 2149).

Op de kern is één geprepareerd slagvlak zichtbaar. De negatieven op het afbouwvlak laten zien dat er dikke, regelmatige klingen van de kern af zijn gekomen. Ook is zichtbaar dat er voor de gerefitte kling met kernvoet er nog een kling met kernvoet vanaf is gekomen. Voor de rest zijn er geen fouten waar te nemen. Nadat de laatste kling met kernvoet van de kern af werd geslagen, was de kern te klein geworden om nog te bewerken.

Vondstnummer 4189; 53×47×31 millimeter, 64 gram. Refit met kling met kernvoet (vondstnummer 5297).

Zowel op de kern als op de kling met kernvoet zijn negatieven zichtbaar van mooie, regelmatige klingen. Ook nadat de kling met kernvoet van de kern was geslagen zijn er nog een aantal redelijke klingen van de kern afgekomen. Alleen de laatste drie afslagen eindigden in hinges. Het slagvlak is een oud vorstsplijtvlak dat geen preparatie nodig had.

Vondstnummer 4191; 53×43×24 millimeter, 56 gram.

De kern heeft in ieder geval één slagvlak. Mogelijk is er een tweede geweest, maar doordat het distal uiteinde van de kern is afgebroken door een kling met kernvoet is dit niet meer te achterhalen. De kling met kernvoet lijkt te zijn ontstaan door een onregelmatigheid in de vuursteen. Het slagvlak dat nog bestaat, is geprepareerd en verschillende malen vernieuwd. Aan de zijkant van de kern is nog een zijde met kernpreparatie zichtbaar. De negatieven die nog zichtbaar zijn zien er mooi uit.

Vondstnummer 4192; 72×34×20 millimeter, 52 gram.

Deze kern heeft twee geprepareerde slagvlakken. Op het afbouwvlak zijn een aantal regelmatige klingnegatieven zichtbaar. De laatste twee klingen eindigen in hinges, maar de kern is ook vrij dun geworden om nog goed te kunnen bewerken.

Vondstnummer 4196; 72×30×29 millimeter, 76 gram.

Op de kern zijn twee slagvlakken zichtbaar. Deze staan niet op de traditionele manier tegenover elkaar, maar haaks op elkaar. De afbouwvlakken beslaan elk een andere zijde van

Fig. 51. Refit kern (vn 4179) en kling met kernvoet (vn 2149).

de kern. Eén van de slagvlakken is geprepareerd door middel van een kernvernieuwingsafslag. De andere is gerepareerd door een aantal kleine klingen, geslagen vanaf het afbouwvlak. Op dit afbouwvlak zijn maar een paar negatieven van kleine klingen zichtbaar, dus er is niet heel veel vanaf gekomen. Op het andere afbouwvlak zijn negatieven zichtbaar van lange, mooie klingen. Bij de laatste drie klingen ging het fout, deze eindigden in

hinges. De kern was ook al aan de kleine kant om nog goed bewerkt te kunnen worden. Aan

een zijkant van de kern is een hoek geretoucheerd, zodat de bewerker zich niet aan de vuursteen kon snijden.

Vondstnummer 4197; 59×38×26 millimeter, 71 gram.

De twee geprepareerde slagvlakken liggen tegenover elkaar. De hoeken van de slagvlakken met het afbouwvlak zijn mooi, rond de 60/70 graden. De klingnegatieven zien er goed uit. Alleen de laatste klingetjes eindigen in hinges. Maar het is ook al een restkern, en daardoor lastig te bewerken.

Vondstnummer 4206; 47×34×30 millimeter, 65 gram.

Er zijn twee slagvlakken gecreëerd die parallel liggen aan elkaar. De klingennegatieven die zichtbaar zijn op de verschillende afbouwvlakken zien er mooi uit. De kern is te klein geworden om nog mooie lange klingen te produceren die geschikt zijn voor werktuigen. Aan één zijkant is nog kernpreparatie zichtbaar.

Vondstnummer 4207; 56×53×15 millimeter, 68 gram.

Deze kern is echt helemaal opgebruikt, het is zo dun geworden dat het bijna niet meer te bewerken is. De achterkant van de kern bestaat uit oude vorstsplijtvlakken. De uiteinden hiervan zijn gebruikt als slagvlakken, die tegenover elkaar staan. Beide slagvlakken zijn een beetje geprepareerd door middel van kleine afslagen. De negatieven op het afbouwvlak laten zien dat er mooie klingen van de kern af zijn gekomen.

Vondstnummer 4209; 73×34×33 millimeter, 50 gram.

De kern heeft één slagvlak dat lijkt te bestaan uit een oud vorstsplijtvlak. De slaghoek is te stomp geworden, waardoor het niet mogelijk was nog mooie klingen te slaan. De negatieven van de klingen zien er goed uit. Aan de andere zijde tegenover het afbouwvlak is één kling geslagen. Deze eindigt in een hinge, precies op een plek waar de vuursteen van samenstelling verandert.

Vondstnummer 4211; 70×43×23 millimeter, 69 gram.

De kern heeft één slagvlak dat bestaat uit een oud vlak. Op het distale uiteinde van het afbouwvlak lijkt nog een restje kernpreparatie te zitten. De negatieven van de klingen zien er lang en regelmatig uit. De achter- en zijkant van de kern bestaan uit vorstsplijtvlakken. Het is mogelijk dat de kern tijdens of na de bewerking uit elkaar is gevallen.

Vondstnummer 4213; 57×44×41 millimeter, 75 gram.

De kern heeft één slagvlak, dat licht geprepareerd is. Er zijn vier negatieven van klingen zichtbaar op de kern die er allemaal regelmatig uitzien.

Vondstnummer 4215; 53×50×30 millimeter, 70 gram.

Refit met kling met kernvoet en kernpreparatiekling met kernvoet (vondstnummers 2223 en

418).

De kwaliteit van deze vuursteen is slecht, er lopen interne vorstscheuren door de kern waardoor de klingen met kernvoet van de kern af zijn gekomen. Op het onderste deel van de

kern (kernpreparatiekling met kernvoet) is nog kernpreparatie te zien. Bij de poging om de kling via de geprepareerde rib te slaan, is de kern gebroken door interne vorstscheuren. Daarna zijn een aantal klingen geslagen waarvan de negatieven er goed uitzien. Een aantal zijn alleen afgebroken bij een onregelmatigheid in de vuursteen. Hierlangs is de tweede kling met kernvoet afgebroken en werden meerdere vorstscheuren zichtbaar. De kern is dan ook niet verder bewerkt.

Vondstnummer 4216; 62×42×24 millimeter, 57 gram.

Op de kern is één slagvlak te zien dat bestaat uit een oud vlak. Aan de zijkant van het afbouwvlak is nog kernreparatie zichtbaar. Dat geeft een schaafachtig uiterlijk, maar de kern is niet als zodanig gebruikt. Na het slaan van de laatste klingen werd een gat in het afbouwvlak zichtbaar. Ook aan de achterkant van de kern zitten onregelmatigheden in de vuursteen. Ondanks de slechte kwaliteit van de vuursteen zien de negatieven er lang en regelmatig uit. De kern werd dun en klein voor verdere bewerking en nadat het gat in het afbouwvlak zichtbaar werd, zal de kern niet verder gebruikt zijn.

Vondstnummer 4223; 55×56×30 millimeter, 96 gram.

Dit is een distaal fragment van een kern. De kern heeft maar één slagvlak gehad dat door de breuk niet meer aanwezig is. De negatieven zien er mooi en regelmatig uit en het lijkt of een groot aantal mooie klingen van de kern af is gekomen.

Vondstnummer 4224; 51×46×39 millimeter, 124gram.

De kern heeft twee geprepareerde slagvlakken tegenover elkaar. De meeste negatieven komen van één kant en zien er mooi uit. Er is weinig misgegaan bij deze kern. De beide slagvlakken zijn steeds opnieuw geprepareerd, waardoor de kern steeds kleiner is geworden.

Vondstnummer 4226; 69×49×26 millimeter, 82 gram.

De kern heeft twee slagvlakken, maar de meeste negatieven komen vanaf één kant. Het andere slagvlak heeft een te stompe hoek om nog klingen te slaan. Er zijn een aantal mooie negatieven zichtbaar. Op het afbouwvlak is een interne vorstscheur bloot komen te liggen, die tot gevolg had dat een aantal klingen eindigden in hinges. Deze vorstscheur maakte het onmogelijk om nog verder met de kern te werken. Aan de achterkant van de kern is kernpreparatie zichtbaar. Het lijkt of geprobeerd is een ander afbouwvlak te maken, maar dat is niet gelukt.

Vondstnummer 4227; 67×45×30 millimeter, 90 gram.

De kern heeft één geprepareerd slagvlak dat verschillende malen is vernieuwd. Er lijkt een serie mooie klingen van de kern af te zijn gekomen. De drie laatste klingen zijn geëindigd in

hinges.

Vondstnummer 4228; 53×40×50 millimeter, 145 gram.

De kern heeft twee slagvlakken die beide zijn geprepareerd. Vanuit beide richtingen zijn mooie klingnegatieven zichtbaar. Twee klingen zijn mislukt, waarna met de bewerking is gestopt. De hoeken van de slagvlakken zijn aan de stompe kant, waarschijnlijk zijn hierdoor de foute klingen geslagen.

Fig. 52. Refit kern (vn 4215), kling met kernvoet (vn 2223) en kernpreparatiekling met kernvoet (vn 418).

Vondstnummer 4230; 48×40×36 millimeter, 74 gram.

De kern heeft twee parallel lopende slagvlakken. Eén slagvlak bestaat uit een oud vlak, het andere is geprepareerd. Bij dit slagvlak is ook nog cortex te zien. De kwaliteit van de vuursteen is slecht, waarschijnlijk is de vuursteen hierdoor ook lastiger te bewerken. Er lopen goede klingnegatieven over het afbouwvlak, maar er zijn ook een aantal fouten te zien, een paar steps en een hinge.

Vondstnummer 4231; 66×36×36 millimeter, 98 gram.

Het slagvlak is goed geprepareerd en er zijn een aantal mooie klingen vanaf gekomen. Maar er zitten heel veel vorstsplijtingen in de vuursteen die ervoor zorgde dat de kern onbruikbaar werd.

Vondstnummer 4232; 63×29×39 millimeter, 92 gram.

Er zijn twee slagvlakken geprepareerd tegenover elkaar, één daarvan is een aantal keren bijgewerkt. De hoek van het andere slagvlak met het afbouwvlak is meer dan 90 graden, dus niet meer geschikt voor bewerking. De laatste afslagen zijn dan ook vanaf het goede slagvlak geslagen. Er zijn mooie klingen van de kern af gekomen, maar er waren er ook twee die eindigden in een hinge en een step, wat mogelijk te maken heeft met een interne vorstscheur.

Vondstnummer 4235; 72×42×15 millimeter, 54 gram.

De kern heeft maar één slagvlak dat bestaat uit een oud vorstsplijtstuk. Op het afbouwvlak zijn mooie negatieven van klingen zichtbaar. De twee laatste klingen eindigden in steps en zijn niet geprobeerd te repareren. De kern was ook klein en dun geworden, een restkern. Aan één zijkant lijkt nog kernpreparatie zichtbaar te zijn.

Vondstnummer 4236; 78×49×25 millimeter, 98 gram.

Op het afbouwvlak zijn een aantal oude vlakken zichtbaar zijn. Hierdoor weten we dat niet veel materiaal van de kern is geslagen. De kern is geprepareerd aan de zijkant en op het slagvlak. Er zijn een paar mooie afslagen en een goede kling van de kern afgekomen. Vervolgens eindigde een afslag in een hinge en is de kern aan de kant gelegd.

Vondstnummer 4237; 67×26×44 millimeter, 78 gram. Refit met kling met kernvoet (vondstnummer 5307).

De kern heeft één geprepareerd slagvlak. Er zijn mooie, lange klingen van de kern afgekomen. Nadat de kling met kernvoet van de kern af is geslagen zijn nog zeker twee redelijk lange, mooie klingen van de kern geslagen. De kling met kernvoet heeft de kern niet onbruikbaar gemaakt. Eén klingnegatief eindigt in een hinge, maar voor de rest zijn er geen onzorgvuldigheden te bespeuren op de kern.

Vondstnummer 4240; 50×48×27 millimeter, 103 gram. Refit met kling met kernvoet (vondstnummer 47).

De kern heeft twee slagvlakken, deze bevinden zich aan weerszijde van hetzelfde vlak. De beide afbouwvlakken komen aan de onderkant samen, waardoor de kern de vorm heeft van een driehoek. Dit is de enige kern van Zeijen waarbij de slagvlakken op deze manier gesitueerd zijn. Beide slagvlakken zijn geprepareerd en lijken een aantal keren vernieuwd te zijn. De negatieven van de klingen zien er over het algemeen lang en mooi uit, wel zijn er een aantal klingen geëindigd in een hinge of een step. Als één van de laatste afslagen is een kling met kernvoet van de kern afgekomen. Hierna is in ieder geval nog één kling van het andere slagvlak afgeslagen. Er zijn vorstscheuren zichtbaar in het vuursteen.

Waarschijnlijk is de kern om deze reden aan de kant gelegd.

Vondstnummer 4243; 75×45×34 millimeter, 122 gram.

Er is één slagvlak aanwezig met een mooie hoek van 60/70 graden. Het slagvlak is niet geprepareerd, maar bestaat uit een oud vorstsplijtvlak. De negatieven van de klingen zien er heel goed uit, maar er hadden nog veel meer klingen vanaf kunnen worden geslagen. Twee klingen zijn geëindigd in steps, het lijkt of dit ook de laatste twee klingen zijn die van de kern afgekomen zijn.

Vondstnummer 4244; 73×54×36 millimeter, 143gram.

Deze kern bevindt zich nog in een eerste stadium van bewerking. Er is één slagvlak geprepareerd. Daarna is de eerste rib langs het toekomstige afbouwvlak geprepareerd door middel van kleine afslagen en retouche. Vervolgens is geprobeerd de eerste kling van de kern te slaan, maar deze eindigde door een interne vorstscheur in een hinge. Het was duidelijk dat de kern onbruikbaar was door de scheuren en daarom zal de kern zijn weggegooid.

Vondstnummer 4245; 93×34×27 millimeter, 96 gram.

De kern heeft twee geprepareerde slagvlakken tegenover elkaar. Aan de achterkant van de kern zit een vorstsplijtstuk. Het is niet met zekerheid te zeggen of de vuursteen voor of na het bewerken is gespleten. Er zijn een aantal mooie, lange klingnegatieven zichtbaar. Aan het einde van het bewerkingsproces is een bult ontstaan op het afbouwvlak wat niet meer weg was te halen. Hierop zijn dan ook verschillende klingen afgebroken en geëindigd in hinges. De kern is te klein geworden om nog een reparatie uit te kunnen uitvoeren.

Vondstnummer 4249; 77×43×28 millimeter, 105 gram.

De kern heeft twee geprepareerde slagvlakken tegenover elkaar. Er zijn mooie, lange klingen van de kern afgekomen. Twee klingen aan het einde van de bewerkingsfase zijn mislukt en eindigden in steps. Mogelijk heeft dat te maken met oneffenheden die in de vuursteen zitten. Bij de beide negatieven waar het fout is gegaan, is verandering in de structuur van de vuursteen te zien. Aan de achterzijde van de kern is preparatie zichtbaar, waarschijnlijk om een scherpe rand stomp te maken.

Vondstnummer 4252; 76×52×25 millimeter, 98 gram.

De kern heeft twee geprepareerde slagvlakken tegenover elkaar. Van één van de slagvlakken is de hoek te stomp en als laatste is daar dan ook een afslag vanaf gekomen die eindigde in een step. Aan de andere kant op het afbouwvlak is een scheur zichtbaar in het vuursteen, op de plek waar het meest logische vervolg van bewerking zou zijn. Waarschijnlijk is de kern om deze reden niet verder bewerkt. De negatieven laten zien dat er over het algemeen mooie, langen klingen van de kern geslagen zijn.

Vondstnummer 4259; 89×59×15 millimeter, 104gram.

Dit is een extreem dunne kern, met een maximale dikte van 15 millimeter. Dat zal de bewerking van de kern niet eenvoudig gemaakt hebben. Er zijn twee slagvlakken, één daarvan is een natuurlijk vlak en de andere is geprepareerd. Op de kern zijn een aantal mooie negatieven van lange klingen zichtbaar.

Fig. 53 Refit kern (vn 4240) met kling met kernvoet (vn 47).

Vondstnummer 5974; 52×28×17 millimeter, 34 gram.

De kern heeft in ieder geval één slagvlak gehad waarvandaan de klingen werden geslagen. Doordat een kling met kernvoet van de kern is afgeslagen, is niet meer te zien of er ook een tweede slagvlak aanwezig was. De negatieven zien er goed uit, alleen de laatste twee klingen die na de kling met kernvoet zijn geslagen eindigen in hinges. Mogelijk zijn deze fouten gemaakt doordat de kern bijna te klein is om nog goed te kunnen bewerken.

Vondstnummer 5977; 65×31×12 millimeter, 32 gram.

Op de kern bevinden zich twee slagvlakken, één daarvan is geprepareerd. Aan de achterkant van de kern is een vorstsplijtstuk zichtbaar. Het is goed mogelijk dat de kern dikker is geweest, een dunne kern als deze is erg moeilijk te bewerken. De negatieven van de klingen zien er redelijk goed uit zonder veel fouten.

Vondstnummer 5979; 63×24×17 millimeter, 28 gram.

De kern is helemaal opgebruikt, bij het slagvlak is de kern zo dun dat er nauwelijks meer op geslagen kan worden. De laatste twee klingen eindigen in hinges. Voor de rest zijn alleen goede, regelmatige klingnegatieven zichtbaar. Er zijn twee slagvlakken tegenover elkaar gepositioneerd. Eén slagvlak is geprepareerd en het andere slagvlak bestaat uit het uiteinde van een kling met kernvoet die eerder van de kern is geslagen. De slagvlakken lopen parallel aan elkaar en beide hebben ze een apart afbouwvlak dat tegenover elkaar ligt.

In document De Kern van Zeijen (pagina 56-62)